Gebruiker:Ø11/Kladblok2

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Greindl[bewerken | brontekst bewerken]

De geschiedenis van de familie Greindl in België begint bij Philippe Greindl (Reittern, 16 april 1716 - Brussel, 3 december 1791). Hij was een zoon van Johannes Greindl (1676-1718) en Maria Elisabeth Lang (°1685). Zijn grootouders waren Urban Greindl en Maria Schneeberger uit Dornstadt. Greindl trad in dienst van de Oostenrijkse landvoogd, hertog Karel van Lotharingen. Daarnaast was hij als koopman actief.

In 1856 werd Léonard Greindl in de erfelijke adel opgenomen met de titel baron, overdraagbaar bij eerstgeboorte. In 1871 werd dit uitgebreid tot alle afstammelingen die de naam dragen.

In 1912 kreeg baron Jules Greindl de titel van graaf.

  • Philippe Greindl (1716-1791), koopman, trad in dienst van de Oostenrijkse landvoogd, hertog Karel van Lotharingen, trouwde in 1755 met Caroline Bauwens (1727-1811), koopvrouw, dochter van Philippe Armand Bauwens, arts, ontvanger van de heer van Waver, de hertog van Looz-Corswarem en baljuw van het kapittel van Cambrai en Waver. Ze kregen drie zoons en zes dochters.
    • Marie-Françoise Greindl (1756-1848), trouwde in 1786 in Brussel met Barthélémy-Gérard Hannosset, heer van Brouck, advocaat bij de Raad van Brabant, en vervolgens met François-Philippe Monnoyer, doctor in de geneeskunde. Ze kreeg twee dochters uit haar tweede huwelijk.
    • Joseph Greindl (1763-1834), licentiaat in de rechten, advocaat bij de Raad van Brabant en luitenant-amman van Brussel. Tijdens de Franse periode was hij advocaat-generaal bij het hof van beroep van Brussel en keizerlijk procureur. Onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd hij in 1816 rechter in de rechtbank van eerste aanleg in Brussel en was hij van 1825 tot 1830 raadsheer in het Hoog Gerchtshof. Hij trouwde in 1793 in Brussel met Marie-Thérèse van Bellinghen de Fresin (1762-1828). Ze kregen vijf zoons en twee dochters.
      • Charles Greindl (1796-1852), werd in 1815 advocaat bij het hof van beroep van Brussel en in 1830 advocaat bij het ministerie van Financiën, was van 1836 tot 1840 raadsheer in het hof van beroep van Brussel, werd in 1839 lid van een commissie voor de uitvoering van de financiële bepalingen van het Verdrag van Londen, was van 1841 tot 1845 secretaris-generaal van het ministerie van Financiën (interim-secretaris-generaal sinds 1839) en werd in 1845 directeur van de Schatkist in Henegouwen. Hij bleef ongehuwd.
      • Léonard Greindl (1798-1875), nam deel aan de Belgische Revolutie, werd luitenant-generaal en minister van Oorlog. Hij trouwde in 1834 met Eléonore Foullé (1799-1884). Ze kregen drie zoons en een dochter.
        • Jules Greindl (1835-1917), diplomaat, minister van Staat en beeldhouwer. Hij trouwde in 1863 in Brussel met Aline Corrêa Henriques (1840-1922), dochter van José Mauricio Corrêa Henriques (1802-1874), graaf van Seisal, Portugees diplomaat. Ze kregen vier zoons en vier dochters.
          • Aline Greindl (1865-1960), trouwde in 1885 in Lissabon met burggraaf Conrad de Roboredo (1851-1911). Ze kregen een zoon die ongehuwd bleef.
          • Maurice Greindl (1866-1937), hoogleraar aan de Militaire School, generaal-majoor tijdens de Eerste Wereldoorlog en luitenant-kolonel, trouwde in 1902 in München met Ciriaca (Gloria) de Sarachaga (1878-1952). Ze kregen twee zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Aline Greindl (1903-1934), trouwde in 1927 in Vorst met baron Joseph Coppens d'Eeckenbrugge (1897-1949), burgerlijk mijnbouwkundig ingenieur. Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
            • Joséphine (Pepita) Greindl (1904-1987), trouwde in 1927 in Vorst met baron Pierre Goffinet (1897-1972), zoon van baron Théodule Goffinet, generaal. Het huwelijk bleef kinderloos.
            • Maurice Greindl (1908-1963), amateurrallypiloot, ambulancebestuurder in de Tweede Spaanse Republiek, nam deel aan de Achttiendaagse Veldtocht, maar werd in Bilzen gevangengenomen, maar vrijgelaten na tussenkomst van de Finse maarschalk Carl Gustaf Mannerheim, een achterneef van zijn grootmoeder. Later werd hij lid van het Geheim Leger. Hij trouwde in 1938 in Elsene met Andréé Ketels (1918-2010), dochter van Henri Ketels, diplomaat. Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
            • Marie Greindl (1915-1991), diplomate, trouwde in 1958 in Warschau met prins Stefan Światopełk-Czetwertyński (1910-1978), zoon van prins Seweryn Franciszek Światopełk-Czetwertyński, Pools ondernemer, landeigenaar en politicus. Hij was uitbater van restaurants en hotels, reserveluitenant tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar na de oorlog door de communistische autoriteit gevangengezet op beschuldiging van spionage. Het echtpaar emigreerde in 1960. Hij werd vervolgens adjunct-directeur van het Intercontinental Hotel in Genève en secretaris van Marie-José, de voormalige koningin van Italië.
          • Léon Greindl (1867-1944), hoogleraar aan de Militaire School, militair attaché in Tokio, generaal-majoor tijdens de Eerste Wereldoorlog, luitenant-generaal, bestuurder van de Bank van Brussel, voorzitter van Sabena, voorzitter van de Cercle de l'Union en voorzitter van de Société d'études politiques, économiques et sociales, trouwde in 1895 in Brussel met Mathilde Mesdach de ter Kiele (1869-1958), dochter van Charles Mesdach de ter Kiele, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Marthe Greindl (1896-1984), trouwde in 1925 in Sint-Gillis met baron Henri van der Elst (1893-1985), burgerlijk ingenieur en oorlogsvrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog, zoon van baron Léon van der Elst, hoge ambtenaar en diplomaat. Ze kregen vijf zoons, met afstammelingen tot heden.
            • René Greindl (1898-1945), burgerlijk ingenieur en oorlogsvrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op vraag van baron Josse Allard, een neef van zijn grootvader, werkte hij in de suikerindustrie in Tienen, Italië en Roemenië. Later werd hij op vraag van graaf Louis de Lichtervelde arrondissementscommissaris van Sankt Vith en Bastenaken. Hij nam als reserveonderluitenant deel aan de Achttiendaagse Veldtocht. Van de Duitse bezetter kreeg de leiding over het administratief beheer van de voedselvoorziening in Luxemburg en werd hij tot interim-gouverneur van Luxemburg benoemd. Hij geloofde aanvankelijk in de Duitse overwinning, maar verzette zich vanaf januari 1943 tegen de bezetting. Later dat jaar werd hij uit zijn gouverneursambt gezet, hij werd lid van het Geheim Leger en in september 1944 in Fisenne bij een controle aangehouden. Hij overleed in het concentratiekamp van Buchenwald. Hij trouwde in 1922 in Brugge met Anne-Marie Visart de Bocarmé (1902-1980), dochter van graaf Étienne Visart de Bocarmé, advocaat, bosbouwkundige en voorzitter van het Havenbestuur van Brugge-Zeebrugge. Ze kregen drie zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
            • André Greindl (1899-1963), oorlogsvrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog en bestuurder van vennootschappen. Hij trouwde in 1931 in Elsene met Suzanne de Halloy (1905-1994), dochter van Paul de Halloy, provincieraadslid. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Isabelle Greindl (1901-1990), trouwde in 1921 in Sint-Gillis met Pierre Smits (1894-1972), burgerlijk ingenieur elektromechanica en reservekapitein-commandant. Ze kregen een zoon en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Edith Greindl (1905-2004), kunsthistorica gespecialiseerd in de 17e-eeuwse Vlaamse schilderkunst en lid van de Koninklijke Academie voor Archeologie en Kunstgeschiedenis van België. Ze bleef ongehuwd.
          • Marie Greindl (1873-1951), hofdame van prinses Maria, gravin van Vlaanderen, en erehofdame van koningin Elisabeth. Ze bleef ongehuwd.
          • Paul Greindl (1878-1951), luitenant, redacteur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, oorlogsvrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog, verbleef van 1915 tot 1919 in Afrika, kapitein-commandant, directeur-generaal van Carrières de Porphyre de Quenast, werkte bij Citroën van 1934 tot 1935 en sloot zijn carrière af als directeur-generaal van S.A. Pantex. Hij trouwde in 1903 in Brussel met Isabelle de Burlet (1881-1961), dochter van Jules de Burlet, advocaat, burgemeester van Nijvel, volksvertegenwoordiger, senator, diplomaat, minister, premier en minister van Staat. Ze kregen vijf zoons en een dochter.
            • Françoise Greindl (1904-2000), trouwde in 1924 in Zellik met Jacques Nève de Mévergnies (1889-1979), oorlogsvrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog, burgerlijk mijnbouwkundig ingenieur en afgevaardigd bestuurder van de vennootschappen Monetain en Sud-Katanga. Ze kregen vier zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Jean Greindl (1905-1943), ondernemer in Belgisch-Congo, lid van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder meer verantwoordelijk voor de ontsnappingsroute Comète. Hij trouwde in 1937 in Ophain-Bois-Seigneur-Isaac met Bernadette Snoy d'Oppuers (1909-1999), dochter van baron Thierry Snoy et d'Oppuers, senator en burgemeester van Ophain-Bois-Seigneur-Isaac. Ze kregen een zoon en een dochter, maar zonder nakomelingen.
            • Pierre Greindl (1906-1969), werkte voor de Tweede Wereldoorlog voor Le Petit Vingtième, tijdens de Tweede Wereldoorlog ging hij aan de slag bij Union Minière, waar hij zijn hele carrière bleef. Hij was secretaris en voorzitter van de Union africaine des arts et des lettres en secretaris-penningmeester van de Association du Musée d'Elisabethville. In 1958 keerde hij definitief naar België terug. Dat jaar leidde hij het paviljoen over de Congolese mijnen op Expo 58. Hij trouwde in 1943 in Elisabethstad met Eliane Keyser (1922-2001). Ze kregen een zoon en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Baudouin Greindl (1910-1937), ambulancebestuurder en luitenant in het leger van Franco tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Hij overleed op 16 februari 1937 en werd in Toledo begraven, maar in 1968 naar de Valle de los Caídos overgebracht. Hij bleef ongehuwd.
            • Albert Greindl (1914-1991), doctor in de rechten, reserveluitenant van de cavalerie, notarieel jurist, krijgsgevangene in Passendale tijdens de Tweede Wereldoorlog, lid van het Comète-netwerk, kapitein bij de inlichtingendienst in Londen, werkte voor UNRRA en parachuteerde achter de linies in Frankrijk, aangeklaagd tijdens een doortocht naar Spanje en geïnterneerd in Perpignan en Fresnes, werkte na de Tweede Wereldoorlog voor de Verenigde Naties in Genève en was directeur van het Office belge du commerce extérieur pour l'Afrique subsaharienne in Leopoldstad. Na de onafhankelijkheid van Congo keerde hij terug naar België en werkte als diplomaat. Hij was secretaris-generaal van de Club Château Sainte-Anne voor diplomaten. Hij trouwde in 1939 in Brussel met Denise Le Clercq (°1917), dochter van Henri Le Clercq, advocaat bij het hof van beroep in Brussel. Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
            • Gérard Greindl (1916-1948) TBD TBD TBD TBD. Hij trouwde in 1944 in Lillois-Witterzée met Jacqueline de Meeûs d'Argenteuil (1920-2007). Ze kregen twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Gustave Greindl (1837-1905), cavaleriecommandant. Hij ontwikkelde een pompsysteem, bekend als de Greindlpomp. Hij trouwde in 1862 met Emma Sacqueleu (1836-1904). Het huwelijk bleef kinderloos.
        • Charles Greindl (1839-1918), luitenant-generaal en commandant van de Burgerwacht van Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, trouwde in 1880 in Elsene met Florence Creed (1861-1907), dochter van Henry Creed, Brits kolonel. Ze kregen twee zoons en twee dochters.
          • Madeleine Greindl (1882-1966), trouwde in 1911 in Gent met jhr. Adrien Verhaeghe de Naeyer (1882-1948). Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Henri Greindl (1887-1955), oorlogsvrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog, werkte voor de Caisse générale de reports et de dépôts, trouwde in 1922 in Brussel met Pauline D'Hondt (1892-1972). Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Marie-Louise Greindl (1841-1910), trouwde in 1866 in Brussel met graaf Charles Woeste (1837-1922), advocaat, volksvertegenwoordiger, minister van Justitie, voorzitter van de Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen en minister van Staat. Ze kregen twee zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Jean-Baptiste Greindl (1802-1826), griffier van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Hij bleef ongehuwd.
      • Marie-Charlotte Greindl (1805-1883), trouwde in 1833 met Joseph-Fortuné-Marie Guiette (1806-1837), gewoon hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles en arts in het Hôpital Saint-Pierre, en vervolgens in 1840 met Jean-Marie Jacquet de Perrigny (°1801). Uit haar tweede huwelijk kreeg ze twee zoons en een dochter, waaronder Charles Jacquet de Perrigny, luitenant-kolonel en onderdirecteur van ministerie van Oorlog, met afstammelingen tot heden.
    • Henri Greindl (1768-1831), medeoprichter van de Société de littérature de Bruxelles in 1800, werd in 1817 tot bestuurder van de godshuizen benoemd, eerste schepen van Brussel van 1818 tot 1830 en lid van de Provinciale Staten van Zuid-Brabant. Hij trouwde in 1805 in Brussel met Hélène Charlier (°1768) en vervolgens in 1812 met Albertine Fourneaux (°1788). Hij kreeg twee dochters uit zijn tweede huwelijk.
  • Le Parchemin, nr. 24, december 1976, 41.

Velge[bewerken | brontekst bewerken]

  • Pierre-Bernard Velge (1771-1852), landbouwer, grondbezitter en maire van Strijtem, trouwde met Marie-Gertrude Meert (1766-1824). Ze kregen zeven zoons en twee dochters.
    • Jean-Baptiste Velge (1800-1882), notaris in Gaasbeek, Sint-Martens-Lennik en Sint-Kwintens-Lennik en burgemeester van Strijtem, trouwde in 1847 in Brussel met Rosalie Prieels (1818-1894). Ze kregen vier zoons en twee dochters.
      • Firmin Velge (1849-1914), notaris in Sint-Kwintens-Lennik, trouwde in 1875 in Lede met Marie de Backer (1850-1932), dochter van Jean-François de Backer, secretaris van de gemeenteraad van Lede, griffier bij het vredegerecht van het kanton Aalst en provincieraadslid van Oost-Vlaanderen. Ze kregen drie zoons en vier dochters.
        • Angèle Velge (1876-1948), trad in bij de zusters van Sacré-Coeur in Jette.
        • Alice Velge (1877-1968), trouwde in 1900 in Sint-Kwintens-Lennik met Albert van Raemdonck (1870-1941), directeur-generaal van het ministerie van Nijverheid en Arbeid, oprichter en directeur-generaal van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers en gedelegeerd bestuurder van de Société anonyme des carrières de quartzite de Dongelberg, zoon van Polydoor van Raemdonck, provincieraadslid van Oost-Vlaanderen en burgemeester van Temse. Ze kregen vijf zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Maurice Velge (1880-1950), notaris in Sint-Kwintens-Lennik en burgemeester van Sint-Kwintens-Lennik, trouwde in 1909 in Vlezenbeek met Germaine Veldekens (1886-1970), dochter van Gustave Veldekens, advocaat en gemeenteraadslid van Vlezenbeek. Ze kregen drie zoons en een dochter.
          • Pierre Velge (1910-1965), trouwde in 1937 met Anne-Marie Moyersoen (1914-1970), dochter van Auguste Moyersoen, notaris in Aalst, en nicht van baron Romain Moyersoen. Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden.
          • Georges Velge (1914-1940), ongehuwd.
          • Marie-Louise Velge (1915-1943), trouwde met Charles Devos (1915-1974), notaris. Het huwelijk bleef kinderloos.
          • Roger Velge (1919-), notaris in Sint-Kwintens-Lennik en burgemeester van Sint-Kwintens-Lennik, trouwde met Ghislaine Walton (1912-2000). Het huwelijk bleef kinderloos, maar haar vier kinderen uit haar eerder huwelijk met Roger Henvard namen de naam Velge aan.
        • Paul Velge (1881-1939), burgemeester van Strijtem, trouwde met Josepha de Clippele (1884-1973), dochter van Prosper de Clippele, bankier, schepen van Geraardsbergen en provincieraadslid van Oost-Vlaanderen, en kleindochter van Pierre Jean De Clippele. Ze kregen vier zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
          • Carlos Velge (1913-2005), burgemeester van Goetsenhoven.
          • Luc Velge (1915-2003), doctor in de geneeskunde, trouwde met Jacqueline Casimir-Lambert, dochter van Valentin Casimir-Lambert, directeur van Glaverbel en bestuurder van Solvay.
        • Céline Velge (1884-1937), trad in bij de zusters van Sacré-Coeur in Elsene.
        • Marguerite Velge (1889-1977), trouwde in 1911 in Sint-Kwintens-Lennik met Paul Veldekens (1888-1958), advocaat, stafhouder van de balie bij het Hof van Cassatie, burgemeester van Vlezenbeek en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven, dochter van Gustave Veldekens (zie boven). Ze kregen vijf zoons en zes dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Léon Velge (1891-1979), bestuurder van vennootschappen, trouwde met Yvonne van Hoof (1892-1967). Ze kregen vier zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
          • Marie Velge (1920-2008), trouwde met Etienne van Eeckhout (1919-1997), advocaat-generaal bij het hof van beroep van Antwerpen.
          • Marthe Velge (1923-2011), trouwde met Pierre van Meerbeeck (1920-1969), doctor in de geneeskunde.
          • Yvonne Velge, trouwde met Jean-Louis Dalcq (1927-2017), gedelegeerd bestuurder van ACEC.
      • Gustave Velge (1851-1925), ingenieur en burgemeester van Sint-Kwintens-Lennik.
      • Amélie Velge (1854-1935), trad in bij de Orde van Maria Visitatie in Sint-Kwintens-Lennik.
      • Céline Velge (1856-1930), trouwde in 1886 in Sint-Kwintens-Lennik met Guillaume Herinckx (1851-1930), brouwer. Ze kregen vijf zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Charles Velge (1858-1913), advocaat en vrederechter in Geraardsbergen, trouwde in 1889 in Vlezenbeek met Berthe Lenoir (1869-1927), dochter van Eugène Lenoir, gemeenteraadslid van Vlezenbeek en provincieraadslid van Brabant. Ze kregen vier zoons en zes dochters.
        • Jeanne Velge (1890-), trouwde met Paul Dermine (1887-1979), eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel.
        • Jules Velge (1891-1967), burgemeester van Brasschaat, trouwde in 1919 in Zwevegem met Isabelle Bekaert (1897-1986), dochter van Leo Leander Bekaert, burgemeester van Zwevegem en oprichter van staalbedrijf Bekaert. Ze kregen drie zoons en drie dochters.
          • Charles Velge (1920-1940), overleden op zee tijdens de Tweede Wereldoorlog.
          • Jacqueline Velge (1922-2015), medeoprichter van de prijs Harrington-de Visscher, trouwde met Michel de Visscher (1915-1981), patholoog en hoogleraar aan de Université catholique de Louvain. Ze kregen zes zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
          • Thérèse Velge (1924-1984), trouwde met jhr. Victor Jacobs van Merlen (1920-2009), advocaat en bestuurder van vennootschappen. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Raymond Velge (1928-1993), directeur en bestuurder van Bekaert, trouwde met jkvr. Thérèse Blaise (1929-1993). Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden. Ze overleden tezamen in een ongeval in Deerlijk. In 1993 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de titel jonkheer.
          • Maurice Velge (1935-2020), ondernemer, trouwde met Michèle Van Praet d'Amerloo (1937). Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden. In 1994 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de titel jonkheer. In 2002 werd hij baron.
        • Elisabeth Velge (1894-1972), trouwde in 1918 in Weybridge met baron Leon Antoine Bekaert (1891-1961), burgemeester van Zwevegem en voorzitter van Bekaert, het Algemeen Christelijk Verbond van Werkgevers, Fabrimetal, het Verbond der Belgische Nijverheid en de Union of Industrial and Employers' Confederations of Europe, zoon van Leo Leander Bekaert. Ze kregen twee zoons, waaronder Antoine Bekaert, en een dochter, die met Marc Verhaeghe de Naeyer trouwde.
        • Marie-Claire Velge (1895-1976), huwde met Raymond Mommaert (1890-1945), raadsheer in het hof van beroep van Brussel.
        • Antoine Velge (1897-1974), bestuurder van vennootschappen, trouwde met Alice Jacobs (1895-1985). Ze kregen drie zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Max Velge (1902-1994), ondernemer, trouwde met Antoinette Bekaert (1896-1963), dochter van Leo Leander Bekaert. Ze kregen drie zoons en een dochter.
          • Isabelle Velge, trouwde met Philippe Jadot. Ze kregen twee zoons, waaronder Maxime Jadot, en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Jean-Charles Velge (1930-2010), gedelegeerd bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur van Bekaert, trouwde met Marie-Louise Van Houtte (1933-2023), dochter van Jean Van Houtte, advocaat, bankier, econoom, hoogleraar en premier van België. Ze kregen zes zoons, met afstammelingen tot heden. In 1993 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de titel baron.
          • Léon Velge (1931-2012), burgemeester van Warcoing, bestuurder van Bekaert, voorzitter van IHECS, medeoprichter van Golf & Country Club Oudenaarde en Olympic de Warcoing en tweemaal Belgisch golfkampioen, trouwde met jkvr. Miriam Waucquez (1926-2021). Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden. In 1993 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de titel jonkheer.

Vaxelaire[bewerken | brontekst bewerken]

  • François Vaxelaire (1840-1920), oprichter van de Au Bon Marché-warenhuisketen, trouwde met Jeanne Claes (1840-1896). Ze kregen drie zoons.
    • Raymond Vaxelaire (1871-1947), voorzitter van de Au Bon Marché-warenhuisketen, trouwde in 1920 in Neder-Over-Heembeek met Alice de Ro (1888-1983), dochter van Georges de Ro, notaris, burgemeester van Neder-Over-Heembeek en senator. Ze kregen drie zoons en een dochter. In 1936 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de persoonlijke titel baron, in 1940 uitgebreid tot erfelijke titel, overdraagbaar bij eerstgeboorte.
      • François Vaxelaire (1921-1990), gedelegeerd bestuurder en voorzitter van de GIB Group, trouwde met Nadine Regout. Ze kregen vier zoons en twee dochters.
        • Raymond Vaxelaire, trouwde met Catherine Pirmez, achterkleindochter van Maurice Pirmez en Leo Leander Bekaert. Ze kregen drie dochters.
        • Françoise Vaxelaire, trouwde met Axel de Borchgrave d'Altena de Becker Remy (1942), achterkleindochter van graaf François de Borchgrave d'Altena, Édouard Descamps en baron Auguste de Becker Remy. Het huwelijk bleef kinderloos. Ze hertrouwde met Bernard de Ganay. Ze kregen een dochter.
        • Emmanuel Vaxelaire, trouwde met Inès Pirmez, achterkleindochter van Maurice Pirmez en Leo Leander Bekaert. Ze kregen drie zoons en een dochter.
        • Ariane Vaxelaire, trouwde met Michel Haegelsteen (1949), broer van Regnier Haegelsteen, bankier en bestuurder. Ze kregen drie dochters en een zoon.
        • Roland Vaxelaire, trouwde met Diane de Wasseige, kleindochter van Alexandre Galopin. Ze kregen twee zoons en een dochter.
        • Patrick Vaxelaire, trouwde met Nathalie Boël, achterkleindochter van jhr. Pol-Clovis Boël en nicht van jhr. Jacques Boël. Ze kregen een zoon en een dochter.
      • Georges Vaxelaire (1922-1947)
      • Raymond Vaxelaire (1923-1964), trouwde met Suzanne de Sauvage (1927). Ze kregen twee zoons en twee dochters.
        • Georges Vaxelaire, trouwde met Christine Reyntjens, dochter van Gentil Reyntjens, burgerlijk ingenieur en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze kregen twee zoons en een dochter.
        • Anne Vaxelaire (1949), trouwde met John Goossens (1944-2002), CEO van Belgacom. Ze kregen twee zoons en een dochter.
        • Catherine Vaxelaire, trouwde met Jean-Jacques Coppée, advocaat.
        • Michel Vaxelaire
      • Raymonde Vaxelaire (1925), trouwde met graaf Yves-Jean du Monceau de Bergendal (1922-2013), directeur-generaal van de GIB Group, burgemeester van Ottignies, senator, volksvertegenwoordiger en provincieraadslid van Brabant. Ze kregen twee zoons, waaronder graaf Diego du Monceau, en twee dochters. Ze zijn de schoonouders van Evelyn Janssen.
    • Georges Vaxelaire (1873-1942), vicevoorzitter van de Au Bon Marché-warenhuisketen en diplomaat. Hij bleef ongehuwd.
    • Henri Vaxelaire

Mourlon[bewerken | brontekst bewerken]

  • Charles Mourlon (1810-1875), Frans officier en industrieel, trouwde in 1844 in Brussel met Sophie Gendebien (1815-1883), dochter van Alexandre Gendebien (1789-1869), advocaat, lid van het Voorlopig Bewind, lid van het Nationaal Congres, minister van Justitie, volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid van Brussel. Ze kregen twee zoons.
    • Michel Mourlon (1845-1915), geoloog en paleontoloog, trouwde in 1875 in Brussel met Julie Borel (1856-1895), dochter van Jules-François Borel, consul-generaal van Zwitserland, en schoonzus van Auguste Beernaert, premier en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. Zij overleed bij een treinongeluk in Céroux-Mousty. Ze kregen twee zoons en drie dochters.
      • Valentine Mourlon (1876-1962), trouwde in 1895 in Brussel met Paul de Laveleye (1872-1911), advocaat, zoon van Georges de Laveleye, econoom en bankier. Ze kregen vier zoons en zeven dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Georges Mourlon Beernaert (1877-1933), industrieel, trouwde in 1901 in Brussel met Gabrielle van der Rest (1882-1953), dochter van Gustave van der Rest, industrieel. Ze kregen zeven zoons en zeven dochters. Bij Koninklijk Besluit van 26 juli 1913 mocht hij zijn naam wijzigen in Mourlon Beernaert, naar zijn kinderloos overleden oom Auguste Beernaert.
      • Cécile Mourlon (1878-1966), trouwde in 1898 in Brussel met Léon Rycx (1872-1949), advocaat. Ze kregen vijf zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Adrienne Mourlon (1880-1951), schepen van Watermaal-Bosvoorde. Ze bleef vrijgezel.
      • Pierre Mourlon Beernaert (1889-1914), advocaat, trouwde in 1911 met Yvonne de Marteau (1888-1985). Hij kwam om het leven tijdens de Slag om de IJzer. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden. Hun kleindochter trouwde met Eric Boyer de la Giroday, bankier.
    • Charles Mourlon (1851-1932), ingenieur, richtte samen met Georges Leclanché een batterijproductieplaats op, trouwde in 1878 in Brussel met Laure Janssens (1854-1930), dochter van Wynand Janssens, architect. Ze kregen twee dochters.
      • Madeleine Mourlon (1883-1925), trouwde in 1902 in Brussel met Paul Maskens (1856-1941), zoon van Charles Maskens, advocaat bij het Hof van Cassatie. Hij was eigenaar van de Villa Paul Maskens in De Panne, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog de koninklijke familie verbleef. Ze kregen twee dochters, met afstammelingen tot heden, waaronder jhr. Marc Pecsteen de Buytswerve, ambassadeur.
      • Geneviève Mourlon (1886-1971), trouwde in 1906 in Brussel met ridder Georges de Bauer (1874-1942), zoon van ridder Raphaël de Bauer, bankier en consul-generaal van Oostenrijk-Hongarije. Het huwelijk bleef kinderloos en werd in 1928 in Parijs ontbonden. Ze trouwde vervolgens met Władysław Grabla-Mściszewski.

Maskens[bewerken | brontekst bewerken]

  • François Maskens (1778-1861), trouwde met Isabelle Tiberghien. Ze kregen twee zoons.
    • Charles Maskens (1807-1864), advocaat bij het Hof van Cassatie, trouwde in 1854 in Brussel met Elisa Calmeyn (1828-1899), dochter van Joseph Calmeyn, raadsheer in het Hof van Cassatie. Ze kregen een zoon en twee dochters.
      • Paul Maskens (1856-1941), eigenaar van de Villa Paul Maskens in De Panne, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog de koninklijke familie verbleef, trouwde in 1902 in Brussel met Madeleine Mourlon (1883-1925), dochter van Charles Mourlon, ingenieur. Ze kregen twee dochters.
      • Valentine Maskens (1857-1932), trouwde in 1875 in Brussel met haar neef Léon Maskens (1844-1911).
      • Emilie Maskens (1860-1934), trouwde in 1879 in Brussel met haar neef Lucien Maskens (1850-1917).
    • Louis Maskens (1812-1879), advocaat, gemeenteraadslid en bestuurder van de Bank van de Generale Maatschappij van België, trouwde in 1843 in Haarlem met Victoire Prévinaire (°1817), dochter van Théodore Prévinaire, industrieel en burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek. Ze kregen drie zoons.
      • Léon Maskens (1844-1911), buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, trouwde in 1875 in Brussel met zijn nicht Valentine Maskens (1857-1932). Ze kregen een zoon en een dochter.
        • Simonne Maskens (1876-1946), grootmeesteres van het hof van koningin Elisabeth en koningin Astrid, trouwde in 1903 in Brussel met graaf Georges della Faille de Leverghem (1869-1944), diplomaat, zoon van graaf Charles della Faille de Leverghem, senator. Ze kregen twee zoons, maar zonder nakomelingen.
        • Charles Maskens (1880-1937), diplomaat, trouwde in 1921 met Marcelle Feyerick (1893-1981), dochter van Léon Feyerick, provincieraadslid van Oost-Vlaanderen. Ze kregen een zoon, met afstammelingen tot heden. Hun kleinzoon Charles Maskens trouwde met Colienne Boël, een kleindochter van graaf René Boël.
      • Ferdinand Maskens (°1847), trouwde met Françoise Visschers (°1847), nicht van Charles de Brouckère. Ze kregen een dochter.
      • Lucien Maskens (1850-1917), trouwde in 1879 in Brussel met zijn nicht Emilie Maskens (1860-1934). Ze kregen een dochter.

Bortier[bewerken | brontekst bewerken]

  • Pierre-André Bortier (1734-1811), burgemeester of schepen van Diksmuide, lid van de Provinciale Staten van ?? en eigenaar van Jozefsdorp, het latere De Panne, trouwde met Jeanne Millevert en vervolgens in 1759 in Koekelare met Jeanne-Thérèse Lefèvere.
    • Pierre-Louis Bortier (1763-1830), bijgenaamd "Le Magnifique", gemeenteraadslid van Brussel, eigenaar van talrijke abdijboerderijen, verwierf in 1804 de duinen van Adinkerke en liet er het Paviljoen Bortier bouwen, de eerste villa van De Panne. Hij bleef vrijgezel.
    • Antoine-Pierre Bortier (1765-1843), provincieraadslid van West-Vlaanderen en raadsheer van de stad Brugge, trouwde met Sophie Vanderheyde (1782-1821). Ze kregen een zoon en twee dochters.
      • Pierre-Louis-Antoine Bortier (1805-1879), bleef ongehuwd.
      • Marie-Louise Bortier (1810-1884), trouwde met Albert Duvigneaud (1794-1874), advocaat. Ze kregen vier dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Emilie-Sophie Bortier (1802-1891), trouwde in 1823 in Brugge met Joseph Calmeyn (1780-1839), raadsheer in het Hof van Cassatie. Ze kregen twee zoons en vier dochters.
        • Eugénie Calmeyn (1824-1893), bleef ongehuwd.
        • Pierre Calmeyn (1825-1890), advocaat en volksvertegenwoordiger, trouwde in 1856 in Luik met Mathilde Orban (1833-1924), dochter van Henri Orban, industrieel en lid van het Nationaal Congres. Ze kregen een zoon, Maurice Calmeyn, en drie dochters, met afstammelingen tot heden. Ze waren de schoonouders van burggraaf Julien Davignon, senator, volksvertegenwoordiger en minister van Buitenlandse Zaken, en baron Henri Orban de Xivry, schepen van La Roche-en-Ardenne en provincieraadslid van Luxemburg.
        • Louis Calmeyn (1826-1909), advocaat, trouwde in 1857 in Brussel met Flore Rey (1834-1880), dochter van Henri-Joseph Rey, industrieel. Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden. Ze waren de schoonouders van Adile Jacques Mulle de ter Schueren, advocaat, provincieraadslid van West-Vlaanderen en senator.
        • Elisa Calmeyn (1828-1899), trouwde in 1854 in Brussel met Charles Maskens (1807-1864), advocaat bij het Hof van Cassatie. Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Pauline Calmeyn, trouwde in 1849 in Brussel met Jean-Baptiste Sanchez de Aguilar (1819-1885), raadsheer in het Hof van Cassatie. Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden. Ze waren de schoonouders van Ernest d'Arippe, burgemeester van De Panne, en Camille De Jaer, advocaat, volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid van Brussel.
        • Léonie Calmeyn (1832-1862), trouwde in 1856 in Brussel met Léopold Orban (1829-1896), diplomaat, zoon van Henri Orban, industrieel. Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden.

D'Arripe[bewerken | brontekst bewerken]

  • Joseph d'Arripe (1767-1844), afkomstig uit Bielle, viceconsul van Spanje in Amsterdam, trouwde in 1817 in Amsterdam met Sophie-Elisabeth Philippart (1792-1861). Ze kregen vier zoons en drie dochters.
    • Sophie-Elisabeth-Françoise d'Arripe (1818-1897), trouwde in 1848 in Amsterdam met Johannes Egbertus Slaghek (1804-1867). Ze kregen een zoon en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
    • Joséphine-Françoise d'Arripe (1821-1891), trouwde in 1846 in Amsterdam met Louis Eugène van de Vin (1812-1870)
    • Louis d'Arripe (1822-1885), diplomaat, consul van Spanje en Parma in Brussel, trouwde in 1861 in Soumoy met Louise de Robaulx de Soumoy (1831-1927). Ze kregen drie zoons en een dochter.
      • Justine d'Arripe (°1863), trouwde in 1891 in Elsene met Charles d'Herbais de Thun (1862-1946), burggraaf van Cambrai. Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Jean-Paul-Jules d'Arripe (°1867), trouwde in Brussel met barones Augustine Gigot (†1896). Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
    • Auguste-Joseph d'Arripe (1824-1899), trouwde in 1851 in Amsterdam met Hélène Solvyns (1827-1902). Ze kregen een zoon en een dochter.
      • Ernest-Joseph d'Arripe (1855-1937), burgemeester van De Panne, trouwde in 1877 in Sint-Gillis met Alice Sanchez de Aguilar (1854-1916), dochter van Jean-Baptiste Sanchez de Aguilar, raadsheer in het Hof van Cassatie. Ze kregen twee dochters.
        • Lucie d'Arripe (1879-1918), trouwde in 1899 in Adinkerke met jhr. René Jooris (1872-1943), zoon van jhr. Emile Jooris, schepen van Brugge, arrondissementscommissaris van Brugge en burgemeester van Varsenare. Ze kregen zeven zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Germaine d'Arripe (1880-1901)
    • Edouard-Dominique Joseph d'Arripe (1826-1887), in 1861 tot Belg genaturaliseerd, trouwde in 1872 in Amsterdam met Judith Bonnike (1844-1925), dochter van Joannes Emanuel Bonnike, koopman. Ze kregen drie zoons en vier dochters.
      • Marie d'Arripe (1873-1940), trouwde in 1894 in Mechelen met baron Florent Coppens d'Eeckenbrugge (1863-1935), zoon van Théodore Coppens d'Eeckenbrugge, burgemeester van Walem. Ze kregen vier zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Sophie d'Arripe (1875-1953), trouwde in 1905 in Mechelen met baron Raymond de Serret (1876-1940), doctor in de geneeskunde, zoon van baron Henri de Serret, burgemeester van Sint-Michiels. Het huwelijk bleef kinderloos.
      • Anna d'Arripe (1876-1931), trouwde in 1896 in Mechelen met Théodore Hermans de Heel (1871-1944), zoon van Léon Hermans, suikerfabrikant. Ze kregen vijf zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Joséphine d'Arripe (°1877)
      • Edouard d'Arripe (°1879)
      • Eugène d'Arripe (1884-1969), trouwde in 1906 in Wijnegem met Germaine Meeùs (°1884), dochter van Hippolyte Meeùs, industrieel en burgemeester van Wijnegem. Ze kregen twee zoons en vier dochters.
        • Germaine d'Arripe (1906-1984), trouwde in 1936 in Parijs met Jacques Thielemans (1909-1995), doctor in de geneeskunde. Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Ernest d'Arripe (1908-1998), trouwde in 1932 in Lonzée met Jehanne de Beaudrap (1909-1995). Ze kregen twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Marie-Antoinette d'Arripe (1909-1996), trouwde in 1932 in Lonzée met Jean-Pierre Schul (1905-1972). Ze kregen twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Paul d'Arripe (1913-1998), trouwde in 1936 in Lonzée met Marie (Miette) de Beaudrap (1911-2008). Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Françoise d'Arripe (1920-2008), trouwde met André Pineau (1915-1994). Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Simone d'Arripe, trouwde met Marcel Delporte (1915-1995). Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
    • Eugène d'Arripe (1828-1899)
    • Françoise-Lucie d'Arripe (1833-1886), trouwde in 1862 in Antwerpen met jhr. Henri van Vessem (1814-1891), cavaleriekapitein, ordonansofficier van koning Willem III der Nederlanden en intendant van het Paleis op de Dam. Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.

Orts[bewerken | brontekst bewerken]

De familie Orts is een Belgische familie afkomstig uit het hertogdom Brabant.

Pierre Orts (1696–1768) werd in 1735 tot raadsheer in de Raad van Brabant benoemd, wat hem opname in de persoonlijke adel opleverde.

Zijn zoon Engelbert-Pierre Orts (1743–1831) verkreeg erfelijke adel nadat hij in 1789 raadsheer in de Raad van Brabant wer.

In 1960 verleende koning Boudewijn opname in de erfelijke adel aan de kinderen van diplomaat Pierre Orts (1872–1958).

  • Louis Orts (1786-1856), magistraat, advocaat en volksvertegenwoordiger, trouwde in 1813 in Elsene met Marie-Anne Schlim (°1870).
    • Auguste Orts, advocaat bij het Hof van Cassatie, hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles, schepen van Brussel, voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers en minister van Staat, trouwde in 1839 met Mathilde Carion (1818-1854). Ze kregen een zoon en een dochter.
      • Louis Orts (1842-1891), advocaat bij het Hof van Cassatie, trouwde in 1871 in Antwerpen met Anna Nauts (1848-1873). Hij hertrouwde in 1876 in Laken met Émilie Van Volxem (1850-1929), dochter van Joseph Van Volxem, advocaat, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Laken. Hij kreeg een zoon uit zijn eerste huwelijk en twee zoons en een dochter uit zijn tweede.
        • Pierre Orts (1872-1958), diplomaat en hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles, trouwde in 1899 in Verviers met Georgina Peltzer (1876-1963), dochter van Guillaume Peltzer, industrieel, gemeenteraadslid van Verviers, provincieraadslid van Luik, volksvertegenwoordiger en senator. Ze kregen vier zoons en twee dochters.
          • Louis Orts (1900-1985), trouwde in 1931 in Brussel met Magdeleine Janssen (1911-1977). Ze kregen een zoon en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Élisabeth Orts (1903-1996), trouwde in 1923 in Brussel met Walter Ganshof van der Meersch, Olympisch bobsleeër, advocaat, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles en minister, zoon van Arthur Ganshof, advocaat. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
          • Philippe Orts (1905-1987), trouwde in 1933 in Heusy met Jacqueline Zurstrassen (1913-1966). Ze kregen drie zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden. Hij hertrouwde in 1972 in Ukkel met Louise-Marie Deheselle (1915-2005).
          • Frédéric Orts (1907-1983), trouwde in 1937 in Brussel met Marguerite Anspach (1908-2005), dochter van Jules Anspach, ingenieur en gemeenteraadslid van Brussel. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Hélène Orts (1909-1938), trouwde met Georges Bauer (1903-1969). Het huwelijk bleef kinderloos.
        • Camille Orts (1877-1944), advocaat, trouwde in 1901 in Brussel met Léonie Daoust (1879-1936). Ze kregen een zoon en een dochter.
          • Marie-Anne Orts (°1902), trouwde in 1925 in Elsene met François Dolez (°1894). Het huwelijk bleef kinderloos.
          • Jacques Orts (1904-1989), trouwde in 1948 in Habay met Jacqueline Nothomb (1920-2014), dochter van Pierre Nothomb, senator. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Charles Orts (1884-1943), gedelegeerd bestuurder van Electrobel, trouwde in 1919 in Verviers met Marthe Domken (1886-1965), dochter van Jean-Louis Domken, industrieel. Hij was een schoonbroer van William Thys. Ze kregen twee zoons en een dochter.
          • Auguste Orts (°1921), trouwde in 1942 in Sint-Gillis met Denise Dulait (1920-1971), dochter van Armand Dulait, industrieel. Ze kregen een zoon en twee dochters. Hij hertrouwde met Francine Desoer (1920-2003). Het huwelijk bleef kinderloos.
          • Jean-Louis Orts (1923-2007)
          • Marie-Louise Orts, trouwde met André Borremans. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Aline Orts (1886-1931), trouwde in 1905 in Brussel met Émile Peltzer (1883-1919). Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Pauline Orts (1843-1885), trouwde in 1863 in Brussel met Emile De Mot (1835-1909), advocaat, burgemeester van Brussel, volksvertegenwoordiger en senator, zoon van Jean De Mot, galerijdirecteur. Ze kregen twee zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.

Thys[bewerken | brontekst bewerken]

  • Albert Thys (1849-1915), trouwde in 1877 in Schaarbeek met Julie Mottin, dochter van Bernard Mottin, Luxemburgs spoorwegingenieur. Ze kregen drie zoons en drie dochters.
    • Louise Thys (1878-1949), trouwde in 1900 met Henry Le Bœuf (1874-1935), bankier. Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
    • Jeanne Thys (1880-1921), trouwde in 1900 in Sint-Gillis met Gaston Périer (1875-1946), advocaat en bankier. Ze kregen twee zoons. Hij hertrouwde nadien met Lucy Graux (°1896), een dochter vna Lucien Graux.
    • Frans Thys (1881-1944), advocaat, trouwde in 1911 in Brussel met Marthe Garrigues (°1891). Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
    • Robert Thys (1884-1964), bestuurder van Ciments du Congo en gedelegeerd bestuurder van Sabena, trouwde met Germaine Gillieaux. Ze kregen drie zoons, met afstammelingen tot heden.
    • William Thys (1886-1935), vicevoorzitter en gedelegeerd bestuurder van de Bank van Brussel en Brufina, trouwde in 1910 in Verviers met Emma Domken (1887-1947). Ze kregen twee zoons en vier dochters.
      • Albert Thys (1912-1981), voorzitter van Electrabel, trouwde in 1939 in Chairière met Solange Denoncin. Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden. Hun dochter Monique (1940-2020) trouwde met jhr. Philippe Boël (1939), een broer van jhr. Jacques Boël en een neef van graaf René Boël, graaf Pol-Gustave Boël en jhr. Yves Boël.
      • Louise Thys (1914-2001), trouwde in 1941 in Elsene met Alain de Roubaix (1913-1987), ingenieur. Ze kregen vier zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Marianne Thys (1917-1994), trouwde in 1940 in Brussel met ridder Manuel Gernaert (1911-1998), secretaris-generaal van de Generale Bank. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Gérard Thys (1920-1999), trouwde met Colette Herman. Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden. Hun dochter Nicole trouwde met ridder Guy Paquot (1941-2019), ondernemer.
      • Antoinette Thys (1927-2018), trouwde in 1946 in Brussel met Etienne de Potter d'Indoye (1921-2003). Ze kregen drie zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Josine Thys, trouwde met Ivan Gevers. Ze kregen een dochter, met afstammelingen tot heden.
    • Madeleine Thys (1892-1972), trouwde met Henri Depage (1892-1972), zoon van Antoine Depage, chirurg, hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles, gemeenteraadslid van Brussel en senator. Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden.

De Mévius[bewerken | brontekst bewerken]

  • Philippe de Mévius, x Eugénie Willems, zus van Edmond Willems, senator, burgemeester van Wespelaar, bierbrouwer en eigenaar van Brouwerij Artois.
    • Gustave de Mévius (1834-1877), provincieraadslid van Namen en gouverneur van Namen, trouwde in 1854 in Brussel met Léonie Bosquet (1835-1923), dochter van Gustave Bosquet, raadsheer in het Hof van Cassatie,volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid van Brussel en Sint-Gillis. Ze kregen twee zoons en een dochter.
      • Berthe de Mévius (1855-1906), trouwde met burggraaf Octave Le Sergeant d'Hendecourt (1839-1900), volksvertegenwoordiger. Ze kregen vier zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Eugène de Mévius (1857-1936), brouwer, provincieraadslid van Namen en senator, trouwde in 1881 in Wespelaar met Amélie Willems (1859-1947), dochter van Edmond Willems. Ze kregen twee zoons en drie dochters.
        • Gustave de Mévius (1882-1931), trouwde in 1921 in Brussel met gravin Isabelle de Lalaing (1896-1929), dochter van graaf Charles-Maximilien de Lalaing, diplomaat. Ze kregen drie zoons en twee dochters.
          • Jacqueline de Mévius (1923-2023), x Hervé Doret (1924-1995). Ze kregen een zoon en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Ghislain de Mévius (1924-1975), trouwde in 1951 met Marie-Christine Snoy (1928), kleindochter van Albert Snoy. Ze kregen twee zoons en drie dochters.
            • Hélène de Mévius (1953), x Stéphane Feye. Het echtpaar richtte in 1995 in Incourt de privéschool Schola Nova op. Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden.
            • Gustave (Gusto) de Mévius (1954-1981)
            • Mélanie de Mévius (1959), x Juan de Hemptinne (1959). Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
            • Grégoire de Mévius (1962), rallyrijder, x Florence Pani. Ze kregen twee zoons en twee dochters.
            • Philippine de Mévius (1966-2019), x André Emsens (1961-2019), telg uit de familie Emsens achter de multinationals Sibelco, Etex en Aliaxis. Ze kregen twee zoons en een dochter. Het echtpaar overleed ten gevolge van een CO-vergiftiging op hun buitenverblijf op Mallorca.
          • Éric de Mévius (1925-2007), trouwde in 1948 in Overijse met Monique Doret (1926-1973) en in 1974 in Huldenberg met gravin Marguerite de Limburg Stirum (1932), kunstenares, dochter van graaf Thierry de Limburg Stirum, historicus, burgemeester van Huldenberg, en schoonzus van prinses Hélène d'Orléans. Hij kreeg een zoon en drie dochters uit zijn eerste huwelijk en een zoon en een dochter uit zijn tweede huwelijk.
            • Isabelle de Mévius (1949), x graaf André de Robiano (1950). Ze kregen een zoon.
            • Marie de Mévius (1951), x Olivier Timmermans (1950). Ze kregen een zoon en een dochter.
            • Magdeleine de Mévius (1953), x1 Fabrice Delloye (1951), x2 Frédéric de Baere de Clercq (1947). Ze kreeg een zoon uit haar eerste huwelijk en een zoon en een dochter uit haar tweede huwelijk.
            • Frédéric-Charles de Mévius (1958), Marie-Claire Bekaert (1960). Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Caroline (Damasine) de Mévius (1975), x graaf Francesco Compostella di Sanguinetto (1963). Ze kregen drie zoons.
            • Thomas de Mévius (1978), x jkvr. Valentine de le Court (1978). Ze kregen twee zoons en twee dochters.
          • Anne de Mévius (1927-1965), trouwde in 1955 in La Bruyère met Eric Reyntiens (1911-2005). Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Michel de Mévius (1928-2014), trouwde in 1952 met Françoise le Boeuf. Ze kregen twee zoons en een dochter.
            • Jacques de Mévius (1953), x Véronique de Selys Longchamps (1960), dochter van Edmond de Selys Longchamps, officier en verzetsman. Ze kregen een zoon en twee dochters.
            • Sophie de Mévius, x graaf Yves de Liedekerke de Pailhe. Ze kregen een zoon en twee dochters.
            • Charlotte de Mévius (1958), x graaf Thomas zu Waldburg-Wolfegg und Waldsee (1960). Ze kregen een zoon en een dochter.
            • Anne de Mévius, x Marc-Antoine Léonard. Ze kregen een zoon en een dochter.
            • Alain de Mévius
        • Jean de Mévius (1883-1928)
        • Marthe de Mévius (1885-1955), trouwde in 1906 in Elsene met graaf Etienne van der Straten Ponthoz (1882-1965). Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Marie de Mévius (1885-1891)
        • Elisabeth de Mévius (1890-1994), trouwde in 1913 in Brussel met Franz (François) de Haas de Teichen (1889-1985). Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden. Hun dochter Eléonore (Elinor) trouwde met burggraaf Werner de Spoelberch, een telg uit de andere familie achter brouwerij AB InBev.
      • Paul de Mévius (1859-1896), trouwde in 1883 in Brussel met gravin Madeleine de Renesse (1862-1923), kleindochter van graaf Louis-Joseph de Renesse. Ze kregen drie dochters.
        • Hélène de Mévius (1884-1972), trouwde in 1911 in Kandy met Perceval Carey (1885-1963). Het huwelijk bleef kinderloos.
        • Adrienne de Mévius (1885-1980), trouwde in 1905 in Rhisnes baron Joseph de Crawhez (1872-1941), burgemeester van Spa. Het huwelijk bleef kinderloos.
        • Madeleine de Mévius (1891-1918), trouwde in 1915 in Colombo met Boris Kadomtzew (1885-1966). Het huwelijk bleef kinderloos.

Van der Rest[bewerken | brontekst bewerken]

  • Josse van der Rest (1810-1882), industrieel, trouwde in 1843 in Brussel met Anna Catharina De Cleene (1816-1895). Ze kregen drie zoons en een dochter.
    • Léon van der Rest (1846-1932), advocaat, industrieel, bestuurder van Crédit anversois, gouverneur van de Nationale Bank van België en vicevoorzitter van het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit, trouwde in 1870 in Schaarbeek met Louise Thomas (1845-1922). Ze kregen twee zoons en twee dochters.
      • Albert van der Rest (1872-1956), doctor in de rechten, trouwde in 1933 in Etterbeek met Gabrielle de Brabandere (1891-1963), dochter van Gaston de Brabandere, advocaat. Het huwelijk bleef kinderloos.
      • Henry van der Rest (1874-1958), officier. Hij bleef vrijgezel.
      • Marie Augusta van der Rest (1876-1967), trouwde in 1899 in Sint-Gillis met Gaston Hoorickx (1875-1923), advocaat. Ze kregen drie zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Jenny van der Rest (1884-1941), trouwde in 1908 in Sint-Gillis met Albert Speeckaert (1881-1960). Ze kregen zes zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.
    • Gustave van der Rest (1847-1931), industrieel, trouwde in 1880 in Luik met Céline Macors (1859-1919), dochter van Félix Macors, rechtsgeleerde en hoogleraar aan de Université de Liège.
      • Gabrielle van der Rest (1882-1953), trouwde in 1901 in Brussel met Georges Mourlon Beernaert (1877-1933), industrieel, zoon van Michel Mourlon, geoloog en paleontoloog. Ze kregen zeven zoons en zeven dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Maurice Van der Rest (1883-1961), industrieel, oorlogsvrijwilliger en voorzitter van het Centraal Nijverheidscomité en het Verbond der Belgische Nijverheid, trouwde in 1909 in Brussel met Jeanne Parmentier (1885-1961). Ze kregen drie zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden, waaronder Luc Terlinden.
      • Hélène van der Rest (1885-1974), trouwde in 1905 in Elsene met Georges Taymans (1882-1941), wisselagent, zoon van Théodore Taymans, notaris van de koning. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Georges van der Rest (1887-1914), advocaat en oorlogsvrijwilliger, trouwde in 1913 in Brussel met Marguerite Emsens (1891-1975), dochter van Alphonse Emsens, industrieel en oprichter van Eternit. Het huwelijk bleef kinderloos, want hij overleed op 25 oktober 1914 in Stuivekenskerke.
      • Paul van der Rest (1889-1934), oorlogsvrijwilliger, trouwde in 1922 in Brussel met de weduwe van zijn broer, Marguerite Emsens. Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Alfred van der Rest (1891-1930), oorlogsvrijwilliger. Hij bleef vrijgezel.

Emsens[bewerken | brontekst bewerken]

  • Florent Emsens (1822-1866), trouwde met Idaline Cassiers (°1821). Ze kregen vier zoons.
    • Paul Emsens (1851-1927), industrieel, trouwde in 1895 in Schaarbeek met Anne Adam. Ze kregen een zoon en twee dochters.
      • Germaine Emsens (1890-1971), trouwde met Robert Leemans (1889-1932)
      • Hélène Emsens (°1891), trouwde in 1915 in Wouw met Albert Janssen de Limpens (°1883). Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • René Emsens, trouwde in 1916 in Den Haag met Henriette Pelletier (°1882)
    • Stanislas Emsens (1853-1912), oprichter van Sibelco, trouwde met Marie-Augustine Laureys (1859-1919). Ze kregen twee zoons.
      • Ferdinand Emsens, trouwde met Germaine Delacroix. Ze kregen een dochter.
        • Jeanine Emsens (1915-1994), trouwde in 1940 in Haaltert met baron Louis de Sadeleer (1913-1996), advocaat en voorzitter van de raad van bestuur van Sibelco, kleinzoon van Louis De Sadeleer en Alexandre Braun. Ze kregen drie zoons en een dochter.
      • Walter Emsens (1895-1957), voorzitter van Sibelco, trouwde met Juliette Limauge (1900-1975). Ze kregen vier zoons en vier dochters.
        • Marie-Claire Emsens (1923-2006), trouwde in 1947 in Lommel met jhr. Philippe Speeckaert (1919-2017). Ze kregen vier zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Andrée Emsens (1925-2011), trouwde in 1946 in Lommel met graaf Arnaud de Broqueville (1924-1985), piloot, kleinzoon van graaf Charles de Broqueville. Ze kregen vier zoons, met afstammelingen tot heden.
        • Baron Stanislas Emsens (1926-2018), CEO en voorzitter van de raad van bestuur van Sibelco, trouwde in 1954 in Court-Saint-Étienne met jkvr. Marie-Claire Boël (1931), broer van jhr. Jacques Boël, industrieel. Ze kregen een zoon en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Jacqueline Emsens (1927-2019), trouwde in 1949 in Lommel met François Nieuwenhuys (1925-2010), achterkleinzoon van Ernest Solvay, oprichter van Solvay. Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Walter Emsens (1929-1969), trouwde in 1957 in Rochefort met Odette de Bellefroid d'Oudoumont. Het huwelijk bleef kinderloos.
        • Jhr. Gaëtan Emsens (1931-2020), voorzitter van de raad van bestuur van Sibelco, trouwde met Nadine de Spirlet. Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Jhr. Claude Emsens (1935-2011), bestuurder van Sibelco en voorzitter van de Kon. Aeroclub Keiheuvel, trouwde in 1974 met Jacqueline Herkens. Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Nicole Emsens, trouwde met Edouard Verhaeghe de Naeyer (1932-2021), neef van Marc Verhaeghe de Naeyer, voorzitter van de raad van bestuur van Bekaert en voorzitter van Fabrimetal. Ze kregen twee zoons.
    • Alphonse Emsens (1855-1921), oprichter van Eternit, trouwde in 1890 in Lorient met Alexandrine Montrelay (1869-1956). Ze kregen twee zoons en twee dochters.
      • Marguerite Emsens (1891-1975), trouwde in 1913 in Brussel met Georges van der Rest (1887-1914), advocaat, zoon van Gustave van der Rest, industrieel. Het huwelijk bleef kinderloos. Na zijn overlijden hertrouwde ze in 1922 in Brussel met zijn broer Paul van der Rest (1889-1934). Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Germaine Emsens (°1892), trouwde in 1914 in Meerle met Georges Voortman (1889-1958). Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Jean Emsens (1895-1976), trouwde in 1934 in Elsene met Monique de Thomaz de Bossierre (1911-1971). Het huwelijk bleef kinderloos.
      • André Emsens (1900-1992), trouwde in 1925 met Alice van Put (1907-1985). Ze kregen twee zoons en een dochter.
        • Viviane Emsens (1929-2019), trouwde in 1950 in Brussel met baron Louis de Cartier de Marchienne (1921-2013), afgevaardigd bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur van Eternit. Ze kregen drie zoons en een dochter, waaronder baron Jean-Louis de Cartier de Marchienne, met afstammelingen tot heden.
        • Jean-Marie Emsens (1932-2005), afgevaardigd bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur van Eternit, trouwde in 1956 in Etterbeek met jkvr. Nicole van Wassenhove (°1933). Ze kregen een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Nicolas Emsens, trouwde met Marie-Louise van Peborgh. Ze kregen drie kinderen, met afstammelingen tot heden. Hun zoon André (1961-2019) trouwde met Philippine de Mévius (1966-2019). Het echtpaar overleed ten gevolge van een CO-vergiftiging op hun buitenverblijf op Mallorca.
    • Albert Emsens, trouwde met Mathilde Portig
      • Coralie Emsens (1879-1940), trouwde in 1900 in Sint-Gillis met baron Albert de Jamblinne de Meux (1866-1942), cavaleriekapitein. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Marthe Emsens (1891-1971), trouwde in 1913 in Arendonk met Prosper de Mathelin (1883-1970), kleinzoon van Prosper Cornesse. Ze kregen een dochter, met afstammelingen tot heden.

Janssen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Guillaume Janssen (1760-1830), notaris, trouwde in 1787 in Tienen met Anne Verlat (1759-1794). Ze kregen een zoon en drie dochters. Na haar overlijden hertrouwde hij in 1796 in Tienen met Marie-Thérèse Mertens (1762-1894). Ze kregen een zoon en vier dochters. Na haar overlijden hertrouwde hij in 1804 in Tienen met Marie-Thérèse Smets (1780-1862). Ze kregen drie zoons en twee dochters.
    • Gérard Janssen (1796-1864), koopman, trouwde in 1822 in Luik met Joséphine Leclercq (1797-1876). Ze kregen vier zoons en vijf dochters.
      • Hortense Janssen (1824-1854), trouwde in 1845 in Luik met Joseph Michiels (1820-1864), burgemeester van Tongeren. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Gustave Janssen (1825-1910), handelaar, trouwde in 1848 in Maastricht met Isabelle Neven (1827-1901), dochter van Jean-Chrétien Neven, controleur bij de directie belastingen in-en uitgaande rechten. Ze kregen een zoon en vier dochters.
        • Léon baron Janssen (1849-1923), vicegouverneur van de Generale Maatschappij van België, trouwde in 1872 in Brussel met Caroline Bourgeois (1851-1926)), kleindochter van Balthazar Bourgeois, magistraat en volksvertegenwoordiger. Ze kregen drie zoons. Hij werd in 1910 verheven in de adel met de titel van baron bij eerstgeboorte.
          • Albert Janssen (1872-1921), directeur-generaal van Tramways bruxellois, trouwde in 1896 in Brussel met Henriette Halot (1874-1934). Ze kregen een zoon en drie dochters.
            • Adrienne Janssen (1897-1973), trouwde in 1917 in Brussel met haar verre neef Emmanuel baron Janssen (1879-1955). Het huwelijk bleef kinderloos.
            • Léon Janssen (1898-1956)
            • Isabelle Janssen (1902-1977), trouwde in 1925 in Watermaal-Bosvoorde met Marcel Scheyven (1901-1967), broer van Raymond Scheyven, advocaat, bankier, volksvertegenwoordiger, senator, minister en minister van Staat. Ze kregen drie zoons, met afstammelingen tot heden.
            • Marie-Thérèse Janssen (1907-1963), trouwde in 1929 in Brussel met Baudouin de Broux (1902-1962), industrieel
          • Lucien baron Janssen (1874-1910), industrieel en burgemeester van Emptinne, trouwde in 1907 in Serinchamps met Denise Dedyn (1887-1971). Ze kregen drie zoons.
            • Jacques Janssen (1908-1974), trouwde in 1933 in Antwerpen met Irène Keukeleire (°1912) en in 1940 in Brussel met Jeanne Vanden Borre (1918-1968). Hij kreeg een zoon uit zijn eerste huwelijk, met afstammelingen tot heden.
            • Guy Janssen (1910-1981), trouwde in 1935 in Porcheresse met Suzanne de Selys Longchamps (1914-1979), dochter van baron Hector de Selys Longchamps, advocaat, volksvertegenwoordiger en senator. Ze kregen een dochter, met afstammelingen tot heden.
            • Victor Janssen (1915-1978), trouwde in 1938 in Sint-Lambrechts-Woluwe met Christiane Gevers (1920-1944) en vervolgens met Claire Tombeur en Virginie Verdonck. Hij kreeg twee dochters uit zijn eerste huwelijk, een zoon uit zijn tweede huwelijk en twee zoons en een dochter uit zijn derde huwelijk, met afstammelingen tot heden.
        • Berthe Janssen (°1850), trouwde met Paul Bourée (1844-1898), Frans officier, zoon van Nicolas Prosper Bourée, Frans diplomaat, met afstammelingen tot heden.
        • Marie-Eugénie Janssen (°1856), trouwde in 1879 met Léon Cassel (1853-1930), bankier. Ze kregen een zoon, met afstammelingen tot heden.
      • Edouard Janssen (1827-1892), ingenieur, trouwde in 1852 in Tongeren met Pauline Neven (1833-1871), dochter van Pierre Neven, notaris. Ze kregen vijf zoons en twee dochters.
      • Nathalie Janssen (1829-1887), trouwde in 1853 in Luik met Félix Macors (1820-1880), rechtsgeleerde en hoogleraar aan de Université de Liège. Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden, waaronder Maurice Van der Rest.
        • Marguerite Janssen (1860-1911), trouwde in 1896 in Antwerpen met haar achterneef Raymond Janssen (1848-1928). Ze kregen twee dochters.
    • Corneille Janssen (1807-1882), gemeenteontvanger en vermogensbeheerder, trouwde in 1846 in Luik met Cathérine Chaudoir (1813-1874), dochter van Thomas François Chaudoir, industrieel. Ze kregen drie zoons en twee dochters.
      • Armand Janssen (1847-1922), trouwde in 1878 in Sint-Niklaas met Valentine Parrin (1855-1938), dochter van Paul Parrin, advocaat, burgemeester van Sint-Niklaas en provincieraadslid van Oost-Vlaanderen. Ze kregen twee zoons en vijf dochters.
        • Raymond Janssen (1883-1931), consul van België in Uruguay, trouwde in 1910 in Montevideo met Ana Maria Bidegaray (1890-1974), schrijfster, feministe en verzetsstrijdster. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
          • TBD
      • Raymond Janssen (1848-1928), notaris, trouwde in 1875 met Eugénie Collinet (1854-1895). Ze kregen vijf zoons en twee dochters. Na haar overlijden trouwde hij in 1896 in Antwerpen met zijn achternicht Marguerite Janssen (1860-1911). Ze kregen twee dochters.
      • Charles Janssen (1851-1918), advocaat en schepen van Brussel, trouwde in 1877 in Brussel met Berthe Poelaert (1858-1932), zus van Albert Poelaert, senator, en nicht van Joseph Poelaert, architect.
        • TBD
        • Emmanuel baron Janssen (1879-1955), medeoprichter en vicevoorzitter van de Generale Bank, oprichter en voorzitter van de Union Chimique Belge (UCB); werd in 1930 verheven in de Belgische adel met de titel van baron bij eerstgeboorte; trouwde in eerste echt met Paule Van Parys (1885-1913), dochter van Jeanne Solvay en daarmee kleindochter van Ernest Solvay; trouwde een tweede maal met Adrienne Janssen (1897-1973)
          • Charles-Emmanuel baron Janssen (1907-1985), volksvertegenwoordiger, vicevoorzitter van de Generale Bank, voorzitter van de UCB
            • Paul-Emmanuel baron Janssen (1931-2023), voorzitter van de raad van bestuur van de Generale Bank
            • Jhr. Eric Janssen (1933-2012), bankier en bestuurder, voorzitter van de Vrienden van het Théâtre National, administrateur van de Vrienden van Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België; trouwde in 1965 met Michèle gravin de la Boëssière-Thiennes (1944-1993), telg uit het geslacht De la Boëssière-Thiennes; de kinderen uit dit eerste huwelijk verkregen in 2001 naamswijziging tot Janssen-de la Boëssière-Thiennes
            • Daniel baron Janssen MBA (1936), oud-voorzitter van de Raad van Bestuur van Solvay, oud-CEO van UCB; verkreeg in 1986 de persoonlijke titel van baron en in 2005 uitbreiding van deze titel op al zijn nazaten; trouwde in 1970 met jkvr. Thérèse Bracht (1948), dochter van Charles-Victor baron Bracht (1915-1978), de ontvoerde en daarna vermoorde Antwerpse industrieel
              • Charles-Antoine baron Janssen (1971), directeur-generaal bij de UCB
              • Nicolas baron Janssen MBA (1974), oud-medewerker bij de kabinetten van de Eerste minister en van de minister van ontwikkelingssamenwerking, Waals politicus; trouwde in 2011 met Hélène gravin d'Udekem d'Acoz (1979), zus van koningin Mathilde
              • Edouard baron Janssen (1978), adjunct-thesaurier bij Solvay
          • Jhr. Roger Janssen (1908-1975), vicevoorzitter van de UCB
          • Jhr. André Janssen (1911-1971), gedelegeerd bestuurder UCB
        • TBD
        • TBD
        • TBD

Scheyven[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jacob Scheyffen
    • Jaeck Scheijven, schepen van de laatbank van Aldenhoven, x Joanna (Jenneken) Scheyven
      • Wilhelmus (Willem) Scheyven (†1709), schepen van de laatbank van Aldenhoven, Joanna (Jenneken) Coolen
        • Petrus Scheven (1654-1712), burgemeester van Heythuysen, x Gertrudis Drenters
          • Godefridus (Geurt) Sceyven (1700-1767), schepen van Heythuysen, x Maria Verstraelen (1696-1780)
            • Joannes (Jean) Scheyven (1727-1803), kapelaan in Roggel en pastoor van Nunhem
            • Petrus Wilhelmus Scheyven (°1735), schepen en secretaris van de schepenbank van Heythuysen en schepen en secretaris van de laatbank van Aldenhoven, x Anna Elisabeth Winckens (†1780)
              • Petrus Thomas Scheyven (1771-1820), schout van Beegden, Haelen en Nunhem, schout en burgemeester van Heythuysen en lid van de arrondissementsraad, x Maria Elisabeth Houben
                • Petrus Wilhelmus Hubertus, pastoor van de Sint-Servaaskerk in Maastricht, decaan van Maastricht en kamerheer van de paus
                • Joannes Godefridus Hubertus Scheyven (zie hierna)
                • Gerardus Theodorus Hubertus Scheyven, vicaris in Weert
                • Mathias Johannes Baptiste Hubertus, gemeentesecretaris van Heythuysen
  • Jean Scheyven (1804-1862), advocaat, magistraat en volksvertegenwoordiger, trouwde met Marie-Anne Roersch (1807-1890). Ze kregen vier kinderen.
    • Henri Scheyven (1836-1894), notaris, trouwde in 1868 in Brussel met Marie-Catherine Bourgeois (1847-1907). Ze kregen twee zoons en twee dochters.
      • Auguste Scheyven (1869-1918), notaris, trouwde in 1896 in Bosvoorde met Lucienne de Laveleye (1875-1948), dochter van Georges de Laveleye, econoom en bankier. Ze kregen zeven zoons en zes dochters.
        • Henri Scheyven (1897-1938)
        • Hubert Scheyven (1898-1971), notaris, trouwde in 1921 in Luik met Lucie Orban (1899-1991). Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Marcel Scheyven (1901-1967), trouwde in 1925 in Bosvoorde met Isabelle Janssen (1902-1077), kleindochter van baron Léon Janssen, vicegouverneur van de Generale Maatschappij van België. Ze kregen drie zoons, met afstammelingen tot heden.
        • Louis Scheyven (1904-1979), ambassadeur, trouwde in 1936 in Bern met Yveline Aeschlimann (1913-1985). Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Raymond Scheyven (1911-1987), advocaat, bankier, volksvertegenwoordiger, senator, minister en minister van Staat. Hij bleef vrijgezel.
      • Victor Scheyven (1876-1940), notaris, trouwde in 1906 in Brussel met Hélène Gendebien (1884-1974), kleindochter van Victor Gendebien, advocaat en burgemeester van Schaarbeek. Het huwelijk bleef kinderloos.
    • Camille Scheyven (1838-1913), eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, trouwde in 1872 in Brussel met Valentine Van der Vinnen (1850-1925). Ze kregen een zoon.
      • Albert Scheyven (1876-1940), agent van de Nationale Bank van België in Brugge, trouwde in 1900 in Elsene met Marguerite Damiens (1879-1953), dochter van Georges Damiens, brouwer en gemeenteraadslid van Elsene. Ze kregen drie zoons en vijf dochters.
        • Jean Scheyven (1901-1933)
        • Valentine Scheyven (1902-1973)
        • Adrienne Scheyven (1903-1995), trouwde in 1925 in Brugge met Paul Duquenne (1894-1983), directeur van Union financière d'Anvers. Ze kregen zes zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Marie Scheyven (1905-1918)
        • Robert Scheyven (1906-1990), trouwde in 1934 in Doornik met jkvr. Anne-Marie Boucher (1912-2011), dochter van jhr. Charles Boucher, schepen van Doornik, voorzitter van de Kamer van koophandel en vicevoorzitter van de Belgische Unie van Linnenspinnerijen. Het huwelijk bleef kinderloos. Ze hertrouwde tweemaal, waaronder met Jan de Spot, ondernemer, journalist, politicus, bankier, ambtenaar, uitgever, advocaat en schrijver. Hij hertrouwde in 1960 in Sint-Lambrechts-Woluwe met Jacqueline Danneel (1923-2018). Ze kregen een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Guy Scheyven (1911-1996), trouwde in 1935 in Doornik met jkvr. Ghislaine Boucher (1911-1998), dochter van Charles Boucher. Ze kregen drie dochters, met afstammelingen tot heden. Ze waren de schoonouders van baron Patrick Nothomb, ambassadeur.
        • Jeanne Scheyven (1915-1986), trouwde in 1936 in Brugge met Joseph Dautricourt (1907-1987). Ze kregen drie zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Bernadette Scheyven (1919-2000), trouwde in 1941 in Brugge met ridder Ernest Bosschaert de Bouwel (1918-1950), officier in het Britse leger. Ze kregen twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Louise Scheyven (1878-1942), trouwde in 1902 in Brussel met Jules Fontaine (1876-1959), zoon van Léon Fontaine, bankier. Ze kregen een dochter, met afstammelingen tot heden. Ze waren de schoonouders van Gustave de Schrynmakers de Dormael, senator en burgemeester van Dormaal.
      • Marie-Henriette Scheyven (1888-1960), trouwde in 1911 in Brussel met Albert-Edouard Janssen (1883-1966), advocaat, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven, minister van Financiën, senator en minister van Staat. Ze kregen een dochter, maar zonder nakomelingen.

Solvay[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ernest Solvay (1838-1922), scheikundige, oprichter van Solvay, voorzitter van het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit, senator en minister van Staat, trouwde in 1863 in Elsene met Adèle Winderickx (1845-1928). Ze kregen twee zoons en twee dochters.
    • Jeanne Solvay (1864-1947), trouwde met Jean-Edouard Van Parys. Ze kregen een dochter.
    • Armand Solvay (1865-1930), voorzitter van Solvay, trouwde met Fanny Hunter (1870-1952), dochter van John William Hunter, Brits scheepvaartondernemer. Ze kregen een zoon en twee dochters.
    • Hélène Solvay (1866-1938), trouwde in 1888 in Elsene met baron Fernand van der Straeten (1856-1932), advocaat en burgemeester van Beuzet. Ze kregen vier dochters.
      • Suzanne van der Straeten (1889-1958), trouwde in 1912 in Brussel met Jean (John) Nieuwenhuys (1887-1982), doctor in de rechten. Ze kregen twee zoons en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Ghislaine van der Straeten (1890-1919), trouwde in 1910 in Brussel met baron Pierre Descamps (1884-1965), zoon van baron Édouard Descamps, rechtsgeleerde, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven, gemeenteraadslid van Leuven provincieraadslid van Brabant, volksvertegenwoordiger, senator, minister en lid van het Permanent Hof van Arbitrage. Het huwelijk bleef kinderloos.
      • Marthe van der Straeten (1892-1965), trouwde in 1920 in Brussel met baron Robert Gendebien (1885-1954), bestuurder van Solvay en oprichter en voorzitter van het Office généalogique et héraldique de Belgique, zoon van baron Victor Gendebien, raadsheer in het Hof van Cassatie. Ze kregen vier zoons en een dochter, waaronder Olivier Gendebien, met afstammelingen tot heden.
      • Simone van der Straten (1894-1994), trouwde in 1920 in Brussel met Jean Washer (1894-1972), tennisspeler, zoon van Emile Washer, textielondernemer. Ze kregen vier zoons, waaronder Philippe Washer, met afstammelingen tot heden.
    • Edmond Solvay (1870-1940), trouwde in 1897 in Antwerpen met Mary-Ann Hunter (1868-1955), dochter van John William Hunter. Ze kregen twee zoons, maar zonder nakomelingen.

Tesch[bewerken | brontekst bewerken]

  • Frédéric Tesch (1773-1844), keizerlijk notaris in Messancy en burgemeester van Messancy, trouwde in 1805 in Differdange met Marie-Cécile Nothomb (1780-1869), dochter van Jean-Pierre Nothomb, landburgemeester van Bettembourg, rechter in Luxemburg en lid van de Provinciale Staten van Luxemburg, en nicht van Jean-Antoine de Nothomb, luitenant-kolonel in het Oostenrijkse leger en lid van de Provinciale Staten van Luxemburg. Ze kregen vier zoons en vijf dochters.
    • Rosalie Tesch (1808-1895), trouwde met François Laurent (1810-1887), rechtsgeleerde, historicus en hoogleraar. Ze kregen minstens een zoon en twee dochters.
    • Emmanuel Tesch (1809-1890), advocaat, procureur des Konings in Marche-en-Famenne, rechter in Namen en provincieraadslid van Luxemburg, trouwde in 1839 in Pétange met zijn nicht Marie-Cécile Nothomb (°1810). Ze kregen minstens twee zoons en twee dochters.
      • Marie-Hélène Tesch (1839-1922), trouwde in 1863 in Marche-en-Famenne met Ernest Barré (1834-1908). Ze kregen twee zoons en een dochter.
      • Marie-Cécile Tesch (1842-1911), trouwde in 1866 in Marche-en-Famenne met Charles Juliard. Het huwelijk bleef kinderloos.
    • Victor Tesch (1812-1892), advocaat, gemeenteraadslid van Aarlen, provincieraadslid van Luxemburg, hoofdredacteur van L'Echo du Luxembourg, volksvertegenwoordiger, minister van Justitie, minister van Staat en gouverneur van de Société générale de Belgique, trouwde in 1838 in Esch-sur-Alzette met zijn nicht Caroline Nothomb (1816-1869), dochter van Jean-Pierre Nothomb, notaris. Ze kregen twee zoons en vijf dochters.
      • Cécile Tesch (1841-1913), trouwde in 1870 in Messancy met Hubert Muller (1837-1917), Luxemburgs ingenieur en industrieel. Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden. Ze woonden op het kasteel Muller-Tesch in Messancy dat Victor Tesch in 1866 liet bouwen. Na hun overlijden werd het kasteel door hun zoon Edmond bewoond. Het echtpaar was ook eigenaar van een kasteel in Esch-sur-Alzette.
      • Edmée Tesch (1843-1919), trouwde in 1866 in Brussel met Émile Metz (1835-1904), Luxemburgs ingenieur, industrieel, burgemeester van Eich en volksvertegenwoordiger. Haar echtgenoot liet in 1896 een villa bouwen die nu de Russische ambassade huisvest. Na zijn overlijden richtte Edmée in 1913 het Institut Émile Metz op, later het Lycée Privé Emile Metz. Het huwelijk bleef kinderloos.
      • Léonie Tesch (1849-1930), trouwde in 1868 in Brussel met Léon Barbanson (1843-1912), militair en industrieel, zoon van Jean Barbanson, advocaat, lid van het Nationaal Congres en senator. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
    • Adolphe Tesch (1818-1877), notaris in Messancy en provincieraadslid van Luxemburg, trouwde in 1849 in Aarlen met Anne Berger (1825-1889), dochter van Nicolas Berger, advocaat, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Aarlen, lid van het Nationaal Congres, volksvertegenwoordiger, bankier en industrieel. Ze kregen twee zoons en twee dochters.
      • Mathilde Tesch (1850-1931), trouwde in 1873 in Messancy met Camille Castilhon (1836-1907), advocaat, provincieraadslid en gedeputeerde van Luxemburg, volksvertegenwoordiger en beheerder van het discontokantoor van de Nationale Bank van België in Neufchâteau, zoon van Pierre Castilhon, notaris in Paliseul, burgemeester van Paliseul en provincieraadslid van Luxemburg. Ze kregen vier zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Jules Tesch (1851-1911), notaris in Messancy, provincieraadslid van Luxemburg en bestuurder van het Institut archéologique du Luxembourg, trouwde in 1877 in Langsur met Suzette Muller (1857-1940). Hij liet in 1896 in Messancy een kasteel bouwen dat zijn weduwe in 1924 aan baron de Haebler-de Suttner verkocht. Het kasteel is thans het gemeentehuis van Messancy. Het huwelijk bleef kinderloos.
      • Georges Tesch (1853-1925), advocaat, trouwde in 1883 in Luxemburg met Thérèse Brasseur (1865-1928), dochter van Dominique Brasseur, Luxemburgs advocaat, industrieel, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Luxemburg. Ze kregen twee zoons.
        • Adolphe Tesch (1891-1944), trouwde in 1914 in Hesperange met Maria Bomb (1887-1916). Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden. Hij hertrouwde in 1920 in Luxemburg met Valentine Wahl (1902-1986). Het huwelijk bleef kinderloos.
        • Robert Tesch (1896-1958), trouwde in 1919 met Andrée Weckbecker (1895-1980). Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden.
      • Victorine Tesch (°1862), trouwde in 1883 in Messancy met Ludolphe Lambiotte (1858-1911), industrieel. Ze kregen twee zoons.
    • Cécile Tesch (1822-1904), trouwde in 1846 in Messancy met Auguste Wurth (1817-1852), procureur-generaal bij het hof van beroep van Luik en medeoprichter van L'écho du Luxembourg. Ze kregen een dochter, maar zonder nakomelingen.
    • Emmanuel Tesch (1822-1890), advocaat en voorzitter van de provincieraad van Luxemburg, trouwde in 1850 in Paliseul met Herminie Castilhon (1829-1869), dochter van Pierre Castilhon, notaris in Paliseul, burgemeester van Paliseul en provincieraadslid van Luxemburg. Ze kregen twee zoons en twee dochters.
      • Léonie Tesch (1851-1912), trouwde in 1874 in Aarlen met Numa Ensch (1841-1929), advocaat, provincieraadslid van Luxemburg, burgemeester van Aarlen en volksvertegenwoordiger. Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden.
      • Charles Tesch (°1853), notaris, trouwde met Marie-Berthe Wincqz (1861-1884), dochter van Pierre Joseph Wincqz, industrieel, burgemeester van Zinnik, provincieraadslid van Henegouwen en senator, en zus van Grégoire Wincqz, industrieel, burgemeester van Zinnik, provincieraadslid van Henegouwen en volksvertegenwoordiger. Ze kregen een zoon, maar zonder nakomelingen. Hij hertrouwde in 1886 in Laken met Marie-Antoinette Dryon (°1862), dochter van Ernest-Valentin Dryon, notaris en gemeenteraadslid. Ze kregen een zoon, maar zonder nakomelingen.
      • Albert Tesch, notaris in Aarlen en voorzitter van de provincieraad van Luxemburg, trouwde in 1886 met Berta Winegy (1861-1891). Ze kregen drie zoons, maar zonder nakomelingen. Hij hertrouwde in 1892 met Julia Prion (°1862). Ze kregen drie zoons.
      • Marie-Nicole Tesch (1858/1859-1905), trouwde in 1881 in Aarlen met Albert Richard (1857-1899), advocaat en notaris, zoon van Augustin Richard, notaris en provincieraadslid van Luxemburg. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.

Nothomb[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jean-Antoine Nothomb (1706-1760), keizerlijk notaris, trouwde in 1732 in Oberkorn met Susanne Forscheler. Hij hertrouwde in 1741 in Oberkorn met Marie-Cathérine Baclesse (1723-1776/1788). Ze kregen twee zoons en een dochter.
    • Jean-Pierre Nothomb (1745-1810), landburgemeester van Bettembourg, rechter in Luxemburg en lid van de Provinciale Staten van Luxemburg, trouwde met Pétronille Laval (1739-1810). Ze kregen drie zoons en een dochter.
      • Jean-Baptiste Nothomb (1776-1813), trouwde in 1803 met Hélène Schouweiler (1781-1852). Ze kregen twee zoons.
        • Jean-Baptiste Nothomb (1805-1881), advocaat, journalist, lid van het Nationaal Congres, diplomaat, volksvertegenwoordiger, minister, premier en minister van Staat, trouwde met Wilhelmine Boch (1811-1887), dochter van Jean-François Boch, industrieel. Ze kregen drie zoons en drie dochters.
          • Hélène Nothomb (1837-1919), trouwde met Adolphe von Zedlitz und Leipe (1826-1906), Duits generaal-luitenant. Ze kregen vijf zoons, met afstammelingen tot heden.
          • Marie Nothomb (1838-1921)
          • Eugène Nothomb (1840-1930), diplomaat, trouwde in 1867 in Hamburg met Louise de Craecker (1846-1918), dochter van Odilon de Craecker, consul-generaal in Hamburg, en kleindochter van Charles Cumont. Ze kregen drie zoons en drie dochters.
            • Lucie Nothomb (1868-1964), trouwde met Fritz von Zedlitz und Leipe (1861-1948). Het huwelijk bleef kinderloos.
            • Raymond Nothomb (1871-1930), diplomaat.
            • Gérard Nothomb (1872-1940), trouwde in 1899 met Paula von Boch-Galhau (1878-1959), dochter van René von Boch-Galhau, Duits ondernemer. Ze kregen een zoon en vier dochters.
              • Sabine Nothomb (°1904), trouwde met Jacques Ruzette (1900-1974), advocaat en schepen van Moregem, zoon van Albert Ruzette, advocaat, provincieraadslid van West-Vlaanderen, volksvertegenwoordiger, gouverneur van West-Vlaanderen, senator en minister van Landbouw en Openbare Werken. Ze kregen een zoon en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
              • Marie-Alice Nothomb (°1908), trouwde in 1936 in Merlemont met Guy de Cassagne de Beaufort de Miramon (°1910), markies van Miramon. Ze kregen twee zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Alice Nothomb (1873-1942), trouwde in 1894 met graaf Henri d'Oultremont (1866-1914), infanteriemajoor, zoon van graaf Théodore d'Oultremont, cavaleriegeneraal, ordonnantieofficier van prins Filips en vleugeladjundant van de koning. Hij sneuvelde op 22 oktober 1914 tijdens de Slag om de IJzer nabij Tervate als aanvoerder van het 2e Bataljon 1 Grenadiers. Ze kregen drie zoons en drie dochters, waaronder gravin Anne d'Oultremont, met afstammelingen tot heden.
            • Charles-Marcel Nothomb (1877-1904), ingenieur.
            • Berthe Nothomb (1879-1975), trouwde in 1900 in Elsene met Ferdinand van der Bruggen (1869-1925). hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent en archivaris van de provincie Oost-Vlaanderen, zoon van Charles van der Bruggen, burgemeester van Wingene, provincieraadslid van West-Vlaanderen en pauselijk zoeaaf, en kleinzoon van Jules de Saint-Genois. Het huwelijk bleef kinderloos.
          • Isabelle Nothomb (1846-1925), trouwde in 1869 in Berlijn met Jean-Pierre Pescatore (1846-1905), TBD. Ze kregen vier zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
        • Jean-Pierre Nothomb (1807-1880), trouwde met Pauline Tinant. Ze kregen een zoon.
          • Paul Nothomb (1855-1919), trouwde met Eugénie de Le Court. Ze kregen een zoon.
            • Pierre Nothomb (1887-1966), senator en schrijver, trouwde in 1911 in Hasselt met Juliette Bamps (1891-1926), dochter van Paul Bamps, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Hasselt en schilder. Ze kregen vier zoons en vier dochters. Hij hertrouwde in 1928 met Ghislaine Montens d'Oosterwyck (1899-1961), dochter van Emmanuel Montens d'Oosterwyck, provincieraadslid van gedeputeerde van Antwerpen en burgemeester van Loenhout, kleindochter van Albert Montens d'Oosterwyck. Ze kregen twee zoons en drie dochters. Hij hertrouwde in 1963 met barones Alice van Zuylen van Nyevelt (1901-1988), dochter van Raymond van Zuylen van Nyevelt, raadsheer in het hof van beroep en voorzitter van het Krijgshof, en kleindochter van Gustave van Zuylen van Nyevelt. Het huwelijk bleef kinderloos.
              • TBD
      • Marie-Cécile Nothomb (1780-1869), trouwde in 1805 in Differdange met Frédéric Tesch (1773-1844), keizerlijk notaris in Messancy en burgemeester van Messancy. Ze kregen vier zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Dominique Nothomb (1789-1844), trouwde met de weduwe van zijn broer, Hélène Schouweiler (1781-1852). Ze kregen een zoon.
        • Alphonse Nothomb (1817-1898), advocaat, procureur des Konings in Neufchâteau, substituut-procureur-generaal in Brussel, provincieraadslid van Luxemburg, volksvertegenwoordiger, minister van Justitie, senator en minister van Staat, trouwde met Wilhelmine Pescatore (1826-1897). Ze kregen drie zoons en een dochter.
          • Hélène Nothomb (1848-1905), trouwde in 1869 in Pétange met Hippolyte d'Huart (1842-1912), directeur van de Faïencerie de Longwy, neef van baron Edouard d'Huart, lid van de Provinciale Staten van Luxemburg, lid van het Nationaal Congres, arrondissementscommissaris van Grevenmacher, volksvertegenwoordiger, senator, minister, gouverneur van Namen en minister van Staat. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
          • TBD
          • TBD
          • TBD
        • Clémentine Nothomb
      • Jean-Pierre Nothomb, notaris, trouwde met Cécile Mottet. Ze kregen een dochter.
        • Caroline Nothomb (1816-1869), trouwde in 1838 in Esch-sur-Alzette met haar neef Victor Tesch (1812-1892), advocaat, gemeenteraadslid van Aarlen, provincieraadslid van Luxemburg, hoofdredacteur van L'Echo du Luxembourg, volksvertegenwoordiger, minister van Justitie, minister van Staat en gouverneur van de Société générale de Belgique. Ze kregen twee zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.
    • Antoinette Nothomb (1752-1805), trouwde met Pierre-Joseph Boch (1736-1818), fabrikant van faience en voorvader van de Villeroy & Boch-dynastie. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
    • Jean-Antoine de Nothomb (1757-1835), lid van de Provinciale Staten van Luxemburg, trouwde in 1808 met zijn nicht Marie-Antoinette Boch (1778-1864), dochter van Pierre-Joseph Boch. Ze kregen een zoon en twee dochters.
      • Adolphe de Nothomb (1805-1877), trouwde met Madeleine Lebrum de Miraumont (1815-1875). Ze kregen een zoon en een dochter.
        • TBD
        • Paul de Nothomb, Frans luitenant. Hij sneuvelde in Algerije.
      • Marie-Cathérine de Nothomb (1809-1887), trouwde in 1830 in Longwy met Alexis de Durand de Prémorel (1799-1888), Frans kapitein. Ze kregen zes zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
      • Fanny de Nothomb (1811-1855), trouwde met baron Henri d'Huart (1803-1875), directeur van de Faïencerie de Longwy, broer van baron Edouard d'Huart (zie boven). Ze kregen twee zoons, met afstammelingen tot heden.

Pecher[bewerken | brontekst bewerken]

  • Charles Pecher (1797-1873), eigenaar van een import-exportbedrijf en oprichter van de Liberale Partij in Antwerpen, trouwde in 1824 in Bergen met Julie Henriette Gaillez (1796-1859). Ze kregen vijf zoons.
    • Édouard Pecher (1825-1892), ondernemer in Brazilië en consul-generaal in Rio de Janeiro, trouwde in 1850 in Antwerpen met Marie-Julie Cateaux (1830-1888), dochter van de uit Tourcoing afkomstige reder Jean-François Cateaux, voorzitter van de handelsrechtbank van Antwerpen en de kamer van koophandel van Antwerpen en medeoprichter van de Antwerpse graanbeurs.[1] Ze kregen een zoon en drie dochters.
      • Julie Pecher (1851-1928), journaliste, trouwde in 1872 in Antwerpen met jhr. Guillaume Bernays (1848-1882), advocaat. Ze kregen een zoon, met afstammelingen tot heden. Ze werd beroemd na de moord op haar echtgenoot die tot de zaak-Peltzer leidde. Ze hertrouwde in 1886 in Antwerpen met Frédéric Delvaux (1834-1916), advocaat, provincieraadslid van Antwerpen en volksvertegenwoordiger. Het huwelijk bleef kinderloos.
      • Charles-Édouard Pecher (1852-1931), trouwde in 1883 in Antwerpen met Léonie Grisar (1863-1937), dochter van Gustave Grisar, handelaar. Ze kregen drie zoons en een dochter.
        • Édouard Pecher (1885-1926), volksvertegenwoordiger, voorzitter van de Liberale Partij, gemeenteraadslid van Antwerpen en minister van Koloniën, trouwde in 1912 in Antwerpen met Emilie Speth (1891-1945), voorzitster van de Nationale Federatie der Liberale Vrouwen, dochter van Frédéric Speth, een uit Pruisen geëmigreerde ondernemer wiens firma gespecialiseerd in petroleumproducten lag mee aan de basis van de American Petroleum Company, en zus van Jean Speth, ondernemer, burgemeester van Kapellen en senator. Ze kregen een zoon, Charles Pecher, pionier in de nucleaire geneeskunde.
        • Hélène-Marie Pecher (1887-1978), trouwde in 1912 in Antwerpen met Maximilien Gevers (1884-1944), zoon van Maurice Gevers, suikerfabrikant en ondervoorzitter van de Banque d'Anvers. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
        • Jules Pecher (1900-1965), provincieraadslid van Antwerpen, voorzitter van de Antwerpse Liberale Mutualiteiten, nationale Liberale Mutualiteiten en Liberale Jonge Wacht en bestuurslid van de Liberale Associatie Antwerpen, het Liberaal Werkersverbond en het partijbureau van de Liberale Partij/PVV,[2] trouwde in 1924 in Antwerpen met Marguerite Thys (1903-1965), dochter van Eduard Thys, bankier, handelsrechter en voorzitter van de Antwerpse Zoo. Hij liet het voormalige Museum Ridder Smidt van Gelder in Antwerpen optrekken. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Marie-Julie Pecher (1854-1934), trouwde in 1878 in Antwerpen met Édouard de Roubaix (1853-1927), ingenieur en bestuurder. Ze kregen twee zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Virginie Pecher (1856-1882), trouwde in 1878 in Antwerpen met Maurice Anspach (1854-1942), voorzitter van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, zoon van Jules Anspach, advocaat, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Brussel, en schoonbroer van Jules Van Dievoet, advocaat. Ze kregen een zoon, met afstammelingen tot heden.
    • Émile Pecher (1826-1874), ondernemer in Brazilië en viceconsul van Brazilië in Antwerpen, trouwde in 1854 in Rio de Janeiro met Hermina Stockmeyer (1834-1857), dochter van Johann Christian Ludwig Stockmeyer, ondernemer en consul van Bremen in Rio de Janeiro. Ze kregen een zoon en een dochter. Hij hertrouwde in 1859 in Antwerpen met Jeanne (Jenny) Montgomery (1835-1904) uit Belfast. Ze kregen vier zoons en drie dochters.
      • Hermine Pecher (1857-1893), trouwde in 1881 in Antwerpen met Georges du Monceau de Bergendal (1854-1942), ingenieur en consul van Paraguay, zoon van Gustave du Monceau de Bergendal, arrondissementscommissaris van Nijvel en vicevoorzitter van de Bank van Brussel. Ze kregen drie zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.
      • Émile Pecher (1860-1931), schilder en fotograaf, trouwde in 1889 in Antwerpen met Marie Lejeune (1869-1944), dochter van Charles Lejeune, makelaar in verzekeringen. Ze kregen een zoon en een dochter.
        • Simonne Pecher (1891-1975), trouwde in 1913 in Antwerpen met Marcel Berré (1882-1957), handelsrechter in Antwerpen en Olympisch schermer op de Olympische Zomerspelen van 1924. Ze kregen een zoon en twee dochters.
        • Jean Pecher (1894-1973), verzekeraar en oorlogsvrijwilliger, trouwde in 1925 in Antwerpen met Élisabeth Elsen (1905-1992), dochter van Maximilien Elsen, scheepsagent, handelsrechter, voorzitter van sportvereniging Beerschot Athletic Club en voorzitter van de Cercle La Metropole. Ze kregen een zoon en twee dochters, met afstammelingen tot heden. Aan het front nam hij veel foto's, die in 2012 in het boek Un mitrailleur à l' Yser. La correspondance de guerre de Jean Pecher verschenen.
        • Christiana Pecher (1863-1949), trouwde in 1892 in Antwerpen met Alexander Georg Moslé (1862-1949), Duits ondernemer, kunstverzamelaar, consul van België in Tokio en ereconsul van Japan in Leipzig, zoon van Alexander Georg Mosle, Duits ondernemer, lid van de Rijksdag, consul-generaal van Bremen in Rio de Janeiro en medeoprichter van de Deutsche Bank. Ze kregen twee zoons.
    • Jules Romain Pecher (1830-1899), schilder en beeldhouwer, trouwde in 1864 in Bergen met zijn nicht Adèle Pecher (1838-1869). Ze kregen een dochter. Hij hertrouwde in 1881 in Antwerpen met Mélanie Dubois (1829-1901).
    • Victor Pecher (1832-1918), consul van België in Rio de Janeiro, trouwde in 1866 in Brussel met Hélène Van Dievoet (1842-1895), dochter van August Van Dievoet, rechtshistoricus en advocaat bij het Hof van Cassatie. Ze kregen twee zoons.
      • Victor Pecher (1876-1938), directeur generaal van de Sociéte d'Héliopolis in Egypte, trouwde in 1908 in Elsene met Elsée de Codt (1885-1971), dochter van Henri de Codt , directeur bij het ministerie van Justitie, raadsheer bij het Chinees ministerie van Buitenlandse Zaken en secretaris van de juridische raad van de regering in Egypte. Ze kregen een zoon en een dochter, met afstammelingen tot heden.
    • Charles Célestin Pecher (1838-1898), consul-generaal van België in Buenos Aires, trouwde in 1866 in Buenos Aires met Louise Dudemaine (1846-1872), dochter van Léopold Dudemaine, Frans consul in Buenos Aires en consul-generaal in Manilla. Het huwelijk bleef kinderloos. Hij hertrouwde in 1882 in Antwerpen met Marie-Julie Cateaux (1847-1932). ze kregen twee zoons.
      • Léopold Pecher (1884-1974)
      • André Pecher (1885-1972)

De Becker Remy[bewerken | brontekst bewerken]

  • Auguste de Becker Remy (1862-1930), industrieel, provincieraadslid van Brabant, volksvertegenwoordiger en senator, trouwde in 1886 in Leuven met Clémence Remy (1862-1915), dochter van Eduard Remy, industrieel en gemeenteraadslid van Leuven. Ze kregen vijf zoons en drie dochters.
    • Marc de Becker Remy (1887-1958), trouwde in 1923 met Élisabeth Pelletier de Chambure (1902-1945). Ze kregen een zoon. Ze scheidden in 1934.
    • Jean-Godefroid de Becker Remy (1888-1951), industrieel, trouwde in 1923 in Brussel met Elisabeth-Françoise Maskens (1903-1929), dochter van Paul Maskens, eigenaar van de Villa Paul Maskens in De Panne, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog de koninklijke familie verbleef. Het huwelijk bleef kinderloos.
    • Madeleine-Auguste de Becker Remy (°1889), trouwde in 1919 met Adalbert de Ryckman de Betz (1877-1976). Het huwelijk bleef kinderloos.
    • Simone de Becker Remy (1891-1979), trouwde in 1913 in Elsene met baron Emmanuel Descamps (1886-1968), zoon van baron Édouard Descamps, rechtsgeleerde, hoogleraar, provincieraadslid van Brabant, senator, gemeenteraadslid van Leuven, minister van Kunsten en Wetenschappen, secretaris-generaal en president van de Interparlementaire Unie, lid van het Permanent Hof van Arbitrage en secretaris-generaal van het Institut de Droit International. Ze kregen twee zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
    • Jacques de Becker Remy (1893-1916), overleed tijdens de Eerste Wereldoorlog nabij Ternopil.
    • Pierre-Marc de Becker Remy (1895-1900)
    • Paul-André de Becker Remy (1897-1953), trouwde in 1926 in Brussel met Renée Lambert (1903-1987), dochter van baron Léon Lambert, bankier. Het huwelijk bleef kinderloos.
    • Jeanne-Marie de Becker Remy (°1899), trouwde in 1922 met Pierre-Hubert Descamps (1884-1965), zoon van baron Édouard Descamps (zie boven). Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
  1. Pdf-document Jan HUBERT, 'Een zakenman blijft toch altijd een beetje zakenman', in VOC-Journael 2, nr. 1, 2014, 4-5.
  2. Jules Pecher, Liberas Stories.