Overleg:Tijdlijn van de Lage Landen (Oostenrijkse tijd)/Transferlijst

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

1716[brontekst bewerken]

1717[brontekst bewerken]

  • ? Teneinde het aanwerven van bemanningen in Nederland te beletten - Vlamingen en Brabanders kunnen voor hun Indische vaart de hulp van Engelse en Nederlandse matrozen niet ontberen - vernieuwen de Staten-Generaal het vanouds geldende verbod, dat geen onderdanen van de Republiek in vreemde dienst op Oost-Indië mogen varen. Overtreders die hier of in Indië aan boord van vreemde Oost-Indiëvaarders aangetroffen worden, zouden dit met de dood moeten bekopen.
  • 14 september - In Den Haag eindigt de Grote Vergadering zonder dat men tot een versterking van de Unie is gekomen.
  • 24 december - Kerstvloed: Tijdens een zware noordwesterstorm ontstaan 's avonds overstromingen in onder andere Noord-Nederland. Heel Noord-Groningen loopt onder en zelfs in de stad Groningen staan tientallen centimeters water. In Delfzijl breekt het westelijk deel van de wal door en lopen huizen, het fort en de kerk onder water. Er zijn 2.276 slachtoffers. Ook duizenden koeien, paarden, varkens en schapen verdrinken.
  • ? De zusters Clarissen worden gedwongen de Noord-Nederlands geworden plaats Boxtel te verlaten, waar de katholieke godsdienst reeds in 1648 werd verboden en de kerken genaast, en verhuizen naar het Zuid-Nederlandse Hoogstraten.

1723[brontekst bewerken]

  • ? Wanner blijkt dat ondanks de verordening uit 1717 vele Nederlanders dienst nemen in de Oostendse Compagnie, kondigen de Staten-Generaal van de noordelijke Nederlanden een nieuw plakkaat af en voegen 'openbare geeseling' hieraan toe. Tevens wordt het Nederlanders verboden in commissie schepen voor de Oostendenaren te huren, aan te kopen of uit te rusten, op straffe dat de schepen met inhoud ten bate van de VOC worden verbeurd verklaard en dat een boete ter hoogte van vier maal de waarde van het geconfisqueerde schip wordt geheven. Het bezitten van aandelen in de Oostendse Compagnie wordt eveneens bestraft met verbeurdverklaring en boete ter grootte van het viervoud van de inleg.

1725[brontekst bewerken]

  • ? 3 september - Verbond van Herrenhausen: Engeland, Frankrijk en Pruisen verenigen zich in Herrenhausen tegen Oostenrijk. De noordelijke Republiek onthoudt zich nog, al argumenteert Simon van Slingelandt (secretaris van de Raad van State), dat door toetreding tot de nieuwe alliantie de vrede beter gehandhaafd zou blijven.

1727[brontekst bewerken]

  • ? 31 mei - Frankrijk, de Noordelijke Nederlanden en Engeland overwegen een inval in de Oostenrijkse Nederlanden. Het octrooi van de Oostendse Compagnie voor thee wordt op vraag van de Noord-Nederlanders en na bemiddeling van de Fransen door het Preliminair Verdrag van Parijs voor de duur van zeven jaar geschorst.

1729[brontekst bewerken]

1730[brontekst bewerken]

  • ? Het economisch overwicht van de Noordelijke Nederlanden begint in het voordeel van Engeland en Frankrijk af te nemen.

1732[brontekst bewerken]

1734[brontekst bewerken]

1741[brontekst bewerken]

  • ? De steenweg van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven door Boxtel wordt aangelegd, teneinde een rechtstreekse verbinding van Holland naar Luik te creëren die de Oostenrijkse Nederlanden vermijdt. (Deze weg is steeds belangrijker geworden en is uiteindelijk tot een autosnelweg omgebouwd.)

1743[brontekst bewerken]

  • ? 22 juni - na lang aarzelen, stuurt de Republiek toch een leger van 20.000 soldaten uit naar Oostenrijk overeenkomstig de Pragmatieke Sanctie. De troepen komen op last van koning George II van Engeland. Het leger komt echter te laat om in de slag van Dettingen mee te vechten.

1747[brontekst bewerken]

1748[brontekst bewerken]

  • 8 maart - De prinses van Oranje schenkt het leven aan een erfprins: Willem Batavus.
  • 17 maart - Een oproer in Groningen is de opmaat naar het Pachtersoproer.
  • Augustus - Willem IV krijgt protest tegen belastingverpachting en ambtenverkoop. De doelisten willen terug naar het vorige systeem mét herstel van de privileges van de gilden.
  • September - Willem IV benoemt in Amsterdam een aantal andere regenten, en stemt toe in de verkiezing van een vrije krijgsraad.
  • December - Naast het stadhouderschap krijgt Willem IV nu ook de benoeming van erfelijk kapitein-admiraal uit handen van de Staten-Generaal.

1751[brontekst bewerken]

De regenten nemen bestuur over tot de meerderjarigheid van Stadhouder Willem V in 1766. Zijn moeder Anna is zijn gouvernante (tot haar dood in 1759).

1752[brontekst bewerken]

1760[brontekst bewerken]

  • Eind januari - Door enkele dijkdoorbraken komt een groot deel van het Nederlandse rivierenland blank te staan. In het Rijk van Nijmegen, het Land van Maas en Waal, de Krimpenerwaard en vele andere laaggelegen gebieden moeten boerengezinnen met hun vee vluchten naar hogergelegen streken, waar ze wekenlang in rieten hutjes bivakkeren.
  • 11 februari - Schandaal van de Van Harens: In Den Haag wordt de protestantse voorzitter van de Raad van State Onno Zwier van Haren samen met zijn broer Willem door twee van zijn dochters aangeklaagd wegens seksueel misbruik. Onno Zwier liep in de Haagse hofkringen toch al wat in de weg. Hij stond ervoor bekend om als Fries nogal veel kabaal te maken.

1763[brontekst bewerken]

1766[brontekst bewerken]

1768[brontekst bewerken]

  • De historicus Jan Wagenaar publiceert zijn opus magnum: "Amsterdam, in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen, voorregten, koophandel, gebouwen, kerkenstaat, schoolen, schutterye, gilden en regeeringe enz.", (13 delen).

1770[brontekst bewerken]

1771[brontekst bewerken]

1772[brontekst bewerken]

1775[brontekst bewerken]

Amsterdam en stadhouder Willem V gaan de discussie aan over de keuze tussen de modernisering van de vloot of het uitbreiden van het budget voor het leger.

1777[brontekst bewerken]

  • 1 maart - Oprichting van de Economische Tak van de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen. Ze geeft uiting aan het economisch streven van de patriotten, en de wil om het verval van de Hollandse welvaart om te keren.

1778[brontekst bewerken]

  • De Staten-Generaal leggen zich bij de voorschriften van de Engelsen neer voor wat betreft de contrabande. Amsterdam en Haarlem vinden echter dat de handelskonvooien volledig vrij moeten zijn. Daarop trekt Frankrijk alle handelsvoordelen voor de Republiek in, met uitzondering van Amsterdam en Haarlem.
  • 4 september - In Aken zijn er onderhandelingen aan de gang tussen de Amsterdammers en de Amerikanen, over een mogelijk handelsakkoord.

1780[brontekst bewerken]

Maria Christina van Oostenrijk, Landvoogdes van de Oostenrijkse Nederlanden.
  • 17 april - Engeland verklaart dat het handelsverdrag van 1674 komt te vervallen, omdat de Republiek zich niet aan het defensief verdrag van 1678 houdt. Met meer dan 120 schepen overheersen de Engelsen de vloot van 17 schepen van de Republiek, waardoor de Nederlandse handel grote schade wordt toegebracht. In de Republiek worden Willem V en zijn Oranjepartij als schuldigen aangewezen.
  • 11 mei - Ook in de Noordelijke Nederlanden wordt nu de eerste dodenakker buiten een stad aangelegd. In de Scheveningse duinen wordt de begraafplaats Ter Navolging in gebruik genomen.
  • 10 december - de Republiek ondertekent een verbond van gewapende neutraliteit met Katharina van Rusland (en nog een aantal andere mogendheden).
  • ? 20 december - De Vierde Engels-Nederlandse Oorlog als gevolg van de smokkelhandel van de Nederlanders met de Noord-Amerikaanse opstandelingen, zal duren tot 1784.

1781[brontekst bewerken]

1782[brontekst bewerken]

  • 19 april - De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden sluit overeenkomsten met Frankrijk, en erkent de VS als zelfstandige staatseenheid waarmee ze diplomatieke betrekkingen wil aangaan. Nicolaas van Staphorst organiseert een eerste lening aan de VS van vijf miljoen gulden.
  • 18 mei - Lodewijk Ernst van Brunswijk-Lüneburg-Bevern wordt verwaarlozing van de vloot verweten. Hij moet zich naar 's Hertogen Bosch terugtrekken, waarvan hij gouverneur is.
  • Zomer - Pensionarissen Engelbert François van Berckel, Adriaan van Zeeberg en Cornelis de Gijselaar zijn voorstander van verkiezingen door de burgers en de oprichting van vrijkorpsen. Zij beramen in het geheim plannen om de stadhouderlijke macht in te perken.

1783[brontekst bewerken]

Leden van het eerste exercitiegenootschap De Vrijheid, opgericht in Dordrecht in 1783

1784[brontekst bewerken]

De Oostenrijkse Nederlanden in 1784

1785[brontekst bewerken]

  • In de Republiek worden meer exercitiegenootschappen of vrijkorpsen opgericht, om de stadhouder te bewegen veranderingen door te voeren en om de vermeende "expansie" van keizer Jozef II te beteugelen.
  • 14 juni - De patriottische vrijkorpsen leggen tijdens hun 3de congres in de Akte van Verbintenis vast dat men er moet naar streven om een Regering van Representatie samen te stellen. In de overeenkomst tussen diverse exercitiegenootschappen wordt wederzijdse hulp en bijstand beloofd.
  • 23 juni - Het Leidse exercitiegenootschap wordt verboden te exerceren. De drilmeester krijgt een boete van 25 gulden.
  • Begin september - Orangistische rellen in Den Haag worden niet onderdrukt door het garnizoen van de stad.

Ze schrijven het Leids Ontwerp. Dit wordt op de provinciale vergadering van de vrijkorpsen in Holland aangenomen, en is een democratisch beginselprogramma, gebaseerd op de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring.

1786[brontekst bewerken]

  • 17 maart - Orangistische relletjes in Den Haag, als de patriottische gedeputeerden van Dordrecht, Cornelis de Gijselaar en burgemeester Paulus Gevaerts door de stadhouderspoort van Den Haag rijden. Gemeenten met patriottische sympathieën worden aangevallen door de prinselijke troepen. Als gevolg van deze actie wordt Willem V door de Staten van Holland, Groningen, Overijssel en Zeeland als kapitein-generaal geschorst. De staat van Holland plaatst een kordon van vrijkorporisten om over de troepen van ex-stadhouder Willem te waken.
  • 22 september - Als vergelding voor de bezetting van de stadjes Elburg en Hattem door de stadhouderlijke troepen, beslissen de Staten van Holland Willem V als kapitein-generaal te ontslaan en de door hen betaalde troepen naar eigen gewest terug te trekken.
  • September - De vrijheid van drukpers en vergadering wordt in de gewesten Gelderland en Friesland beperkt. De stad Utrecht verandert in een legerkamp om de patriottische vroedschap te verdedigen.

1787[brontekst bewerken]

  • 21 april - Burgemeester Hendrik Hooft van Amsterdam laat de tien prinsgezinde leden uit de vroedschap zetten.
  • 1 mei - Vanuit Amersfoort wordt een aanval gedaan op het patriottische bolwerk Utrecht.
  • 9 mei - legers van de Utrechtse vrijkorpsen slaan de troepen van stadhouder Willem V in de buurt van Vreeswijk terug. Er komen tegenstellingen aan het licht tussen burgerlijke democraten en aristocratisch, staatsgezinde regenten. Er volgt een Orangistische Akte van Verbintenis in de Noordelijke Nederlanden waar de patriotten de macht grijpen en Willem V afzetten.
  • 18 september - De Staten van Holland herroepen alle besluiten tegen de stadhouder.
  • 10 oktober Amsterdam geeft zich over, als laatste stad in Holland. De hertog van Brunswijk neemt zijn intrek in een oude katoenfabriek aan de Amstelveenseweg en zegt toe dat hij zorg zal dragen dat de wraakacties en plunderingen zo veel mogelijk worden onderdrukt. Veel patriotten zijn inmiddels uitgeweken naar Antwerpen, Brussel en sommige Frankrijk. Een enkeling vlucht richting Duitsland.
  • 7 november De raadspensionaris Pieter van Bleiswijk treedt af.
  • In de nacht van 9 op 10 november worden in 's-Hertogenbosch bij meer dan 850 huizen de ramen ingeslagen, 250 huizen worden geplunderd. Ook in andere steden vinden plunderingen plaats.
  • Alle vroedschappen worden gezuiverd van patriotten, waarbij vooral Amsterdam en Alkmaar worden getroffen. Iedereen die actief was als officier van een exercitiegenootschap of in een defensiecommissie wordt in staat van beschuldiging gesteld.

1789[brontekst bewerken]

  • 13 augustus - Akte van Garantie: Een Engels-Pruisische overeenkomst ter garantie van de staatsinstellingen van de Nederlandse Republiek. Regenten van de Republiek moeten een "constitutionele eed" op de bestaande staatsregeling zweren. Door deze Akte waarborgen de gewesten elkaar het voortbestaan van het stadhouderschap.

1791[brontekst bewerken]

  • 24 mei - Het octrooi van de West-Indische Compagnie wordt niet verlengd. De aandeelhouders krijgen 30% van hun geïnvesteerde kapitaal terug in staatsobligaties.

1794[brontekst bewerken]

  • ? Augustus - De Franse legers trekken Staats-Brabant binnen na de overwinning bij Fleurus en de definitieve bezetting van de Oostenrijkse Nederlanden. Ook Sluis en Nijmegen worden bezet. Tijdens de 2de Franse bezetting van België wordt het bestuur grondig hervormd.
  • Bataafse Revolutie (1794-1799): In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden is weerstand tegen de adel ontstaan. Orangisten, die stadhouder Willem V zijn absolutistische macht willen laten behouden, staan tegenover patriotten die, onder invloed van de Franse ideeën van de Verlichting en de Amerikaanse Revolutie, meer democratisch invloed op het benoemingsbeleid willen uitoefenen en meer kansen willen scheppen voor uitgesloten delen van de bevolking.
  • 18 januari - In Amsterdam neemt een revolutionair comité onder leiding van Rutger Jan Schimmelpenninck de macht van de zittende burgemeesters op minzame wijze over, net voor de Franse troepen de stad bezetten. Ze noemen zichzelf de "Provisionele Representanten van het Volk van Amsterdam". Op gelijkaardige wijze komen ook in andere steden patriottische stadsbesturen aan de macht, waardoor eerst de Gewestelijke Staten en later de Staten-Generaal aan macht inboeten. Voor de koloniale bezittingen worden comités gevormd, die de taken van de Raad van State overnemen.
  • 23 februari - De naam van de Republiek wordt veranderd in "Bataafse Republiek".
  • ? 31 juli - in Amsterdam richten Rutger Jan Schimmelpenninck, Gogel, Goldberg, Krayenhof en anderen een "comité révolutionaire" op. Willem V Batavus wordt verbannen door de Franse invasie en de Bataafse Revolutie.
  • ? December - De Franse legers trekken over het ijs van de bevroren rivieren verder naar het noorden, o.l.v. generaal Jean-Charles Pichegru.
  • Het komt naar buiten dat de Amsterdamsche Wisselbank voor miljoenen guldens illegaal blanco krediet aan de VOC en de stad Amsterdam heeft verstrekt.

1795[brontekst bewerken]

Schilderij door Charles Louis Mozin (1806-1862), waarop de ingevroren vloot bij Den Helder wordt afgebeeld.

Frankrijk en de Republiek sluiten een offensief en defensief verbond, waarbij de Republiek Frankrijk met de helft van zijn leger en vloot moet steunen en bovendien 25.000 Franse troepen van kledij en voeding voorzien. Staats-Vlaanderen, Maastricht en Venlo worden ingelijfd bij Frankrijk, dat een schadeloosstelling van 100 miljoen gulden ontvangt. De aanvankelijk zwaardere voorwaarden worden afgezwakt dankzij de inspanningen van Pieter Paulus, de voorzitter van de Staten-Generaal.


Lijst mogelijk voor overheveling naar de TNG. De items met een ? achter het * zouden in beide tijdlijnen kunnen staan. Datu overleg 28 jul 2013 21:31 (CEST)[reageer]

1723[brontekst bewerken]

1726[brontekst bewerken]

1727[brontekst bewerken]

1730[brontekst bewerken]

1733[brontekst bewerken]

1735[brontekst bewerken]

1744[brontekst bewerken]

  • ? Er breekt een runderpestepidemie uit die tot 1756 zal duren, een herhaling van 1713-1719. Men ziet hierin de slaande hand van God. In combinatie met de economische teruggang richt men zich steeds meer tegen de decadente regenten.

1747[brontekst bewerken]

  • ? 17 april - De Republiek kiest de kant van Oostenrijk, waarop Franse troepen het gebied van de Noordelijke Nederlanden binnenvallen. De reeds aangevatte vredesonderhandelingen in Breda worden afgebroken. In enkele weken tijds veroveren de troepen van Lodewijk XV van Frankrijk de belangrijkste plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In de Noordelijke Nederlanden ziet men al een herhaling van het rampjaar en er vinden Orangistische oproeren plaats.
  • ? 24 april - Inname van Sluis door Franse troepen.
  • 24 april - In Veere is er een volksbeweging ten gunste van Oranje.
  • 2 mei - In paniek wordt Willem IV van Oranje-Nassau, stadhouder van Friesland, tot stadhouder van alle gewesten van de Republiek benoemd, nadat rellen zijn uitgebroken in Zeeland. De Prins en de Staten-Generaal kunnen het echter niet eens worden over de positie en de bevoegdheden van de stadhouder. Zij leggen hem een instructie voor die overeenkomt met de Unie van Utrecht. Willem Karel wil alleen de eed afleggen op de instructie van zijn voorganger Willem III.
  • 10 mei - Inname van Hulst door Franse troepen. Heel Staats-Vlaanderen is nu in Franse handen.
  • 11 mei - Prins Willem IV doet zijn intrede in Amsterdam. Ter begroeting zijn niet alleen de burgemeesters, maar ook alle predikanten aanwezig. Wie geen oranje draagt loopt kans in de gracht gegooid te worden. Willem IV is de eerste die stadhouder is van alle gewesten. Ook is het ambt nu erfelijk in mannelijke en vrouwelijke lijn, zodat de Republiek de facto een monarchie is geworden, terwijl Willem IV meer macht heeft gekregen dan zelfs Willem III had. Zijn bewind loopt tot zijn dood in 1751). Hij is gehuwd met Anna van Hannover.
  • ? 20 mei - De afgebroken vredesonderhandelingen van Breda worden in Aken voortgezet.
  • ? 16 september - Franse troepen nemen de onneembaar geachte Staats-Brabantse vesting Bergen op Zoom in. De stad wordt zwaar geplunderd en capituleert. De extra geheven taks van 2% op grote vermogens moest bijdragen aan de onkosten die met de oorlog gepaard gingen, maar blijken niet voldoende. Men kijkt uit naar vrede als oplossing.
  • November - Verheffing van Willem IV van Oranje-Nassau tot erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden.

1748[brontekst bewerken]

Pachtersoproer Het plunderen van het huis van A.M. van Arssen, op de Cingel bij de Huiszittensteeg te Amsterdam, op Dingsdag den 24en Junij A° 1748.
  • 17 juni - Op de Botermarkt in Amsterdam breekt het Pachtersoproer uit na rellen in Friesland en Groningen. Dit richt zich tegen de gehate belastingpachters.
  • 25 juni - Het Pachtersoproer breidt zich uit. Tientallen woningen van belastingpachters en andere rijken worden geplunderd. De Doelisten treden in overleg met stadhouder Willem IV. Terwijl de bestuurders voorheen aan konden op de trouw van de schutterij, zijn de schuttersdoelen nu een plek waar de manschappen spreken over herstel van de oude privileges van de gilden en deelname aan het bestuur. Men hoopt op steun van Willem IV tegen de regenten, maar deze laat alles bij het oude zodra hij aan de macht is gekomen.

1751[brontekst bewerken]

  • 22 oktober - Willem IV overlijdt, wat in de Noordelijke Nederlanden dan door nog maar weinig mensen wordt betreurd; hij blijkt niet de hervormingen te hebben kunnen brengen waarop men hoopte. Voor politieke vernieuwing zoekt men hierna geen aansluiting meer bij het Orangisme.

1756[brontekst bewerken]

  • ? De Zevenjarige Oorlog stelt de republiek voor een dilemma. Het Europese strijdtoneel heeft een verschuiving laten zien nu Frankrijk en Oostenrijk een bondgenootschap vormen tegenover Engeland en de opkomende macht Pruisen. Men kiest neutraal te blijven, maar de handel lijdt wel onder deze oorlog.

1759[brontekst bewerken]

  • Als Anna van Hannover overlijdt, neemt Lodewijk Ernst van Brunswijk de voogdij over Willem V op zich volgens het reglement van Tutele: de magistraatsbenoemingen komen toe aan de vroedschappen, met uitzondering van Friesland. Daar is grootmoeder Maria Louise (Marijken Meu) de regentes. Hij mag zich niet in politieke zaken mengen, maar houdt zich daar niet aan. Meteen begint de hertog met het opzetten van het stadhouderlijk stelsel: het benoemen van gekwalificeerde personen in de gewesten, beloond voor hun loyaliteit

1766[brontekst bewerken]

  • Willem V wordt meerderjarig. Het is de leiders van de Republiek duidelijk, dat de jonge prins niet gereed is om de leiding van de legers en van de gewesten op zich te nemen. Daarom stelt de advocaat Pieter van Bleiswijk in het geheim de Akte van Consulentschap op, waarin de Hertog van Brunswijk wordt benoemd tot 'consulent' van de prins: eerste en hoogste raadgever. In deze hoedanigheid zal de Hertog feitelijk de bevoegdheden van de stadhouder uitoefenen, maar kan niet verantwoordelijk worden gehouden. Als later deze regeling bekend wordt, ontstaat algemene verontwaardiging.

1767[brontekst bewerken]

1775[brontekst bewerken]

  • Begin van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. In de Nederlandse Republiek tonen de democraten sympathie voor de rebellen en heerst afgunst richting de Engelsen en hun Amerikaanse kolonies. Men biedt steun door het verkopen van wapens aan Amerikaanse patriotten via Sint Eustatius, de gouden rots.

1780[brontekst bewerken]

  • 8 maart - Tsarina Catharina de Grote richt het Verbond van Gewapende Neutraliteit op met als voornaamste doel de handelsvloot te beschermen tegen aanvallen door Britse marineschepen. Ze plaatst haar handelsvloot onder marinebescherming en stuurt oorlogsbodems naar de Noordzee, de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Denemarken en Zweden sluiten zich bij Rusland aan. De Republiek wil zich hier ook bij aansluiten, wat één van de voornaamste redenen is voor de Britten om Nederland de oorlog te verklaren.
  • 10 september - De Britse marine entert bij Newfoundland het Amerikaanse schip de Mercury en arresteert Henry Lawrence. Deze is met een diplomatieke en zakelijke opdracht op weg naar de Republiek. In zijn uit het water geviste papieren vinden de Britten het concept-verdrag van Aken en het bewijs van geheime onderhandelingen met de Amerikaanse rebellen en Nederlandse wapenhulp aan de opstandelingen. Dit wordt de casus belli van de Vierde Engelse Oorlog, die in december uitbreekt. Het gevolg is dat er voor het eerst sprake is van een absolute achteruitgang.
  • De voor Nederland dramatisch verlopende oorlog zorgt ook voor een toenemende politisering. In de jaren 60 en 70 is al een vaderlandcultus ontstaan, waarbij men denkt het verval te kunnen stoppen. Hierin speelt ook de Nederlandse Verlichting mee, waar men uitgaat van een maakbare samenleving. De vaderlandcultus slaat nu echter om in een fel nationalisme, waarvan de aanhangers zich patriotten noemen.

1781[brontekst bewerken]

  • 26 september - In de Republiek wordt het pamflet Aan het Volk van Nederland opgehangen waarin wordt opgeroepen tot het indienen van petities en tot burgerbewapening om de vrijheid te verdedigen. Ten eerste om misstanden aan de kaak te kunnen stellen zoals regenten die onderling baantjes verdelen of verkopen. Ten tweede om de incapabele en weifelachtige stadhouder Willem V, beschuldigd van willekeur, te controleren en in zijn naar absolutisme neigende macht te beperken. Vooral in de gewesten Utrecht en Gelderland heeft de stadhouder in 1748 veel rechten verkregen. Pas honderd jaar later kan men met zekerheid zeggen dat Joan Derk van der Capellen tot den Pol de auteur is.

1782[brontekst bewerken]

Allegorie op het 'Tractaat van Vriendschap en Commercie tusschen hun Hoog Mogenden de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden en de Vereenigde Staaten van America', 1782.

1783[brontekst bewerken]

  • 26 juli - Het eerste exercitiegenootschap De Vrijheid te Dordrecht opgericht. De Patriotten willen de oude vrijheid heroveren op de Oranjes. Het moet ook een oplossing zijn voor het ernstig verval van de bestaande Oranjegezinde schutterijen. Hun voorbeeld wordt spoedig in andere steden opgevolgd.

1784[brontekst bewerken]

1785[brontekst bewerken]

1786[brontekst bewerken]

  • 2 augustus - In Utrecht is de vierde nationale vergadering van vrijkorpsen georganiseerd. Besloten wordt de invloed van het volk en de controle op de regenten te vergroten. Het bestuur van Utrecht wordt democratisch. Er worden 16 democratisch gekozen patriotten in de raad beëdigd. Destijds een voor Europa unieke gebeurtenis. De prinsgezinde leden van de Provinciale Staten verhuizen naar Amersfoort, dat door de prinselijke troepen wordt bezet.
  • H.W. Daendels en Cornelis van den Burg, burgemeester van Bolsward zijn geïnspireerd door de gebeurtenissen in Utrecht. Daendels verzet zich tegen de benoeming van twee prinsgezinde kandidaten in de raad van Hattem, maar op 31 augustus komen de stadhouderlijke troepen om de orde te herstellen. In Bolsward verzoekt het exercitiegenootschap om meer munitie om een eventuele herhaling in Friesland te voorkomen.
  • Frederik Willem II, de broer van Wilhelmina van Pruisen, wordt koning van Pruisen.

1787[brontekst bewerken]

  • 28 juni - Prinses Wilhelmina probeert vanuit Nijmegen Den Haag te bereiken om steun te verwerven. Zij wordt bij de Vlist aangehouden en naar Goejanverwellesluis geleid door patriottische vrijheidskorpsen. Ze roept de hulp van haar broer koning Frederik Willem II van Pruisen in.
  • Holland verzoekt om steun uit de andere gewesten, omdat Frederik Willem II van Pruisen dreigt met interventie, als Holland niet haar verontschuldigingen aanbiedt.
  • 21 augustus - Wijbo Fijnje houdt een rede voor de vroedschap van Delft waarin hij veranderingen en de vervanging van de Oranjegezinde leden eist. In Delft wordt alsnog een patriottisch stadsbestuur ingesteld. Eind augustus weigert een tiental patriottische Statenleden in Friesland zich neer te leggen bij de reactionaire besluiten en trekt zich terug in Franeker. De spanning stijgt. In diverse steden worden defensieve maatregelen getroffen.
  • 10 september - Er volgt een Pruisisch ultimatum van drie dagen.
  • 15 september - Een Pruisisch leger trekt de stad Utrecht, verdedigd door Frederik III, binnen. De patriotten uit Utrecht vluchten naar Amsterdam. In Friesland houden de patriotten het nog een week langer uit. Als de stemming onder de bevolking is omgeslagen worden ook Franeker en Bolsward opgegeven.
  • 20 september - Prinses Wilhelmina keert terug naar 's-Gravenhage. Stadhouder Willem V van Oranje-Nassau arriveert drie dagen later waarmee de Oranjerestauratie een feit is. Door interventie van Pruisen is de burgeroorlog tussen de patriotten en prinsgezinden neergeslagen. Veel patriotten worden gevangengenomen of wijken uit naar Noord-Frankrijk.
Verwoesting van de begraafplaats der Capellen, 7 augustus 1788, Reinier Vinkeles.

1794[brontekst bewerken]

  • ? November - Het Franse leger is genaderd tot aan de grote rivieren in de noordelijke Nederlanden.

1795[brontekst bewerken]

  • 16 januari - Utrecht wordt met Franse steun bevrijd. De Fransen nemen de stad in.
  • 18 januari - Vanuit Scheveningen verlaat stadhouder Willem V met zijn zoons het land, en zoekt asiel in Engeland. Er vindt in de Noordelijke Nederlanden een omwenteling plaats. De patriotten keren terug.
  • 19 januari - De Bataafse Republiek wordt uitgeroepen. (Gelre, Holland en Zeeland, Friesland, Groningen, Overijssel, Utrecht, Drenthe) tot 1806.
  • ? 24 januari - Overgave van de Nederlandse vloot aan de Franse cavalerie in Den Helder.
  • 16 mei - Het Verdrag van Den Haag met Frankrijk maakt de jonge Bataafse Republiek tot een vazalstaat.
  • In de Bataafse Republiek worden de provincies vervangen door departementen. Het grootste deel van Friesland gaat samen met Groningen op in het departement van de Eems terwijl Zevenwouden bij het departement van de Oude IJssel komt.
  • In tegenstelling tot in Frankrijk, waar in de beginfase van de Franse Revolutie deze snel radicaliseert, worden de revolutionaire veranderingen in de Bataafse Republiek relatief vreedzaam doorgevoerd. Het land is al tweehonderd jaar een republiek, en heeft dan ook maar weinig tegenstribbelende edelen. Ook is in Frankrijk, na de val van Robespierre, de revolutie inmiddels een veel gematigder fase ingegaan. De omwenteling is in feite een herhaling van de omwenteling van de patriotten, die in 1787 met behulp van een Pruisisch interventieleger is onderdrukt. Veel leiders van de Bataafse Republiek zijn patriottische politici die in 1787 naar Frankrijk waren uitgeweken. Nu krijgen zij, met Franse steun, de kans om alsnog hun idealen te verwezenlijken. De oude Republiek was altijd al tamelijk ineffectief geweest, en haar tekortkomingen zijn met het verstrijken van de tijd steeds ernstiger geworden. De afzonderlijke provincies zijn soeverein, ieders instemming is dus nodig voor een besluit, waardoor de gezamenlijke besluitvorming soms jaren duurt. Daarnaast is veel macht geconcentreerd in handen van de regenten, die in feite plaatselijke oligarchieën vormen. De Bataafse Republiek maakt dan ook de overgang naar een meer gecentraliseerde regering, met uniforme rechtspraak, munteenheid, maten en gewichten, belastingheffing. Voorts krijgen de katholieken, die al meer dan 200 jaar als tweederangsburgers een derde deel van de bevolking uitmaken, voortaan gelijke burgerrechten.