Kabinet-Rutte III
Kabinet-Rutte III | ||||
---|---|---|---|---|
Coalitie | VVD, CDA, D66, ChristenUnie | |||
Zeteltal TK | 33 + 19 + 19 + 5 = 76 | |||
Zeteltal EK | 13 + 12 + 10 + 3 = 38 (tot 2019) 12 + 9 + 7 + 4 = 32 (na 2019) | |||
Premier | Mark Rutte | |||
Beëdiging | 26 oktober 2017 | |||
Demissionair | 15 januari 2021 | |||
Ontslagdatum | 10 januari 2022 | |||
Voorganger | Rutte II | |||
Opvolger | Rutte IV | |||
Formatie | 2017 | |||
Zetelverdeling Tweede Kamer bij aanvang van het kabinet
| ||||
Overzicht kabinetten | ||||
|
Het kabinet-Rutte III was een Nederlands kabinet van 26 oktober 2017 tot en met 10 januari 2022. Het werd gevormd door de partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en stond onder voorzitterschap van minister-president Mark Rutte.
Het kabinet werd op 26 oktober 2017 beëdigd als opvolger van het kabinet-Rutte II, na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 en de daaropvolgende kabinetsformatie.
Op 15 januari 2021 bood het kabinet zijn ontslag aan, twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen, als reactie op een rapport over de toeslagenaffaire. Op 10 januari 2022 werd het kabinet-Rutte IV beëdigd als opvolger.
Totstandkoming
[bewerken | brontekst bewerken]Formatie
[bewerken | brontekst bewerken]Na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 ging de kabinetsformatie van start onder leiding van verkenner Edith Schippers. Het was direct duidelijk dat de kern van een nieuw kabinet zou worden gevormd door VVD, CDA en D66, die samen vijf zetels tekort kwamen voor meerderheid. Op 28 maart werd Schippers door de Tweede Kamer voorgedragen als informateur om verder te gaan met concrete onderhandelingen voor een kabinet van VVD–CDA–D66–GroenLinks. Op 15 mei mislukte deze formatiepoging, als gevolg van de verschillende standpunten van de partijen over asiel en migratie.
Toen op 23 mei een tweede formatiepoging, dit keer met de ChristenUnie, mislukte, stelde Schippers voor een nieuwe informateur te benoemen, Herman Tjeenk Willink. Hernieuwde gesprekken met GroenLinks leidden niet tot overeenstemming. Op 27 juni gaf de informateur in zijn eindverslag aan dat de enige mogelijkheid voor een meerderheidskabinet een kabinet was met de vier partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Gerrit Zalm werd een dag later benoemd tot informateur. Op 9 oktober, 208 dagen na de verkiezingen, lag er een voorlopig coalitieakkoord getiteld "Vertrouwen in de toekomst" op tafel voor een nieuw te vormen kabinet-Rutte III. Op 12 oktober werd Rutte op voorstel van de vier hoofdonderhandelaars door de Tweede Kamer aangesteld als formateur. Op 25 oktober rondde Rutte zijn taken als formateur af en overhandigde hij zijn eindverslag aan Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib.[1] Een dag later werd het kabinet beëdigd.
Wijzigingen ministeries
[bewerken | brontekst bewerken]In het regeerakoord werd afgesproken wijzigingen aan te brengen in ministeries en portefeuilles.[1] Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werd heropgericht, nadat het tussen 2010 en 2017 was ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken. Drie ministeries werden hernoemd. Het ministerie van Economische Zaken werd ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Infrastructuur en Milieu werd ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Veiligheid en Justitie werd ministerie van Justitie en Veiligheid. Uit een rapport van de Auditdienst Rijk uit oktober 2018 bleek dat de herstructureringen en naamswijzigingen naar schatting € 31,7 miljoen hebben gekost.[2]
Verder verdween de minister zonder portefeuille voor Wonen en Rijksdienst. Nieuwe ministers waren die voor Rechtsbescherming, Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, en Medische Zorg, respectievelijk ondergebracht bij de ministeries van Justitie en Veiligheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Verloop
[bewerken | brontekst bewerken]Eerste jaar
[bewerken | brontekst bewerken]Na een lange formatie kwam het kabinet vrij moeizaam van start. In de eerste honderd dagen werd de wet Hillen afgeschaft. Die maatregel moest stapsgewijs een eind maken aan het belastingvoordeel voor huiseigenaren die hun hypotheek volledig hebben afgelost. Ook besloot minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes nog sneller de gaswinning bij het Groningenveld te verminderen.[3]
Vier maanden na aantreden stapte minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra op. Hij had jarenlang beweerd aanwezig te zijn geweest bij een bijeenkomst in de datsja van Russisch president Vladimir Poetin, waar Poetin gesproken zou hebben over een ambitie voor een "Groot-Rusland". Zijlstra bleek daar echter niet bij aanwezig te zijn geweest. Diens opvolger, Stef Blok, kwam hetzelfde jaar ook in opspraak, toen hij onder meer Suriname een failed state noemde.
Aangekondigd in het regeerakkoord was de afschaffing van de dividendbelasting. Vanaf het begin was dit controversieel, omdat het in geen verkiezingsprogramma had gestaan.[4] Rutte beweerde dat er geen memo's waren over de afschaffing van de dividendbelasting, maar deze bleken er wel te zijn.[5] Dit leidde tot een motie van afkeuring tegen Rutte die gesteund werd door de hele oppositie behalve SGP.[6] Uiteindelijk besloot het kabinet de afschaffing in te trekken.[4] Als alternatief werd besloten de winstbelasting te verlagen.[7]
Verlies van meerderheid
[bewerken | brontekst bewerken]Vanwege een beveiligingsprobleem met de MediaWiki Graph-software is het momenteel niet mogelijk deze grafiek weer te geven. Zodra de software is bijgewerkt zal de grafiek vanzelf weer zichtbaar worden.
Door de Eerste Kamerverkiezingen van 27 mei 2019 verloor het kabinet zijn meerderheid in de Eerste Kamer.[21] De coalitie ging daar van 38 naar 32 zetels.
Het kabinet leunde altijd op een krappe meerderheid van 76 zetels. Op 24 september 2019 besloot de VVD na meerdere incidenten toch Kamerlid Wybren van Haga uit de fractie te zetten.[22] Van Haga besloot door te gaan als eenmansfractie, waardoor het kabinet de meerderheid verloor.[23] Van Haga gaf wel aan het regeerakkoord te blijven steunen.[24]
Coronacrisis
[bewerken | brontekst bewerken]Nederland kreeg in februari 2020 te maken met de coronacrisis door de COVID-19-pandemie. Op 27 februari 2020 werd de eerste besmetting in Loon op Zand geconstateerd. Het kabinet gaf het advies geen handen meer te schudden. Later kwamen er meer maatregelen bij, zoals zoveel mogelijk thuis werken en geen bijeenkomsten met meer dan honderd personen te houden. De maatregelen werden in de loop van de tijd verder aangescherpt, waarbij scholen, horeca en andere uitgaansgelegenheden hun deuren moesten sluiten.
Op 16 maart 2020 sprak minister-president Mark Rutte het land toe door middel van een radio- en televisietoespraak. De laatste keer dat een Nederlandse minister-president bij een crisis de bevolking toesprak, was in 1973 tijdens de oliecrisis.
Demissionair
[bewerken | brontekst bewerken]Naar aanleiding van het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag gepresenteerd op 17 december 2020 over de toeslagenaffaire, beraadde het kabinet zich op een reactie, inclusief mogelijke politieke gevolgen. Op 10 januari 2021 kondigde GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver aan een motie van wantrouwen in te dienen tegen kabinet-Rutte III tijdens een aankomend debat op 15 januari 2021 over het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie.[25] Alle oppositiepartijen gaven aan dit te steunen of te overwegen.[26] Vlak voor dat debat besloot het kabinet na een ministerraad af te treden en demissionair door te gaan tot de geplande Tweede Kamerverkiezingen die twee maanden later zullen plaatsvinden. Daarnaast besloot minister van Economische Zaken Eric Wiebes direct op te stappen.[27]
Aangezien de val van het kabinet in de coronacrisis viel, waren er zorgen over of dit van invloed zou zijn op het corona-beleid.[28] Rutte gaf bij bekendmaking van de ontslagaanvraag aan dat de bestrijding van het coronavirus onverminderd door zou gaan.[29]
De coalitiepartijen wisten bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 met 78 zetels weer een meerderheid te behalen, een grotere dan bij de verkiezingen in 2017. Het kabinet regeerde door tot 10 januari 2022, toen het kabinet-Rutte IV geïnstalleerd werd. Door de ontslagaanbieding al twee maanden voor de verkiezingsdatum en de lengte van de daaropvolgende formatie werd een nieuw record gevestigd voor de zittingsduur van een demissionair kabinet.[30]
Samenstelling
[bewerken | brontekst bewerken]Aanvankelijk bestond het kabinet uit zestien ministers en acht staatssecretarissen. De VVD leverde zes ministers en drie staatssecretarissen, het CDA en D66 beide vier ministers en twee staatssecretarissen en de ChristenUnie twee ministers en één staatssecretaris. Door mutaties is dit in de loop van het kabinet gewijzigd.
Aanvankelijk waren er vier ministers zonder portefeuille. Deze worden aangegeven met "Ministers voor" in plaats van "Ministers van".
Na het ontslag van staatssecretaris Keijzer telde het kabinet elf tussentijds opgestapte kabinetsleden. Daarmee overtrof het kabinet het record van kabinet-Lubbers III.[31]
Bewindspersonen
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Functie gecontinueerd vanuit het vorige kabinet-Rutte II.
- ↑ a b Functie gecontinueerd in het volgende kabinet-Rutte IV.
- ↑ a b c d Als minister lid van het volgende kabinet-Rutte IV op een ander departement.
- ↑ a b Vanwege ziekteverlof.
- ↑ a b c d Gedurende het ziekteverlof van Ollongren.
- ↑ Afgetreden wegens leugens rond een zogenaamd bezoek aan de datsja van Vladimir Poetin in 2006.[33]
- ↑ a b c d Waarnemend
- ↑ Afgetreden na een motie van afkeuring in de Tweede Kamer in verband met de problemen rondom evacuaties van Afghanen nadat de Taliban weer aan de macht kwamen na het vertrek van de Amerikanen.[34]
- ↑ Afgetreden om in dienst te gaan bij Vereniging Energie-Nederland.
- ↑ Afgetreden vanwege zijn rol in de toeslagenaffaire als staatssecretaris van Financiën in vorig kabinet.
- ↑ Afgetreden wegens oververmoeidheid tijdens coronapandemie.[35]
- ↑ Afgetreden na een motie van afkeuring in de Tweede Kamer in verband met de problemen rondom evacuaties van Afghanen nadat de Taliban weer aan de macht kwamen na het vertrek van de Amerikanen.[36]
- ↑ Mag in buitenland titel van Minister voeren
- ↑ Afgetreden wegens achtergehouden cijfers van misdrijven door asielzoekers.[37]
- ↑ Afgetreden wegens toeslagenaffaire.
- ↑ Portefeuille:
- Mededinging
- MKB
- Digitalisering
- (Agentschap) Telecom
- Aanpak regeldruk en Adviescollege toetsing regeldruk
- Post
- ↑ Op voordracht van minister-president Rutte ontslagen door de koning nadat ze uitspraken had gedaan over coronatoegangsbewijs die tegen het kabinetsbeleid waren.
- ↑ Afgetreden om gezondheidsredenen.[38]
- ↑ Afgetreden om directeur van de Europese tak van het World Resources Institute te worden.[39]
- ↑ Mag in buitenland titel van Minister voeren
- ↑ Portefeuille:
- Fiscaliteit
- Belastingdienst
- ↑ a b Als staatssecretaris lid van het volgende kabinet Rutte-IV.
- ↑ Portefeuille:
- Toeslagen
- Douane
- ↑ Tijdelijk
- ↑ Lid van de PvdA, maar met toestemming van de partijleider Lodewijk Asscher op persoonlijke titel toegetreden.[40]
- ↑ Portefeuille:
- Klimaat
- Energie
- ↑ a b Als minister lid van het volgende kabinet Rutte-IV.
Afwijzingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Na het aftreden van Snel was Pieter Omtzigt gevraagd, maar die wees dit af.
- Na het aftreden van Bruins vroeg Rutte Edith Schippers om minister voor Medische Zorg te worden, maar dit wees ze af.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Bronnen
- Portefeuilleverdeling kabinet VVD/CDA/D66/CU en agenda formateur Rutte, Bureau woordvoering kabinetsformatie 20 oktober 2017, laatst geraadpleegd op 21 oktober 2017.
Referenties
- ↑ a b Eindverslag formateur Rutte 25 oktober 2017, p. 1.
- ↑ Naamswijziging ministeries kost 32 miljoen euro. NOS Nieuws (2 april 2019). Gearchiveerd op 3 januari 2023.
- ↑ 100 dagen Rutte III: weinig wetten, wel veel werk in uitvoering. NOS Nieuws (2 februari 2018). Gearchiveerd op 5 mei 2018. Geraadpleegd op 4 mei 2018.
- ↑ a b de Witt Wijnen, Philip, Rutte slikt na een klein jaar zélf die ‘meloen’ van 1,9 miljard door. NRC Handelsblad (15 oktober 2018). Gearchiveerd op 23 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 augustus 2021.
- ↑ Brandsma, Jelle; Kieskamp, Wilma, De mist die Rutte creëerde rond de memo-affaire. Trouw (28 april 2018). Gearchiveerd op 23 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 augustus 2021.
- ↑ Bijna hele oppositie steunt motie van afkeuring tegen Rutte. NOS Nieuws (25 april 2018). Gearchiveerd op 5 mei 2018. Geraadpleegd op 4 mei 2018.
- ↑ Alternatief voor dividendmaatregel: lagere belasting voor bedrijven. NOS Nieuws (15 oktober 2018). Gearchiveerd op 23 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 augustus 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: VVD stijgt door; economie wordt belangrijker (15 mei 2020). Gearchiveerd op 26 juli 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: gat tussen VVD en achtervolgers wordt groter (11 juni 2020). Gearchiveerd op 1 augustus 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: VVD stabiel de grootste, FvD levert verder in (13 oktober 2020). Gearchiveerd op 22 augustus 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O Zetelpeiling: VVD groeit door, PVV vergroot voorsprong op achtervolgers (19 november 2020). Gearchiveerd op 1 augustus 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O zetelpeiling: Wopke-effect, CDA groeit naar 19 zetels (15 december 2020). Gearchiveerd op 26 juli 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O Zetelpeiling: VVD blijft de grootste, PvdA en PVV leveren in, JA21 komt op 2 zetels (13 januari 2021). Gearchiveerd op 1 augustus 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O-Zetelpeiling; potentie voor Ploumen (27 januari 2021). Gearchiveerd op 1 augustus 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: VVD verliest zetels & tevredenheid met kabinet daalt (19 februari 2021). Gearchiveerd op 22 augustus 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: CDA en D66 verliezen door formatieperikelen (5 mei 2021). Gearchiveerd op 18 september 2021. Geraadpleegd op 22 augustus 2021.
- ↑ Vertrouwen in kabinet én overheid én Kaag afgenomen. I&O Research (20 september 2021). Gearchiveerd op 21 september 2021. Geraadpleegd op 21 september 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: D66 verliest wederom, vertrouwen in overheid blijft dalen. I&O Research (14 oktober 2021). Gearchiveerd op 18 oktober 2021. Geraadpleegd op 18 oktober 2021.
- ↑ I&O-zetelpeiling: tevredenheid met kabinet op laagste niveau in drie jaar. I&O Research (18 november 2021). Gearchiveerd op 18 november 2021. Geraadpleegd op 18 november 2021.
- ↑ Start Rutte IV: hebben Nederlanders er vertrouwen in?. Gearchiveerd op 4 oktober 2022.
- ↑ VVD en Forum even groot in Eerste Kamer, coalitie is meerderheid kwijt. RTL Nieuws (27 mei 2019). Gearchiveerd op 8 oktober 2019. Geraadpleegd op 8 oktober 2019.
- ↑ Mebius, Dion, VVD zet Kamerlid Wybren van Haga uit de fractie. de Volkskrant (24 september 2019). Gearchiveerd op 8 oktober 2019. Geraadpleegd op 8 oktober 2019.
- ↑ Van Haga verder als eenpitter: kabinet verliest meerderheid. de Volkskrant (7 oktober 2019). Gearchiveerd op 8 oktober 2019. Geraadpleegd op 8 oktober 2019.
- ↑ Oud-VVD-fractielid Van Haga neemt Kamerzetel mee. NOS Nieuws (7 oktober 2019). Gearchiveerd op 23 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 augustus 2021.
- ↑ Kieskamp, Wilma, De druk groeit op Rutte: GroenLinks eist dat hele kabinet opstapt om toeslagenaffaire. Trouw (10 januari 2021). Gearchiveerd op 12 januari 2021. Geraadpleegd op 15 januari 2021.
- ↑ Grote steun voor motie van wantrouwen tegen kabinet vanwege toeslagenaffaire. Hart van Nederland (12 januari 2021). Gearchiveerd op 13 januari 2021. Geraadpleegd op 15 januari 2021.
- ↑ Lievisse Adriaans, Mark, Kabinet-Rutte III gevallen om Toeslagenaffaire. NRC Handelsblad (15 januari 2021). Gearchiveerd op 15 januari 2021. Geraadpleegd op 15 januari 2021.
- ↑ van den Dool, Pim, Na kabinetsval blijft Rutte-III als het om corona gaat ‘zijn werk doen’. NRC Handelsblad (14 januari 2021). Gearchiveerd op 15 januari 2021. Geraadpleegd op 15 januari 2021.
- ↑ Rutte: Strijd tegen corona kan gewoon door. NOS Nieuws (15 januari 2021). Geraadpleegd op 15 januari 2021.
- ↑ Het is nu echt zeker: dit wordt de langste kabinetsformatie ooit. NOS Nieuws (28 oktober 2021). Geraadpleegd op 28 oktober 2021.
- ↑ Achtergrond: Rutte III telt nu 10 tussentijds opgestapte bewindspersonen, evenaring record. Gearchiveerd op 2 april 2023.
- ↑ Kabinet-Rutte III (2017-2022). Gearchiveerd op 26 mei 2023.
- ↑ Zijlstra legde woorden Poetin verkeerd uit, de Volkskrant, 12 februari 2018, geraadpleegd op 15 februari 2018. Gearchiveerd op 7 januari 2020.
- ↑ Na Kaag (D66) treedt ook defensieminister Bijleveld (CDA) af, na crisisberaad partijtop. NOS Nieuws. Geraadpleegd op 19 september 2021.
- ↑ Oververmoeide minister Bruins (Medische Zorg) treedt af. NOS (19 maart 2020). Gearchiveerd op 21 maart 2020. Geraadpleegd op 22 maart 2020.
- ↑ Kaag stapt op als minister na motie van afkeuring. NOS Nieuws. Geraadpleegd op 16 september 2021.
- ↑ Staatssecretaris Harbers treedt af om criminaliteitscijfers asielzoekers. NU.nl. Gearchiveerd op 24 mei 2019. Geraadpleegd op 21 mei 2019.
- ↑ Tamara van Ark stapt om gezondheidsredenen op als minister en Kamerlid. De Volkskrant (3 september 2021). Gearchiveerd op 3 september 2021. Geraadpleegd op 31 augustus 2021.
- ↑ Stientje van Veldhoven stopt als staatssecretaris. NRC Handelsblad. Gearchiveerd op 12 juli 2021. Geraadpleegd op 14 juli 2021.
- ↑ Martin van Rijn tijdelijk minister voor Medische zorg. Parlement.com (13 maart 2020). Gearchiveerd op 21 maart 2020. Geraadpleegd op 22 maart 2020.