De Duitse Grand Prix werd onder zonnige omstandigheden verreden. Voor aanvang van de wedstrijden reden
Geoff Duke, Wilhelm Herz, Schorsch Meier en HP Müller een paar ererondjes met hun oude machines. Bill Ivy reed in twee klassen de snelste ronde, maar haalde de finish niet.
Mike Hailwood ging lang aan de leiding in de openingsrace in Duitsland. Zijn voorsprong werd zó groot dat het publiek al naar huis begon te gaan. In de 23e ronde draaide de krukas van de Honda RC 181 kapot en daardoor kon Giacomo Agostini de overwinning pakken. Die stopte drie ronden voor het einde bij de pit, waardoor opnieuw enige sensatie ontstond. Agostini had echter alle tijd en ging voor de zekerheid tanken. Hij had bij de finish nog een ronde voorsprong op Peter Williams die met een Arter-Matchless tweede werd, en dat op een bijna 6,8 km lang circuit. Jack Findlay werd met een Matchless derde. Rob Fitton werd vierde met een Norton. Dat was een troostvolle afsluiting van zijn dag, die begonnen was toen hij met zijn bestelbus onderweg naar het circuit door een toeschouwer geramd was. Fitton was op het circuit gearriveerd getrokken door een politie-auto.
In de 250cc-klasse was Mike Hailwood al in Spanje en Duitsland uitgevallen, maar de Duitse 350cc-Grand Prix won hij onbedreigd met de Honda RC 174. Giacomo Agostini verloor bijna een minuut met zijn MV Agusta 350 3C en Renzo Pasolini werd met de viercilinder Benelli derde. De Benelli deed het niet slecht: Agostini had bijna twee ronden nodig om Pasolini te passeren.
Van de 34 starters in de 250cc-klasse van de Duitse Grand Prix kwamen er slechts 10 aan de finish. Bij de uitvallers hoorden opnieuw Mike Hailwood en Bill Ivy. Phil Read ging goed van start, maar moest in de pit een bougie vervangen en daarna op jacht gaan naar Ralph Bryans. Die haalde hij niet meer in, maar hij wist wel nog tweede te worden. Met een ronde achterstand werd Heinz Rosner (MZ) derde. In zijn jacht op Bryans reed Read drie seconden per ronde sneller, tot Hailwood, inmiddels langs de kant dankzij een onwillige ontsteking, een zelf geschilderd bord omhoog stak waarop Bryans werd gemaand zijn machine tot 18.000 tpm door te trekken.
In Duitsland moest Hans Georg Anscheidt nog tijdens de ceremonie van de 50cc-race, die hij gewonnen had, vertrekken naar de start van de 125cc-race. Hij had daar de snelste start, maar werd al snel ingehaald door Bill Ivy en Phil Read met hun Yamaha's. In de bocht vóór start/finish vielen vier coureurs gezamenlijk: Ivy en Read en twee achterblijvers: Fritz Kohlar (MZ) en Francesco Villa (Montesa). Francesco Villa was de enige die gewond raakte: hij brak een sleutelbeen. Voor Ivy was deze valpartij zijn vierde in twee weken: Eerst tijdens de training van een internationale race in Brands Hatch, toen tijdens de training in Spanje, de training in Duitsland en de 125cc-race in Duitsland. Daar reed hij in de 250cc-race de snelste ronde, maar hij zakte later in de caravan van Mike Hailwood in elkaar, waarna hij enkele dagen in het ziekenhuis moest bijkomen. Door dit alles konden de Suzuki's toch de beste plaatsten pakken. Yoshimi Katayama won en Anscheidt werd tweede. Op één ronde achterstand werd László Szabó met een MZ derde.
Ook in Duitsland won een Suzuki, maar Yoshimi Katayama viel al in de eerste ronde met motorpech stil. Stuart Graham en Hans Georg Anscheidt liepen snel weg van de rest van het veld en in de vijfde ronde passeerde Graham Anscheidt, om vervolgens ook stil te vallen. Anscheidt won de race, maar de tweede plaats was (met een ronde achterstand) voor Rudolf Schmälze met een Kreidler en de derde voor José Maria Busquets met een Derbi. De 50cc-race, toch populair in Duitsland, trok slechts 17 starters aan.