De Argentijnse Grand Prix was weer een tamelijk armoedige vertoning. Voor privérijders was de overtocht veel te duur, maar ook voor fabrieksteams. Zo kwam het dat alleen die teams die nog in de strijd waren voor een wereldtitel, soms met tegenzin, naar Argentinië moesten reizen. Dat deden de teams van Suzuki en Kreidler, die nog vochten om de 50cc-titel en Honda en Morini, die nog vochten om de 250cc-titel. Verder stuurde alleen MV AgustaMike Hailwood naar Buenos Aires. Hoewel de Argentijnse Grand Prix ook in het seizoen 1964 op de kalender stond, werd ze pas in het seizoen 1981 weer verreden.
Mike Hailwood was in de 500cc-race zonder concurrentie. Het Scuderia Duke-Gilera-team was al kansloos voor de wereldtitel en had grote problemen om een machine rijklaar te krijgen. Het was dan ook niet naar Argentinië afgereisd. Daardoor was het voor Alan Shepherd ook niet erg dat hij met zijn Matchless G50 uitviel: hij behield de tweede plaats in de WK-stand. Opmerkelijke deelnemer was Tarquinio Provini, waarschijnlijk met een opgeboorde Moto Morini 250 Bialbero, die echter ook uitviel. Verder waren er alleen Zuid-Amerikaanse deelnemers, van wie Jorge Kissling en Benedicto Caldarella met een ronde achterstand tweede en derde werden.
Jim Redman had bij winst zijn wereldtitel veilig kunnen stellen, maar dat lukte niet. Tarquinio Provini bleef hem met de Moto Morini 250 GP voor en stond nu zelfs gelijk in de WK-stand. Redman scoorde weliswaar zes punten, maar moest vier punten wegstrepen. Derde werd Umberto Masetti, die als coureur gepensioneerd was en was geëmigreerd was naar Chili. Net als in het seizoen 1962 honoreerde hij het verzoek van Moto Morini om in Argentinië te starten.
Zonder Suzuki, dat met Hugh Anderson de wereldtitel al binnen had en verder geen enkel belang meer had om naar Argentinië te reizen, had Jim Redman vrij spel. Redman moest er toch zijn om zijn positie in de 250cc-klasse te verdedigen en won met zijn Honda RC 145 voor de Argentijnse Bultaco-rijders Héctor Pochettino en Aldo Caldarella.
Kreidler-rijder Hans Georg Anscheidt kwam als WK-leider naar Argentinië, maar raakte tijdens de trainingen geblesseerd en kon niet starten. Suzuki-rijder Hugh Anderson profiteerde optimaal en won de race voor zijn stalgenoot Ernst Degner en Kreidler-rijder Alberto Pagani. Daardoor bleef het wereldkampioenschap open, het moest in de Japanse Grand Prix beslist worden.