Naar inhoud springen

Zeeland (kasteel)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zeeland
De heerlijkheid Zeeland, met in het midden de kasteelplaats (1795)
De heerlijkheid Zeeland, met in het midden de kasteelplaats (1795)
Locatie Zeeland (Gelderland)
Gebouwd in vóór 1406
Gesloopt in 16e of 17e eeuw
Boerderij Groot Zeeland in 1970
Boerderij Groot Zeeland in 1970

Het kasteel Zeeland of Hoberg stond in de Nederlandse buurtschap Zeeland, provincie Gelderland.

In 1307 werd Otto van Bylant beleend met 93 morgen land in Zeeland. De heerlijkheid Zeeland werd in 1348 een leen van de heren Van Bergh, dankzij het huwelijk van Sophia van Bylant met Willem van Bergh. In 1406 kwam de heerlijkheid in eigendom van Willem van Appeltern, maar zijn zoon verkocht in 1438 alle Zeelandse bezittingen aan Elbert van Alphen.

Elbert liet Zeeland na aan zijn dochter. Via haar kwam het kasteel met de heerlijkheid in 1555 terecht bij Dirk van Bronckhorst van Batenburg.

In 1660 werden de bezittingen gekocht door Vincent Bernard van Tondy. Toen hij een inventarisatie maakte van zijn goederen, bleek er geen kasteel meer te staan. Waarschijnlijk was kasteel Zeeland al verwoest tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Johan van Motzfeld kocht in 1706 de heerlijkheid aan. Zijn nazaat Elisabeth van Motzfeld trouwde in 1770 met Friedrich Wilhelm Zur Lippe-Biesterfeld, waardoor Zeeland bij de familie Zur Lippe-Biesterfeld terechtkwam.

Op de plek van het verwoeste kasteel was in de 18e eeuw de boerderij Groot Zeeland gebouwd. De jaartalankers op een van de schuren gaven 1773 aan.

In 1832 stond Johan Karel van Lippe-Biesterveld als eigenaar in de boeken. Zijn dochter Amalie trouwde met prins Karl von Waldeck, en toen zij in 1879 overleed, kwam Zeeland in eigendom bij hun zoon Heinrich. Hij wilde Zeeland verkopen, maar dat lukte niet, waarna hij in 1894 het goed verpachtte aan Gerhard Remy. Vijf jaar later kon Remy de Zeelandse goederen aankopen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de boerderij Groot Zeeland ingericht als hospitaal voor de Duitse Wehrmacht.

De bezittingen zijn in de loop van de 20e eeuw opgesplitst tussen de nazaten van Gerhard Remy. Een van zijn kleinzonen bewoonde nog tot 1976 de boerderij Groot Zeeland en exploiteerde er enige jaren een camping. In dat jaar brandde de boerderij grotendeels af, waarna in 1983 op de fundamenten een nieuw woonhuis werd opgetrokken door een andere eigenaar. Leden uit de familie Remy bleven nog wel in bezit van andere voormalige Zeelandse goederen.

Het kasteelterrein bestond waarschijnlijk uit een hoofdburcht en een voorburcht. De totale afmeting bedroeg, inclusief de grachten, 139 bij 105 meter. Vanwege de wallen en grachten moet het om een versterkt kasteel zijn gegaan. De grachten waren begin 19e eeuw nog aanwezig. In 1983 waren er nog slechts drooggevallen restanten van deze grachten over, die nadien zijn dichtgegooid.

Bij de heerlijkheid Zeeland behoorden nog diverse hoeves, zoals de Zeelandsche Hof en Klein Zeeland.