TT Assen 1955

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Nederland TT Assen 1955
De Moto Guzzi Monocilindrica 350 bezette alle podiumplaatsen in de 350cc-klasse in Assen.
Officiële naam 25e Dutch TT
Land Vlag van Nederland Nederland
Datum 16 juli 1955
Organisator FIM/KMNV
500 cc
Snelste ronde Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke en Vlag van Ierland Reg Armstrong
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke
Tweede Vlag van Ierland Reg Armstrong
Derde Vlag van Italië Umberto Masetti
350 cc
Snelste ronde Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale
Eerste Vlag van Australië Ken Kavanagh
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale
250 cc
Snelste ronde Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas
Eerste Vlag van Zwitserland Luigi Taveri
Tweede Vlag van Italië Umberto Masetti
Derde Vlag van Duitsland Hermann Paul Müller
125 cc
Snelste ronde Vlag van Zwitserland Luigi Taveri
Eerste Vlag van Italië Carlo Ubbiali
Tweede Vlag van Italië Remo Venturi
Derde Vlag van Oostenrijk Rudolf Grimas
Zijspan
Snelste ronde Vlag van Duitsland Willi Faust/Vlag van Duitsland Karl Remmert
Eerste Vlag van Duitsland Willi Faust/Vlag van Duitsland Karl Remmert
Tweede Vlag van Duitsland Wilhelm Noll/Vlag van Duitsland Fritz Cron
Derde Vlag van Australië Bob Mitchell/Vlag van Australië Max George

De TT van Assen 1955 was de zesde Grand Prix van het wereldkampioenschap wegrace-seizoen 1955. De races werden verreden op zaterdag 16 juli 1955 op het Circuit van Drenthe vlak bij Assen. In deze Grand Prix bracht men alle klassen aan de start: 500 cc, 350 cc, 250 cc, 125 cc en de zijspanklasse. Tijdens de TT van Assen werden de wereldtitels in de 500cc,- de 350cc- de 125cc- en de zijspanklasse beslist.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Nieuw circuit[bewerken | brontekst bewerken]

In 1954 had de Stichting Circuit van Drenthe nog lof van de FIM gekregen voor de verbeteringen die aan het oude, 16,5 km lange circuit waren aangebracht. Dat had al vrij veel geld gekost en betrof alleen de meest noordelijke zeven kilometer, die in de gemeente Assen lagen. In de eerste plaats ging het om de nieuwe provinciale weg van Bartelds Bocht tot Hooghalen waardoor naast de gemeente Assen ook de provincie Drenthe betaalde. Hier werd het circuit op zeven meter breedte gebracht, maar in de gemeente Beilen bleef de breedte drie meter met bomen dicht langs de weg en werd alleen de klinkerbestrating in Hooghalen vervangen. Het getouwtrek om geld, waarbij de gemeente Beilen zich duidelijk achtergesteld voelde ten opzichte van de provinciehoofdstad Assen, eindigde in een nieuw, semi-permanent circuit geheel op Assense gemeentegrond en met een breedte van zeven meter, waardoor voor het eerst ook de zijspanklasse kon aantreden.

Jubileum[bewerken | brontekst bewerken]

Met het in zeer korte tijd gerealiseerde circuit kon de TT-commissie, die uiteindelijk besloten had ook een groot deel van de kosten voor haar rekening te nemen, de 25e TT van Assen tot een groot feest maken. Dat feest werd echter verstoord door een rijdersstaking in de 350cc-klasse en een dreigende staking in de 500cc-klasse.

Rijderstaking[bewerken | brontekst bewerken]

(Meest waarschijnlijke gang van zaken, opgetekend door Otto Kuipers in Het Motorrijwiel 2015 nr. 138, o.a. na gesprekken met coureur Jack Ahearn.)

Al tijdens de trainingen ontstond er onrust in het rennerskwartier, waar vooral Australische, Nieuw-Zeelandse en Britse privérijders kampeerden. Hoewel het circuit nieuw was, waren deze coureurs helemaal niet te spreken over de armoedige omstandigheden waaronder ze moesten werken. Onder hen was Keith Campbell, die niet eens had willen inschrijven omdat hij liever deelnam aan lucratieve internationale races met hogere start- en prijzengelden. Hij was benaderd door de TT-organisatie, waarschijnlijk na zijn derde plaats in de GP van België. Er was met hem geen startgeld afgesproken (de meeste rijders hadden de afspraak in hun inschrijfformulier staan: 400- tot 700 gulden voor starts in twee klassen). In Assen zou hij alleen in de 350cc-klasse kunnen starten, omdat hij in Schotten twee blokken kapot had gedraaid en er slechts één kon repareren. Men bood hem voor één start 300 gulden. Daar was Campbell niet tevreden mee, temeer omdat hem dat pas op het circuit werd meegedeeld en hij in België zo sterk had gereden. Campbell en zijn helper Bob Edmonds werden zo de initiatiefnemers van de rijdersstaking in de 350cc-klasse. Die vond plaats één ronde na de start van de 350cc-klasse om 11.30 uur. De meeste 350cc-coureurs stonden ook voor de 500cc-klasse ingeschreven en het was voor de organisatie belangrijk om een herhaling tijdens die race te voorkomen. Zo kon er tot 16.15 uur, de starttijd van de 500cc-race, onderhandeld worden. De Australiërs benaderden Geoff Duke om voor hen te lobbyen bij het TT-bestuur. Duke zette hun argumenten kracht bij door te dreigen dat ook het fabrieksteam van Gilera niet van start zou gaan. Hij had daarover al overlegd met Reg Armstrong, Alfredo Milani en Giuseppe Colnago. MV Agusta werd niet in de plannen betrokken, maar begon wel de motorfietsen in de vrachtauto te laden toen men hoorde van de staking. Zo groeide een relatief kleine actie van twaalf privérijders eigenlijk buiten proportie. Uiteindelijk ging de organisatie vlak voor de 500cc-race overstag en ze betaalde in totaal 19.000 gulden aan extra startgelden uit, niet alleen aan de stakers, maar aan alle deelnemers. Voor de coureurs het geld kregen moesten ze een verklaring ondertekenen dat ze de verhoging van het startgeld onder dreiging van een staking hadden afgedwongen én dat hun verklaring zou worden gebruikt om het gebeurde aan Commission Sportive Internationale van de FIM te rapporteren.

Nasleep van de staking[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Ulster Grand Prix verenigden de coureurs zich in de Professional Riders Association, die hun belangen zou vertegenwoordigen. Ze moesten zich in Augustus verdedigen tegenover de sportcommissie van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging. De meesten lieten zich vertegenwoordigen door Norman Dixon van de Auto-Cycle Union of door coureur Phil Heath. De commissie deed geen uitspraak en legde de zaken tijdens het najaarscongres van de FIM voor, maar die verwees het door naar de Commission Sportive Internationale. Hierin zat echter minstens één belanghebbende uit de TT-organisatie: voorzitter Piet Nortier. Het eindrapport was al opgesteld (door Nortier) en de aanwezige coureurs (Geoff Duke, Reg Armstrong, Tony McAlpine en Phil Heath) mochten het lezen en kregen twee uur de tijd om hun verdediging op te bouwen. Dat had geen zin. Van de acht landenvertegenwoordigers in de commissie stemde alleen Ierland tegen de straffen voor de coureurs. Opmerkelijk was dat de ACU, die voor de Britten, de Australiërs en de Nieuw-Zeelanders zou opkomen, ook voor stemde. Het gevolg was dat Jack Ahearn, Bob Brown, Keith Campbell, Peter Davey, Geoff Duke, John Hemplemann, Eric Houseley, Bob Matthews, Tony McAlpine, Peter Murphey en Barry Stormont 6 maanden geschorst werden met ingang van 1 januari 1956. Giuseppe Colnago, Umberto Masetti en Alfredo Milani kregen 4 maanden schorsing alleen al omdat ze met de stakers gesympathiseerd hadden. Dit alles wierp de 500cc-wereldtitel van het seizoen 1956 in de schoot van John Surtees en MV Agusta. Jaren later - in 2000 - verklaarde Geoff Duke over het gebeurde dat de situatie niet zou zijn geëscaleerd als zijn teammanager Piero Taruffi aanwezig was geweest. Die had de zaak met het TT-bestuur kunnen oplossen zonder de Gilera-rijders erbij te betrekken.

500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Na alle consternatie tussen de 350- en de 500cc-race gingen de coureurs rond half vijf van start, aanvankelijk aangevoerd door Reg Armstrong. Na zes ronden nam Geoff Duke de leiding over om uiteindelijk met ruim een halve minuut te winnen. Achter Armstrong was Drikus Veer, met de reserve-Gilera 500 4C van Duke, van de elfde plaats opgeklommen naar de derde, waar hij in gevecht was met Umberto Masetti. Drie ronden voor de finish maakte Veer een foutje waardoor Masetti alsnog derde werd. Drikus Veer was de eerste Nederlander die in de 500cc-klasse punten scoorde. Voor Geoff Duke was de dag nog beter: hij was nu al zeker van zijn zesde wereldtitel.

Uitslag 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ronden Tijd Punten
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke Gilera 27 1:37"03'9 8
2 Vlag van Ierland Reg Armstrong Gilera 27 +35'3 6
3 Vlag van Italië Umberto Masetti MV Agusta 27 +2"05'3 4
4 Vlag van Nederland Drikus Veer Gilera 3
5 Vlag van Australië Bob Brown Matchless 2
6 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Eddie Grant Norton 1
7 Vlag van Nederland Piet Bakker Norton
8 Vlag van Duitsland Hans-Günter Jäger Norton
9 Vlag van Nederland Priem Rozenberg BMW
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Heath Norton
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob Fitton Norton
12 Vlag van Nederland Piet Knijnenburg Matchless
13 Vlag van Nederland Cas Swart Norton
14 Vlag van Italië Alfredo Milani Gilera
15 Vlag van Nederland Gerrit ten Kate Norton

Niet gefinisht[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Australië Jack Ahearn Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Matthews Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Houseley Matchless
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jack Forrest BMW
Vlag van Verenigd Koninkrijk Peter Davey Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony McAlpine BMW
Vlag van Italië Giuseppe Colnago Gilera
Vlag van Nederland Anton Elbersen Norton
Vlag van Nederland Martinus van Son Norton
Vlag van Nieuw-Zeeland Barry Stormont BSA
Vlag van Nieuw-Zeeland Frederick Cook Matchless
Vlag van Nieuw-Zeeland Peter Murphy Matchless Val

Niet deelgenomen[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Australië Keith Campbell Norton Geen machine
Vlag van Australië Ken Kavanagh Moto Guzzi
Vlag van België Auguste Goffin Norton
Vlag van België Firmin Dauwe Norton
Vlag van België Léon Martin Gilera
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland Ernst Riedelbauch BMW
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland Walter Zeller BMW
Vlag van Frankrijk Jacques Collot Norton
Vlag van Frankrijk Pierre Monneret Gilera
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas Moto Guzzi
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob McIntyre Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Ennett Matchless
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale Moto Guzzi
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jack Brett Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Clark Matchless
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Hartle Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Storr Norton
Vlag van Italië Carlo Bandirola MV Agusta
Vlag van Italië Duilio Agostini Moto Guzzi
Vlag van Italië Libero Liberati Gilera
Vlag van Italië Nello Pagani MV Agusta
Vlag van Italië Orlando Valdinoci Gilera
Vlag van Italië Tito Forconi MV Agusta

Top tien tussenstand 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke (wereldkampioen) Gilera 32
2 Vlag van Ierland Reg Armstrong Gilera 24
3 Vlag van Italië Umberto Masetti MV Agusta 11
4 Vlag van Italië Carlo Bandirola MV Agusta 10
Vlag van Italië Giuseppe Colnago Gilera
6 Vlag van Italië Libero Liberati Gilera 6
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland Walter Zeller BMW
Vlag van Frankrijk Pierre Monneret Gilera
9 Vlag van Italië Tito Forconi MV Agusta 4
Vlag van Australië Ken Kavanagh Moto Guzzi
Vlag van België Léon Martin Gilera

350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De 350cc-race ging normaal van start, maar bij de doorkomst na de eerste ronde stuurden twaalf privérijders hun machines de pit in en was deel een van de rijdersstaking een feit. Ook Francis Flahaut, meestal bakkenist van Jean Murit en in de zijspanklasse als vierde geëindigd, reed de pit in, maar het was niet duidelijk of hij dat ook uit protest deed. Ken Kavanagh won de race met slechts 0,2 seconde voorsprong op stalgenoot Bill Lomas, die aan 6 punten wel genoeg had om zich nu al wereldkampioen te mogen noemen. Dickie Dale werd met de derde Moto Guzzi derde voor August Hobl, die met de DKW RM 350 in het begin nog aan de leiding had gereden.

Uitslag 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ronden Tijd Punten
1 Vlag van Australië Ken Kavanagh Moto Guzzi 20 1:13"36'2 8
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas Moto Guzzi 20 +0'2 6
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale Moto Guzzi 20 +0'5 4
4 Vlag van Duitsland August Hobl DKW 3
5 Vlag van Duitsland Karl Hoffmann DKW 2
6 Vlag van Duitsland Hans Bartl DKW 1
7 Vlag van Duitsland Hans Baltisberger NSU
8 Vlag van Duitsland Siegfried Wünsche DKW
9 Vlag van Nederland Lo Simons AJS
10 Vlag van Duitsland Heinz Kauert AJS

Niet gefinisht[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Australië Bob Brown Matchless Staking
Vlag van Australië Jack Ahearn Norton Staking
Vlag van Australië Keith Campbell Norton Staking
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Matthews Norton Staking
Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Houseley AJS Staking
Vlag van Verenigd Koninkrijk Peter Davey Norton Staking
Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Heath Norton Staking
Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob Fitton Norton Staking
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony McAlpine Norton Staking
Vlag van Marokko Francis Flahaut Norton Onbekend
Vlag van Nieuw-Zeeland Barry Stormont BSA Staking
Vlag van Nieuw-Zeeland John Hempleman Norton Staking
Vlag van Nieuw-Zeeland Peter Murphy AJS Staking

Onbekend[1][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk
Vlag van Australië Maurice Quincey Norton
Vlag van België Auguste Goffin Norton
Vlag van Frankrijk Jacques Collot Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob McIntyre Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Cecil Sandford Moto Guzzi
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Hartle Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees Norton
Vlag van Italië Duilio Agostini Moto Guzzi
Vlag van Italië Enrico Lorenzetti Moto Guzzi
Vlag van Italië Roberto Colombo Moto Guzzi

Top tien tussenstand 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas (wereldkampioen) Moto Guzzi 30
2 Vlag van Bondsrepubliek Duitsland August Hobl DKW 15
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Cecil Sandford Moto Guzzi 10
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dickie Dale Moto Guzzi
Vlag van Australië Ken Kavanagh Moto Guzzi
6 Vlag van Italië Duilio Agostini Moto Guzzi 8
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees Norton 7
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob McIntyre Norton 6
Vlag van Italië Roberto Colombo Moto Guzzi
10 Vlag van Australië Keith Campbell Norton 4

250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De 250cc-race in Assen werd gewonnen door Bill Lomas, die echter tijdens het bijtanken zijn motor had laten draaien en daarom als tweede werd geklasseerd. Er werd echter beroep aangetekend, waardoor Lomas aanvankelijk door de sportcommissie van de KNMV toch tot winnaar werd verklaard. Hermann Paul Müller ging hiertegen in beroep bij de FIM, die Lomas ten slotte helemaal uit de uitslag schrapte. De overwinning ging nu naar zijn teamgenoot Luigi Taveri, voor Umberto Masetti en Hermann Paul Müller.

Uitslag 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ronden Tijd Punten
1 Vlag van Zwitserland Luigi Taveri MV Agusta 17 1:04"22'4 8
2 Vlag van Italië Umberto Masetti MV Agusta 17 +41'2 6
3 Vlag van Duitsland Hermann Paul Müller NSU 17 +43'8 4
4 Vlag van Italië Enrico Lorenzetti Moto Guzzi 3
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Cecil Sandford Moto Guzzi 2
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Arthur Wheeler Moto Guzzi 1
7 Vlag van Duitsland Günter Beer Adler
8 Vlag van Australië Jack Forrest NSU
9 Vlag van Duitsland Kurt Knopf NSU
10 Vlag van Nederland Piet Knijenburg NSU
11 Vlag van Duitsland Karl-Julius Holthaus NSU
12 Vlag van Nederland Lo Simons NSU
13 Vlag van Duitsland Ludwig Malchus NSU

Gediskwalificeerd[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas MV Agusta Tanken met draaiende motor

Onbekend[1][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk
Vlag van Duitsland Hans Baltisberger NSU
Vlag van Duitsland Helmut Hallmeier NSU
Vlag van Duitsland Wolfgang Brand NSU
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Webster Velocette
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick RDS-Velocette
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Surtees NSU
Vlag van Verenigd Koninkrijk Sammy Miller NSU

Top tien tussenstand 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Bondsrepubliek Duitsland Hermann Paul Müller NSU 16
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Cecil Sandford Moto Guzzi 12
3 Vlag van Zwitserland Luigi Taveri MV Agusta 11
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas MV Agusta 8
5 Vlag van Duitsland Wolfgang Brand NSU 6
Vlag van Verenigd Koninkrijk Arthur Wheeler Moto Guzzi
Vlag van Italië Umberto Masetti MV Agusta
8 Vlag van Italië Enrico Lorenzetti Moto Guzzi 3
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Chadwick RDS-Velocette 2
10 Vlag van Duitsland Helmut Hallmeier NSU 1
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Webster Velocette

125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Er was maar weinig spanning in de 125cc-race. Al na dertien ronden hadden de MV Agusta-fabrieksrijders Carlo Ubbiali en Remo Venturi het hele veld op een ronde gereden. Aanvankelijk had Luigi Taveri de leiding, maar hij kwam ten val waarbij hij zijn stroomlijnkuip beschadigde en moest opgeven. De overwinning van Ubbiali betekende dat hij onbereikbaar was geworden voor de concurrentie en wereldkampioen 125 cc was.

Uitslag 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ronden Tijd Punten
1 Vlag van Italië Carlo Ubbiali MV Agusta 14 57"17'2 8
2 Vlag van Italië Remo Venturi MV Agusta 14 +0'2 6
3 Vlag van Oostenrijk Rudolf Grimas Mondial 4
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Webster MV Agusta 3
5 Vlag van Duitsland Willi Scheidhauer MV Agusta 2
6 Vlag van Duitsland Erich Wünsche MV Agusta 1
7 Vlag van Nederland Gerrit Dupont MV Agusta
8 Vlag van Nederland Jasper Kaspers Sparta
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Maddrick MV Agusta
10 Vlag van Nederland Jan Muijlwijk DKW
11 Vlag van Nederland Jan Rietveld Eysink

Niet gefinisht[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Zwitserland Luigi Taveri MV Agusta Valschade

Niet deelgenomen[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak
Vlag van Italië Giuseppe Lattanzi (†) Mondial Overleden[2]
Vlag van Italië Romolo Ferri Mondial Teambeleid[3]
Vlag van Italië Tarquinio Provini Mondial Teambeleid[3]

Onbekend[1][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk
Vlag van Duitse Democratische Republiek Erhart Krumpholz IFA
Vlag van Duitsland August Hobl DKW
Vlag van Duitsland Bernhard Petruschke IFA
Vlag van Duitsland Karl Lottes MV Agusta
Vlag van Duitsland Siegfried Wünsche DKW
Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Marcello Cama Montesa
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas MV Agusta
Vlag van Verenigd Koninkrijk Ross Porter MV Agusta
Vlag van Italië Angelo Copeta MV Agusta
Vlag van Italië Paolo Campanelli Mondial

Top tien tussenstand 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ptn
1 Vlag van Italië Carlo Ubbiali (wereldkampioen) MV Agusta 32 (36)
2 Vlag van Zwitserland Luigi Taveri MV Agusta 26
3 Vlag van Italië Giuseppe Lattanzi (†) Mondial 11
4 Vlag van Italië Remo Venturi MV Agusta 10
5 Vlag van Italië Romolo Ferri Mondial 7
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Webster MV Agusta 5
7 Vlag van Italië Angelo Copeta MV Agusta 4
Vlag van Oostenrijk Rudolf Grimas Mondial
9 Vlag van Italië Tarquinio Provini Mondial 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Lomas MV Agusta
Vlag van Duitsland Karl Lottes MV Agusta

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Dankzij het nieuwe, bredere TT-circuit kon voor het eerst de zijspanklasse aantreden in Assen. Tot dat moment had BMW alle races gewonnen, maar nu gingen Cyril Smith/Stanley Dibben en Pip Harris/Ray Campbell als eersten aan de leiding, gevolgd door drie BMW-combinaties. Smith viel echter al vroeg in de race uit en Wilhelm Noll/Fritz Cron verdrongen Harris/Campbell van de eerste positie. Die laatsten vielen ook uit, maar Noll/Cron moesten uiteindelijk hun stalgenoten Willi Faust/Karl Remmert ook voorlaten waardoor ze de kans op de wereldtitel verspeelden. Faust en Remmert waren nu al wereldkampioen.

Uitslag zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Bakkenist Merk Ronden Tijd Punten
1 Vlag van Duitsland Willi Faust Vlag van Duitsland Karl Remmert BMW 14 55"41'1 8
2 Vlag van Duitsland Wilhelm Noll Vlag van Duitsland Fritz Cron BMW 14 +18'2 6
3 Vlag van Australië Bob Mitchell Vlag van Australië Max George Norton 14 +1"31'0 4
4 Vlag van Frankrijk Jean Murit Vlag van Marokko Francis Flahaut BMW 3
5 Vlag van Frankrijk Jacques Drion Vlag van Duitsland Inge Stoll Norton 2
6 Vlag van Nederland Henk Steman Vlag van Nederland Mappie de Haas[4] BMW 1
7 Vlag van Zwitserland Roland Benz Vlag van Zwitserland Jakob Kuchler Norton
8 Vlag van Duitsland Loni Neussner Onbekend Norton
9 Vlag van Zwitserland Hans Haldemann Vlag van Zwitserland Herbert Läderach Norton

Niet gefinisht[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Bakkenist Merk Oorzaak
Vlag van Verenigd Koninkrijk Cyril Smith Vlag van Verenigd Koninkrijk Stanley Dibben Norton Mechanisch
Vlag van Verenigd Koninkrijk Pip Harris Vlag van Verenigd Koninkrijk Ray Campbell Matchless Mechanisch

Onbekend[1][bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Bakkenist Merk
Vlag van België Julien Deronne Vlag van België Bruno Leys BMW
Vlag van Zwitserland Florian Camathias Vlag van Zwitserland Maurice Büla BMW
Vlag van Duitsland Fritz Seeber Vlag van Duitsland Franz Heiß BMW
Vlag van Duitsland Rudolf Koch Vlag van Duitsland Christian Wirth BMW
Vlag van Duitsland Walter Schneider Vlag van Duitsland Hans Strauß en
Vlag van Duitsland Manfred Grunwald
BMW
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Boddice Vlag van Verenigd Koninkrijk William Storr Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Oliver Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Bliss en
Vlag van Verenigd Koninkrijk Les Nutt
Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Ernie Walker Vlag van Verenigd Koninkrijk Dun Roberts Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Frank Taylor Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Taylor Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jackie Beeton Vlag van Verenigd Koninkrijk Charles Billingham Norton
Vlag van Italië Ernesto Merlo Vlag van Italië Dino Magri Gilera

Top tien tussenstand zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Bakkenist Merk Ptn
1 Vlag van Duitsland Willi Faust (wereldkampioen) Vlag van Duitsland Karl Remmert (wereldkampioen) BMW 30
2 Vlag van Duitsland Wilhelm Noll Vlag van Duitsland Fritz Cron BMW 20
3 Vlag van Duitsland Walter Schneider Vlag van Duitsland Hans Strauß en Vlag van Duitsland Manfred Grunwald BMW 16
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Boddice Vlag van Verenigd Koninkrijk William Storr Norton 6
Vlag van Verenigd Koninkrijk Cyril Smith Vlag van Verenigd Koninkrijk Stanley Dibben Norton
Vlag van Verenigd Koninkrijk Pip Harris Vlag van Verenigd Koninkrijk Ray Campbell Matchless
Vlag van Frankrijk Jacques Drion Vlag van Duitsland Inge Stoll-Laforge Norton
Vlag van Australië Bob Mitchell Vlag van Australië Max George Norton
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Oliver Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Bliss en Vlag van Verenigd Koninkrijk Les Nutt Norton 4
Vlag van Frankrijk Jean Murit Vlag van Frankrijk Francis Flahaut BMW

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Gemiste trainingen[bewerken | brontekst bewerken]

MV Agusta[bewerken | brontekst bewerken]

Voor MV Agusta zat de spanning al vóór de race, toen de vrachtauto met coureurs en machines in Duitsland bij een ongeval betrokken raakte. Uiteindelijk bereikte de zwaar beschadigde wagen het circuit, toen de eerste trainingen al voorbij waren.

Gilera[bewerken | brontekst bewerken]

Ook de machines van Gilera arriveerden veel te laat op het circuit. De coureurs waren er, maar hadden niets vernomen van het team. Geoff Duke trainde toen maar door tijdens de pauzes met een auto het circuit te verkennen.

Vorige race:
Grand Prix-wegrace van België 1955
FIM wereldkampioenschap wegrace
7e seizoen (1955)
Volgende race:
Ulster Grand Prix 1955

Vorige race:
TT Assen 1954
TT Assen Volgende race:
TT Assen 1956