Warrelknoest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wintereik met een grote warrelknoest in de heuvels van Brohmer Berge in Noord-Duitsland
Warrelknoest op een berk

Een warrelknoest of warrel, ook wel wortelhout of maserknol genoemd, is een tumorachtige groeiaandoening in een boom. De houtcellen hebben vaak de vorm van gekartelde snaren, waarbij het hout stroperig, hard, moeilijk te splitsen en snijden is. De knoesten nemen buitengewone vormen aan die sterk afwijken van het normale groeipatroon van een boom. Warrelknoesthout is zeer warrig gegroeid en dat geeft het hout een uitgesproken tekening. Ze kunnen als grote ballen aan de stam kleven, maar ook de hele stam of wortel omsluiten.

Hoewel een warrelknoest jaar na jaar groter wordt, belemmert het meestal de groei van de boom niet.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Warrels worden door houtsnijders, houtdraaiers en meubelmakers ook wel wortelhout genoemd. Het scheurt minder gauw, is mooi en exclusief, want zeldzaam en dus duur. Bij naaldbomen komen bruikbare warrels bij slechts drie geslachten voor: taxus, thuja en sequoia. Bij loofbomen gaat het om ruim twintig soorten waaronder berk, es en eik. De warrelknoesten op al deze verschillende boomsoorten hebben hun eigen specifieke eigenschappen van voorkomen, verwerking en gebruik.

De traditionele drinkbekers (guksi of kuksa) van de Samen worden gemaakt van warrelknoesten.[1]

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Burls van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.