Grand Prix-wegrace van Zweden 1958

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Zweden Grand Prix-wegrace van Zweden 1958
Grand Prix-wegrace van Zweden 1958
Land Vlag van Zweden Zweden
Datum 26- en 27 juli 1958
Organisator FIM
500 cc
Snelste ronde Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Shepherd
350 cc
Snelste ronde Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Anderson
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Anderson
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Hailwood
250 cc
Snelste ronde Vlag van Italië Tarquinio Provini
Eerste Vlag van Duitse Democratische Republiek Horst Fügner
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Hailwood
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Monty
125 cc
Snelste ronde Vlag van Zwitserland Luigi Taveri
Eerste Vlag van Italië Alberto Gandossi
Tweede Vlag van Zwitserland Luigi Taveri
Derde Vlag van Italië Carlo Ubbiali

De Grand Prix-wegrace van Zweden 1958 was de vijfde Grand Prix van het wereldkampioenschap wegrace in het seizoen 1958. De races werden verreden op 26- en 27 juli 1958 op het Hedemora TT Circuit, een stratencircuit in Hedemora. De zijspanklasse kwam in Zweden niet aan de start. De 125cc-klasse en de 350cc-klasse reden op zaterdag 26 juli, de 250cc-klasse en de 500cc-klasse op zondag 27 juli.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel de Zweedse Grand Prix voor het eerst als WK-race verreden werd, was het stratencircuit van Hedemora voor veel coureurs niet onbekend. Het was al sinds 1950 het toneel van de Zweedse Grand Prix, waar coureurs als Gianni Degli Antoni, Geoff Duke, John Hartle, Ken Kavanagh en Tarquinio Provini al overwinningen hadden geboekt. Het was wel de laatste keer dat de Grand Prix hier verreden werd. Vanaf het seizoen 1959 werd ze verplaatst naar de Råbelövsbanan in Kristianstad. Omdat de 350cc- en de 500cc-wereldtitels al binnen waren, ontbrak MV Agusta in de zwaarste klassen. Dat stelde Geoff Duke in staat met zijn in de fabriek geprepareerde Norton Manx' twee klassen te winnen. Het zouden de laatste overwinningen van Geoff Duke in WK-races worden.

De Norton Manx zoals hij er in 1958 ongeveer uitzag: met een dolfijnkuip nu de druppelstroomlijn verboden was.

500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

In afwezigheid van wereldkampioen John Surtees en diens teamgenoot John Hartle won Geoff Duke met zijn Norton 30M de 500cc-race in Zweden, maar hij had slechts 0,4 seconde voorsprong op Dickie Dale met de BMW RS 54. Het was de laatste WK-overwinning uit Duke's carrière en hij klom zes plaatsen in de WK-stand.

Uitslag 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Punten
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke Norton 1:19"04'3 8
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale BMW +0'4 6
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Shepherd Norton +1"03'7 4
4 Vlag van Federatie van Rhodesië en Nyasaland Gary Hocking Norton +1"06'6 3
5 Vlag van Duitsland Ernst Hiller BMW +1"28'7 2
6 Vlag van Australië Bob Brown Norton +2"30'3 1
7 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Paddy Driver Norton +2"34'1
8 Vlag van Australië Tom Phillis Norton +2"34'3
9 Vlag van Federatie van Rhodesië en Nyasaland Jim Redman Norton
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Michael O'Rourke Norton
11 Vlag van Zweden Kuno Johansson Norton
12 Vlag van Zweden Sven Andersson Norton
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jack Ahearn Matchless
14 Vlag van Zweden Evert Carlsson BMW

Niet gefinisht[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Trow Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Anderson Norton
Vlag van Italië Gerardo Düring Matchless
Vlag van Nieuw-Zeeland John Hempleman Norton

Niet deelgenomen[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Australië Keith Campbell (†) Norton Overleden[1]
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob McIntyre Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Minter Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Hartle MV Agusta
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees MV Agusta
Vlag van Italië Carlo Bandirola MV Agusta
Vlag van Italië Remo Venturi MV Agusta
Vlag van Italië Umberto Masetti MV Agusta
Vlag van Nieuw-Zeeland John Anderson Norton

Top tien tussenstand 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees (wereldkampioen) MV Agusta 32
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Hartle MV Agusta 16
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale BMW 12
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke BMW / Norton 11
5 Vlag van Duitsland Ernst Hiller BMW 8
Vlag van Federatie van Rhodesië en Nyasaland Gary Hocking Norton
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Minter Norton 7
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Anderson Norton
9 Vlag van Australië Keith Campbell (†) Norton 6
Vlag van Australië Bob Brown Norton

350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Op zaterdag won Geoff Duke met zijn Norton 40M al de 350cc-race in een veld dat door de afwezigheid van MV Agusta toch al uitsluitend uit Nortons bestond. Ook tweede man Bob Anderson en derde Mike Hailwood klommen flink in de WK-stand.

Uitslag 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Punten
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke Norton 1:09"49'1 8
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Anderson Norton 6
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Hailwood Norton 4
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Trow Norton 3
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Monty Norton 2
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Michael O'Rourke Norton 1

Niet deelgenomen[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Australië Keith Campbell (†) Norton Overleden[1]
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Hartle MV Agusta
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees MV Agusta

Onbekend[2][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk
Vlag van Zwitserland Luigi Taveri Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Alistair King Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Brown AJS
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob McIntyre Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Minter Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Tanner Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk George Catlin Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Shepherd Norton

Top tien tussenstand 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees (wereldkampioen) MV Agusta 32
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Hartle MV Agusta 18
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick Norton 11
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke Norton 10
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Hailwood Norton 9
6 Vlag van Australië Keith Campbell (†) Norton 8
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Anderson Norton
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Minter Norton 6
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Tanner Norton 4
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Shepherd Norton 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Trow Norton

250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Als Tarquinio Provini de 250cc-race gewonnen had, was hij al zeker geweest van de wereldtitel. Hij reed ook de snelste ronde, maar moest door schakelproblemen even de pit opzoeken. Hij reed nog verder, maar werd puntloos negende. Daardoor kon Horst Fügner de opmars van de MZ RE 250 voortzetten en hij won voor Mike Hailwood (NSU Sportmax) en Geoff Monty op zijn zelfbouw "Geoff Monty Special" GMS.

Uitslag 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Punten
1 Vlag van Duitse Democratische Republiek Horst Fügner MZ 51"45'5 8
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Hailwood NSU +1"31'3 6
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Monty GMS +2"31'8 4
4 Vlag van Duitsland Günter Beer Adler +1 ronde 3
5 Vlag van Oostenrijk Josef Autengruber NSU 2
6 Vlag van Duitsland Wilhelm Lecke DKW 1
9 Vlag van Italië Tarquinio Provini MV Agusta

Onbekend[2][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk
Vlag van Australië Bob Brown NSU
Vlag van Duitse Democratische Republiek Ernst Degner MZ
Vlag van Duitsland Dieter Falk Adler
Vlag van Duitsland Horst Kassner NSU
Vlag van Duitsland Walter Reichert NSU
Vlag van Duitsland Xaver Heiß NSU
Vlag van Verenigd Koninkrijk Arthur Wheeler Mondial
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick MV Agusta
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale NSU
Vlag van Verenigd Koninkrijk Sammy Miller ČZ
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tommy Robb NSU
Vlag van Italië Carlo Ubbiali MV Agusta
Vlag van Italië Emilio Mendogni Morini
Vlag van Italië Giampiero Zubani Morini

Top tien tussenstand 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Italië Tarquinio Provini MV Agusta 24
2 Vlag van Duitse Democratische Republiek Horst Fügner MZ 14
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Hailwood NSU 13
4 Vlag van Italië Carlo Ubbiali MV Agusta 12
5 Vlag van Duitsland Dieter Falk Adler 10
6 Vlag van Duitsland Horst Kassner NSU 4
7 Vlag van Australië Bob Brown NSU 3
Vlag van Duitsland Günter Beer Adler
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Arthur Wheeler Mondial 2
Vlag van Duitsland Xaver Heiß NSU
Vlag van Oostenrijk Josef Autengruber NSU

125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Net als Tarquinio Provini in de 250cc-klasse kon Carlo Ubbiali door te winnen al in Zweden wereldkampioen worden. Het circuit van Hedemora leek de Ducati 125 Trialbero echter op het lijf geschreven. Gianni Degli Antoni had met die machine al in 1956 gewonnen en dit keer waren het Alberto Gandossi en Luigi Taveri die Ubbiali voorbleven. Nu behielden Gandossi en Tarquinio Provini nog een theoretische kans op de wereldtitel.

Uitslag 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Punten
1 Vlag van Italië Alberto Gandossi Ducati 44"30'7 8
2 Vlag van Zwitserland Luigi Taveri Ducati +0'2 6
3 Vlag van Italië Carlo Ubbiali MV Agusta +13'2 4
4 Vlag van Italië Tarquinio Provini MV Agusta +1"13'9 3
5 Vlag van Duitse Democratische Republiek Ernst Degner MZ 2
6 Vlag van Duitse Democratische Republiek Horst Fügner MZ 1

Niet deelgenomen[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Italië Romolo Ferri Ducati Blessure[3]

Onbekend[2][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk
Vlag van Duitse Democratische Republiek Walter Brehme MZ
Vlag van Duitse Democratische Republiek Werner Musiol MZ
Vlag van Verenigd Koninkrijk Arthur Wheeler Mondial
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick Ducati
Vlag van Verenigd Koninkrijk Sammy Miller Ducati
Vlag van Italië Bruno Spaggiari Ducati
Vlag van Italië Enzo Vezzalini MV Agusta
Vlag van Italië Francesco Villa Ducati

Top tien tussenstand 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Italië Carlo Ubbiali MV Agusta 30
2 Vlag van Italië Alberto Gandossi Ducati 19
3 Vlag van Italië Tarquinio Provini MV Agusta 17
4 Vlag van Zwitserland Luigi Taveri Ducati 13
5 Vlag van Italië Romolo Ferri Ducati 12
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick Ducati 9
Vlag van Duitse Democratische Republiek Ernst Degner MZ
8 Vlag van Duitse Democratische Republiek Horst Fügner MZ 5
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Sammy Miller Ducati 3
10 Vlag van Duitse Democratische Republiek Walter Brehme MZ 2
Vorige race:
Grand Prix-wegrace van Duitsland 1958
FIM wereldkampioenschap wegrace
10e seizoen (1958)
Volgende race:
Ulster Grand Prix 1958

Vorige race:
Geen
Grand Prix-wegrace van Zweden Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Zweden 1959