Gebruiker:Norbert zeescouts/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Norbert zeescouts/Kladblok
Opening 6 november 1844
Sluiting 1935
Telegrafische code FLO
Lijn(en) 59
Reizigerstellingen[1]
  •  Weekdag
  •  Zaterdag
  •  Zondag
(2022)
geen
metingen
bekend
Beheerder NMBS
Architectuur
Aantal sporen 4
Aantal perronsporen 3
Aantal perrons 2
Portaal  Portaalicoon   Openbaar vervoer

BTTB (Sjabloon:Infobox NMBS station) Lijst van NMBS-stations


Station Antwerpen-Kongo was de volksnaam voor het goederenstation Antwerpen-Centraal.

  • Mijn overlegpagina is hier.
  • Mijn bijdragen staan hier.
  • Mijn logboeken staan hier.

Lijst van parochies van het bisdom Antwerpen

(Antwerpse Burgemeesters)

Kiel en Sint-Andries[bewerken | brontekst bewerken]

De heerlijkheid Kiel werd in de middeleeuwen door de Norbertijnen (alias premonstratenzers of witheren) van de Sint-Michielsabdij (sinds 1124) opgericht en liep vanaf de huidige Sint-Jansvliet (toen de grens met de stad Antwerpen) tot den Beerschot. De oostgrens van de heerlijkheid werd door de huidige Lange Elzenstraat en het zuidelijke verlengde ervan de Kruishofstraat gevormd. Enkele eeuwen later in de middeleeuwen werd het noordelijke deel van de heerlijkheid Kiel (met de huidige Sint-Andriesparochie) aan de zich uitbreidende stad Antwerpen verkocht. De heer van het Kiel, de abt van de Sint-Michielsabdij, bleef zijn heerlijkheid nochtans vanuit de vanaf nu Antwerpse Kloosterstraat besturen tot het Prelaatshof in de huidige Wittestraat het nieuwe bestuurscentrum werd. Nog later in de Spaanse tijd (zie kaart) verloor het Kiel ook de gronden van het onder Alva gebouwde Zuidkasteel.

Aan het begin van de zestiende eeuw was er ontevredenheid over het beleid van de premonstratenserabt van de Sint-Michielsabdij, zoals de recente verkoop van het Kiel aan de Kartuizers, zodat een deel van de Norbertijnen besloot de abdij te verlaten, zich sterker op de Augustijnse kern van de premonstratense regel en de parochiezorg te richten en in 1511 het augustijnse Sint-Andriesklooster oprichtte om van hieruit de Sint-Michielsabdij te beconcurreren. In 1522 besloten deze augustijnen de nieuwe leer van hun broeder Maarten Luther over te nemen en deze leer ook op het Kiel te verbreiden. Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk was hier niet mee opgezet en als straf werden de augustijnen uit Antwerpen verbannen, twee ervan die bleven vasthouden aan de leer van Luther in 1523 in Brussel verbrand en hun klooster vernietigd. De pas gebouwde Sint-Andrieskerk mocht evenwel als parochiekerk blijven staan. ____

Het Sint-Andrieskwartier. De uitbouw van het "St.-Andrieskwartier" zoals deze buurt spoedig werd genoemd, verliep al even ongeordend. Op het einde van de vijftiende eeuw bestond het grootste deel van het gebied begrensd door de Steenhouwersvest (noorden), de Boeksteeg (huidige Nationalestraat, oosten) de Vliersteeg (huidige Lange Vlierstraat, zuiden) en de Lange Ridderstraat (westen) uit bleekhoven en vage gronden. De bebouwing beperkte zich tot een smalle strook langsheen de vermelde verkeersassen. Dat was ook het geval met de aangrenzende zone gelegen tussen de Boeksteeg (westen), de Steenhouwersvest (noorden) de Kammenstraat, de Bredestraat en de Begijnenstraat (oosten) en de Sint-Rochusstraat (zuiden). Omstreeks 1500 besliste de magistraat de zogenaamde "IJzerwaag", waar ijzer en koper inzake maat en gewicht werden gecontroleerd, over te brengen van de Driehoek (de ombuiging tussen de Komedieplaats en de Lange Gasthuisstraat) naar de Boeksteeg. Het feit dat de kopermagazijnen der Fuggers zich in de onmiddellijke omgeving bevonden, meer bepaald aan de Steenhouwersvest, zal aan deze verhuizing wel niet vreemd zijn geweest. Enkele jaren later trok het stadsbestuur een verbindingsweg van het erf "de Bock" aan de Kammenstraat naar het nieuwe centrum. Aldus ontstond benevens een kronkelende weg, die naar genoemd erf Bokstraat werd geheten (nu IJzerenwaag), een squarevormig gedeelte, dat "plein van de ijzerwaag" en later "IJzerwaag" zonder meer werd geheten (nu Theodoor Van Rijswijckplaats). Het hoogst onregelmatige patroon van het marktje en de zigzaglijn van de nieuwe straat laten bezwaarlijk toe de term "ruimtelijke ordening" te hanteren. Hetzelfde gold voor de verdere stedenbouwkundige ontwikkeling van dit gebied, waar tussen 1513 en 1550 de volgende verkeersaders werden aangelegd: in 1513 de Augustijnenstraat, in 1514 de Sint-Jansstraat (huidige Aalmoezeniersstraat), in 1527 de Steenbergstraat, in 1528 de Waai- en Sint.-Andriesstraat, in 1543 de Bogaerde- en de Schoytestraat, in 1544 de Beuckelaerstraat (thans bestaande uit twee delen: de Rijke Beuckelaeren de Franckenstraat) en in 1550 ten slotte de Happaert- en de Sleutelstraat. In het totaal werden in deze wijk niet minder dan tien nieuwe verbindingswegen getrokken. Van enig aanlegplan was geen sprake. Economische of sociale centra werden niet gecreëerd. Markten en pleinen kwamen niet tot stand. Er werden evenmin openbare gebouwen opgericht. Elke grondheer verkavelde zijn terreinen naar eigen goeddunken. Wie een nieuwe straat wenste te openen bekwam daartoe blijkbaar zonder moeilijkheden de toelating van het stadsbestuur. Coördinatie tussen de eigenaren was onbestaande. Het eindresultaat was een verward netwerk van straten en stegen, die de hele oppervlakte in onregelmatige panden verdeelden. De urbanisatie van het Sint-Andrieskwartier ging gepaard met een koortsachtige bouwactiviteit. Het feit dat de oude bidplaats der augustijnermonniken in 1529 tot parochiekerk werd ingericht, wijst op een sterk toegenomen bevolking. De demografische expansie zette zich in het tweede kwart van de zestiende eeuw door. Nauwkeurige cijfers ontbreken weliswaar, doch we weten alleszins dat toen in het Sint-Andrieskwartier minstens driehonderd huizen werden bijgebouwd waarvan ongeveer 66n derde in de nabijheid van de gelijknamige kerk. Uit hun lage verkoopprijs, hun geringe oppervlakte en hun beperkte accommodatie blijkt duidelijk dat de meeste huisjes bestemd waren voor weinig kapitaalkrachtige personen. Deze situatie onderging geen wijzigingen in de loop der volgende eeuwen.

Boelaer[bewerken | brontekst bewerken]

Reeds in 1385 is er sprake van een hoeve genaamd als het goed Te Boelaer. In 1544 wordt de hoeve na brand heropgebouwd in steen omringd met water door Adriaan Spillemans In 1831 is baron Osy eigenaar van de heerlijkheid Boelaer. Als vertegenwoordiger van het Nationaal Congres van het pas gestichte Belgie, is hij de Belgische kroon gaan aanbieden aan Leopold van Saksen Coburg, koning Leopold I. Het scheelde niet veel of het Te Boelaerpark was een koninklijk domein. In 1866 sterft baron Osy aan cholera en erft zijn oudste dochter het landgoed. Zij huwt met John Cogels, senator en de projectontwikkelaar die Zurenborg volbouwde. Zijn dochter en weduwe Léocadie Cogels verkocht het landgoed van 16 ha aan de maatschappij Zurenborg Uitbreiding. In 1914 onstaat er in Deurne een afscheidingsbeweging onder leiding van Menegem. De afscheiding van Deurne Zuid lukt niet, maar Karel De Preter, burgemeester van Borgerhout maakt wel van de gelegenheid gebruik om 108 ha te kopen van Deurne en toe te voegen aan het grondgebied van Borgerhout. Inclusief het landgoed Te Boelaer met kasteel omringd met grachten gelegen in een warandepark en boerderij met landerijen. Tussen de twee wereldoorlogen doet het kasteel dienst als kazerne, magazijn en school. Het gebouw takelt helemaal af en in 1979 wordt beslist om het af te breken.

Henri De Schutter[bewerken | brontekst bewerken]

(Deurne,1921)-(1982), burgemeester Borgerhout 1975-1976 (CVP-politicus)

Poorten stelling van Antwerpen[bewerken | brontekst bewerken]

De Oosterweelsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die het noorden van Antwerpen. De poort had de status van poterne en werd ook gebruikt als jaagpad voor langs de Scheldeoever gesleepte trekschuiten.

De Ekerensepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die het noorden van Antwerpen.

De Bredapoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte dubbelpoort in de Stelling van Antwerpen die het noorden van Antwerpen.

De Schijnpoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die het noorden van Antwerpen via de Schijnpoortweg en een brug over de Schijn met het noorden van Deurne en Merksem verbond. Een naburig goederenstation Antwerpen-Schijnpoort en een premetrostation Schijnpoort zijn naar deze voormalige stadspoort genoemd. Ook het huidig kruispunt van de Schijnpoortweg met de Slachthuislaan en de Noordersingel, beide onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd.

De Turnhoutsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1931 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die Borgerhout via de Turnhoutsebaan en een brug over de Schijn met het centrum van Deurne verbond. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Herentalsepoort een tweelingpoort. Een naburig station van de buurtspoorwegen was naar deze poort genoemd. In de buurt lag het voormalige station Borgerhout en ligt een spookstation van de premetro Foorplein. Ook het huidig kruispunt van de Turnhoutsebaan met de Noordersingel, een onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd.

De Luikpoort

De Herentalsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1931 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die Borgerhout via de Stenenbrug met het zuiden van Deurne verbond. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Turnhoutsepoort een tweelingpoort. Het huidig kruispunt van de Stenenbrug met de Noordersingel, een onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd. In tegenstelling tot het huidige kruispunt met dezelfde naam lag de vroegere Herentalsepoort niet in het verlengde van de Stenenbrug maar meer noordwaarts tegen de Turnhoutsebaan aan, daar waar zich nu het kruispunt van de Luikpoort bevindt.

De Leopoldpoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1931 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die Borgerhout Intra-Muros ter hoogte van de Luitenant Naeyaertplein met Borgerhout Extra-Muros ter hoogte van de Luitenant Lippenslaan verbond. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Louisapoort een tweelingpoort.

De Louisapoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1931 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die de Vaartstraat aan de Herentalsevaart met Borgerhout Extra-Muros verbond. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Leopoldpoort een tweelingpoort. Zowel de Potvliet die de grens tussen Berchem en Borgerhout vormde als de Herentalsevaart liepen langs hier ter hoogte van het station Antwerpen-Oost de stad Antwerpen in. Ook het huidig kruispunt van de Plantin en Moretuslei en de Luitenant Lippenslaan met de Noordersingel en de Binnensingel, beide onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd.

De Zurenborgpoort

De Borsbeeksepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in Berchem Zurenborg en de Lange Leemstraat (later Guldenvliesstraat genoemd) met de Gitschotellei en de Groenenhoek verbond. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Spoorbaanpoort een tweelingpoort. Ook het huidige kruispunt van de Borsbeekbrug met de Binnensingel, een onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd.

De Spoorbaanpoort (niet te verwarren met de Spoorwegpoort) was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in Berchem Zurenborg en het station van Berchem met de Groenenhoek verbond. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Borsbeeksepoort een tweelingpoort. Op de plaats waar eens de poort stond liggen nu de sporen 1, 2 en 3 van het huidige station Antwerpen-Berchem.

De Berchemsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die de markt (De Villegasstraat) en centrum van Berchem met het Rooi (Kannunik Peetersstraat) verbond. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Mechelsepoort een tweelingpoort. Na de afbraak van de poort en de aanleg van de Ring R1 en Singel R10 nam de Berchembrug de vervangende verbindingsrol op zich tussen Oud-Berchem en het Rooi-Pulhof.

De Mechelsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in Berchem beide delen van de Grotesteenweg binnen en buiten de stadsomwalling met elkaar verbond. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Berchemsepoort een tweelingpoort. Ook het huidige kruispunt van de Grotesteenweg met de Binnensingel, een onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd. In tegenstelling tot het huidige kruispunt met dezelfde naam lag de vroegere Mechelsepoort niet in het verlengde van de naar Mechelen leidende Grotesteenweg maar meer oostwaarts in het verlengsde van de Willem Van Laarstraat (de vroegere Poortstraat) zodat het verkeer van Antwerpen naar Mechelen en omgekeerd hier een omweg moest maken.

De Edegemsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in Berchem de Generaal Lemanstraat binnen de stadsomwalling met de Floralienlaan buiten de stadsomwalling verbond. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Wilrijksepoort een tweelingpoort. Ook het huidige kruispunt van de Generaal Lemanstraat met de Binnensingel, een onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd.

De Wilrijksepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in het zuiden van Antwerpen de Karel Oomsstraat binnen de stadomwalling met de Gerard Legrellelaan en de Wilrijkseplein buiten de stadomwalling verbond. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Edegemsesepoort een tweelingpoort. Ook het huidige kruispunt van de Karel Oomsstraat met de Desquinlei, een onderdeel van de Singel R10, wordt naar deze poort genoemd.

De Sint-Laureinspoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen. De poort verbond in het zuiden van Antwerpen de buurt van de Markgravelei, ook bekend als Sint-Laureins, met de Wilrijkseplein en de latere Tentoonstellingswijk. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Kielsepoort een tweelingpoort.

De Kielsepoort was een in 1859 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen. De poort verbond in het zuiden van Antwerpen de Lange Elzenstraat met het Kiel en de latere Tentoonstellingswijk. Zij vormde in haar neobarokke bouwstijl met de Sint-Laureinspoort een tweelingpoort.

-Categorie:Bouwwerk in Antwerpen (stad) -Categorie:Vesting Antwerpen (1831-1914)

De Boomsepoort was een in 1870 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in het zuiden van Antwerpen. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Spoorwegpoort een tweelingpoort.

De Spoorwegpoort was een in 1870 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in het zuiden van Antwerpen. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Boomsepoort een tweelingpoort.

De Sint-Bernardsepoort was een in 1870 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in het zuiden van Antwerpen. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Sint-Michielspoort een tweelingpoort. Tussen beide poorten lag de naar de hoek van de fronten 11 en 12 genoemde kazerne 11/12.

De Sint-Michielspoort was een in 1870 onder Brialmont gebouwde en in 1970 gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in het zuiden van Antwerpen. Zij vormde in haar neogotische bouwstijl met de Sint-Bernardsepoort een tweelingpoort. Tussen beide poorten lag de naar de hoek van de fronten 11 en 12 genoemde kazerne 11/12.

De Hobokensepoort was een in 1870 onder Brialmont gebouwde en vrij vroeg gesloopte poort in de Stelling van Antwerpen die in het zuiden van Antwerpen. De poort had de status van poterne en werd ook gebruikt als jaagpad voor langs de Scheldeoever gesleepte trekschuiten. Ze werd vrij vroeg door de Ledeganckkaai vervangen.

Trams in Antwerpen[bewerken | brontekst bewerken]

Trams van 2019 tot 2021[bewerken | brontekst bewerken]

Lijn Traject
P+R LuchtbalZuid Station
Hoboken – P+R Merksem
P+R Merksem – P+R Melsele
Hoboken – Silsburg
Wijnegem – P+R Linkeroever
P+R Luchtbal – P+R Olympiade
MortselEilandje
P+R WommelgemAstrid
Eksterlaar – P+R Linkeroever
Wijnegem – P+R Schoonselhof
Berchem Station – Melkmarkt
SportpaleisCentraal Station
P+R Boechout – P+R Linkeroever
Silsburg – Havenhuis

Vervoersplan 2021[bewerken | brontekst bewerken]

M-Lijn Traject T-Lijn Traject
M1 P+R LuchtbalZuid Station T6 P+R LuchtbalCentraal Station
M2 P+R Schoonselhof – Parkweg T10 Zuid Station – Eksterlaar
M3 P+R Merksem – P+R Linkeroever T11 Berchem Station – Melkmarkt
M4 HobokenWijnegem T12 Eilandje – P+R Olympiade
M7 P+R Boechout – P+R Linkeroever T13 Silsburg – Havenhuis
M8 P+R WommelgemAstrid
M9 Parkweg – P+R Melsele

Optie 2023[bewerken | brontekst bewerken]

M-Lijn Traject T-Lijn Traject
M1 P+R LuchtbalZuid Station T10 Zuid Station – Eksterlaar
M2 P+R Schoonselhof – Parkweg T11 Berchem Station – Melkmarkt
M3 P+R Merksem – P+R Linkeroever T12 Eilandje – P+R Olympiade
M4 HobokenWijnegem T13 Silsburg – Havenhuis
M5 P+R Houtlaan – Astrid T14 Sportpaleis – Centraal Station
M6 P+R LuchtbalAstrid
M7 P+R Boechout – P+R Linkeroever
M8 P+R WommelgemAstrid
M9 Parkweg – P+R Melsele

Spoorweg[bewerken | brontekst bewerken]

In 1893 werd lijn 52 vanaf station Hoboken verbonden met de fortenlijn 27A via station Hoboken-Schoonsel, station Wilrijk en station Mortsel-Luithagen naar station Mortsel, die tot 1970 als zuidelijke ringlijn van Antwerpen zal fungeren. Pas na het doorbreken van de militaire vesting rond Antwerpen, samen met spoorlijn 25A, wordt de spoorbaan tussen station Hoboken en station Antwerpen-Zuid op 1 mei 1894 een feit. Het toenmalige tracé liep langs de huidige Emiel Vloorstraat en Kol. Silvertopstraat, waarna men, met een bocht van 90 graden, haaks op de Schelde te station Antwerpen-Zuid toekwam. Nochtans was station Antwerpen-Zuid reeds in 1877 als goederenstation in gebruik genomen (via de Scheldekaaien verbonden met station Antwerpen-Dokken) en speelde een belangrijke rol voor de Antwerpse haven na de rechttrekking van de Schelde. In die tijd waren de Scheldekaaien een goede ankerplaats voor de toenmalige grote zeeschepen om goederen over te slaan en er was aldaar nog een drukke bedrijvigheid tot de jaren zestig van de twintigste eeuw. De reden voor deze laatste lijnverlenging, waarvoor de militairen speciaal een poort in hun verdedigingswerk moesten voorzien, was de wereldtentoonstelling van 1894 te Antwerpen, waarvoor een monumentaal stationgebouw diende gebouwd te worden, dat pas in 1902 volledig klaar was. Lijn 52 en de fortenlijn 27A zullen van dan af vooral voor het goederenverkeer van groot belang blijven, een element dat veel later de sluiting van de lijn 52 telkens afhoudt.

In 1907 krijgt station Antwerpen-Zuid nog een rechtstreekse spoorlijn met station Mechelen erbij. Het was de bedoeling via deze nieuwe spoorlijn 25A snelle reizigerstreinen vanuit station Brussel-Noord naar station Antwerpen-Zuid te laten rijden, deels in aansluiting met de ferryboot naar Harwich, maar dit opzet bleek geen succes, behalve in 1920 toen een tweede wereldtentoonstelling te Antwerpen-Kiel plaatsvond. Vermeldenswaardig is ook dat het uit 1854 stammende stationsgebouw van station Antwerpen-Centraal (toen nog station Antwerpen-Oost genoemd) in 1898 terug heropgebouwd werd te station Dendermonde, toevallig aan het andere uiteinde van lijn 52. Dit houten stationsgebouw leek op een Zwitsers pavilioen en brandde roemloos af na de Duitse beschietingen in 1914. Nog in 1914 werd vanuit de Duitse stellingen een ‘wilde trein’ vol munitie op de vijandige stellingen te station Antwerpen-Zuid losgelaten, maar deze ontspoorde en explodeerde vroegtijdig, waarbij de Hobokense stationsbuurt volledig van de kaart werd geveegd. Na de krijgsverrichtingen bleek de bouw van een bijkomend goederenstation te station Antwerpen-Kiel noodzakelijk, om de nieuwe petroleuminstallaties beter te kunnen bedienen. Te station Antwerpen-Kiel is nooit een stopplaats voor reizigers in dienst genomen.

In 1937 wordt de directe lijn 25A tussen station Antwerpen-Zuid en station Wilrijk opgebroken, waardoor alle treinen via station Hoboken moeten gaan rijden. Ook na de tweede wereldbrand bleef het baanvak station Antwerpen-Zuidstation Boom onmisbaar voor het goederenverkeer. Het reizigersverkeer bleef grotendeels beperkt tot het aan- en afvoeren van havenarbeiders, wat zich ’s morgens kenmerkte met een viertal reizigerstreinen naar en ‘s avonds vanuit de metropool.

In 1965 moeten te station Antwerpen-Zuid zowel station, de stoomlocomotieven, als spoorbundels plaatsruimen voor zijn ergste concurrent; Antwerpen verliest haar zuidelijke spoorwegkathedraal en autosnelwegen komen er in de plaats als toegang tot de nieuwe Kennedytunnel. Lijn 52 volgt van dan af de goederenbundel van station Antwerpen-Kiel en maakt nu een bocht in de richting van station Berchem. Het nieuwe Zuidstation (de naam station niet eens waard) ligt nu een kilometer meer oostwaarts en wordt nu met diesellocomotieven bediend. 1970 is een belangrijk jaar voor lijn 52, want doorheen de nieuwe Kennedytunnel komen nu ook de treinen vanuit station Sint-Niklaas (lijn 59) toe in het nieuwe station Antwerpen-Zuid, om samen langs de nieuwe vestingslijn naar Berchem te worden verlengd. Hierdoor bekomt lijn 52 (en ook lijn 59) een nieuwe eindhalte: station Antwerpen-Centraal. Vanaf dan verzekeren 3 trek-duwstellen een uurdienst tussen station Boom en station Antwerpen-Centraal. Vanuit station Dendermonde vertrekken ’s morgens nog steeds een aantal gesleepte treinen zoals vroeger, maar nu is het eindstation station Antwerpen-Noorderdokken, vanwaar ’s avonds met dezelfde stellen wordt teruggereden. Op de spitsuren wordt nu bijna om het kwartier gereden tussen station Boom en station Antwerpen, terwijl lijn 52 op zondag volledig treinloos blijft. Door deze nieuwe verbinding met Berchem wordt de fortenlijn tussen station Hoboken en station Mortsel overbodig en daarmee ook het restant van lijn 25A station Wilrijkstation Waarloosstation Mechelen. Tot station Antwerpen-Kiel is de bovenleiding reeds aangebracht, maar deze is enkel van nut voor het goederenverkeer. Voor het reizigersverkeer komt wel de nieuwe stopplaats station Boom-Krekelenberg erbij. Vanaf mei 1978 gaat overdag ieder uur een dieselmotorwagen tussen Boom en Puurs pendelen, in aansluiting met de trek-duwtrein station Boomstation Antwerpen-Centraal. Aan het einde van de jaren zeventig wil men een omleidingsroute voor goederen creëren langs lijn 52 nu men de belangrijke reizigerslijn 25 station Antwerpen-Centraal – Brussel wil moderniseren. Hierdoor zouden reizigerstreinen deels op goederenlijn 27 terechtkomen en men vreesde daardoor capaciteitsgebrek.

Bolivar is een gepland en in onderzoek verkerend premetrostation van de Antwerpse premetro. Het station zou langs de zuidkant onder de naar Simón Bolívar genoemde Bolivarplaats bij het Antwerpse gerechtsgebouw komen liggen en is bedoeld voor een ondergrondse tramlijn die vanaf het Centraal Station en de Franklin Rooseveltplaats via de Ossenmarkt, de Stadswaag, de Groenplaats en de Bolivarplaats naar het Zuidstation zou rijden.

Museum is een gepland en in onderzoek verkerend premetrostation van de Antwerpse premetro. Het station zou langs de zuidkant onder de naar Léopold de Wael genoemde Leopold de Waelplaats bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen komen liggen en is bedoeld voor een ondergrondse tramlijn die vanaf het Centraal Station en de Franklin Rooseveltplaats via de Ossenmarkt, de Stadswaag, de Groenplaats en de Bolivarplaats naar het Zuidstation zou rijden.

Ossenmarkt is een gepland en in onderzoek verkerend premetrostation van de Antwerpse premetro. Het station zou onder de in de Antwerpse studentenwijk gelegen Ossenmarkt komen liggen en is bedoeld voor een ondergrondse tramlijn die vanaf het Centraal Station en de Franklin Rooseveltplaats via de Ossenmarkt, de Stadswaag, de Groenplaats en de Bolivarplaats naar het Zuidstation zou rijden.

Sint-Andries is een gepland en in onderzoek verkerend premetrostation van de Antwerpse premetro. Het station zou in de Antwerpse Sint-Andrieswijk onder het ook als Neusplein bekende kruispunt van de Nationalestraat met de Prekersstraat en de Lange Vlierstraat komen liggen en is bedoeld voor een ondergrondse tramlijn die vanaf het Centraal Station en de Franklin Rooseveltplaats via de Ossenmarkt, de Stadswaag, de Groenplaats en de Bolivarplaats naar het Zuidstation zou rijden.

Stadswaag is een gepland en in onderzoek verkerend premetrostation van de Antwerpse premetro. Het station zou onder de in de Antwerpse studentenwijk gelegen Stadswaag komen liggen en is bedoeld voor een ondergrondse tramlijn die vanaf het Centraal Station en de Franklin Rooseveltplaats via de Ossenmarkt, de Stadswaag, de Groenplaats en de Bolivarplaats naar het Zuidstation zou rijden.

Enkele Brusselse lijnen[bewerken | brontekst bewerken]

test 1 ~
test 2 ~~
test 3 Norbert zeescouts (overleg)
test 4 Norbert zeescouts (overleg) 18 aug 2017 17:48 (CEST)
test 5 18 aug 2017 17:48 (CEST)

Te verbeteren[bewerken | brontekst bewerken]

Enkele links:[bewerken | brontekst bewerken]

Sjablonen:[bewerken | brontekst bewerken]

{1}}}

Antwerpse tramlijnen
P+R Luchtbal - Zuid
Zwaantjes - P+R Merksem
P+R Merksem - P+R Melsele
Zwaantjes - Berchem Station
Wijnegem - P+R Linkeroever
P+R Luchtbal - P+R Olympiade
Mortsel - Eilandje
P+R Wommelgem - Astrid
Silsburg - P+R Linkeroever
Wijnegem - P+R Schoonselhof
Berchem Station - Centraal Station
Schijnpoort - Centraal Station
P+R Boechout - Regatta
Silsburg - Havenhuis
Voormalige tramlijnen
13
Zuidstation - Petroleum Zuid
14
Zuidstation - Karel Oomsstraat
16
Melkmarkt - Luchthaven Deurne
17
Centraal Station - Wilrijk
18
Schijnpoort - Ooststation
19
Centraal Station - Ooststation
20
Melkmarkt - Turnhoutsepoort
21
Merksem - Station Land van Waas
22
Marnixplaats - Schijnpoort
23
Groenendaallaan - Land van Waas
25
Zuidstation - Ooststation
26
Centraal station - Wereldtentoonstelling
27
Centraal station - Floraliën
28
Eksterlaar - Comedieplaats
30
Merksem - Wereldtentoonstelling
P+R Luchtbal - Eilandje
uSTR+luSTR+r
uSTRuBHF(L)g Flanders Expo
uSTRluABZg+r
uHST Maria Middelares — Maalte
uhKRZWae
uHST Maaltebruggestraat
uHST Textielinstituut
uHST Hogeschool Gent
uABZg+r naar Bibliotheek
naar UZ
uHST Sint-Pietersstation
uABZgl naar Leeuw
naar Moscou
uHST Van Monckhovenstraat
uHST Van Nassaustraat
uHST Veergrep
uHST Verlorenkost
uHST Savaanstraat
uSTR+luABZgr
uKRZuKRZ naar Leeuw / naar Bibliotheek
uBHF(R)fuBHF(L)g Korte Meer / Zonnestraat
uBHF(R)fuBHF(L)g Korenmarkt
uABZg+ruSTR naar Moscou
uSTRluABZg+r
uWBRÜCKE1
uHST Gravensteen
uABZgr naar UZ
uWBRÜCKE1
uHST Burgstraat
uHST Rabotstraat
uABZg+r naar Moscou
uHST Rabot
uABZgl naar UZ
uHST Wittekaproenenplein
uHST Nieuwevaartbrug
uhKRZWae
uHST Guislainstraat
uHST Ferrerlaan
uHST Hortensiastraat
uHST Van Beverenplein
uHST Poperingestraat
uHST Kolegemstraat
uHST Roodborstjesstraat
uHST Botestraat
uHST Langeveld
uHST Hoevestraat
uHST Vroonstallestraat
uHST Industrieweg
uSTR+luABZgr voormalig eindpunt
uENDEeuHST Heinakker
uhKRZWae
uHST Spoorwegstraat
uKBHFe Brielken
  1. De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.