Gebruiker:Doc Brown/Schrijfwedstrijd 2008/Hanze

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een hanze of hanza was een samenwerkingsverband (hanze betekent in Germaanse talen groep) van diverse steden en gildes uit de middeleeuwen. Door samenwerking probeerden ze hun handel te beschermen en uit te bouwen.

Kooplieden werden ertoe gedwongen om voor elkaar partij te trekken doordat klanten vaak simpelweg weigerden te betalen en machthebbers zichzelf regelmatig schadeloos stelden waardoor de kooplui hun inkomsten misliepen. Om zichzelf hiertegen te kunnen weren begon met aanvankelijk kleine en later steeds grotere samenwerkingsverbanden. Er hebben diverse Hanzeverbonden bestaan, maar de Duitse Hanze is veruit de belangrijkste en bekendste, en wordt vaak "de Hanze" genoemd.

Andere Hanzen waren:

Verspreidingsgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De Hanze bestond uit zo'n 70 grote steden in wat nu Duitsland, Nederland, België, Polen, Noorwegen, Zweden en de Baltische Staten zijn. Men dreef handel in het gebied van de Oostzee en de Noordzee. Het hoofddoel van deze samenwerking was om een handelsmonopolie te veroveren op Scandinavië en handelsprivileges in de rest van Europa te verwerven. Men kon door gezamenlijk te reizen en te handelen de gemeenschappelijke belangen beter verdedigen. Tevens was het samen reizen veiliger. Hanzes werden beschermd door Koning Hendrik II.

Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]

De Hanze was niet formeel georganiseerd. Op onregelmatige tijden werden er bijeenkomsten gehouden, Hanzedagen genoemd, waarop afgevaardigden van de deelnemende steden acte de présence gaven. Aan de geschreven bronnen van die dagen valt nu nog op te maken welke steden trouwe Hanzeleden waren en welke niet. Steden in Holland en Zeeland namen maar een enkele keer deel aan de bijeenkomsten, de Oostnederlandse steden waren veel trouwer.

De Hanze was een geheel op vrijwillige leest geschoeid samenwerkingsverband, niemand werd gedwongen lid te worden of te blijven. Er was geen centrale instantie die regels of richtlijnen oplegde. Steden die lid werden voeren dan ook meestal een eigen koers. In Nederland was Kampen zo'n stad die er eigen regels op nahield: zij probeerde zelf verbonden te sluiten met Noorwegen en Vlaanderen en trad pas in 1441 formeel toe tot de Hanze.

Geschiedenis van de Duitse Hanze[bewerken | brontekst bewerken]

De Duitse Hanze wordt voor het eerst formeel genoemd in 1343 in een oorkonde van de Zweedse koning Magnus II. De oorsprong ligt echter veel eerder: in 1161 verbonden diverse handelaren zich, vanaf de eerste algemene vergadering in Lübeck in 1356 is er sprake van een verbond van steden in plaats van onafhankelijke handelaren. Onofficeel leider van de Hanze was Lübeck, daarnaast waren Hamburg, Brunswijk, Keulen, Dortmund en Danzig belangrijke Hanzesteden. In totaal waren er zo'n 70 steden lid. In Nederland waren het vooral de IJsselsteden die toen al goed boerden en toetraden tot de Hanze, Kampen, Zwolle, Hasselt, Groningen, Deventer, Zutphen en Tiel zijn de belangrijkste hiervan. Uit geschreven bronnen afkomstig van de op onregelmatige tijden gehouden Hanzedagen blijkt dat er ook andere steden uit Gelderland (zoals Doesburg, Arnhem en Hattem) tijdelijk tot de Hanze hebben behoord. Het Nederlandse gebied dat tot de Hanze behoorde viel onder het Westerkwartier van de Hanze, waarvan Keulen de hoofdstad was. In de hoogtijdagen strekte het gebied van de Hanze zich uit van de mondingen van de Rijn en Maas tot ver in Finland.

De hoogtijdagen van de Hanze waren in de eerste helft van de 15e eeuw, daarna stortte het imperium in door versterkte concurrentie van handelaren uit de Nederlanden en Engeland.

De Stalhof in Londen, het Hanzekontor in Brugge, de Tyskebryggen in het Noorse Bergen en de Peterhof in Novgorod waren de kontors van de Hanze.

Oprichting[bewerken | brontekst bewerken]

Vorming van de Lübeck-Hamburgse alliantie in Hamburg, Duitsland (circa 1241)

Lübeck werd een basis voor handelaars uit Saksen en Westfalen die zich oost en noordwaarts verspreiden. Ruim voordat het woord Hanze genoemd werd in een document (1267) werden er al gildes (of Hansa) gevormd door handelaars met handel met overzeese steden als doel. Voornamelijk in de steden van het minder ontwikkelde oostelijke Oostzeegebied waar hout, was, barnsteen, hars, huiden en zelfs rogge en meel uit het achterland werd getransporteerd naar de havens. Deze steden zorgden voor hun eigen beveiliging in vorm van legers die mee voeren op de verschillende handelsschepen. De verschillende Hanzesteden kwamen elkaar te hulp met deze legers.

In de Oostzee was Visby de spin in het web, nog voor de Hanze. De Duitsers voeren ruim 100 jaar onder de Gotlandse vlag naar Novgorod alwaar de Visbische handelaren een handelspost hadden gesticht. Door een toeloop van handelaren stichtte de Gotlanders een eigen handelspost voor het Duitse Peterhof. Dit werd later een van de Kontors van de Hanze. Voor de oprichting van de Hanze in 1356, kwam het woord Hanze niet voor in het Oostzeegebied. De Gotlanders gebruikten het woord varjag.

De Hanzegenootschappen lobbyde voor het verminderen van belemmeringen van de handel voor hun leden. Zo overtuigden de handelaren van de Hanzestad Keulen, koning Hendrik II van Engeland om geen tol te heffen voor Londen en zo vrije handel in Engeland te verkrijgen. De “Koningin van de Hanze”, Lübeck, waar handelaren goederen tussen de Noord- en Oostzee transporteerden, werd in 1227 een vrije rijksstad.

In 1241 vormde Lübeck, die toegang had tot het viswater in de Noord- en Oostzee, een alliantie met Hamburg die de zoutroutes uit Lüneburg beheerde. Deze geallieerde steden verkregen de macht over de vishandel, voornamelijk op de vismarkt van Skåne. Keulen voegde zich bij hen na de algemene vergadering in 1260. Hendrik III van Engeland gaf de Hanze van Lübeck en Hamburg toestemming om handel te drijven in Engeland. Nadat Keulen in 1282 zich ook hier bij voegde ontstond de machtigste Hanzekolonie in Londen. De grootse impuls voor deze samenwerking kwam door de gefragmenteerde structuur van de bestaande territoriale regeringen, die faalden in het beschermen van de handel. In de navolgende 50 jaar ontstond de Hanze door formele overeenstemmingen van verbonden en samenwerking, die de westelijke en oostelijke handelsroutes omvatten. Lübeck bleef de hoeksteen en bij de eerste algemene vergadering van de Hanze (Hanzedagen genoemd), gehouden in 1356, kreeg de Hanze haar officiële structuur en was de oprichting een feit.

Uitbreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Voornaamste handelsroutes van de Hanze.

De positie van Lübeck aan de Oostzee gaf toegang tot de handel met Scandinavië en het Kievse Rijk wat ze recht tegenover de Scandinaviërs zette die voorheen de meeste Oostzeese handelsroutes beheersten. Een verdrag met de Hanze van Visby bracht deze strijd tot een einde. Dankzij dit verdrag kregen de Lübeckse handelaars toegang tot de binnenlandse Russische haven van Novgorod waar zij een handelspost (Kontor) stichtten. Meer van dergelijke allianties werden gevormd tijdens het Heilige Roomse Rijk. De Hanze werd nooit een strak georganiseerd samenwerkingsverband. Vertegenwoordigers van de verschillende Hanzesteden spraken vanaf 1356 onregelmatig in Lübeck af voor een algemene vergadering (ook wel Hanzedagen genoemd).

De Carta Marina van de Oostzee

Additionele Kontors werden gesticht in Brugge (Vlaanderen), Bergen (Noorwegen) en Londen (Engeland). Deze handelsposten groeiden uit tot belangrijke enclaves. De Londense Kontor, gesticht in 1320, was westelijk van de London Bridge gevestigd nabij de Upper Thames Street (Op dit perceel staat nu Station Cannon Street). Over tijd groeide het uit tot een ommuurde gemeenschap met eigen pakhuis, waag, kerk, kantoren en huizen wat de schaal van de activiteiten goed weergeeft. De eerste referentie naar het gebied als Stalhof komt uit 1422.

Naast de Kontors waren er ook individuele Hanzehavens die elk hun eigen afgevaardigde handelaar en pakhuis hadden. Voorbeelden hiervan in Engeland zijn Boston, Bristol en Bishop’s Lynn (nu King's Lynn) waar het enige overgebleven Hanzepakhuis in Engeland te vinden is. In Nederland is Kampen het beste bewijs van ons Hanzeverleden.[1] In de stad zijn enkele overblijfselen te vinden die herinneren aan deze tijd. Waaronder het Gotisch Huis, een koopmanswoning in gotische bouwstijl uit 1500. In deze woning is nu het Stedelijk Museum gevestigd. Een ander overblijfsel is de Koggewerf aan de rand van de binnenstad.

Onder streng toezicht van de Hanze bouwde Duitse kolonisten talloze Hanzesteden op en rond de oostelijke Oostzeekust zoals Danzig (Gdansk), Elbing (Elblag), Thorn (Torun), Reval (Tallinn), Riga en Dorpat (Tartu). In enkele van deze steden zijn nog steeds sporen van de Hanze terug te vinden, zoals de gotische bouwkunst die in geheel Europa geïntroduceerd werd als gevolg van de Hanze. De meeste van deze steden werden gesticht onder Lübeck waardoor ze bij alle juridische zaken zich tot het kabinet van Lübeck moesten richten. De Lijflandse Confederatie, die delen van het huidige Estland en Letland omvat, had zijn eigen Hanzeparlement, alle grote steden uit deze confederatie werden lid van de Hanze. De lingua franca van de handel was Middelnederduits, een dialect die een flinke impact had op de deelnemende landen, voornamelijk de grotere Scandinavische talen.

Oostelijk, in Vlaanderen en Engeland handelde de Hanze voornamelijk in hout, huiden, hars, vlas, honing, meel en rogge waarbij linnen en gefabriceerde goederen de andere kant op gingen. Metaalerts, voornamelijk koper en ijzer, samen met haring kwam zuidwaarts vanuit Zweden.

Hoogtepunt van de Hanze[bewerken | brontekst bewerken]

De Hanze had een losse structuur, maar de leden deelden enkele karakteristieken. Zo waren de meeste Hanzesteden als onafhankelijk begonnen of werden onafhankelijk door de collectieve onderhandelingskracht van de Hanze. Die onafhankelijkheid kende wel grenzen, de vrije rijkssteden dienden trouw te zijn aan het Heilige Roomse Rijk zonder banden met de lokale adel.

Een andere overeenkomst was de strategische locaties van de steden langs de verschillende handelsroutes. Op het hoogtepunt van hun macht wisten de handelaars van de Hanze met hun economische invloed, en soms militair machtsvertoon, het beleid van het rijk te beïnvloeden.

Terechtstelling van de Victualiënbroeders in Hamburg.

Ook overzee was de Hanze machtig. Tussen 1368 en 1370 wisten Hanzeschepen, middels een alliantie van verschillende Hanzesteden, in een gevecht tegen de Denen, 15 procent van de winst uit Deense handel te bemachtigen en daarmee effectief een monopolie in Scandinavië te bewerkstelligen. Ook voerde de Hanze een campagne tegen piraterij. Hanzeschepen liepen tussen 1392 en 1440 gevaar voor aanvallen van de Victualiënbroeders, huurlingen van Albrecht van Mecklenburg tegen koningin Margaretha I van Denemarken. Handelaars uit Amsterdam wisten met de Hollands-Wendische Oorlog (1438-41) vrije toegang tot de Oostzee te bewerkstelligen en braken de monopolie van de Hanze. De Hanze bouwden vuurtorens en leidde loodsen op om hun investeringen in de handel te beschermen.

Exclusieve handelsroutes kwamen vaak met nadelen voor de handelaars. Zo beperkten de meeste buitenlandse steden de Hanzehandelaars tot specifieke gebieden en hun eigen handelsposten. Ze spraken zelden tot nooit de lokale bevolking behalve bij de uiteindelijke onderhandelingen. Bovendien waren veel mensen, zowel handelaars als de adel, jaloers op de macht van de Hanze. Zo voerden de lokale handelaars in Londen constante druk uit om de privileges van de Hanze in te perken. De weigering van de Hanze om wederzijdse regelingen aan te gaan verhoogde deze spanning. Ondanks zijn vijandigheid bevestigde Eduard IV van Engeland toch de privileges van de Hanze in de Vrede van Utrecht (1474), dit kwam mede door de aanzienlijke financiële bijdrage van de Hanze voor de Yorkse zijde in de Rozenoorlogen. In 1597, een eeuw later, verbande Elizabeth I van Engeland de Hanze uit Londen waarna de Stalhof een jaar later sloot. Het bestaan van de Hanze en haar privileges en monopoliën zorgde voor economische en sociale spanningen dat vaak resulteerde in rivaliteit tussen de verschillende leden.

Concurrentie[bewerken | brontekst bewerken]

Het einde van de Hanze[bewerken | brontekst bewerken]

Heinrich Sudermann

Aan het begin van de zestiende eeuw had de Hanze een zwakkere positie dan zij ooit had gehad. De opkomst van het Zweedse Rijk zorgde ervoor dat de Hanze de controle over het Baltische gebied kwijtraakte. Denemarken had zijn handel weer in eigen beheer, de kontor in Novgorod was gesloten en die in Brugge was zo goed als buiten bedrijf. De individuele steden waar de Hanze uit bestond stelden inmiddels hun eigen belang boven dat van de Hanze. De politieke macht van de Duitse prinsen bleef groeien, waardoor de onafhankelijkheid van de koopmannen in de Hanzesteden werd beperkt.

De Hanze probeerde deze problemen het hoofd te bieden en creeerde in 1556 de functie van syndic. Heinrich Sudermann (zie afbeelding) werd permanent in deze functie aangesteld en hij trachtte de diplomatieke overeenkomsten tussen de Hanzesteden te beschermen en uit te bouwen. in 1557 en 1559 herschreef hij enkele overeenkomsten, en beschreef hij de plichten van de steden nauwkeuriger dan tot dusver was gedaan. Dit zorgde voor enige vooruitgang. De Brugse kontor werd naar Antwerpen verplaatst en de Hanze probeerde nieuwe handelsroutes te exploiteren. De Hanze bleek echter niet in staat om de algehele vooruitgang van de landen en economieen om zich heen bij te houden of te stuiten, en een lange periode van neergang zette in. De Antwerpse kontor sloot uiteindelijk in 1593, en die van Londen in 1598. De kontor in Bergen bleef geopend tot 1754, en het gebouw waarin deze kontor was gevestigd is het enige overgebleven kontorgebouw in de moderne tijd.

Het gigantische Hanzeschip de Adler von Lübeck, dat was gebouwd voor militair gebruik tegen Zweden tijdens de Noordse zevenjarige oorlog (1567-1570) maar nooit in gebruik was genomen, geeft eens te meer aan dat de pogingen van Lübeck om haar positie als commerciele hoofdstad van de Hanze te handhaven ijdel bleken.

Tegen het einde van de zestiende eeuw stortte de Hanze in en kon zij niet langer omgaan met haar interne strijd, de sociale en politieke veranderingen die de Reformatie met zich meebracht, de opkomst van de Hollandse en Engelse koopmannen en de vijandelijke aanval van het Ottomaanse Rijk op haar handelsroutes en op het Heilige Romeinse Rijk zelf. Op de laatste Hanzedag in 1669 meldden zich maar negen steden en aan het definitieve einde van de Hanze in 1862 waren nog maar drie steden lid (Lübeck, Hamburg en Bremen).

Ondanks deze ondergang zijn er nog steeds steden die trots zijn op hun verbintenis met de Hanze. De Nederlandse steden Deventer, Kampen, Zutphen en de Duitse steden Bremen, Demmin, Greifswald, Hamburg, Rostock, Lübeck, Lüneburg, Stralsund en Wismar noemen zichzelf nog steeds "Hanzestad". Lübeck, Hamburg en Bremen staan zelfs nog steeds officieel te boek als "vrije en hanzesteden". Rostocks voetbalvereniging heet dan ook F.C. Hansa Rostock. Voor Lübeck bleek deze connectie met de Hanze zelfs in de twintigste eeuw nog belangrijk. In 1937 namen de Nazis de stad Lübeck het Hanzeprivilege af toen de senaat van Lübeck weigerde Adolf Hitler toestemming te geven in hun stad te spreken tijdens zijn verkiezingscampagne. Hij verplaatste zijn speech naar Bad Schwartau, een klein dorp bij Lübeck. Tijdens zijn speech refereerde hij aan Lübeck als "een klein dorp vlakbij Bad Schwartau".

Hanzesteden[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Hanzesteden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Van oorsprong bestond het verbond voornamelijk uit Duitse steden rond de Oostzee. Later traden ook Nederlandse steden toe. De grote Hanzesteden, Gemeene of Principaalsteden genoemd, zochten voor de handel contact met kleinere dorpen en steden in hun achterland. Deze plaatsen waren de Bijsteden.

Lijst van Hanzesteden[bewerken | brontekst bewerken]

Hier volgt een lijst van bekende Hanzesteden, ingedeeld naar land.

België

Denemarken

Duitsland

Engeland

Estland

Finland

Letland

Litouwen

Nederland

Noorwegen

Polen

Rusland

Zweden

Kontors[bewerken | brontekst bewerken]

Het Oostershuis in Antwerpen.

Een kontor of contor (van het Franse comptoir, handelspost) was in de Middeleeuwen een vestiging van Hanzekooplieden in het buitenland en is een verouderde naam voor kantoor.

Het begrip kontor werd voor het eerst in de 16e eeuw gebruikt. Daarvoor werd van Haus of Hof gesproken. Zo heette het kontor in Novgorod Peterhof.

Er waren in totaal vier Kontors, het Hanzekontor in Brugge (later verplaatst naar Antwerpen vanwege de verzanding van de Zwin), Tyskebrygge in Bergen, Peterhof in Novgorod en Stalhof in Londen. Tyskebrygge is het enige bewaard gebleven kontor van de Hanze.

De Novgoroder Schra is de enige volledig bewaarde verzameling bepalingen over de interne reglementen van de vier Hanzekontors.

Panorama van Tyskebrygge.
Panorama van Tyskebrygge.

Schepen van de Hanze[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat een groot deel van de handel over zee werd getransporteerd waren er verschillende schepen in dienst van de Hanzesteden. Speciaal voor het vervoer van goederen is hiervoor onder andere een nieuw scheepstype ontworpen, de kogge. Een kogge heeft een groot laadruim van ca. 200 ton en is gebaseerd op een Vikingse knarr. Wanneer een schip vis naar Frankrijk had gebracht, nam het zout mee terug om op de thuisbasis weer vis mee te kunnen pekelen, zo ging er geen laadruimte verloren. Om de handel te beschermen waren er ook enkele oorlogsschepen in dienst.

Adler von Lübeck door Olaf Rahardt, geschilderd in 2004.

Adler von Lübeck[bewerken | brontekst bewerken]

Zoals de naam al doet vermoeden was dit 16e eeuwse oorlogsschip in dienst van de Hanzestad Lübeck. Het was destijds het grootste schip ter wereld met zijn lengte van 78,30 meter en waterverplaatsing van ca. 2000 ton. Het schip werd ook wel Der Große Adler of Lübscher Adler genoemd.

Het schip werd gebouwd tijdens de Zevenjarige Oorlog om de handel van de Hanze op de Noord- en Oostzee te beschermen. In actie is het schip nooit gekomen omdat de vredesonderhandelingen tussen Lübeck en Zweden al in volle gang waren toen het schip werd voltooid. Na het Verdrag van Stettin (Szczecin) (1570), die de Zevenjarige Oorlog beëindigde, is de Adler omgebouwd voor het vervoer van goederen. In 1588 is het schip uiteindelijk ontmanteld.

Peter von Danzig[bewerken | brontekst bewerken]

Een model van de Peter von Danzig.

De Peter von Danzig, ook wel Dat grote Kraweel genoemd, was de eerste grote karveel in de Oostzee ten tijde van de Hanze.

Het schip werd aan de Franse westkust gebouwd als de Pierre de la Rochelle en vervoerde zeezout van de Atlantische Oceaan naar Danzig alwaar het in 1462 ernstig beschadigd arriveerde door een storm. Hierdoor lag het schip een tijd lang in de haven om uiteindelijk, vanwege de oorlog tegen Engeland, omgebouwd te worden tot oorlogsschip.

Onder leiding van kapitein Paul Beneke, jaagde het schip, met een kaperbrief, tussen 1471 en 1473 op Engelse koopvaarders. Na het Vrede van Utrecht (1474) werd de Peter nog gebruikt voor enkele handelstrips om uiteindelijk eind 1470 ontmanteld te worden. [2]

Bunte Kuh[bewerken | brontekst bewerken]

De Bunte Kuh was een, vermoedelijk in Vlaanderen gebouwde, kogge. Het schip, in 1401 het grootste schip van de Hanze, leidde de klopjacht op zeerover Klaus Störtebeker. Met succes, Störtebeker werd in datzelfde jaar in Hamburg onthoofd.

Hanzeschepen van de 14e en 15e eeuw.
Nummer 1 en 3 behorende bij Keulen, nummer 2: Wismar, nummer 4: Lübeck, nummer 5: Danzig, nummer 6: Elbing.

Hanzevlaggen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Hanzevlaggen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Hanzeschepen waren te herkennen aan de zogenaamde Hanzevlaggen, banieren die aan het schip werden bevestigd. In het begin waren deze egaal rood. Later, in de tweede helft van de 13e eeuw, gingen de Hanzesteden zich onderscheiden met verschillende banieren, meestal met een combinatie van rood en wit. Deze individuele vlaggen vormden ook de basis van veel van de huidige stadswapens.

Invloeden op de economie[bewerken | brontekst bewerken]

De Lübische Mark, een standaard betaalmiddel in de Wendische Hanzesteden.

Door de evolutie van de economie, mede door de Hanze, kwam er vraag naar een beter, veiliger en gestandaardiseerd betaalmiddel. Nadat in de 12e eeuw de goudhandel met de Arabische wereld op gang kwam begonnen Italiaanse handelaars goudstukken te slaan. Met deze goudstukken waren grotere transacties mogelijk, met name omdat het vertrouwen in de waarde van het zilvergeld onder druk stond. Bij het gewone volk bleven de kleine zilverstukken populair, wat ervoor zorgde dat de muntheren steeds meer andere metalen aan het zilver toevoegden waardoor ze meer muntstukken konden slaan. Soms werd er dermate veel 'exotisch' metaal toegevoegd dat de munt zwart werd, hier komt de uitdrukking zwart geld vandaan.

Doordat er nu veel verschillende soorten, maten en waardes van de verschillende muntstukken door elkaar circuleerden ontstonden er grote boekhoudkundige problemen voor de Hanzesteden. Als oplossing werd een soort wisselkoers bedacht, waarbij de waarde van het aangeboden geld werd gerelateerd aan een 'rekenmunt'. Een andere oplossing was het opstellen van een notariële overeenkomst die een combinatie van een lening en een wissel was. Deze wisselbrieven waren overdraagbaar wat een ideaal betaalmiddel was voor de internationale handel. De wisselbrieven zorgden voor de oprichting van banken en waren de voorlopers van de huidige cheque en papiergeld.

Ondanks dat dit gestandaardiseerd betaalmiddel ideaal was voor de handel van de Hanze, werd het weinig gebruikt terwijl er een tekort aan edelmetalen in de 15e eeuw was. Dit vormde een belemmering in de handel, wat een van de oorzaken was voor de ondergang van de Hanze.

De Canon van Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

De Hanze is opgenomen in de Canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom heeft de Hanze als één van de vijftig thema's opgenomen die niet in de geschiedenisles op een Nederlandse school mag ontbreken. Via de website van de canon (entoen.nu) wordt er achtergrondinformatie aangeboden over elk venster. Zo zijn er voor de verschillende leeftijdsgroepen korte Canon-clips te bekijken, over bijvoorbeeld de Hanze, en kan worden doorgeklikt naar websites met meer informatie of wordt er doorverwezen naar literatuur.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Historisch weekend; tocht door de Hanzesteden
  2. Jochen Brennecke: Geschichte der Schiffahrt, Künzelsau 1986 (2e editie), p.62

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden in de categorie Cog.
Commons heeft mediabestanden in de categorie Ships of the Hanseatic League.
Commons heeft mediabestanden in de categorie Hanseatic League.