Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot(overleg | bijdragen) op 20 sep 2018 om 13:52. (-/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB)) Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Deze eerste Franse Grand Prix die meetelde voor het wereldkampioenschap werd overschaduwd door de dood van Dario Ambrosini, die tijdens de 250cc-trainingen verongelukte. Daarop trok het team van Benelli zich voor de rest van het seizoen terug.
500cc-klasse
De overwinning van Alfredo Milani bracht de spanning in de 500cc-klasse weer enigszins terug. Bill Doran scoorde met zijn AJS Porcupine voor de tweede keer dit seizoen een podiumpositie en klom daardoor naar de derde plaats in het kampioenschap.
Geoff Duke won wel de 350cc-race in Frankrijk en hij breidde zijn voorsprong in het wereldkampioenschap flink uit omdat Les Graham geen punten scoorde. Graham werd in de stand zelfs gepasseerd door privérijderJohnny Lockett, die in de race vierde werd achter Jack Brett en Bill Doran.
Zonder de verongelukte Dario Ambrosini won Bruno Ruffo de Franse 250cc-race met slechts 0,9 seconde voorsprong op zijn stalgenoot Gianni Leoni. Ruffo, die niet naar de TT van Man was gereisd, kwam nu samen met Ambrosini aan de leiding van het wereldkampioenschap te staan. Tommy Wood reed ook een Moto Guzzi, maar werd met bijna twee minuten achterstand derde. Hij zakte van de tweede naar de derde plaats in het WK.
In de zijspanrace reden Eric Oliver en Ercole Frigerio allebei de snelste ronde (3 minuten en 59,1 seconde), maar Oliver won met bakkenistLorenzo Dobelli met bijna twaalf seconden verschil. Daardoor stonden Oliver en Frigerio samen aan de leiding van het wereldkampioenschap. Met nog slechts één race te gaan waren ze de enige titelkandidaten. Oliver was overigens ook weer een gestart in de 500cc-soloklasse, maar hij had de finish niet gehaald.