Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1983

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Verenigd Koninkrijk Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1983
Officiële naam British Grand Prix
Land Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Datum 31 juli 1983
Organisator FIM/ACU
500 cc
Poleposition Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts
Snelste ronde Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts
Eerste Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts
Tweede Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer
Derde Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola
250 cc
Poleposition Vlag van Frankrijk Patrick Fernandez
Snelste ronde Vlag van Frankrijk Jacques Bolle
Eerste Vlag van Frankrijk Jacques Bolle
Tweede Vlag van Frankrijk Thierry Espié
Derde Vlag van Frankrijk Christian Sarron
125 cc
Poleposition Vlag van Spanje Ricardo Tormo
Snelste ronde Vlag van Spanje Ángel Nieto
Eerste Vlag van Spanje Ángel Nieto
Tweede Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler
Derde Vlag van Zwitserland Hans Müller
Zijspan
Poleposition Vlag van Nederland Egbert Streuer/Vlag van Nederland Bernard Schnieders
Snelste ronde Vlag van Nederland Egbert Streuer/Vlag van Nederland Bernard Schnieders
Eerste Vlag van Nederland Egbert Streuer/Vlag van Nederland Bernard Schnieders
Tweede Vlag van Frankrijk Alain Michel/Vlag van Frankrijk Claude Monchaud
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Jones/Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Ayres

De Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1983 was de tiende Grand Prix van het wereldkampioenschap wegrace-seizoen 1983. De races werden verreden op 31 juli 1983 op het Silverstone circuit nabij Silverstone (Northamptonshire). Een ongeval tijdens de 500cc-race kostte het leven aan de Zwitserse coureur Peter Huber en de Noord-Ierse coureur Norman Brown. Tijdens deze Grand Prix werden de wereldtitels in de 125- en de 250cc-klasse beslist.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De Auto-Cycle Union had maatreglen getroffen na de vreemde training in 1982, toen er motoren van verschillende cilinderinhoud tegelijk in de baan waren, wat resulteerde in een vreselijk zwaar ongeluk waarbij Patrick Igoa, Jack Middelburg en Barry Sheene betrokken raakten. Nu kreeg elke klasse twee uur training voor zichzelf. In de hele trainingsweek brandde de zon op het circuit, maar op de racedag was het wisselvallig, waardoor de 500cc-race in twee manches werd gesplitst.

500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De beste start had Ron Haslam, terwijl de Yamaha van Kenny Roberts zoals gewoon slecht startte. Haslam werd meteen terechtgewezen door teamgenoot Freddie Spencer, die er samen met Randy Mamola vandoor ging. Al na enkele ronden werd Spencer gepasseerd door Mamola en de inmiddels aangesloten Roberts. Zij vormden gedrieën een kopgroepje met een flinke voorsprong op de rest van het veld. In de vijfde ronde gebeurde de aanrijding tussen Norman Brown en Peter Huber, waarna de race in de zesde ronde werd gestaakt. Er werd vervolgens met het manche-systeem gewerkt, waarbij de eerst gefishte (Roberts) 1 punt kreeg, tweede man Spencer 2 punten, Mamola 3 enzovoort. De tweede race over 23 ronden leverde dan weer dezelfde puntentelling op en bij een gelijk aantal punten telde de opgetelde racetijd van beide manches. Nu vormde zich een kopgroep van vier man: Roberts, Spencer, Mamola en Eddie Lawson, die in de eerste manche voorzichtig was begonnen omdat hij niet gewend was om op een enigszins vochtige baan te rijden. Al vroeg brak deze groep en gingen Spencer en Roberts ervandoor, maar Spencer kon niet bij Roberts blijven en viel terug, zodat de vechtende Lawson en Mamola weer bij hem kwamen. Daardoor ontstond een mooi gevecht om de tweede plaats, dat op de finish beslist werd in het voordeel van Lawson, voor Mamola en Spencer. Er moest nu een rekensom gemaakt worden, want na twee manches had Roberts 2 punten, maar zowel Mamola, Lawson als Spencer hadden 6 punten. Na het optellen van de tijden bleek Spencer uiteindelijk met 0,09 seconden tweede te zijn, Mamola derde en Lawson vierde. Hierdoor behield Spencer een voorsprong van twee punten in het kampioenschap.

Uitslag 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Ongeluk van Norman Brown en Peter Huber
In de vijfde ronde ging de Suzuki van Norman Brown stuk op Hangar Straight bij het aansturen van Stowe Corner. Hij stak zijn hand omhoog om de achteropkomende rijders te waarschuwen en bleef uiterst links rijden. Daarmee reed hij wel op de ideale lijn, maar dat was op het enorm brede circuit geen probleem. Bij het uitkomen van de bocht week Brown echter van zijn lijn af (waarschijnlijk om de ideale lijn te verlaten en aan de binnenkant van de baan te gaan rijden), maar daardoor moesten zijn achtervolgers hem plotseling ontwijken. Dat lukte Rob Punt nog net, maar Peter Huber reed achter op de machine van Brown, die ter plaatse overleed. Huber kreeg onderweg naar het ziekenhuis een hartstilstand en overleed eveneens.
Verwarring over vlaggen
Na het ongeval, waarbij Huber en Brown nog op de baan lagen, ontstond er een enorme verwarring, die de ACU ook veel (onterechte) kritiek opleverde. Een aantal coureurs (Roberts, Spencer en Mamola) reed gewoon door, terwijl anderen onder aanvoering van Barry Sheene de pit binnenreden. BBC-presentator Murray Walker vond dat de coureurs verantwoordelijk hadden gehandeld door op eigen initiatief de race te stoppen en zelfs een week later noemde het motorblad Moto 73 wedstrijdleider Vernon Cooper "te oud voor een dergelijke verantwoordelijke functie". Feit was echter dat de baanposten de gekruiste olievlag en gele vlag hadden getoond, hetgeen betekende dat de wedstrijd werd gestaakt. Sheene verklaarde dat ook meteen in een interview: "ik ben gestopt omdat de gekruiste vlaggen werden getoond. Daar zijn ze immers voor". Het betekende wel dat de Amerikaanse rijders, waarvan Roberts toch al dertien jaar GP's reed, de regels niet kenden.
Suzuki
Na afloop van de Belgische Grand Prix stond het door HB-gesponsorde team van Suzuki er slecht voor. De Britse tak (Heron-Suzuki-GB), dat ook de zorg voor Toni Mang had, was al het hele seizoen aangewezen op Randy Mamola, want Mang had in de winter voor het raceseizoen een knieblessure opgelopen bij het skiën en had nog geen enkele race gereden. De Italiaanse tak (HB-Gallina-Suzuki) had zelfs geen enkele fitte coureur meer. Loris Reggiani was herstellende van een zware blessure en Franco Uncini had een zwaar ongeval tijdens de TT van Assen gehad. Door de pauze van drie weken tot de Britse GP konden er wel plannen gemaakt worden, waarbij het vooral ging om het vinden van een vervanger voor Uncini. De Britten wilden diens motorfietsen ter beschikking stellen aan Barry Sheene, de Italianen hadden een voorkeur voor de Zwitser Sergio Pellandini. De fabriek moest echter de beslissing nemen en daar was Sheene niet populair. Zij kozen Boet van Dulmen, die het fabrieksmateriaal van 1983 kreeg, terwijl Pellandini ook fabrieksmateriaal kreeg, maar dat was een jaar oud. HB sponsorde wel nog twee privérijders: Rob McElnea en Barry Sheene. De drie weken pauze waren wel lang genoeg om zowel Toni Mang als Loris Reggiani weer fit genoeg te krijgen. Voor Toni Mang was de Britse Grand Prix niet alleen zijn eerste van het seizoen, het was ook zijn eerste 500cc-Grand Prix.

Volgens de officiële lezing van Suzuki was de verdeling van de motorfietsen als volgt:

  • Randy Mamola had de laatste versie van de fabrieksracer van 1983
  • Loris Reggiani en Boet van Dulmen een oudere versie uit 1983
  • Toni Mang en Barry Sheene machines uit 1982 met eigen frames
  • Sergio Pellandini een RG 500 Gamma uit 1982
  • Rob McElnea een aangepaste RG 500 Gamma productieracer.

Van deze lezing klopte echter niet veel. Roberto Gallina had immers de beschikking over de fabrieksracers van Franco Uncini, die eigenlijk naar Boet van Dulmen zouden gaan, maar hij zette zijn zin door en gaf ze aan Pellandini. Zo kwam Boet van Dulmen met een samenraapsel van een 1982 machine, op het laatste moment opgebouwd uit onderdelen van een XR 30 en een XR 45. Daar kon hij geen vuist mee maken en uiteindelijk kon hij zich met zijn eigen privé-Suzuki met Bakker-frame nog net als 26e kwalificeren voor de race.

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts Marlboro-Yamaha 42"19'07 1 15
2 Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer HRC-Honda + 4'11 2 12
3 Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola HB-Suzuki + 4'20 3 10
4 Vlag van Verenigde Staten Eddie Lawson Marlboro-Yamaha + 8'37 4 8
5 Vlag van Frankrijk Marc Fontan Sonauto-Yamaha + 30'75 5 6
6 Vlag van Japan Takazumi Katayama HRC-Honda + 31'48 7 5
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam HRC-Honda + 41'25 6 4
8 Vlag van Nederland Boet van Dulmen Bakker-Suzuki + 1"13'91 26 3
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Barry Sheene HB-Suzuki + 1"13'92 19 2
10 Vlag van Australië Paul Lewis Suzuki + 1"26'65 1
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Huewen Suzuki
12 Vlag van Duitsland Toni Mang HB-Suzuki 10
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chris Guy Suzuki
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mark Salle Suzuki
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Kevin Wrettom Suzuki
16 Vlag van Australië Wayne Gardner Honda 9
17 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Henshaw Suzuki
18 Vlag van Frankrijk Franck Gross Honda
19 Vlag van Ierland Alan Irwin Suzuki
20 Vlag van Nederland Rob Punt Suzuki 39
21 Vlag van Verenigd Koninkrijk Con Law Suzuki
22 Vlag van Zweden Peter Sjöström Suzuki
23 Vlag van Italië Maurizio Massimiani Honda
24 Vlag van Zwitserland Philippe Coulon Suzuki
DNF Vlag van Italië Marco Lucchinelli HRC-Honda
DNF Vlag van Nederland Jack Middelburg Honda Vastloper 11
DNF Vlag van Zwitserland Sergio Pellandini HB-Suzuki Val[2] 8
DNF Vlag van Zwitserland Wolfgang von Muralt Suzuki
DNF Vlag van Italië Leandro Beccheroni Suzuki
DNF Vlag van Italië Virginio Ferrari Cagiva
DNF Vlag van Italië Loris Reggiani HB-Gallina-Suzuki
DNF Vlag van Noord-Ierland Norman Brown Suzuki Ongeluk (†)
DNF Vlag van Zwitserland Peter Huber Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Parrish Yamaha
DNF Vlag van België Didier de Radiguès Honda
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Gary Lingham Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Dean Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob McElnea HB-Suzuki
DNQ Vlag van Italië Franco Uncini HB-Gallina-Suzuki Blessure
DNQ Vlag van Frankrijk Raymond Roche Honda Afwezig[3]
DNQ Vlag van Italië Gianni Pelletier Honda
DNQ Vlag van Italië Fabio Biliotti Honda
DNQ Vlag van Brazilië Marco Greco Suzuki
DNQ Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Jon Ekerold Suzuki
DNQ Vlag van Italië Corrado Tuzzi Suzuki
DNQ Vlag van Zweden Bent Slydal Suzuki
DNQ Vlag van Zwitserland Andreas Hofmann Suzuki
DNQ Vlag van Nieuw-Zeeland Dennis Ireland Suzuki

Top tien tussenstand 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Merk Ptn.
1 Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer HRC-Honda 117
2 Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts Marlboro-Yamaha 115
3 Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola HB-Suzuki 80
4 Vlag van Japan Takazumi Katayama HRC-Honda 67
5 Vlag van Verenigde Staten Eddie Lawson Marlboro-Yamaha 62
6 Vlag van Frankrijk Marc Fontan Sonauto-Yamaha 49
7 Vlag van Italië Marco Lucchinelli HRC-Honda 35
8 Vlag van Italië Franco Uncini HB-Gallina-Suzuki 30
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam HRC-Honda 27
10 Vlag van Frankrijk Raymond Roche Honda 17

250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Carlos Lavado had maar één opdracht: Vóór Didier de Radiguès finishen, want zelfs met één punt verschil zou zijn wereldtitel zeker zijn. De training was al vreselijk spannend, want het hele startveld van 53 rijders stond binnen 2½ seconde, met Patrick Fernandez op poleposition. Nadat Martin Wimmer even had geprobeerd alleen weg te komen ontstond er weer een enorme kopgroep: Jacques Bolle, Thierry Espié, Patrick Fernandez, Teruo Fukuda, Carlos Lavado, Didier de Radiguès, Thierry Rapicault, Reinhold Roth, Christian Sarron en Martin Wimmer. De hele race wisselden de posities in deze groep en tot de laatste meter bleef het spannend. Espié stuurde als eerste de laatste bocht (Woodcote) in, maar werd binnendoor gepasseerd door Bolle, die zijn eerste Grand Prix won, maar ook de eerste Grand Prix voor Pernod. Lavado werd vierde, maar dat was ver voor De Radiguès en daarmee haalde hij de wereldtitel binnen.

Uitslag 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Frankrijk Jacques Bolle Pernod 38"22'29 10 15
2 Vlag van Frankrijk Thierry Espié Chevallier-Yamaha + 0'17 5 12
3 Vlag van Frankrijk Christian Sarron Sonauto-Yamaha + 0'29 6 10
4 Vlag van Venezuela Carlos Lavado Venemotos-Yamaha + 0'31 4 8
5 Vlag van Duitsland Martin Wimmer Mitsui-Yamaha + 0'40 2 6
6 Vlag van Duitsland Reinhold Roth Fath-Yamaha + 1'62 7 5
7 Vlag van Japan Teruo Fukuda Yamaha + 1'82 4
8 Vlag van Frankrijk Thierry Rapicault Sonauto-Yamaha + 1'82 3
9 Vlag van België Didier de Radiguès Chevallier-Yamaha + 2'66 3 2
10 Vlag van Australië Graeme McGregor Bartol + 20'27 1
11 Vlag van Spanje Carlos Cardús JJ Cobas-Rotax + 37'70
12 Vlag van Duitsland Harald Eckl Yamaha + 37'88
13 Vlag van Duitsland Herbert Bessendörfer Yamaha + 38'00
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Carter Yamaha + 38'28
15 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Alan North Yamaha
16 Vlag van Venezuela Iván Palazzese Venemotos-Yamaha + 38'59
17 Vlag van Verenigd Koninkrijk Paul Tinker[4] Mitsui-Yamaha + 38'67 9
18 Vlag van Frankrijk Jean-Michel Mattioli Yamaha + 39'87
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie McLeod Yamaha + 41'57
20 Vlag van Ierland Graham Young Waddon-Rotax + 41'57
21 Vlag van Frankrijk Jean-Louis Guignabodet Rotax + 43'59
22 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Head Armstrong-Rotax + 58'63
23 Vlag van Australië Chris Oldfield Armstrong-Rotax + 59'83
24 Vlag van Verenigd Koninkrijk Andy Watts EMC-Rotax + 1"21'06
25 Vlag van Japan Kiyotaka Sakai Yamaha + 1"34'36
26 Vlag van Ierland Con Law EMC-Rotax + 1"35'28
27 Vlag van Zwitserland Bruno Lüscher Yamaha + 1 ronde
28 Vlag van Nederland Peter Looijesteijn Waddon-Rotax + 1 ronde 36
29 Vlag van Frankrijk Éric Saul Rotax + 1 ronde
30 Vlag van Zwitserland Edwin Weibel Yamaha + 1 ronde
DNF Vlag van Frankrijk Hervé Guilleux Kawasaki Val
DNF Vlag van Frankrijk Patrick Fernandez Yamaha Uitlaat 1
DNF Vlag van Zwitserland Roland Freymond Armstrong-Rotax
DNF Vlag van België Jean-Marc Toffolo Morena-Rotax
DNF Vlag van Frankrijk Christian Estrosi Pernod
DNF Vlag van Frankrijk Bernard Fau[5] Chevallier-Yamaha
DNF Vlag van Frankrijk Jean-Louis Tournadre Sonauto-Yamaha 8
DNF Vlag van Zweden Eilert Lundstedt Yamaha
DNF Vlag van Oostenrijk Siegfried Minich Rotax
DNF Vlag van Nederland Mar Schouten Waddon-Rotax 32
DNF Vlag van België René Delaby Armstrong-Rotax
DNQ Vlag van Duitsland Manfred Herweh Real-Rotax Blessure[6]
DNQ Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Robinson Mitsui-Yamaha Blessure
DNQ Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé Chevallier-Yamaha Blessure
DNQ Vlag van Zwitserland Jacques Cornu Hostettler-Yamaha Afwezig[3]
DNQ Vlag van Frankrijk Guy Bertin MBA Afwezig[3]
DNS Vlag van Spanje Sito Pons JJ Cobas-Rotax Blessure

Top tien tussenstand 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Merk Ptn.
1 Vlag van Venezuela Carlos Lavado (wereldkampioen) Venemotos-Yamaha 90
2 Vlag van België Didier de Radiguès Chevallier-Yamaha 65
3 Vlag van Frankrijk Christian Sarron Sonauto-Yamaha 58
4 Vlag van Frankrijk Thierry Espié Chevallier-Yamaha 55
5 Vlag van Frankrijk Hervé Guilleux Kawasaki 51
6 Vlag van Duitsland Martin Wimmer Mitsui-Yamaha 44
7 Vlag van Duitsland Manfred Herweh Real-Rotax 40
8 Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé Chevallier-Yamaha 32
Vlag van Zwitserland Jacques Cornu Hostettler-Yamaha
10 Vlag van Frankrijk Patrick Fernandez Bimota-Bartol/Yamaha 26

125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Door het uitvallen van Eugenio Lazzarini, die zeer waarschijnlijk ook niet in de Zweedse GP zou starten, had Ángel Nieto plotseling aan een derde plaats genoeg om wereldkampioen te worden. Tijdens de trainingen had hij zich vooral beziggehouden met het wegwijs maken van teamgenoot Fausto Gresini, die het circuit nog niet kende. Erich Klein had de beste start, maar viel al in de tweede ronde, waardoor Ricardo Tormo aan de leiding kwam. Nieto, Pier Paolo Bianchi en August Auinger hadden een slechte start; de kopgroep bestond naast Tormo uit Hans Müller, Bruno Kneubühler en Willy Pérez. Nieto vond aansluiting bij deze groep, maar bemoeide zich voorlopig niet met de strijd om de posities. Pas in de laatste ronde nam hij de leiding over en won hij de race met slechts 0,1 seconde voorsprong op Kneubühler.

Uitslag 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Spanje Ángel Nieto Garelli 33"52'34 5 15
2 Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler MBA + 0'11 3 12
3 Vlag van Zwitserland Hans Müller Seel-MBA + 0'22 9 10
4 Vlag van Argentinië Willy Pérez MBA + 1'25 7 8
5 Vlag van Oostenrijk August Auinger MBA + 12'38 4 6
6 Vlag van Italië Fausto Gresini Garelli + 32'83 8 5
7 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Selini MBA + 33'06 4
8 Vlag van Nederland Henk van Kessel MBA + 34'35 15 3
9 Vlag van Italië Maurizio Vitali MBA + 34'53 2
10 Vlag van Italië Pierluigi Aldrovandi MBA + 46'64 1
11 Vlag van Duitsland Gerhard Waibel Seel-MBA + 47'45
12 Vlag van België Olivier Liegeois Sanvenero + 47'88
13 Vlag van Italië Pier Paolo Bianchi Sanvenero + 47'91 2
14 Vlag van Nederland Anton Straver MBA + 54'91 20
15 Vlag van Duitsland Helmut Lichtenberg MBA + 1"08'93
16 Vlag van Zwitserland Peter Sommer MBA + 1 ronde
17 Vlag van Verenigd Koninkrijk Robin Appleyard MBA + 1 ronde
18 Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Janez Pintar MBA + 1 ronde
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Smith MBA + 1 ronde
20 Vlag van Nederland Willem Heykoop Sanvenero + 1 ronde 14
21 Vlag van Oostenrijk Werner Schmied Sanvenero + 1 ronde
22 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chris Leah MBA + 1 ronde
23 Vlag van Denemarken Thomas Møller-Pedersen MBA + 1 ronde
24 Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Robert Hmeljak MBA + 2 ronden
DNF Vlag van Spanje Ricardo Tormo MBA Vastloper 1
DNF Vlag van Finland Johnny Wickström MBA
DNF Vlag van Italië Stefano Caracchi MBA
DNF Vlag van België Lucio Pietroniro MBA 10
DNF Vlag van Oostenrijk Erich Klein MBA Val 6
DNF Vlag van Italië Libero Piccirillo MBA
DNF Vlag van Argentinië Hugo Vignetti MBA
DNF Vlag van Frankrijk Jacky Hutteau MBA
DNF Vlag van Algerije Bady Hassaine MBA
DNF Vlag van Frankrijk Paul Bordes MBA
DNS Vlag van Zweden Per-Edvard Carlsson MBA
DNS Vlag van Duitsland Alfred Waibel Real
DNQ Vlag van Zwitserland Stefan Dörflinger MBA Blessure[7]
DNQ Vlag van Italië Eugenio Lazzarini Garelli Blessure[8]
DNS Vlag van Italië Giuseppe Ascareggi MBA

Top tien tussenstand 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Merk Ptn.
1 Vlag van Spanje Ángel Nieto (wereldkampioen) Garelli 102
2 Vlag van Italië Eugenio Lazzarini Garelli 67
3 Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler MBA 61
4 Vlag van Spanje Ricardo Tormo MBA 46
5 Vlag van Italië Maurizio Vitali MBA 43
6 Vlag van Finland Johnny Wickström MBA 34
7 Vlag van Italië Pier Paolo Bianchi Sanvenero 30
8 Vlag van Zwitserland Hans Müller Seel-MBA 26
9 Vlag van Italië Fausto Gresini MBA/Garelli 25
10 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Selini MBA 20

Zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Rolf Biland deed er in de trainingen alles aan om de snelste tijd van Egbert Streuer te verbeteren. Uiteindelijk monteerde hij zelfs speciale kwalificatiebanden, maar hij verdrong Streuer niet van de poleposition. Streuer startte echter zeer slecht en zo kwam Biland na de eerste ronde als eerste door, voor Derek Jones en Alain Michel. Na vijf ronden zakte Biland terug naar de derde plaats, naar later bleek omdat zijn motor onvoldoende toeren maakte. Michel leidde nu voor Jones, maar in de 17e ronde sloot Streuer eindelijk aan bij de kopgroep en nam hij de leiding in de race over. Michel zag meteen in dat het volgen van Streuer zinloos was en stelde zich tevreden met de tweede plaats. Biland was toen vijfde, maar vlak voor de finish nam hij de vierde plaats over van Steve Webster.

Uitslag zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Bakkenist Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Nederland Egbert Streuer Vlag van Nederland Bernard Schnieders LCR-Yamaha 31"42'39 1 15
2 Vlag van Frankrijk Alain Michel Vlag van Frankrijk Claude Monchaud Krauser-LCR-Yamaha 31"45'35 3 12
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Jones Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Ayres LCR-Yamaha 31"50'09 4 10
4 Vlag van Zwitserland Rolf Biland Vlag van Zwitserland Kurt Waltisperg Krauser-LCR-Yamaha 31"15'02 2 8
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Webster Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Hewitt Yamaha 32"15'13 6
6 Vlag van Duitsland Werner Schwärzel Vlag van Duitsland Andreas Huber Krauser-Seymaz-Yamaha 6 5
7 Vlag van Japan Masato Kumano Vlag van Japan Kunio Takeshima LCR-Yamaha 5 4
8 Vlag van Oostenrijk Wolfgang Stropek Vlag van Oostenrijk Hans-Peter Demling LCR-Yamaha 8 3
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Cousins Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Hookham Yamaha 2
10 Vlag van Zwitserland Hans Hügli Vlag van Duitsland Karl Paul Seymaz-Yamaha 9 1

Top tien tussenstand zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Bakkenist Merk Ptn.
1 Vlag van Zwitserland Rolf Biland Vlag van Zwitserland Kurt Waltisperg Krauser-LCR-Yamaha 68
2 Vlag van Nederland Egbert Streuer Vlag van Nederland Bernard Schnieders LCR-Yamaha 52
3 Vlag van Duitsland Werner Schwärzel Vlag van Duitsland Andreas Huber Krauser-Seymaz-Yamaha 47
4 Vlag van Frankrijk Alain Michel Vlag van Frankrijk Claude Monchaud Krauser-LCR-Yamaha 39
5 Vlag van Japan Masato Kumano Vlag van Japan Kunio Takeshima LCR-Yamaha 30
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Ireson Vlag van Verenigd Koninkrijk Ashley Wooller en
Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Williams
Ireson-Yamaha 20
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Jones Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Ayres LCR-Yamaha
8 Vlag van Nederland Theo van Kempen Vlag van Nederland Geral de Haas LCR-Yamaha 16
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Frank Wrathall Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Spendlove Seymaz-Yamaha 14
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Barton Vlag van Verenigd Koninkrijk Simon Birchall Windle-Yamaha 13
Vlag van Zwitserland Alfred Zurbrügg Vlag van Zwitserland Martin Zurbrügg Seymaz-Yamaha

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Boze wereldkampioen[bewerken | brontekst bewerken]

Carlos Lavado was weliswaar wereldkampioen 250 cc geworden, maar hij was er zelf van overtuigd dat hij in de race als derde was geëindigd en wilde op het erepodium plaatsnemen. Hij werd door de organisatie weggestuurd en zo liep een woedende wereldkampioen door het rennerskwartier.

Snelle leerling[bewerken | brontekst bewerken]

Eddie Lawson was geen liefhebber van natte circuits. In de Verenigde Staten werden races immers bij de minste regenval gestaakt en hij was natte banen dan ook niet gewend. In Silverstone liet hij echter zien hoe snel hij van anderen kon leren. Tijdens de training had hij van teamgenoot Kenny Roberts al een aantal ronde les gehad in de juiste lijnen en de rempunten. Tijdens de eerste manche, toen de baan vochtig was, durfde hij niet bij de kopgroep aan te sluiten omdat hij geen idee had hoever hij kon gaan op zijn slicks. Hij keek echter naar de rijders om hem heen en besloot dat hij hetzelfde moest kunnen. Zo werd hij in die manche vierde. In de tweede manche was het ook vochtig, maar nu was Lawson al volleerd en hij reed gedecideerd naar de tweede plaats.

Vorige race:
Grand Prix-wegrace van België 1983
FIM wereldkampioenschap wegrace
35e seizoen (1983)
Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Zweden 1983

Vorige race:
Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1982
Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1984