Naar inhoud springen

Haarlem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 188.65.162.196 (overleg) op 7 jan 2011 om 17:08. (→‎Theater, film en culturele centra)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Haarlem
Gemeente in Nederland Vlag van Nederland
Vlag van de gemeente Haarlem
Wapen van de gemeente Haarlem
Locatie van de gemeente Haarlem (gemeentegrenzen CBS 2016)
Situering
Provincie Noord-Holland
Coördinaten 52°22'49"NB, 4°38'26"OL
Algemeen
Oppervlakte 32,09 km²
- land 29,17 km²
- water 2,92 km²
Inwoners
(1 januari 2024)
167.763?
(5751 inw./km²)
Bestuurs­centrum Haarlem
Belangrijke verkeersaders Sjabloon:A-wegNL Sjabloon:A-wegNL Sjabloon:N-wegNL, Sjabloon:A-wegNL Sjabloon:N-wegNL, Sjabloon:N-wegNL, Sjabloon:N-wegNL
Politiek
Burgemeester (lijst) Bernt Schneiders (PvdA)
Bestuur PvdA, D66, VVD, GroenLinks
Zetels
D66
PvdA
GroenLinks
SP
VVD
CDA
Ouderenpartij Haarlem
Actiepartij
Trots op Nederland
39
8
7
7
5
5
3
2

1
1
Economie
Gemiddeld inkomen (2019) € 30.100 per inwoner
Gem. WOZ-waarde (2019) € 326.000
WW-uitkeringen (2014) 36 per 1000 inw.
Overig
Postcode(s) 2000-2037, 2063
Netnummer(s) 023
CBS-code 0392
CBS-wijkindeling zie wijken en buurten
Website www.haarlem.nl
Bevolkingspiramide van de gemeente Haarlem
Bevolkingspiramide (2023)
Portaal  Portaalicoon   Nederland
Mededeling
Foutief gebruik van Sjabloon:Infobox gemeente Nederland. De volgende parameters dienen niet handmatig te worden ingevoerd:
oppervlakte, oppervlakte land, oppervlakte water, inwoners, datum inwoners en dichtheid.
Grootstedelijke agglomeratie (donkergroen) en stadsgewest (lichtgroen)

Haarlem (uitspraak) is een stad en gemeente in Nederland en de hoofdstad van de provincie Noord-Holland. De stad ligt aan de rivier het Spaarne en in de regio Kennemerland.

Haarlem behoort tot de middelgrote steden in de Randstad. Tot de gemeente Haarlem behoren de stad Haarlem en het westelijke deel van het dorp Spaarndam. De gemeente telt Sjabloon:Inwonertal NL gemeente inwoners[1] en is daarmee na Amsterdam de tweede stad van Noord-Holland en de tiende van Nederland. De grootstedelijke agglomeratie Haarlem (Haarlem, Heemstede en Bloemendaal) telt ongeveer 190.000 inwoners en het stadsgewest Haarlem (Zuid-Kennemerland en IJmond) ruim 400.000 inwoners.[2]

Haarlem wordt voor het eerst genoemd in een document uit de 10e eeuw. In 1245 kreeg het stadsrechten van Willem II van Holland. Aan het eind van de middeleeuwen was Haarlem één van de belangrijkste steden van Holland geworden. In de vroegmoderne tijd ontwikkelde de stad zich op industrieel gebied als textielstad en op cultureel gebied als schildersstad.

Naam

De plaatsnaam Haarlem is waarschijnlijk een verbastering van Harloheim. Het in het Nederlands verouderde heim hangt samen met heem, dat "woonplaats" betekent. De naam als geheel betekent waarschijnlijk "woonplaats gelegen op een hoge zandgrond (haar) in het bos (lo)". Of dit de precieze oorsprong van de naam is echter niet helemaal duidelijk. Dit komt doordat het woord haar destijds veel verschillende betekenissen had.[3]

De naam Haralem werd aan het begin van de 10e eeuw voor het eerst op papier gezet door een geestelijke van de Sint Maartenskerk te Utrecht, die een inventarisatie moest maken van alle kerkelijke bezittingen. Op deze lijst wordt de plaats Haralem met drie boerderijen genoemd.[4]

De ligging aan de rivier het Spaarne heeft de stad de bijnaam Spaarnestad opgeleverd. Een inwoner van de stad is een Haarlemmer, maar wordt schertsend ook wel mug genoemd. De herkomst hiervan is niet helemaal bekend, maar al in de 14e of 15e eeuw werd 'mug' gebruikt als scheldwoord.[5] Een logische verklaring ligt in het feit dat er vroeger veel muggen in Haarlem waren. Als alternatieve verklaringen worden het muggenziften van de Haarlemmers en een sage over een heks die de inwoners van de stad dreigde te veranderen in muggen als ze niet naar haar zouden luisteren genoemd.

In de Vroegmoderne Tijd stond Haarlem bekend als de schildersstad. Dankzij zijn ligging in het noorden van de Bollenstreek heeft de stad tegenwoordig ook de reputatie de Bloemenstad te zijn. Tijdens het carnaval heet de stad Muggendonk.

In 1658 stichtte Peter Stuyvesant Nieuw Haarlem aan de oostkust van de Verenigde Staten. In 1664 namen de Engelsen de kolonie over en doopten de plaats om tot Harlem. Harlem, dat in het noorden van de borough Manhattan ligt, maakt nu deel uit van de stad New York.

Geschiedenis

Zie Geschiedenis van Haarlem voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Middeleeuwen

In de 10e eeuw komt Haarlem voor het eerst voor in literatuur. In de bron wordt de plaats vermeld onder de naam 'Haralem'. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er 1500 jaar voor onze jaartelling al sprake was van bewoning in de omgeving van het Spaarne. De plaats ontstond als geestnederzetting op een strandwal, waarover een landweg liep die het noorden van Holland met het zuiden verbond. De stad werd de zetel van de graven van Holland en in 1245 verleende Graaf Willem II Haarlem stadsrechten. Door de gunstige ligging aan het Spaarne en door de hierboven genoemde verbindingsweg kon de stad zich snel ontwikkelen. De economie van de stad draaide in de 13e en 14e eeuw vooral op het brouwen van bier, scheepsbouw en lakennijverheid. In de 15e eeuw liep de economie terug. Dit was mede te wijten aan de onlusten in die periode in Holland en West-Friesland.

Vroegmoderne tijd

Executies door de Spanjaarden tijdens het Beleg van Haarlem

In 1572 koos Haarlem in de Tachtigjarige Oorlog partij voor de opstandelingen van Willem van Oranje en tegen de Spaanse koning. Aan het eind van dat jaar begon, onder leiding van Don Fadrique Álvarez de Toledo, de belegering van de stad door de Spanjaarden en in juni 1573 gaf de stad zich over, na vrijwel uitgehongerd te zijn. 700 verdedigers werden onthoofd. In 1576 vond in Haarlem een grote stadsbrand plaats.

In 1577 vertrokken de Spanjaarden en kwam de stad weer aan de zijde van Willem van Oranje. Haarlem had als katholieke stad zwaar te lijden onder de reformatie. In het Akkoord van Veere, dat in datzelfde jaar werd gesloten, werden de gelijke rechten tussen katholieken en protestanten vastgesteld. Daarmee was Haarlem de enige Hollandse stad waar in die tijd godsdienstvrede was.[6] In juni 1578 bestormden protestanten de toen nog katholieke Grote Kerk op de Grote Markt. Ze plunderden de kerk en doodden de priester. Ook de kloosters werden daarna geplunderd en deels vernield, bedoeld als opstand.

Stadsplattegrond van Haarlem uit 1646

In 1581 werd het Akkoord van Veere beëindigd. Vanaf die tijd was in Haarlem nog maar één godsdienst toegestaan: de Gereformeerde. Het katholieke leven ging ondergronds: in schuilkerken, zoals de Oud Katholieke Kerk van St. Anna en Maria aan de Bakenessergracht, bleven de katholieken in het geheim bijeen komen.

Nadat de rust was teruggekeerd zagen veel Vlamingen en Fransen hun kans en trokken naar Haarlem. Zij bezorgden de Haarlemse linnennijverheid een nieuwe bloeiperiode. De schilder Frans Hals was een zoon van één van deze Vlaamse immigranten.

De stad kende na 1577 een periode van enorme bloei. Het aantal inwoners groeide binnen 50 jaar van 18.000 naar 40.000, wat Haarlem tot één van de grootste steden van Holland maakte. De economische bloei was vooral te danken aan de textielnijverheid. In 1631 werd begonnen met de aanleg van een trekvaart tussen Haarlem en Amsterdam en in 1657 werd er een trekvaart gegraven tussen Haarlem en Leiden. Aan het einde van de 17e eeuw was het inwonertal van de stad gegroeid tot 55.000.

Moderne tijd

"Een sneeuwachtig zicht op de Smedestraat". Schilderij van Eduard Alexander Hilverdink uit 1889

Na 1680 ging het zowel in Leiden als in Haarlem slecht met de textielnijverheid. Het aantal inwoners van Haarlem daalde in 1815 tot onder de 20.000.

In 1839 reed de eerste Nederlandse trein tussen Amsterdam en Haarlem en in 1843 werd het spoor verlengd tot Leiden. De Oude Lijn, zoals deze lijn werd genoemd, en de spoorlijnen in de omgeving van Haarlem werden geëxploiteerd door de HSM. Alle breedspoorlijnen waren tegen 1866 omgebouwd naar normaalspoor. Het oorspronkelijke station van Haarlem was gelegen op de plaats van het huidige revisiebedrijf van NedTrain.

De viering van het 700-jarig bestaan van Haarlem als stad in 1946

Op 28 mei 1878 werd de eerste paardentramlijn tussen Station Haarlem en Dreef geopend door de HlTyM (De Haarlemsche Tramway-Maatschappij).[7] In 1913 werd deze paardentram geëlektrificeerd en verlengd. Op 1 juli 1881 werd de stoomtramlijn Haarlem - Leiden geopend door de NZHSTM. Deze lijn werd in 1932 geëlektrificeerd, waarna de blauwe trams er gingen rijden. Alle betrokken tramwegmaatschappijen fuseerden uiteindelijk in de NZHSTM.

In 1853 werd het bisdom Haarlem gesticht en tussen 1895 en 1930 werd aan de toenmalige rand van de stad een nieuwe kathedraal gebouwd. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw begon de economie van de stad weer op te krabbelen. Er ontstonden nieuwe industrieën, waaronder de rijtuigen- en spoorwagenfabriek Beijnes, de machinefabriek van Figee en de drukkerij van Joh. Enschedé.

Op 1 mei 1927 werd de gemeente Schoten een deel van Haarlem. Ook werden delen van andere omliggende gemeenten geannexeerd. In de jaren '30 leed ook Haarlem onder de slechte economie en na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de grote industriële bedrijven uit de stad. Haarlem werd een stad van diensten, scholen en overheidsinstellingen.

Sinds 2000 wordt er in Haarlem gewerkt aan een aantal grootschalige bouwprojecten, zoals het project van de Mariastichting, het nieuwbouwplan Raaks en het masterplan Spoorzone.

Geografie

Topografie

Satellietfoto van Haarlem

Haarlem ligt in de noordvleugel van de Randstad. De gemeente grenst met de klok mee aan de gemeentes Velsen, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemstede en Bloemendaal. Oostwaarts liggen Amsterdam (19 km) en Schiphol (13 km). De havens van IJmuiden liggen 10 km naar het noorden en de Noordzeekust ligt ongeveer 7 km naar het westen.

   Aangrenzende gemeenten   
        Velsen       Haarlemmerliede
en Spaarnwoude
 
           
 Bloemendaal    
           
        Heemstede       Haarlemmermeer 

Haarlem heeft een belangrijke regionale functie. Het primaire verzorgingsgebied bestaat uit het noordelijke deel van de Zuid-Hollandse Bollenstreek, met in het bijzonder de gemeente Hillegom, Zuid-Kennemerland, IJmond en een deel van de Haarlemmermeer. De stad is bisschopszetel van het Bisdom Haarlem-Amsterdam De agglomeratie Haarlem maakt op haar beurt weer deel uit van een grotere agglomeratie, de Metropoolregio Amsterdam. Deze regio beslaat een groot deel van de noordvleugel van de Randstad en heeft meer dan 2 miljoen inwoners.

Het Spaarne is de belangrijkste rivier die door Haarlem heen stroomt. Aan het Spaarne staan veel oude loodsen, de Droste-fabriek en andere historische panden. De rivier wordt vooral in de zomermaanden veel gebruikt door pleziervaart. Ook de Mooie Nel aan de noordoostkant van de stad biedt een groot open vaarwater. Vanaf het Spaarne is via Spaarndam het Noordzeekanaal bereikbaar en via de Ringvaart zijn de plassen van Zuid-Holland te bereiken. De grachten en singels in en rondom de binnenstad zijn bereikbaar voor boten met een geringe doorvaarthoogte.

Geologie en landschap

Het centrum van Haarlem, Haarlem-Noord en het Haarlemmerhoutkwartier liggen op een oude, afgegraven strandwal ten westen van de rivier het Spaarne. Op deze strandwal liggen ook de dorpen Heemstede en Bennebroek. De westelijke wijken van de stad liggen in de laagveenvlakte tussen deze strandwal en de oude duinen waarop o.a. de dorpen Aerdenhout, Overveen, Bloemendaal en Santpoort liggen. Ten westen van deze dorpen liggen de jonge, vooral onbebouwde duinen. De wijken Haarlem-Oost en Schalkwijk, die ten oosten van het Spaarne liggen, zijn gebouwd op laagveenafzettingen. Ten noorden van Haarlem liggen de zeekleipolders van het voormalige IJ. Ten oosten van Haarlem ligt de droogmakerij de Haarlemmermeer.

Ten noorden en ten oosten van Haarlem liggen grote weidegebieden die een groene buffer vormen tussen de stad en Amsterdam. De Haarlemmermeer ten zuidoosten van de stad herbergt veelal akkerland. Ten zuidwesten van Haarlem liggen bosgebieden en tuinbouwgronden waaronder veel bollenvelden. Tussen Haarlem en Leiden ligt namelijk de Bollenstreek, waar in de lente vele tulpen, narcissen en hyacinten in bloei staan. Het gebied ten westen van de stad bestaat uit bossen en duinen.

Van de totale oppervlakte van Haarlem, 32,12 km², bestaat 91,3% (29,32 km²) uit land en 8,7% (2,8 km²) uit water. 53% (17,02 km²) van de grond is, anno 2003, bebouwd.[8]

Stadsindeling

De gemeente Haarlem is opgedeeld in 5 stadsdelen, 9 wijken en 40 buurten.

Wijk Locatie Inwoners (2009) Wijken en buurten in Haarlem met het stadscentrum (Oude Stad) rood gemarkeerd
Oude Stad Ligging van Oude Stad 12.510
Spoorbaan Leiden Ligging van Spoorbaan Leiden 14.980
Haarlem-Oost Ligging van Haarlem-Ooster 20.691
Haarlemmerhoutkwartier Ligging van Haarlemmerhoutkwartier 11.713
Westoever Noord Buitenspaarne Ligging van Westoever Noord Buitenspaarne 16.277
Ter Kleef en Te Zaanen Ligging van Ter Kleef en Te Zaanen 20.465
Oud Schoten en Spaarndam Ligging van Oud Schoten en Spaarndam 14.859
Duinwijk Ligging van Duinwijk 5.332
Schalkwijk Ligging van Schalkwijk 31.374
Totaal 148.201
Bron: Statistiek bevolking Haarlem 2009 — Haarlemse bevolking naar wijk en buurt

Stadsbeeld

Huizen aan de Korte Dijk en Houtmarkt langs de rivier het Spaarne. Links op de achtergrond is de Koepelgevangenis te zien.
Luchtfoto van Haarlem. Onder: Westelijk Tuinbouwgebied en het tuindorp Ramplaankwartier, linksmidden: de Oude Stad, rechtsmidden: Haarlemmerhout, rechtsboven: Schalkwijk
Het Spaarne
Hildebrand-monument in de Haarlemmerhout

Centrum

Het stadscentrum van Haarlem, 12.000 inwoners, bestaat uit de historische binnenstad en de buurt tussen het station en de Nieuwe Gracht. De historische binnenstad, die omringd is door grachten en singels, wordt gekenmerkt door vele oude straatjes en monumenten. In het hart van het de binnenstad ligt de Grote Markt waaraan enkele bijzondere historische gebouwen staan waaronder het stadhuis, de Vleeshal en de Grote of St. Bavokerk. De skyline van de binnenstad wordt gedomineerd door deze enorme kerk met zijn bijna 80 meter hoge toren. Veel bekende musici waaronder Mozart hebben op het wereldberoemde Müllerorgel in de kerk gespeeld. De derde versie van het eerste Nederlandse vliegtuig, de Spin 3 van Anthony Fokker, vloog op een vlucht boven de Haarlemse binnenstad en rond de St. Bavokerk ter gelegenheid van Koninginnedag in 1911.[9] Op de Grote Markt is twee keer per week markt en door het jaar heen vinden er verschillende evenementen plaats waaronder de jaarlijkse kermis. Vanaf de Grote Markt lopen in drie richtingen belangrijke winkelstraten namelijk de Grote Houtstraat, de Barteljorisstraat en de Zijlstraat. De rivier het Spaarne scheidt de binnenstad in twee delen. Ten westen van de rivier ligt het grootste deel van de binnenstad. Ten oosten het deel dat ook wel de Spaarnwouderbuurt wordt genoemd. In dit deel is onder andere de enige overgebleven stadspoort van Haarlem te vinden de Spaarnwouder- of Amsterdamse Poort. Ook bevinden zich hier de molen De Adriaan en Koepelgevangenis. Beide oevers van het Spaarne worden door twee monumentale draaibruggenbruggen, een klein ophaalbruggetje genaamd de Gravestenenbrug en een moderne ophaalbrug met elkaar verbonden. Deze laatste brug, die in de volksmond de 'Verfroller' wordt genoemd, heet officieel de Lange Brug.

Veel van de gebouwen in de binnenstad stammen uit de 16e, 17e, 18e en 19e eeuw. Er is echter ook veel moderne architectuur te vinden, zoals de Toneelschuur en de nieuwbouw rond de Appelaar. De buurt die tussen de Nieuwe Gracht en het station, de Stationbuurt, werd gebouwd in de tweede helft 19e eeuw. Langs de Nieuwe Gracht staan veel grote patriciërswoningen. In de jaren '60 en '70 van de 19e eeuw kwamen de villa’s aan het Kenaupark en het Ripperdapark en op de Bolwerken tot stand. Het ontwerp van deze villaparken is van de hand van de Haarlemse (tuin)architect Louis Paul Zocher. In 1908 kwam het nieuwe station aan het Stationsplein tot stand. Het stationsgebouw is gebouwd in Art Nouveau-stijl en is een ontwerp van D.A.N. Margadant.

Zuid-West

Dit stadsdeel, dat bestaat uit de wijken ten zuiden en ten westen van de Haarlemse binnenstad heeft ongeveer 32.000 inwoners. Ten zuiden van het centrum ligt de Haarlemmerhout. Aan dit stadspark ligt het 18e-eeuwse neoclassicistische Paviljoen Welgelegen, dat thans deel uitmaakt van het provinciehuis van Noord-Holland. Welgelegen werd gebouwd door bankier Henry Hope en werd tijdens de Franse tijd bewoond door Lodewijk Napoleon. Rondom het park liggen de Koninginnebuurt en Den Hout, de duurste buurten van de stad. Veel van de vroeg 20e-eeuwse villa’s zijn nu in gebruik als kantoorpand. Ingeklemd tussen het centrum, het Spaarne en de Haarlemmerhout ligt het Rozenprieel, een laat 19e-eeuwse arbeidersbuurt. Veel van de oude woningen in de buurt zijn gedurende de laatste decennia gesloopt en vervangen door nieuwbouw.

Ten westen van het centrum ligt een andere laat 19e-eeuwse arbeiderswijk, de Leidsebuurt. In deze buurt, die tussen de Leidsevaart en de spoorbaan naar Leiden in ligt, staan nog een groot deel van de oorspronkelijke verbouwing overeind. Ten zuiden van deze buurt werd eind 19e eeuw begonnen met de bouw van de Kathedraal St. Bavo. Ten westen van de spoorbaan ligt het uit 1927 daterende openluchtzwembad de Houtvaart. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 1928 die in Amsterdam werden gehouden, trainde hier de Amerikaanse zwemploeg. Aan de westrand van Haarlem het aan de duinen grenzende Westelijk Tuinbouwgebied één van de weinige landbouwgronden binnen de gemeente. De Westelijke Randweg vormt een scheiding tussen stad en land. Midden in dit tuinbouwgebied ligt het tuindorp Ramplaankwartier. In het zuidwestelijkste puntje van Haarlem staat Haarlem-Hoog, één van de eerste en hoogste flatgebouwen van de stad. Het is één van de weinige flats in dit stadsdeel dat vooral wordt gedomineerd door eengezinswoningen.

Oost

De koepelgevangenis in Haarlem Oost

In dit oostelijke stadsdeel met ruim 20.000 inwoners bevinden zich een aantal arbeidersbuurten. Ze zijn gebouwd tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. Vanwege de vochtige grond hebben veel huizen hier, die op houten palen zijn gefundeerd, last van palenpest. In dit deel van de stad bevond zich vroeger ook het slachthuis. Rond 1960 is ten oosten van de arbeidersbuurten Parkwijk gebouwd, een buurt die wordt gekenmerkt door flats en seriebebouwing. De laatste grote uitbreiding vormde de buurt Zuiderpolder, die gebouwd is in de jaren '90 van de 20e eeuw. Op de grens van Haarlem-Oost en het centrum bevindt zich de karakteristieke Koepelgevangenis.

Ten noorden van de Amsterdamse Vaart ligt het industriegebied Waarderpolder. Dit gebied huisvest veelal detail- en groothandelsbedrijven, bedrijven uit de bouwnijverheid en lichte industrie. De oostoever van het Noorder Buiten Spaarne, zoals het Spaarne ten noorden van de binnenstad heet, wordt gekenmerkt door oude veelal monumentale fabrieksgebouwen en loodsen. Voorbeelden zijn de Lichtfabriek, het vroegere Energiebedrijf Haarlem, de gebouwen van de voormalige Droste fabriek en de enorme bedrijfshal van Figee, die thans is verbouwd tot een bedrijfsgebouw met bedrijfsruimten en lofts. Aan de oostkant van de Waarderpolder bevindt zich het hoogste bouwwerk van Haarlem de 149 meter hoge KPN Toren.

Noord

De nieuwe Schoterbrug in Haarlem Noord

Dit stadsdeel met ruim 51.000 inwoners behoorde tot 1927 voor het grootste gedeelte tot de gemeente Schoten. Het gebied net ten noorden van het station was al in 1884 geannexeerd. Hier verrezen in rap tempo de Frans Halsbuurt en Kleverparkbuurt. In 1882 werd begonnen met de bouw van de Ripperdakazerne. Na de annexatie van Schoten is de voormalige gemeente binnen 25 jaar bijna helemaal volgebouwd. Er staan veelal eengezinswoningen uit de jaren '30, '40 en '50. Je vindt er de stadskweektuinen van Huis ter Kleef en drie grote begraafplaatsen. In Haarlem-Noord bevinden zich enkele belangrijke sportaccommodaties. Voetbalclub HFC Haarlem heeft er zijn stadion en ook Hockeyclub Haarlem, de honk- en softbalclub Sparks Haarlem en honkbalclub Kinheim zijn er gevestigd. Aan de westrand van het stadsdeel liggen het Pim Mulierstadion en de deels overkapte kunstijsbaan. In Haarlem-Noord bevindt zich tevens de kleinste officiële dierentuin van Nederland: Stichting Artisklas Haarlem.[10]

Schalkwijk

In 1963 werd Schalkwijk, dat tot die tijd een deel was van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, geannexeerd door Haarlem. Het stadsdeel heeft ongeveer 31.000 inwoners. De in het zuidoosten van de gemeente gelegen wijk werd gedurende de jaren '60, '70 en '80 volgebouwd. In de wijk staan veel hoge galerijflats, lage portiekflats en sobere seriebebouwing. Schalkwijk wordt ook gekenmerkt door het vele groen dat de flatgebouwen omringt en het goede doorgaande wegennet. Midden in Schalkwijk ligt een groot winkelcentrum met meer dan 125 winkels. Schalkwijk wordt aan drie kanten omringd door water. Ten westen van het stadsdeel ligt het Spaarne, ten zuiden de Molenplas en de Meerwijkplas en de oosten ligt de Ringvaart. Aan de noordrand langs de Schipholweg ligt de locatie van één van Haarlems laatste grote stadsuitbreidingen: 023 Haarlem.

Beschermd stadsgezicht

De oude kern van de stad, de Haarlemmerhout en het gebied tussen de Hout en de binnenstad zijn op 5 december 1990 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Zo wil men de historische stedenbouwkundige structuur en het historisch stadsbeeld zo goed mogelijk beschermen. Het gaat dus niet alleen om al de monumenten die de stad rijk is, maar om het totaalbeeld dat wordt gevormd door gebouwen, straten, pleinen, grachten en bruggen. Het dorp Spaarndam heeft al sinds 1971 de status beschermd dorpsgezicht.

Komende jaren zal het beschermd stadsgezicht worden uitgebreid met enkele buurten in de stadsdelen Noord en Zuid-West, waaronder Patrimoniumbuurt, Kleverpark, Bomenbuurt, Koninginnebuurt en Den Hout.

Parken en recreatiegebieden

Stadspark de Haarlemmerhout

In Haarlem bevinden zich verscheidene parken en recreatiegebieden. Hiervan is de Haarlemmerhout toch de bekendste. De Haarlemmerhout is een stadsbos aan de rand van Haarlem. Het bos bestaat al sinds het begin van onze jaartelling. Vooral in de Gouden Eeuw gold dit bos als trekpleister voor rijke mensen die hier en vlakbij het Spaarne wilden wonen. Paviljoen Welgelegen is te vinden in dit park.

Het Kenaupark, ontworpen in 1865, is het op één na bekendste park in Haarlem. De naam heeft het te danken aan Kenau Simonsdochter Hasselaer, die leefde van 1526 tot 1588 of 1589. Zij speelde een grote rol tijdens het Beleg van Haarlem.

Andere parken in Haarlem zijn onder andere het Frederikspark, Ripperdapark, de Bolwerken, het Molenplaspark in Haarlem-Zuid en het Schoterbos.

In de omgeving zijn nog meer natuurgebieden en parken te vinden. De grootste is het Nationaal Park Zuid-Kennemerland in Velsen, Bloemendaal en Zandvoort. Recreatiegebied Spaarnwoude is te vinden in Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het Haarlemmermeerse Bos bevindt zich nabij Hoofddorp in de gemeente Haarlemmermeer.

Demografie

Bevolkingspiramide van Haarlem

Haarlem heeft per Sjabloon:Inwonertal NL datum Sjabloon:Inwonertal NL gemeente inwoners en is daarmee, na Amsterdam, naar inwonertal de tweede stad van Noord-Holland. In Nederland is Haarlem naar inwonertal de dertiende gemeente. Aangezien de grenzen van de stad en de gemeente gelijk lopen, scoort Haarlem als enkel naar de stedelijke kernen wordt gekeken nog hoger: het is naar inwonertal de tiende stad van Nederland.

In de jaren '70 werd een trend van negatieve bevolkingsgroei ingezet, die pas recent weer is gestopt. Na een dieptepunt van 146.739 inwoners in 2004, was het inwonertal in 2008 weer gestegen tot boven de 148.200.[8]

Met een bevolkingsdichtheid van 5.036 inwoners per km² land - voor Nederland in zijn geheel is de bevolkingsdichtheid 486 inwoners per km² - is Haarlem één van de dichtstbevolkte steden van het land. De omgevingsadressendichtheid, een andere indicator voor de stedelijkheid, bedroeg in 2006 3.130.

Samenstelling

Allochtone bevolkingsgroepen
per 1-1-2009
Totaal aantal allochtonen 35.464 24,0%
w.o. Turken 6.290 17,7%
w.o. Marokkanen 4.420 12,5%
w.o. Indonesiërs/Ned. Indiërs 4.808 13,5%
w.o. Surinamers 1.961 5.6%
w.o. Antillianen 887 2,5%
w.o. Europeanen (EU-landen) 9.000 25,4%

Van de bijna 150.000 Haarlemmers is 21,7 procent 19 jaar of jonger, oftewel 32.131 inwoners. De groep van 20- tot en met 44-jarigen telt 54.224 mensen en vormt daarmee 36,6 procent van de totale bevolking; dat percentage ligt boven het Nederlandse gemiddelde van 34,0 procent. 39.222 Haarlemmers (26,5%) vallen binnen de categorie van de 45- tot en met 64-jarigen en 22.624 (15,3%) van de inwoners is 65 jaar of ouder.[11]

Op 1 januari 2009 telde Haarlem 148.201 inwoners, van wie 72.027 mannen (48,6%) en 76.174 vrouwen (51,4%).[11] Per 1 januari 2008 waren er 71.749 huishoudens, met een gemiddelde grootte van 2,05 persoon; 21,8% van de totale bevolking wordt gevormd door eenpersoonshuishoudens.[11]

24% van de bevolking is allochtoon, tegenover 20% in heel Nederland.[12] In de buurten Parkwijk, Boerhaavewijk en Meerwijk is meer dan 40% van de bevolking van buitenlandse afkomst.[11]

Bevolkingsontwikkeling

In de jaren '20 van de 20e eeuw groeide het Haarlemse bevolkingscijfer voorbij de grens van 100.000 inwoners. In 1967 bereikte Haarlem het hoogste aantal inwoners: 173.133. Daarna was er gedurende enkele decennia sprake van een bevolkingsdaling, doordat er steeds meer bedrijvigheid uit de stad vertrok en er dus minder werk was. In 1994 zakte het inwonertal onder de 150.000, waarna de bevolkingsdaling stagneerde. Het ligt in de verwachting dat de Haarlemse bevolking deze en de komende jaren weer zal groeien.

Haarlem fungeert sinds eind jaren '90 als 'overloop' van Amsterdam. Omdat in Amsterdam de huizen schaars en duur zijn, kozen steeds meer voormalige Amsterdammers voor Haarlem. De huizenprijzen in Haarlem zijn daardoor gestegen.

In de onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het bevolkingsaantal van Haarlem weergegeven.[8][13]

Religie

Sint Bavo redt Haarlem van de Kennemers in 1274. Schilderij uit 1673

Volgens het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het (CBS) uit 2001–2003 was in deze periode bijna twee derde van de bevolking van de agglomeratie Haarlem - 64,4% - niet kerkelijk gezind. 18,2% van de bevolking is rooms-katholiek, 6,3% Nederlands Hervormd, 2,8% gereformeerd en 6,4% islamitisch.[14]

De heilige Bavo is de beschermheilige van de stad. De verering van Sint Bavo is overgenomen uit Gent, een stad die vanwege de lakenindustrie goede banden onderhield met Haarlem.[15]

Haarlem is sinds 1853 de zetel van het rooms-katholieke bisdom Haarlem, dat sinds 1 januari 2009 de naam bisdom Haarlem-Amsterdam draagt.[16] De kathedraal van het bisdom is de Kathedrale Basiliek Sint Bavo aan de Leidsevaart. Voor de bouw van de Basiliek Sint Bavo was de zetel van het bisdom Haarlem gevestigd in het Bisdommelijk of Bisschoppelijk Paleis aan de Nieuwe Gracht 80 te Haarlem, het pand doet nog steeds dienst als bisschopshuis.

Taal

Zie Haarlems voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het stadsdialect van Haarlem is het Haarlems, een Zuid-Hollands dialect dat echter ook kenmerken deelt met het Amsterdams. In het verleden sloot het Haarlems redelijk aan bij het Kennemerlands. Door dialectverandering is daar nu niets speciaals meer van te merken. De Haarlemse fonologie wordt gekenmerkt door een stemloze articulatie van fricatieven die in de standaardtaal stemhebbend zijn (v, z, g > f, s, ch), de relatief gesloten uitspraak van de korte e (dat wil zeggen: pet gaat de richting op van pit) en de gepalataliseerde realisatie van de d, t en n.

Haarlem heeft de reputatie dat er het "zuiverste" Nederlands wordt gesproken.[17] Hoewel het dialect van de plaats inderdaad niet veel van het Standaardnederlands afwijkt, is het niet zo dat men naar Haarlem moet afreizen om juist daar het zuivere Nederlands te horen. De reputatie heeft de stad waarschijnlijk te danken aan Johan Winkler, die in de 19e eeuw in zijn Dialecticon schreef dat de plaatselijke volkstaal veel leek op het "modern Hollandsch" en dat dit moderne Nederlands al door de helft van de Haarlemse bevolking werd gesproken.[18]

Politiek en bestuur

Stad- en provinciebestuur

Het gemeentehuis van Haarlem

Haarlem is de provinciehoofdstad van Noord-Holland. Het provinciehuis is het Paviljoen Welgelegen in de Haarlemmerhout.

De gemeenteraad van Haarlem bestaat uit 39 leden en wordt sinds 4 juli 2006 voorgezeten door de huidige burgemeester, Bernt Schneiders. De raad telt 9 verschillende fracties.

De stad wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders, dat voor de periode 2010-2014 bestaat uit de burgemeester en vijf wethouders uit de coalitiepartijen D66, PvdA, GroenLinks en VVD. De vier partijen bezitten samen 27 van de 39 zetels in de raad. De burgemeester van Haarlem is Bernt Schneiders van de Partij van de Arbeid. Schneider is sinds het aantreden van Jan Reehorst in 1977 al de vierde PvdA-burgemeester voor de stad op rij.

Het College van B&W bestaat uit de volgende zes personen:

  • Bernt Schneiders (burgemeester, PvdA): Openbare Orde en Veiligheid, Bestuurszaken, Burgerzaken, Stadspromotie
  • Ewout Cassee (wethouder, D66): Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Participatie en Inspraak
  • Jack van der Hoek (wethouder, D66): Sport, WMO, Welzijn, Volksgezondheid, Dienstverlening, Communicatie
  • Jan Nieuwenburg (wethouder, PvdA): Economie, Volkshuisvesting, Onderwijs, Jeugdbeleid, Sociale zaken
  • Rob van Doorn (wethouder, Groenlinks): Duurzaamheid, Wijken, Mobiliteit, Beheer en Onderhoud
  • Pieter Heiliegers (wethouder, VVD): Financiën, Bedrijfsvoering, Cultuur


De uitslag (in procenten) en zetelverdeling van de gemeenteraadsverkiezingen van 1990, 1994, 1998, 2002, 2006 en 2010 was als volgt:[8]

Partij 1990 1994 1998 2002 2006 2010
PvdA 11 (27,3%) 9 (21,4%) 11 (25,1%) 8 (29,3%) 11 (25,6%) 7 (16,4%)
SP - - 2 (6,2%) 2 (6,9%) 7 (18,3%) 5 (12,5%)
VVD 6 (14,4%) 7 (17%) 9 (20,6%) 7 (16,2%) 7 (17,3%) 5 (12,7%)
GroenLinks 4 (10,1%) 6 (15,8%) 5 (12,5%) 5 (12,4%) 4 (10,4%) 7 (15,3%)
CDA 9 (22,9%) 6 (16,5%) 5 (13,1%) 6 (14,7%) 4 (9,2%) 3 (7,9%)
D66 8 (18,8%) 7 (17,0%) 3 (7,7%) 3 (7,5%) 2 (4,7%) 8 (18,2%)
Actiepartij - - - - 1 (3,8%) 1 (3,1%)
Partij Spaarnestad - - - - 1 (3,0%) 0 (1,6%)
ChristenUnie/SGP 0 (1,7%) 1 (2,5%) 1 (2,3%) 1 (2,3%) 1 (2,5%) 0 (2,0%)
Ouderenpartij Noord-Holland - - - - 1 (2,8%) 2 (4,6%)
Trots op nederland - - - - - (-%) 1 (3,6%)
Stadspartij Leefbaar Haarlem - - 1 (4,0%) 7 (16,4%) - -
De Groenen - - 1 (2,6%) 0 (2,2%) - -
Patij Moeder CAO - - - - - (-%) 0 (0,3%)
Forza! - - - - - (-%) 0 (1,8%)
Overige[19] - (0,8%) - - (1,1%) - (1,0%) - (0,5%) -

Stedenbanden

Haarlem en haar zustersteden op de kaart van Europa

Haarlem heeft samenwerkingsverbanden met meerdere steden. Er zijn jumelages met drie steden: Osnabrück (Duitsland)[20], sinds 1961, Angers (Frankrijk), sinds 1964 en Emirdağ (Turkije). Daarnaast zijn er nog twee banden op particulier initiatief met het Zimbabwaanse Mutare en Rivas in Nicaragua.[21]

Haarlem heeft samen met Emirdağ gewerkt aan een project genaamd "Towards a New Waste Management Policy"[22], dat draait om een afvalbeleid. Nu wordt er gewerkt aan werkafspraken en een totstandkoming van een afvalverwerkingsplan. Emirdağ heeft aangegeven verder te willen werken met Haarlem.[22] Dit allemaal wordt gedaan met het doel om integratie en uitwisseling op de terreinen van cultuur, onderwijs, gezondheid en ouderenzorg tussen Haarlem en Emirdağ te bevorderen.

Symboliek

Zie Wapen van Haarlem voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het wapen van Haarlem
Het wapen van Haarlem
De vlag van Haarlem
De vlag van Haarlem

Het wapen van Haarlem bestaat uit een rood veld met daarin een zwaard met daarboven een kruis. Het zwaard wordt geflankeerd door vier sterren. De sterren duiden op de verbondenheid van de stad met de zee. Het zwaard zou zijn toegevoegd door keizer Frederik II uit dank voor de verovering van Damiate in 1219. De patriarch van Jeruzalem zou uit dank het kruis hebben toegevoegd. Het rode veld met het zwaard, de vier sterren en het kruis geldt ook als de vlag van de stad.

De wapenspreuk van Haarlem is Vicit vim virtus, Latijn voor Dapperheid heeft geweld overwonnen.

Cultuur

Bekende bouwwerken

De Grote Markt met de Grote of Sint-Bavokerk. Rechts is de Vleeshal te zien
Hofje van Bakenes
Molen De Adriaan aan het Spaarne
Gravestenenbrug met de voormalige bierbrouwerij De Olyphant
Ruïne van Brederode

Haarlem is de zesde monumentenstad van Nederland. De stad telt 1149 rijksmonumenten. Daarnaast telt de stad zo’n 80 gemeentelijke monumenten. Deze lijst zal de komende jaren met 650 objecten worden uitgebreid. Bovendien is de historische binnenstad aangewezen als beschermd stadsgezicht. In de binnenstad staan dan ook de meeste van de monumenten, zoals de Grote of Sint-Bavokerk, het Stadhuis en de Vleeshal. De stad kent echter ook een aantal toonaangevende moderne bouwwerken, zoals de Toneelschuur, het Patronaat, de nieuwbouw van de Stadsschouwburg en het kantoor van de ING Bank aan de Wilhelminastraat.

De Grote Markt ligt centraal in de oude binnenstad van Haarlem en wordt gedomineerd door de Sint-Bavokerk. Aan de westzijde bevindt zich het stadhuis, een rechthoekig gebouw met kantelen en een toren. Op de plaats waar het stadhuis is gebouwd stond vroeger een jachtslot van de Graven van Holland. De Hoofdwacht, eveneens gelegen aan de Grote Markt, is gebouwd in de 13e eeuw en daarmee één van de oudste monumenten in de stad. De Vleeshal en Vishal zijn twee gebouwen waarin vroeger, zoals de naam al zegt, vlees en vis werden verkocht. Naast de Vleeshal ligt de Verweyhal, in de 19e eeuw gebouwd als herensociëteit. Andere bekende straten in de stad zijn de Botermarkt, Nieuwe Gracht, Gedempte Oude Gracht en de Jansstraat. De Barteljorisstraat, de Grote Houtstraat en de Zijlweg komen voor in het bordspel Monopoly.

Van de kerken in Haarlem zijn de Grote of Sint-Bavokerk, gebouwd tussen 1370-1520 en de Kathedrale Basiliek Sint Bavo, gebouwd in 1930, de bekendste twee. Aangezien beide kerken de heiligennaam 'Bavo' dragen, worden ze ook wel Oude en Nieuwe Baaf genoemd. In de Sint-Bavokerk klinken elke avond tussen negen en half tien de Damiaatjes, ter herinnering aan de verovering van de Egyptische stad Damietta. Aan de Jansstraat ligt de Janskerk, met aangrenzend een klooster dat tegenwoordig het Noord-Hollands Archief huisvest. De Groenmarktkerk is de op één na oudste katholiek gebleven kerk in Haarlem. Eveneens in het centrum van de stad bevindt zich de Bakenesserkerk, die opvalt door zijn witte toren die lijkt op die van de Sint-Bavokerk. Andere kerken in Haarlem zijn de St. Josephkerk, Waalse Kerk, Lutherse Kerk, De Grote Vermaning, Remonstrantse Kerk, Oud-Katholieke Kerk en Nieuwe Kerk.[23]

Haarlem telt 22 hofjes. In de 17e eeuw waren er meer dan 40, maar in de 18e en 19e eeuw is er veel verdwenen. Ook het oudste hofje van Nederland is in het Haarlem, het Hofje van Bakenes uit 1395.

Haarlem heeft verschillende molens, waarvan de Eenhoorn (gebouwd in 1776 aan het Spaarne) de oudste is. In 1926 - 1927 is er een elektrische zagerij bij gebouwd. Vereniging De Hollandsche Molen heeft De Eenhoorn in 1927 opgekocht om de molen zo te bewaren. De Adriaan, een achtkantige stellingmolen, is gebouwd in 1779. De molen is in 2001 herbouwd nadat op 23 april 1932 de molen was afgebrand. Nu is het een museum en trouwgelegenheid. Ook De Hommel is een keer afgebrand, na blikseminslag. In 1972 en 1991 is de molen gerestaureerd. Molen De Veer is een grondzeiler, gebouwd in 2001. De originele Vijfhuizer Molen is afgebrand in 1859; de nu bestaande versie is gebouwd in 1875. De Stoop of Schoterveense Molen, gebouwd in de 17e eeuw, is een wipmolen.

Haarlem telt ook een aantal gebouwen die vroeger bedrijven of winkels herbergden. Een voorbeeld van zo'n gebouw is De Olyphant, waar vroeger een bierbrouwerij in gevestigd was. De Droste-fabriek aan het Spaarne is een oude fabriek die nog deels overeind staat. Aan het Spaarne liggen ook het Teylers Museum en de Waag.

De Spaarnwouder- of Amsterdamse Poort is gebouwd in 1355 en is de enige nog overgebleven stadspoort van de twaalf die de stad in totaal gekend heeft. De Koepelgevangenis werd gebouwd tussen 1899 en 1901 en is nog altijd in gebruik. Het is één van de drie koepelgevangenissen in Nederland. Een wat kleiner pand is de drogisterij Van der Pigge, gebouwd in 1849. Deze drogisterij is het enige pand dat bewaard is gebleven nadat de Vroom & Dreesmann zich daar heeft gevestigd. De drogisterij bezit nog steeds de originele gaper.

Er zijn in Haarlem ook exemplaren van moderne architectuur te vinden. Een voorbeeld daarvan is de Toneelschuur, dat functioneert als theater en filmhuis en in 2003 werd gebouwd naar een ontwerp van Joost Swarte. Naast de Toneelschuur bevindt zich de Nieuwe Philharmonie, dat aan het begin van de twintigste eeuw is gerenoveerd. Het Gerechtsgebouw Haarlem, het Patronaat, het ING-kantoor en Stadsschouwburg zijn eveneens in moderne stijl opgetrokken.

Buiten het centrum bevinden zich onder andere de Ripperda Kazerne, Huis ter Kleef en het Paviljoen Welgelegen. In de nabije omgeving kunnen meerdere forten en kastelen worden bezichtigd. Een hiervan is de Ruïne van Brederode, liggend in Santpoort-Zuid. Vroeger stond daar Kasteel Brederode, gesticht door Willem van Brederode in de tweede helft van de 13e eeuw. Een ander voormalig kasteel is het Slot Heemstede te Heemstede, dat tegenwoordig een landgoed met de naam Het Oude Slot is. Landgoed Elswout in Overveen is een landgoed in Franse stijl dat een paar weilanden, een stuk bos en een groot landhuis omvat. Gemaal De Cruquius in Cruquius, beide vernoemd naar Nicolaus Cruquius, is gebouwd in 1849 en is één van de drie gemalen die het Haarlemmermeer hebben drooggelegd. De forten van de Stelling van Amsterdam zijn de laatste grote bezienswaardigheden in de omgeving van Haarlem.

Musea en galerieën

Het Oudemannenhuis, waar het Frans Hals Museum gevestigd is

Haarlem telt in totaal 22 musea en expositieruimten.[24] Het Teylers Museum aan het Spaarne bestaat sinds 1784 en is daarmee het oudste museum van Nederland.[25] De collectie van het museum is gericht op kunst en wetenschap en omvat onder andere schetsen van de Italiaanse kunstenaar Michelangelo.

Een ander bekend museum in de stad is het Frans Hals Museum. Dit museum werd opgericht in 1862 en was destijds gevestigd in het stadhuis; het is in 1913 verplaatst naar een hofje uit de 17de eeuw. Het beheert een grote collectie schilderkunst uit de Gouden Eeuw, waaronder veel werk van naamgever Frans Hals. Museum De Hallen is een dependance van het Frans Hals Museum in twee panden aan de Grote Markt. Hier wordt hedendaagse en moderne kunst tentoongesteld.

Er zijn nog meer meer musea. De geschiedenis van de stad wordt uitgebreid belicht in het Historisch Museum Haarlem. Bodemschatten uit de omgeving zijn te vinden in het Archeologisch Museum. Het Dolhuys is het nationaal museum van de psychiatrie. Op het terrein van de vroegere tramremise van de NZHM aan de Leidsevaart zit tegenwoordig het NZH-Vervoermuseum, dat een aantal trams en autobussen beheert. Het Corrie ten Boom Museum is gewijd aan verzetsstrijder Corrie ten Boom en haar evangelisatiewerk. In het Theo Swagemakers Museum worden portretten, stillevens en landschappen van de schilder getoond. De collectie van het Draaiorgelmuseum Haarlem omvat negen draaiorgels.

Het Spaarnestad Fotoarchief herbergt miljoenen pers- en documentaire foto’s uit de twintigste eeuw en daarvoor. Een regionaal archief is het Noord-Hollands Archief, dat gegevens over de stad, de regio en de provincie in het archief heeft.

Onder andere De Vishal, het ABC Architectuurcentrum en Galerie Pietershuis doen dienst als expositieruimte.

Beeldende kunsten

"Wetenschap en kunst door faam bekroond" op het Teylers Museum

Haarlem is al eeuwenlang een typische schildersstad geweest. De stad was op dit gebied in de Noordelijke Nederlanden zelfs toonaangevend en in de jaren 1580-1630 belangrijker dan bijvoorbeeld Amsterdam. De reputatie van schilderstad kreeg Haarlem van kunstenaars als Jacob van Ruisdael en Frans Hals, Pieter Saenredam, al werden de laatste twee beide niet in de stad zelf geboren. In het Frans Hals Museum zijn veel werken van Haarlemse schilders te bezichtigen.

Ook in de openbare ruimte is er veel kunst in Haarlem te bezichtigen. Er zijn in de gemeente zes gedenktekens die herinneren aan Laurens Janszoon Coster, die wordt beschouwd als uitvinder van de boekdrukkunst in Nederland. Het oudste daarvan is een beeld uit 1722, dat gemaakt werd door Gerrit van Heerstal en is geplaatst in de hortus van het Stedelijk Gymnasium Haarlem. Het oudste beeld in de stad is het standbeeld van Justitia in het stadhuis, het werd geplaatst omstreeks 1633.[26] Verder zijn er beelden te vinden van onder andere Frans Hals, Godfried Bomans Kenau Simonsdochter Hasselaer.

Van de Haarlemse beeldhouwers Mari Andriessen, Theo Mulder, Eric Claus en Kees Verkade zijn meerdere beelden in de stad te vinden.

Literatuur

De Haarlemmer Laurens Janszoon Coster zou begin 15e eeuw de boekdrukkunst hebben uitgevonden. De Duitser Johannes Gutenberg wordt echter algemeen als de uitvinder gezien. In Haarlem staan enkele monumenten ter nagedachtenis aan Coster, wie nog steeds, en vooral door Haarlemmers, wordt gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst. Na de vestiging van de drukkerij van Joh. Enschedé kreeg de stad de blijvende reputatie van drukkersstad.

Ook heeft Haarlem de reputatie als schrijversstad. Veel bekende Nederlandse schrijvers zijn er geboren of werkten er, onder wie Nicolaas Beets, Lodewijk van Deyssel, Godfried Bomans, Louis Ferron, Harry Mulisch, L.H. Wiener en Lennaert Nijgh.

Media

Het Haarlems Dagblad is de regionale krant voor Haarlem en omstreken en geldt als de oudste, nog steeds bestaande krant ter wereld (sinds 1656).[27] Het Haarlems Weekblad en Haarlem dit Weekend zijn gratis kranten die iedere week verschijnen. Een ander wekelijks verschijnend gratis nieuwsblad is de De Haarlemmer. De Stadskrant maakt deel uit van De Haarlemmer en publiceert wekelijks alle gemeentelijke mededelingen.

Haarlem 105 is actief op zowel radio als televisie: Haarlem 105 Televisie onderhoudt een kabelkrant en Haarlem 105 Radio zendt uit in de Ether op 105.1 fm en via de lokale kabel op 103.3 fm.

Theater, film en culturele centra

Het Patronaat

Meerdere theaters, bioscopen en andere culturele bezienswaardigheden bevinden zich in Haarlem. De Philharmonie is in dit rijtje het oudste gebouw, welke stamt uit 1872. In 2001 is dit gebouw vernieuwd en uitgebreid. Het nieuwe gebouw is om het oude deel heen gebouwd. Tot 2002 was dit het concertgebouw Haarlem.[28] Ook de Toneelschuur/De Filmschuur is verplaatst. De huidige Toneelschuur zit in het gebouw naast de Philharmonie. Dit is gebeurd in 2003. Het gebouw valt onder bouwproject Appelaar, dat volledig afgerond is in 2007.

Het Patronaat in Haarlem is een poppodium. Het werd opgericht in 1984 en was lange tijd gehuisvest in een oud schoolgebouw. Sinds 2005 is een nieuw, modern onderkomen in gebruik. Het Patronaat is één van de 10 belangrijkste poppodia in Nederland en beschikt over twee zalen en een muziekcafé.

Cinema Palace was een bioscoop uit 1915 en was daarmee één van de oudste bioscopen in Nederland. Het gebouw bevatte één filmzaal, maar deze kon wel 550 mensen huisvesten en was daarmee de grootste bioscoopzaal in Haarlem. In het voorjaar van 2011 opent Pathé Haarlem haar deuren en Cinema Palace Haarlem sluit met ingang van 8 januari 2011. De andere bioscopen in de stad zijn de zwaar verouderde Brinkmann-bioscoop, die 768 zitplaatsen aanbiedt, verdeeld over vijf zalen, en de al genoemde Filmschuur.

Evenementen

In april trekt jaarlijks het bloemencorso van Noordwijk naar Haarlem. De dag na de corso zijn de praalwagens nog te bezichtigen in de binnenstad. Het jaarlijkse Bevrijdingspop op 5 mei is één van de grootste bevrijdingsfestivals van Nederland. In 1980 werd het voor de eerste keer georganiseerd en daarmee is het het oudste bevrijdingsfestival van Nederland. Bevrijdingspop vindt plaats in de Haarlemmerhout. Hier vinden ook het jaarlijkse multiculturele Haarlemmerhoutfestival en kleinschalige concerten plaats. Ook vindt er in april een grote kermis plaats op de Grote Markt en ook op de Zaanenlaan in Haarlem Noord.

Op de Grote Markt vinden jaarlijks ook verschillende publieksevenementen plaats waaronder Haarlem Jazzstad, Haarlem Culinair en Haarlemse Stripdagen.

Naast culturele evenementen vinden in Haarlem jaarlijks ook enkele sportevenementen plaats. Het bekendst op dit gebied zijn de Haarlemse Honkbalweek, de Haarlemse Basketbalweek (om het jaar in Haarlem en Amsterdam) en de Zilveren Kruis Achmea Loop.

Economie

De Waag aan het Spaarne speelde tussen 17e en de 19e eeuw een belangrijke rol in de Haarlemse economie
Voormalig fabriekspand aan het Spaarne van chocoladeproducent Droste

Tegenwoordig is Haarlem een stad die vooral bedrijven uit de dienstensector, zoals winkels, horeca en zakelijke dienstverleners, en publieke instellingen als scholen en overheidsinstellingen huisvest. Ook bevinden zich in de stad enkele industriële bedrijven. Ook toerisme vormt een belangrijke tak binnen de Haarlemse economie. In de periode van maart 2005 tot maart 2006 brachten ruim 700.000 buitenlandse toeristen een bezoek aan Haarlem.

Bedrijvigheid

Van de 13e tot en met de 17e eeuw was Haarlem een belangrijke textielstad. In de stad zijn gedurende vier eeuwen vooral laken, linnen en wol geproduceerd. Ook was gedurende de middeleeuwen het brouwen van bier één van de belangrijkste economieën in de stad. Het water uit het Spaarne werd hiervoor gebruikt. Maar nadat het water uit de rivier te vervuild werd, is er een vaart gegraven die Haarlem met de duinen moest verbinden. Deze naam kreeg toepasselijk de naam Brouwersvaart en moest de Haarlemse bierbrouwerijen zuiver duinwater leveren. Het Haarlemse biermerk Jopen herinnert aan de rijke historie van het brouwen van bier in de stad.

Na de industriële revolutie van de 19e eeuw werd Haarlem een echte industriestad. Verschillende bedrijven vestigden zich in de stad en langs het Spaarne. Deze rivier vormde samen met de in de 19e eeuw aangelegde spoorverbindingen met Amsterdam en Leiden de belangrijkste verbindingen met de rest van westelijk Nederland. De fabriek van J.J. Beijnes fabriceerde van oorsprong rijtuigen en trams en is later onder de naam Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagen ook treinstellen gaan produceren. De in 1838 opgerichte fabriek verhuisde in 1950 naar Beverwijk en sloot in 1963. De aan het Spaarne gevestigde fabriek van Hendrik Figee begon als kistenfabriek en groeide uit tot een producent van hefkranen, heimachines en baggermolens. Haarlem kreeg internationale reputatie op het gebied van grafische industrie dankzij de drukkerij van Joh. Enschedé. In 1890 werd in Haarlem het chocoladebedrijf Droste opgericht. Het bedrijf vestigde zich aan het Spaarne. Het bedrijf is tegenwoordig gevestigd in Vaassen.

Tegenwoordig zijn er enkele farmaceutische bedrijven en bouwnijverheidsbedrijven in Haarlem gevestigd. Ook is de drukkerij Joh. Enschedé nog steeds in de stad gevestigd. Verder bevinden zich er nog vele andere commerciële bedrijven in de stad, vooral bedrijven uit de detail- en groothandel. Ook kent Haarlem een groot aantal bedrijven die zijn gespecialiseerd in de zakelijke dienstverlening.

Werk en inkomen

De inwoners van Haarlem werken vooral in de industrie, de handel, de zakelijke dienstverlening, bij overheidsinstellingen, in het onderwijs en in de gezondheids- en welzijnszorg. De overige inwoners werken in overige sectoren zoals bouwnijverheid, horeca en transport. In 2007 bood de stad ruim 66.000 arbeidsplaatsen.[8]

Een deel van de in Haarlem werkzame mensen zijn afkomstig uit omliggende gemeenten als Heemstede, Bloemendaal en Velsen. Een groot deel van de Haarlemmers werkt niet binnen de eigen gemeente. Veel Haarlemmers reizen dagelijks voor hun werk naar Amsterdam, Schiphol, Hoofddorp, Velsen en Leiden.

Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden bedroeg in 2005 ongeveer € 29.000, dat is iets onder het Nederlands gemiddelde van € 30.100. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per persoon met 52 weken inkomen bedroeg € 18.800, het Nederlands gemiddelde bedroeg hier € 18.200.[8]

Kleinhandel

Vestiging van het warenhuis V&D aan de Botermarkt

Haarlem werd in 1994, 2004 en 2005 door het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgeroepen tot beste winkelstad van Nederland. Haarlem biedt een grote hoeveelheid en variëteit aan winkels. In de binnenstad zitten exclusieve woonwinkels, kledingzaken en verschillende antiek- en curiosawinkeltjes en een groot scala speciaalzaken. Verder kent Haarlem een groot aantal horecazaken en zijn er onder andere op de Grote Markt veel terrasjes te vinden. Daarnaast maken ook de culturele voorzieningen en de historische binnenstad Haarlem tot een aantrekkelijke winkelstad, zo oordeelt het CBS. Het overdekte winkelcentrum van Schalkwijk is één van de beste winkelcentra van Nederland.[29] De winkels in de binnenstad zijn iedere eerste zondag van de maand (koopzondag) en op donderdagavond (koopavond) geopend.

Naast de vele winkels is er nagenoeg elke dag in de week wel ergens in de stad een markt. Op de Botermarkt is er verder op iedere vrijdag een biologische boerenmarkt en op woensdag een boekenmarkt. De volgende markten worden wekelijks gehouden in Haarlem:

  • Grote Markt en Botermarkt (maandag)
  • Schalkwijk (dinsdag)
  • Botermarkt (woensdag)
  • Floresstraat (donderdag)
  • Zomerkade en Botermarkt (vrijdag)
  • Grote Markt en Botermarkt (zaterdag)

Toerisme

Het toerisme wordt steeds belangrijker in Haarlem, in vergelijking met 2000 en 2001 is het aantal toeristen in enkele jaren verdrievoudigd: in de periode 2005 tot maart 2006 werd Haarlem door ruim 720.000 mensen bezocht.[30] Haarlem heeft na de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) de meeste buitenlandse toeristen per jaar. Dit grote aantal buitenlandse bezoekers kan verklaard worden door de gunstige ligging nabij Schiphol en Amsterdam én nabij de kust en het brede aanbod van cultuurhistorie, winkels en horeca.[30]

Als belangrijkste attractie geldt de historische binnenstad, die een groot aantal monumentale bouwwerken, waaronder veel kerken en hofjes, telt en de status van beschermd stadsgezicht heeft. Ook biedt de stad een aantal belangrijke musea: het Frans Hals Museum & de Hallen en het Teylers Museum hoorden in 2007 beide bij de 10 meest bezochte musea van Noord-Holland buiten Amsterdam.[31] Op evenementengebied behoren het bloemencorso tussen Noordwijk en Haarlem, Jazzstad, het Bloemenweekend en Bevrijdingspop tot de top 10 van Noord-Holland (wederom uitgezonderd Amsterdam); het bloemencorso is met ca. 1 miljoen bezoekers zelfs het grootste evenement van de provincie.[31]

In 2007 had de stad een hotelcapaciteit van 731 kamers.[32] Ongeveer 4.500 Haarlemmers zijn werkzaam in de toeristische sector.[33]

Verkeer en vervoer

Wegverkeer

Kaart van Haarlem en omgeving Sjabloon:Legenda kaart Nederlandse gemeente

Haarlem is vanuit het noorden en oosten bereikbaar via autosnelwegen. Vanuit het zuiden en westen is de stad bereikbaar via provinciale wegen. De meeste wegen in en rond de stad hebben de functie als aan- en afvoerweg. Een aantal wegen vervullen echter de functie van doorvoerweg van en naar de kust. Strandgangers gebruiken de wegen om ’s zomers naar de stranden van Zandvoort en Bloemendaal aan Zee te rijden, wat vaak voor verkeersopstoppingen leidt op de wegen rond het centrum. Om deze reden zijn er plannen om een zuidelijke randweg aan te leggen vanaf de Schipholweg naar de Westelijke Randweg, die met een tunnel onder het Spaarne doorgaat. In januari 2009 heeft de gemeente 20.000 euro in een onderzoek naar de haalbaarheid van deze tunnel gestoken.[34] Ook is er ter verbetering van de doorstroming tussen de Waarderpolder en Haarlem-Noord door de gemeente een plan ontwikkeld voor de bouw van een brug over het Spaarne, de Schoterbrug, en de aanleg van de Oostweg, een oostelijke randweg door de Waarderpolder.

Rondom Haarlem liggen de volgende rijks- en provinciale wegen:

Spoorwegen

NS Station Haarlem

De gemeente Haarlem telt twee spoorwegstations. Het grootste is station Haarlem, dat ten noorden van de binnenstad ligt op 10 minuten loopafstand van de Grote Markt. Dit rijksmonument dateert uit 1906-08 en is ontworpen door D.A.N. Margadant. Het is het knooppunt van de "Oude lijn" Amsterdam - Rotterdam en de lijnen Haarlem - Uitgeest en Haarlem - Zandvoort. Vanaf dit station rijden intercity’s en stoptreinen in de richtingen Amsterdam, Alkmaar (en verder), Leiden (en verder) en Zandvoort aan Zee.

Het tweede station - geopend in 1998 - is station Haarlem Spaarnwoude. Op dit station stoppen alleen stoptreinen.

Station Bloemendaal ligt op de gemeentegrens tussen Haarlem en Bloemendaal. Station Overveen ligt net over de gemeentegrens met Bloemendaal. Aan beide stations stoppen alleen stoptreinen. Het station Heemstede-Aerdenhout, dat net over de gemeentegrens met Heemstede ligt, is een belangrijk station voor inwoners uit het zuiden van Haarlem. Hier stoppen sneltreinen en stoptreinen in de richtingen Haarlem / Amsterdam, Leiden (en verder) en Alkmaar (en verder).

Stads- en streekvervoer

Hoogwaardig openbaar vervoer tussen Haarlem en Schiphol: de Zuidtangent.

Het stads- en streekvervoer in en rondom de stad wordt verzorgd door vervoersbedrijf Connexxion en bestaat uit vervoer met stadsbussen en streekbussen. Er zijn diverse stadsbuslijnen in Haarlem. Verder zijn er verbindingen met Heemstede (lijn 3), IJmuiden (lijn 4, 75 en 575), Leiden (lijn 50 en 51), Uitgeest (lijn 73), Amsterdam (lijn 80), Zandvoort (lijn 81), Den Haag (lijn 90), Uithoorn (lijn 140), Schiphol-Oost (lijn 236), Amsterdam-Zuidoost (lijn 300, Zuidtangent) en Heemstede (lijn 680). Een aantal van deze lijnen wordt verzorgd door Connexxion als onderdeel van RegioNet.

De Zuidtangent (lijn 300) is een snelle tangentiële busverbinding vanaf Station Haarlem via onder meer Hoofddorp en Schiphol naar Station Amsterdam Bijlmer ArenA. In de toekomst komt er misschien een tunnel onder de Haarlemse binnenstad om zo kruispunten en het Spaarne te ontwijken.[35]

Scheepvaart

Al sinds de middeleeuwen wordt het Spaarne gebruikt als vaarroute voor goederenschepen. Sinds de drooglegging van de Haarlemmermeer slibde de rivier steeds verder dicht. Door de komst van industriële bedrijven begin 20e eeuw, was de gemeente genoodzaakt het Spaarne uit te diepen, zodat deze geschikt werd voor vrachtvervoer over water. Het bedrijventerrein Waarderpolder dat langs de rivier ligt heeft een haven voor vrachtschepen, de Industriehaven. Vrachtvervoer van en naar het Spaarne vindt vooral plaats in noordelijke richting. Het Noordzeekanaal is bereikbaar via het IJ bij Spaarndam en Zijkanaal C.

Onderwijs, welzijn en sport

Onderwijs

Het Eerste Christelijk Lyceum

Hieronder staat per soort onderwijs welke scholen zich bevinden in Haarlem.[36]

Van het Voortgezet onderwijs het Coornhert Lyceum, Eerste Christelijk Lyceum, Lyceum Sancta Maria, Mendelcollege, Schoter Scholengemeenschap, Laurens Janszoon Coster College (LJC2), Kennemer Lyceum, Stedelijk Gymnasium, Sterren College, Rudolf Steinerschool, Daaf Gelukschool, Teyler College en Paulus Mavo.

De enige school voor middelbaar beroepsonderwijs is het Nova College, dat zich in acht verschillende gebouwen, verspreid over de stad bevindt. Elk pand huist een aantal verschillende opleidingen.[37]

Er zijn twee scholen voor hoger onderwijs in Haarlem. De eerste is Hogeschool Inholland (ruim 7.300 studenten [38]) en de tweede is de Kunstacademie Haarlem.

Gezondheidszorg

Het Kennemer Gasthuis is een belangrijk ziekenhuis en grote werkgever binnen de regio. Het ziekenhuis is op twee plaatsen in Haarlem gevestigd, met een locatie zuid en een locatie noord.

De GGD in Haarlem valt net als de Brandweer Kennemerland onder Veiligheidsregio Kennemerland. Het verzorgingsgebied telt ruim 500.000 inwoners en is één van de meest risicovolle veiligheidsregio's in Nederland, vanwege het risico op natuurbranden, de aanwezigheid van luchthaven Schiphol, de ligging onder zeeniveau en het daarmee gepaard gaande overstromingsgevaar en nog enkele andere risico's.[39]

Regio Kennemerland heeft drie ambulancediensten. Ambulancedienst Kennemerland is een particulier bedrijf en onderdeel van Connexxion Ambulancezorg. Bij Ambulancedienst Kennemerland wordt gewerkt vanuit Velsen en Heemskerk. Ook de GGD Kennemerland heeft een ambulancedienst en verzorgt de dienst vanaf de post in Haarlem. De derde, namelijk VZA Hoofddorp, is actief in de gemeente Haarlemmermeer. De drie werken samen om in het gehele gebied mensen optijd te kunnen helpen. Ook hoeft geen van de bedrijven zijn ambulances heel ver te laten rijden, omdat het gebied in drie verzorgingsgebieden verdeeld is.[40]

Sport

Haarlemse Honkbalweek 2006 in het Pim Mulierstadion

Veel verschillende sporten zijn in Haarlem vertegenwoordigd. De stad heeft van een paar sporten zelfs de oudste nog bestaande vereniging in Nederland. De Koninklijke HFC bestaat sinds 1879 en is daarmee de oudste voetbalclub van Nederland[41] Tennisclub HLTC Haarlem, in bedrijf sinds 1884,[42] is eveneens de oudste Nederlandse vereniging in zijn sporttak. De lange sportgeschiedenis van Haarlem is mede te danken aan Pim Mulier, die aan het eind van de 19e eeuw vanuit Haarlem veel tot dan toe onbekende sporten in Nederland introduceerde. Hij was betrokken bij de oprichting van de Koninklijke HFC en HLTC en de sportorganisaties NAVB en het NOC*NSF.

De Koninlijke HFC, begonnen als rugbyclub, werd in de voetbalseizoenen 1889/90, 1892/93 en 1894/95 officieus landskampioen en won drie keer de Holdertbeker, de voorloper van de KNVB beker. Later werd stadsgenoot HFC Haarlem succesvoller: deze club won twee maal de beker en in 1945/46 de kampioenscompetitie. HFC speelde vanaf de invoering van het betaald voetbal jarenlang in de Eredivisie en kwam in 1982/83 zelfs uit in de UEFA Cup. Vanaf 1990 speelde de club in de Eerste divisie, tot het faillissement op 25 januari 2010.

Welbekend in de judowereld is Kenamju, opgericht in 1948. Haarlem heeft veel meer sportclubs, zoals badmintonvereniging en meervoudig landskampioen BC Duinwijck.[43] Honk en Softbalclub Kinheim bestaat sinds 1935 en speelt in de Nederlandse hoofdklasse. Ook IJsclub Haarlem, anno 1869, en Hockeyclub Haarlem zijn te vinden in Haarlem.

De Kunstijsbaan Kennemerland is in 1977 geopend en sinds 2006 overkapt. Er zijn zes zwembaden in de stad te vinden, waarvan er drie door de gemeente worden beheerd. Onder de gemeentelijke zwembaden is ook een openluchtzwembad, "De Houtvaart" genaamd.[44]

De eerste internationale bandywedstrijd ter wereld werd gespeeld tussen een team uit Haarlem en een Britse club.

Bekende Haarlemmers

Zie Lijst van Haarlemmers voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
"Gezicht op Haarlem" door Jacob van Ruisdael

Haarlem heeft meerdere nationale of soms zelfs internationale beroemdheden voortgebracht, vooral op het gebied van de kunsten. Schilders als Cornelis Corneliszoon, Jacob Isaacksz. van Ruisdael en Jan de Bray gaven Haarlem in de 16e en 17e eeuw de reputatie van schilderstad; andere schilders, zoals Frans Hals, Pieter Claesz en Pieter Jansz. Saenredam werden weliswaar niet geboren in Haarlem, maar brachten er wel een deel van hun leven door. Jacob van Campen, de ontwerper van het Paleis op de Dam en het Mauritshuis, is geboren in de stad, evenals architect Pieter Post en boekdrukker Laurens Janszoon Coster. De schrijvers Nicolaas Beets, Arthur Japin, Harry Mulisch en Lennaert Nijgh komen eveneens uit Haarlem. Verder noemenswaardig zijn de verzetsstrijders Kenau Simonsdochter Hasselaer, bij de verdediging van Haarlem tijdens de Tachtigjarige Oorlog, en Corrie ten Boom en Hannie Schaft, tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tegenwoordig genieten verder onder andere de uit Haarlem afkomstige politici Job Cohen, Femke Halsema, Fred Teeven en Joop Wijn een meer dan plaatselijke bekendheid. Op radio- en televisiegebied zijn de Haarlemmers Giel Beelen, Beau van Erven Dorens, Caroline Tensen, Rob Trip, Jon van Eerd, en Paul Witteman bekende personen. Een bekende cabaretière is Brigitte Kaandorp.

Zie de categorie Haarlem van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.


Etalagester
Dit artikel is opgenomen in de etalage.