Tijdlijn van de Franse Revolutie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De tijdlijn van de Franse Revolutie is een chronologische lijst van feiten en gebeurtenissen tijdens de Franse Revolutie (1789-1799) en tijdens de aanloop ernaar (1787-1789).

1787[bewerken | brontekst bewerken]

Zitting van de Assemblée des notables op 22 februari 1787 (18e-eeuwse gravure)
  • 22 februari: In Versailles opent de Assemblée des Notables, een oude standenvergadering waaraan 144 gepriviligieerden deelnemen. Ze moeten de fiscaal-economische hervormingen van minister Calonne onderzoeken.
  • 1 april: Calonne publiceert een Waarschuwing in een poging de weerstand te breken door een beroep op de publieke opinie.
  • 8 april: Calonne neemt ontslag.
  • 1 mei: Aartsbisschop Loménie de Brienne komt aan het hoofd van de koninklijke raad voor financiën.
  • 25 mei: De Assemblée des Notables wordt ontbonden.
  • juni: Een vorm van statenvergadering wordt opgericht in de 23 generaliteiten die het zonder moeten stellen.
  • 6 augustus: in een lit de justice te Versailles wordt een territoriale bede doorgedrukt, maar deze vaste belasting krijgt geen uitvoering.
  • 7 november: een edict van tolerantie erkent het civiele bestaan van niet-katholieken, zonder hen op andere gebieden gelijke rechten te geven.
  • 19 november: Tijdens een zitting van het Parlement van Parijs verzet de hertog van Orléans zich tegen de registratie van een grote lening. Koning Lodewijk XVI roept uit: "Het is wettig, omdat ik het wil".

1788[bewerken | brontekst bewerken]

Journée des Tuiles in Grenoble (Alexandre Debelle, 1889)
  • 19 februari: In het Hôtel de Lussan richt Brissot de Société des amis des Noirs op.
  • 3 mei: Het Parlement van Parijs formuleert een reeks fundamentele maximes over provinciale vrijheden, het verbod op willekeurige arrestaties, de vrije registratie van wetten en het recht van de Staten-Generaal om beden goed te keuren.
  • 8 mei: Met de hervorming-Malesherbes neemt Lodewijk XVI een reeks politiek-gerechtelijke maatregelen om de parlementen te verzwakken en een Plenair Hof op te richten. Ook wordt het folteren van verdachten afgeschaft en wordt voorzien in het vergoeden van onschuldig aangeklaagden.
  • 7 juni: Journée des Tuiles in Grenoble. Wanneer cachetbrieven toekomen die het Parlement van de Dauphiné in ballingschap sturen, breken onlusten uit en gooien inwoners dakpannen naar de soldaten.
  • 15 juni: De Assemblée du clergé roept op om de parlementen en de provinciale vrijheden te respecteren.
  • 21 juli: Op eigen initiatief komen de drie standen van de Dauphiné bijeen in het kasteel van Vizille.
  • 8 augustus : Het Plenair Hof wordt opgeschort tot de bijeenkomst van de Staten-Generaal, vastgesteld op 1 mei 1789.
  • 25 augustus: Brienne treedt af en wordt vervangen door Jacques Necker.
  • 14 september: Malesherbes neemt ontslag en de gerechtelijke hervorming wordt afgevoerd.
  • 23 september: Een koninklijke verklaring bevestigt de samenroeping van de Staten-Generaal.
  • 25 september: Ter gelegenheid van de registratie van de koninklijke verklaring eist het Parlement van Parijs dat de Staten-Generaal georganiseerd worden zoals in 1614, met één stem per stand en zonder verdubbeling van de derde stand.
  • 5 oktober: Een raadsbesluit roept een tweede Assemblée des Notables samen om de organisatie van de Staten-Generaal voor te bereiden.
  • November: Adrien Duport richt de liberale Société des Trente op, die door het lidmaatschap van hoge edelen en prelaten onenigheid binnen de elite verraadt.
  • 12 december: De tweede Assemblée des Notables spreekt zich met 111 stemmen tegen 33 uit tegen een verdubbeling van de derde stand. Aan het einde maken de prinsen van den bloede hun ongerustheid over aanvallen op de gepriviligieerde ordes kenbaar in een mémoire, opgesteld door secretaris Auget de Montyon.
  • 27 december: De koning houdt een uitgebreide raad die aanvaardt dat de derde stand numeriek evenveel afgevaardigden krijgt als de adel en de geestelijkheid samen, maar hij toont zijn onbeslistheid door zich niet uit te spreken over de stemming per hoofd.[1]
  • 31 december: In de brochure Résultat du Conseil neemt de koning positie voor de verdubbeling van de derde stand en kondigt hij zijn plan aan om de cachetbrieven af te schaffen, de persvrijheid in te stellen en te voorzien in een periodieke controle van de begroting door de Staten-Generaal.

1789[bewerken | brontekst bewerken]

De Bestorming van de Bastille, geschilderd kort na 1789 door een deelnemer, Claude Cholat
Afschaffing van de feodaliteit in de nacht van 4 op 5 augustus 1789
Mars op Versailles, 5 oktober 1789
  • januari: In het pamflet Qu'est-ce que le tiers état? eist abbé Sieyes stemming per hoofd. Hij pleit ervoor dat de derde stand als nationale assemblee zou vergaderen en een grondwet opstellen.
  • 24 januari: Het reglement voor de Staten-Generaal stelt de procedure vast voor het verkiezen van afgevaardigden en voor het opstellen van Cahiers de doléances.
  • 26 en 27 januari: In Rennes maken confrontaties tussen 1500 aanhangers van de bevoorrechten en hervormingsgezinde rechtenstudenten drie doden en zestig gewonden, en wordt het Parlement van Bretagne opgeschort (affaire des Bricoles).
  • 7 februari: Opdracht om de Cahiers de doléances te schrijven. Ze zijn een collectief werk dat grieven en wensen meedeelt per stand en per gebied (parochies, baljuwschappen, steden, provincies).
  • maart tot mei: Verkiezing van afgevaardigden in de Staten-Generaal.
  • 14 maart: Bisschop Louis-Jérôme de Suffren wordt in Manosque belaagd. Zijn passage lokt er voedselrellen uit en is het begin van een golf van onlusten die tot juni door de Provence zal trekken.[2]
  • 23 en 24 maart: Voedselrellen in Marseille leiden tot de verandering van het stadsbestuur, de oprichting van een burgerwacht en de hervorming van de lokale belastingen.
  • 25 maart: In Aix-en-Provence vernielt een menigte tolhuisjes. In de volgende dagen wordt de reve op graan, vlees en andere waren afgeschaft, wordt de broodprijs gereguleerd en doet de noblesse afstand van de fiscale vrijstelling van adellijke gronden.
  • 27 en 28 april: Bloedige onlusten in de Parijse Faubourg Saint-Antoine na verkiezingsuitspraken van behangfabrikant Réveillon over welk loon volstaat om te leven.
  • april: Brissot publiceert een nummer van Le Patriote français, maar moet dan wachten tot 28 juli voor hij verdere edities van het blad mag drukken.
  • 30 april: In het café van Nicolas Amaury te Versailles richten hervormingsgezinde gedeputeerden de Club breton op. De vereniging schudt snel haar regionale origine af en vervelt tot de jakobijnenclub.
  • 2 mei: Voorstelling van de afgevaardigden aan de koning.
  • 5 mei: Opening van de Staten-Generaal in het Hôtel des Menus-Plaisirs in Versailles. Ongeveer 800 afgevaardigden zijn aanwezig en zo'n 400 nog onderweg, vaak door complicaties in het verkiezingsproces.
  • 6 mei: De afgevaardigden van adel en clerus trekken zich terug om de volmachten te verifiëren, maar de derde stand eist een gezamenlijke verificatie. Het debat over stemming per stand of per hoofd is nog steeds niet beslecht.
  • 4 juni: De dauphin sterft op zevenjarige leeftijd.
  • 12 juni: De derde stand, die zich députés des Communes noemt, start op eigen initiatief een gezamenlijke verificatie van de verkozenen.
  • 13 juni: Drie priesters uit Poitou vervoegen deze verificatie en legitimeren haar.
  • 14 juni: Henri Grégoire en vijf andere geestelijken voegen weer opgemerkte druppels toe aan defectie naar de derde stand.
  • 17 juni: De derde stand stelt vast dat ze met degenen die op de uitnodiging zijn ingegaan bijna de hele natie vertegenwoordigt en roept zichzelf met 491 stemmen tegen 90 uit tot Nationale Vergadering. Ze claimt de facto de nationale soevereiniteit en eigent zich de bevoegdheid over de belastingen toe.
  • 19 juni: Met 149 stemmen tegen 137 treedt de eerste stand toe tot de Nationale Vergadering. De adel blijft weigeren, maar een beslissende stap is gezet.
  • 20 juni: 's Morgens vinden de afgevaardigden de Salle des Menus-Plaisirs gesloten onder voorwendsel dat een koninklijke zitting wordt voorbereid. Ze trekken met zeshonderd naar de kaatsbaan en zweren dat ze niet zullen scheiden tot Frankrijk een (geschreven) grondwet heeft.
  • 23 juni: Verschijnend in de kaatsbaan weigert Lodewijk XVI het idee van een Nationale Vergadering en vraagt hij om voor belangrijke zaken per orde te stemmen. Wel aanvaardt hij de belastinghervorming. De Nationale Vergadering verklaart haar leden onschendbaar.
  • 26 juni: Lodewijk XVI schaft de zegelbrieven af.
  • 27 juni: De koning bindt in en vraagt de gepriviligieerde standen om de vergadering te vervoegen (die hij weliswaar nog altijd Staten-Generaal noemt).
  • 30 juni-4 juli: In Lyon wordt gereld tegen de octrooibarrière. Het duurt verschillende dagen om de orde te herstellen en er volgen executies.
  • 30 juni: Uit Prison de l'Abbaye worden gardes-françaises bevrijd die zouden hebben geweigerd hun wapens tegen het volk te keren. De volgende dag vraagt de Assemblée gratie voor hen.
  • 1 juli: Lodewijk XVI roept het Zwitsers regiment van Metz naar Parijs.
  • 4 juli: De zes afgevaardigden van de kolonie Saint-Domingue worden tot de vergadering toegelaten. Ook Guadeloupe, Martinique, Frans-Indië en Île de France zullen volgen.
  • 6 juli: De afgevaardigden creëren een Comité de Constitution dat een grondwet moet opstellen. Hun revolutionaire intenties worden concreter.
  • 9 juli: Namens het comité presenteert Mounier het plan om een Verklaring van de natuurlijke en onverjaarbare rechten van de mens op te stellen. De Nationale Vergadering verklaart zich constituante.
  • 11 juli: In Parijs, dat nog altijd honger lijdt, branden de octrooipoorten.[3]
  • 12 juli: Troepenbewegingen en het ontslag van Necker doen vrezen voor een complot tegen de Assemblée. In de tuinen van het Palais-Royal roept Camille Desmoulins op de wapens te grijpen. Het Royal-Allemand chargeert aan de Tuilerieën tegen een manifesterende massa. De opstand verandert van aard.
  • 13 juli: In Parijs nemen een Comité permanent en een Milice bourgeoise de macht over.
  • 14 juli: Bestorming van de Bastille
  • 15 juli: De Commune van Parijs wordt opgericht met Jean Sylvain Bailly als eerste burgemeester. La Fayette krijgt het bevel over de Nationale Garde. Met het vertrek van de prins van Condé naar Brussel komt de emigratie op gang. Hij wordt de volgende dag gevolgd door de graaf van Artois.
  • 16 juli: Necker wordt hersteld in zijn functie.
  • 17 juli: Lodewijk XVI begeeft zich naar het stadhuis van Parijs en speldt de driekleurige kokarde op.
  • 20 juli: Mgr. van Salm Salm, bisschop van Doornik en Mgr. van Arberg, bisschop van Ieper worden als vreemdelingen uitgesloten uit de Assemblée.
  • 20 juli-6 augustus: De Grote Angst gaat door bijna het hele land. Men schuilt voor de vijand of jaagt hem op, maar vindt niemand.
  • 22 juli: De intendant van Parijs Bertier de Sauvigny en zijn schoonvader Foullon worden gevangengenomen, opgehangen en uiteengerukt op verdenking dat ze de uithongering organiseren.
  • 29 juli: De duizenden landlieden die de Saônevallei onveilig maken om feodale registers te vernielen en seigneurs te plunderen, richten zich op de abdij van Cluny. Burgermilities weren hen af. Er worden 160 'brigands' gevangengenomen en er volgen 32 ophangingen, waarvan 27 standrechtelijk.[4]
  • 4 augustus: In een nachtelijke zitting beslist de Assemblée tot het afschaffen van het feodalisme: adellijke en geestelijke privileges, heerlijke rechten, karweien, tienden, ambtenverkoop... Dit krijgt vorm in het decreet van 4-11 augustus, maar het debat over het afkopen van legitieme rechten zal nog lang duren.
  • 10 augustus: Oprichting van de Nationale Garde.
  • 19 augustus: In Marseille wordt geschoten op een menigte en zijn er rellen (Tourette-affaire).
  • 26 augustus: Verklaring van de rechten van de mens en de burger
  • 29 augustus: Het vervoer en de verkoop van graan wordt geliberaliseerd.
  • 7 september: Een twintigtal vrouwen en dochters van kunstenaars komen in de Assemblée hun juwelen afgeven aan de natie.
  • 10 september: De grondwetgevende vergadering kiest voor een monocameraal parlement.
  • 11 september: De grondwetgevende vergadering kent de koning een niet-absoluut vetorecht toe, waarmee hij gedurende twee legislaturen een wet kan tegenhouden.
  • 1 oktober: De goedgekeurde grondwetsbepalingen worden geconsolideerd in de Articles de Constitution, een rudimentaire grondwet van negentien artikelen.
  • 5 en 6 oktober: Mars op Versailles. Duizenden gewapende vrouwen trekken naar Versailles en presenteren hun eisen aan Lodewijk XVI. Hij belooft brood en de bekrachtiging van de sinds augustus gestemde decreten. De tweede dag dringen de vrouwen het kasteel van Versailles binnen en dwingen de koninklijke familie ("de bakker, de bakkersvrouw en de kleine bakkersgast") in het Tuilerieënpaleis tussen het volk te gaan wonen. Ook de Assemblée vestigt zich in Parijs.
  • 8 oktober: Mounier neemt ontslag als voorzitter en afgevaardigde, gevolgd door tien andere monarchisten.
  • 21 oktober: Wanneer een hongerrel het leven kost aan bakker François, wordt de krijgswet afgekondigd.
  • 22 oktober: Het primaire stemrecht wordt onderworpen aan vier voorwaarden, waaronder het betalen van directe belastingen ter waarde van drie daglonen en het niet behoren tot het dienstpersoneel.[5] Grégoire, Duport, Defermon, Noussitou en Robespierre komen tussen voor algemeen stemrecht, maar halen het niet.
  • 29 oktober: Het passief kiesrecht wordt voorbehouden aan wie directe belastingen ter waarde van één zilvermark betaalt én grond bezit.
  • 30 oktober: Wet op de liberalisering van woeker
  • 2 november: Op voorstel van Talleyrand en bij wijze van schuldsanering wordt het kerkelijke vermogen "ter beschikking gesteld van de natie". De staat neemt van zijn kant de kosten van de eredienst en het salaris van de priesters ten laste, en voorziet in het onderhoud van ziekenhuizen en in de bijstand aan armen. De genationaliseerde goederen worden vanaf het volgende jaar te gelde gemaakt.
  • 3 november: De parlementen worden met verlof gestuurd, voorbode van hun ontbinding een jaar later.
  • 30 november: Corsica wordt definitief aangehecht bij Frankrijk.
  • 14 december: Wet op de oprichting van gemeenten (communes).
  • 19 december: Uitgifte van assignaten, oorspronkelijk als staatsobligaties.
  • 22 december: De kieswet, die de decreten van 22 en 29 oktober incorporeert, introduceert de term actieve burgers in het recht en verdeelt Frankrijk voorts in 83 departementen.
  • 24 december: Vestiging van de Club des Jacobins in Parijs. Openbare ambten worden opengesteld voor protestanten.

1790[bewerken | brontekst bewerken]

Honderdduizenden vieren het Fête de la Fédération op het Champ-de-Mars
  • 4 januari: Met de creatie van een civiele lijst neemt de Nationale Vergadering impliciet een stap naar de nationalisering van het kroondomein.[6]
  • 21 januari: De gelijkheid van de straffen wordt gedecreteerd.
  • 28 januari: De sefardische joden ("Portugese, Spaanse en Avignonese") krijgen burgerrechten.
  • 13 februari: De reguliere orden worden opgeheven, behalve de gemeenschappen die onderwijs verstrekken of liefdadigheidsinstellingen houden. Religieuzen die niet vrijwillig vertrekken, worden toegewezen aan een gezamenlijke woonst. Het afleggen van plechtige kloostergeloften wordt verboden.[7]
  • 26 februari: Een decreet voltooit de creatie van departementen. Ze worden effectief vanaf 4 maart.
  • 8 maart: Op rapport van Antoine Barnave wordt het koloniale decreet goedgekeurd.[8] Het stelt niets te veranderen aan de koloniale handel en verklaart elke oproep tot opstand "misdadig tegen de natie". Zonder de slavernij bij naam te noemen, slaat het decreet de hoop op emancipatie, gewekt door de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger, de bodem in.
  • 9 maart: Het persoonlijk vermogen van de koning wordt staatseigendom.
  • 15 maart: De nadere regels voor het afschaffen van de feodaliteit worden vastgesteld. Persoonlijke rechten houden zonder meer op te bestaan, maar zakelijke rechten (cijns, champart, tienden, grondrenten, lods et ventes) moeten worden afgekocht.
  • 21 maart: Afschaffing van de gabelle.
  • 12 april: De jakobijnse kartuizer Dom Gerle wil erkennen dat de katholieke, apostolische en Romeinse religie de nationale godsdienst is en blijft en dat haar cultus als enige openbaar en toegelaten is. Hij trekt zijn motie in, maar 's anderendaags herlanceren Maury en andere rechtse gedeputeerden het thema. De Vergadering neemt met 903 stemmen tegen 297 een voorstel aan van La Rochefoucauld dat weigert om de motie in overweging te nemen en tegelijk onderstreept dat de staat de kosten van het katholicisme ten laste neemt.
  • 14 april: Het bestuur over de nationale goederen, tot dan in handen van de oorspronkelijke eigenaars, moet worden afgestaan aan de municipaliteiten waar ze gelegen zijn.
  • 27 april: Oprichting van de Club des Cordeliers.
  • 29 en 30 april: in Marseille verovert de Nationale Garde drie forten, waaronder het Fort Saint-Jean.
  • 3 mei: De voorwaarden voor het afkopen van feodale rechten worden vastgesteld. Ze ontgoochelen de landlieden en leiden tot talrijke incidenten.
  • 8 mei: Uniformisering van maten en gewichten doorheen het land.
  • 10 mei: Sektarisch geweld in Montauban.
  • 14 mei: Vastlegging van de wijze waarop de genationaliseerde goederen te gelde worden gemaakt. De kavels kunnen worden gemaakt en de veilingen kunnen starten.
  • 21 mei: De municipalité de Paris wordt gecreëerd en de 60 districten vervangen door 48 secties.
  • 22 mei: Beslissingen over oorlog en vrede worden voorbehouden aan de Nationale Vergadering maar op voorstel van de koning. De Nationale Vergadering verklaart veroveringsoorlogen af te wijzen.
  • 13-15 juni: Een confrontatie tussen protestantse en katholieke Nationale Gardes breidt zich uit naar de stadsbevolking. De Bagarre de Nîmes wordt een slachting waarin zeker zestig doden vallen.
  • 19 juni: Afschaffing van de erfelijke adel en van hun titels, livreien en wapens.
  • 12 juli: De Burgerlijke grondwet voor de clerus laat priesters en bisschoppen verkiezen, ook door niet-katholieken. Kerkelijke gebieden worden heringedeeld (bisdommen vallen samen met departementen) en de gallicaanse kerk verliest haar verbinding met de paus.
  • 14 juli: Het Fête de la Fédération viert de eenheid van de natie en tussen de koning en het volk.
  • 18 augustus: 30.000 mensen geven gehoor aan een contrarevolutionaire oproep en verzamelen zich in het kamp van Jalès. Na hun verdrijving trekt François Froment naar Turijn.
  • 27 augustus: De assignaten worden getransformeerd tot papiergeld.
  • 31 augustus: Muitende regimenten in Nancy worden overmeesterd door de royalistische generaal Bouillé. Zijn strenge straffen vormen in de volgende jaren een splijtzwam.
  • 4 september: Ontslag van Necker.
  • 12 september: Creatie van de Archives nationales met Gaston-Armand Camus als eerste hoofd.
  • 21 oktober: Franse driekleur aangenomen als vlag.
  • 29 oktober: Revolte van de zwarten op Saint-Domingue.
  • 31 oktober: De interne douanerechten worden afgeschaft, externe tarieven geüniformiseerd.
  • 8 november: Het domaniaal decreet zet het kroondomein om in nationaal domein en voltooit zo de transformatie die publieke macht en private eigendom tegelijk scheidt en creëert.
  • 27 november: Decreet gestemd dat priesters en bisschoppen verplicht te zweren dat ze met al hun kracht de grondwet zullen instandhouden, zoniet verliezen ze hun ambt.[9]

1791[bewerken | brontekst bewerken]

Patriottische priester (jureur)
Aristocratische priester (réfractaire)
Aanhouding van de koets van de gevluchte Lodewijk XVI in Varennes
  • 4 januari: Op de laatste dag voor kerkelijke afgevaardigden om de eed af te leggen, hebben 99 van hen dat gedaan.
  • 13 januari: Elke burger krijgt het recht een theater te openen na eenvoudige aanmelding. Tal van nieuwe zalen en gezelschappen schieten uit de grond. De wet regelt ook voor het eerst in Frankrijk het auteursrecht en beschermt het werk van toneelauteurs tot vijf jaar na hun dood.[10]
  • 2 februari: Verkiezing van negen constitutionele bisschoppen, onder wie abbé Grégoire. De vervanging van de tachtig refractaire bisschoppen zal nog tot mei duren.
  • 8 februari: Decreet gestemd dat eedweigeraars hun loon ontneemt van zodra hun opvolger in functie treedt.
  • 20 februari: Het tweede kamp van Jalès trekt misschien tienduizend contrarevolutionairen en wordt uiteengeslagen door de Nationale Garde. Hun leider Louis-Bastide de Malbosc vindt de dood.
  • 28 februari: La Fayette ontwapent de chevaliers du poignard, die Lodewijk XVI in de Tuilerieën zijn komen beschermen tegen een menigte. Ze worden gevangen gezet.
  • 2 maart: Het Decreet d'Allarde stelt de vrijheid van ondernemen in en schaft de gilden af.
  • 10 maart: In de apostolische breve Quod aliquantum veroordeelt paus Pius VI de Burgerlijke grondwet voor de clerus als strijdig met het dogma en de discipline.
  • 15 maart: De diplomatieke betrekkingen tussen Frankrijk en de Roomse Kerk worden verbroken.
  • 2 april: Het overlijden van Mirabeau brengt grote emoties teweeg.
  • 4 april: De Assemblée verklaart de Sainte-Geneviève tot Pantheon en de volgende dag wordt Mirabeau er bijgezet.
  • 13 april: Paus Pius VI geeft in zijn apostolische breve Charitas veertig dagen aan de geestelijken die de eed hebben afgelegd om die te herroepen. Begin van het fenomeen van de "retracties".
  • 18 april: Lodewijk XVI wil de Paasmis vieren met een niet-beëdigde priester in Saint-Cloud, maar militantent die vrezen dat hij zou vluchten, beletten hem het vertrek.
  • 23 april: Paus Pius VI veroordeelt de Verklaring van de rechten van de mens en de burger vanwege zijn politieke individualisme.
  • 7 mei: Eedweigeraars mogen de mis opdragen in een constitutionele kerk, voor zover ze de Burgerlijke grondwet voor de clerus niet bekritiseren.
  • 15 mei: De kinderen van vrije zwarten in de kolonies krijgen gelijke rechten.
  • 16 mei: De Vergadering decreteert dat ze nooit zal delibereren over de status van onvrije mensen van kleur zonder dat de kolonies haar dit vragen.
  • 14 juni: De Wet-Le Chapelier die verbiedt elke vorm van professionele organisatie, zoals overleg, afspraken, petities en stakingen.
  • 15 juni: Oprichting van nationale vrijwilligersbataljons
  • 20-21 juni: Onder dekking van de nacht nemen Lodewijk XVI en zijn gezin vermomd de vlucht naar Bouillé aan de oostgrens. Vrees voor buitenlandse inmenging grijpt het land, maar de koets wordt tijdig tegengehouden in Varennes.
  • 25 juni: Onder begeleiding en in een kille sfeer komt de koninklijke familie Parijs weer binnen. Het recht om wetten te bekrachtigen wordt voor onbepaalde tijd opgeschort en toevertrouwd aan de minister van Justitie.
  • 5 juli: Circulaire van Padua.
  • 15 juli: Na een onderzoek beslist de constituante om alleen Bouillé te vervolgen. De koning wordt in zijn prerogatieven hersteld, met uitzondering van het bekrachtigingsrecht.
  • 17 juli: Grote spanning op het Champ-de-Mars, waar een republikeinse petitie wordt ondertekend op het altaar van het vaderland. Twee verdachte figuren worden gelyncht. 's Avonds schiet de Nationale Garde van La Fayette op de menigte en vallen er een vijftigtal doden.
  • 18 juli: Danton vlucht naar Engeland en Marat duikt onder. Oprichting van de Club des Feuillants.
  • 30 juli: Afschaffing van de ridderorden gebaseerd op geboorteonderscheid.
  • 9 augustus: Het dragen van religieuze kledij buiten tempels wordt verboden.
  • 14 augustus: Slavenopstand in Saint-Domingue.
  • 17 augustus: Geëmigreerde Fransen worden bevolen binnen de maand terug te keren.
  • 22 augustus: Onder de slaven in de kolonie Saint-Domingue breekt de Haïtiaanse Revolutie uit.
  • 27 augustus: In de verklaring van Pillnitz stellen koning Frederik Willem II van Pruisen en keizer Leopold II dat ze Lodewijk XVI willen bijstaan om de basis van zijn monarchie te verstevigen en dat ze daartoe hun troepen gereedhouden.
  • 29 augustus-5 september: Tweede ronde van de verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering.
  • 3 september: De Assemblée neemt de Grondwet van 1791 aan.
  • 13 september: Lodewijk XVI schrijft dat hij de grondwet aanvaardt, waardoor hij zijn constitutionele rol kan opnemen. Zijn bekrachtiging is niet vereist.
  • 14 september: Voor de Assemblée zweert Lodewijk XVI getrouwheid aan de natie en de wet en belooft hij de grondwet in stand te houden. Vervolgens wordt die bij wet afgekondigd. Een algemene amnestie wordt verleend. Ook de delicate aanhechting van de pauselijke enclave Avignon en het Comtat Venaissin wordt op deze zitting goedgekeurd.
  • 25 september: Na voorbereidend werk van Lepeletier wordt een vernieuwend Wetboek van Strafrecht aangenomen.
  • 28 september: Het Veldwetboek laat de enclosure van gronden toe, al worden klauwengang en stoppelweide geëerbiedigd waar dat gewoonterecht is.[11] De Asjkenazische Joden krijgen gelijke rechten.
  • 29 september: Op voorstel van Le Chapelier, die zoals velen meent dat de revolutie beëindigd is, wordt de clubs elke vorm van politieke actie verboden.[12] Het Woudwetboek wordt gestemd, dat weinig vernieuwend is, behalve in de nadruk op het ontzeggen van traditionele toegangsrechten aan niet-eigenaars.
  • 30 september: Ontbinding van de Nationale Grondwetgevende Vergadering, waarvan de leden collectief afzien van herverkiezing.
  • 1 oktober: Opening van de Wetgevende Vergadering, met 745 nieuwe leden.
  • 8 oktober: La Fayette neemt ontslag bij de Nationale Garde. Hij is kandidaat om Bailly op te volgen als burgemeester van Parijs, maar verliest de verkiezing van Pétion.
  • 16 oktober: IJskelderslachting in Avignon.
  • 9 november: De jakobijnen overtuigen de feuillants om een decreet aan te nemen dat de émigrés de doodstraf in het vooruitzicht stelt als ze op 1 januari nog samenzweren.
  • 12 november: Lodewijk XVI stelt zijn veto tegen het emigrantendecreet.
  • 25 november: Oprichting van het Comité van Toezicht.
  • 29 november: Geestelijken die de klerikale eed weigeren of herroepen, verliezen hun staatsbezoldiging en krijgen verbod nog sacramenten toe te dienen. Mary Wollstonecraft publiceert A Vindication of the Rights of Men, een van de tientallen reacties op de eerder die maand verschenen Reflections on the Revolution in France van Edmund Burke.
  • 19 december: Lodewijk XVI weigert de bekrachtiging van het decreet tegen de refractaire clerus.
  • 29 december: De Assemblée stemt 20 miljoen franc oorlogskredieten.

1792[bewerken | brontekst bewerken]

Confrontatie tussen Lodewijk XVI en revolutionairen die op 20 juni 1792 zijn paleis zijn binnengedrongen (prent van Pierre Bouillon, 1796)
Controle van de kokardedracht en de carte de citoyen (Jean-Baptiste Lesueur, ca. 1792-1794)
Bestorming van de Tuilerieën op 10 augustus (Henri Motte, 1892)
De eisen van de commune in de Wetgevende Vergadering op 10 augustus (François Gérard, 1794)
Lodewijk de laatste en zijn familie naar de Temple gevoerd (prent uit 1792)

1793[bewerken | brontekst bewerken]

Een delegatie zwarten uit Saint-Domingue vraagt op 4 juni de afschaffing van de slavernij aan de Nationale Conventie. De grondwet van 1793 zal een eerste stap zetten en de afschaffing volgt het jaar daarop.
Optocht van het Feest van de Rede op 10 november

1794[bewerken | brontekst bewerken]

1795[bewerken | brontekst bewerken]

1796[bewerken | brontekst bewerken]

1797[bewerken | brontekst bewerken]

1798[bewerken | brontekst bewerken]

1799[bewerken | brontekst bewerken]

De nachtelijke staatsgreep van 18 Brumaire in Saint-Cloud (Jacques Sablet, ca. 1799)

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jacques Godechot, La Révolution française. Chronologie commentée, 1787-1799, 1988. ISBN 2262005087
  • Hervé Leuwers, La Révolution française, 2020. ISBN 2130825095

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Alexandre Maral, Les derniers jours de Versailles, 2018, p. 19-20
  2. Monique Cubells, Les horizons de la liberté. Naissance de la Révolution en Provence, 1787-1789, 1987. ISBN 2857443102
  3. Momcilo Markovic, La Révolution aux barrières: l'incendie des barrières de l'octroi à Paris en juillet 1789, in: Annales historiques de la Révolution française, 2013, nr. 2, p. 27-48
  4. Ted W. Margadant, "Summary Justice and the Crisis of the Old Regime in 1789", in: Historical Reflections/Réflexions historiques, 2003, nr. 3, p. 495-528
  5. Procès-verbal de l'Assemblee Nationale imprimé par son ordre, vol. 6, p. 10-11
  6. Rafe Blaufarb, The Great Demarcation. The French Revolution and the Invention of Modern Property, 2019, p. 139
  7. Décret du 13 février 1790 qui prohibe en France les voeux monastiques de l'un et de l'autre sexe (wet van 19 februari 1790)
  8. Décret du 8 mars 1790 sur la pétition des villes de commerce et sur l'affaire des colonies
  9. Décret du 27 novembre 1790 de l'Assemblée nationale concernant le serment à prêter par les evêques, curés & autres ecclésiastiques fonctionnaires publics (wet van 26 december 1790)
  10. Décret du 13 janvier 1791 sur la pétition des auteurs dramatiques (wet van 19 januari 1791)
  11. Décret sur les biens et usages ruraux
  12. Décret du 29-30 septembre 1791 sur les sociétés populaires (wet van 9 oktober 1791)
  13. Decreet nr. 1297 van 10 augustus 1792
  14. Décret du 26 août 1792 relatif aux Ecclésiastiques qui n'ont pas prêté leur serment, ou qui, après l'avoir prêté, l'ont rétracté, & ont persisté dans leur Rétractation
  15. Décret du 20 septembre 1792 qui détermine le mode de constater l’état civil des citoyens (titel IV, afdeling I, artikel 2)
  16. Décret loi de la convention nationale relatif aux subsistances (15 floréal jaar I)
  17. Anne de Mathan, "Gironde et Dordogne: deux départements face à l’arrestation des Girondins en 1793", in: Annales du Midi, 2007, p. 190. DOI:10.3406/anami.2007.7176
  18. Décret sur l'uniformité & le systême général des poids & mesures
  19. Décret relatif à l'abolition d'une paroisse dans la commune de Mennecy.
  20. Décret sur le mode de gouvernement provisoire & révolutionnaire
  21. Décret relatif à la liberté des cultes
  22. Sur les principes de morale politique qui doivent guider la Convention nationale dans l’administration intérieure de la République
  23. Décrets concernant la répression des conspirateurs, l'éloignement des ex-nobles, des étrangers, et la police générale de la République
  24. 150: McPhee 2017, p. 258; 40.000: Frank Tallett, "Dechristianizing France: The year II and the Revolutionary Experience", in: Religion, Society and Politics in France Since 1789, 1991, p. 10
  25. Décret qui met en réquisition pour la prochaine récolte les citoyens & citoyennes qui sont dans l'usage de s'employer aux travaux de la récolte
  26. Décret portant que les laboureurs, manouvriers, moissonneurs, brassiers et artisans de profession des campagnes, bourgs ou communes dont la population est au dessous de 1200 habitans, et qui se trouvent détenus comme suspects, seront mis provisoirement en liberté
  27. Décret sur les écoles primaires
  28. Décret sur l'exercice des cultes
  29. Décret sur les poids & mesures
  30. Art. VI-1: Stichting van de Republiek (22 september), Feest van de Jeugd (30 maart), de Echtgenoten, de Erkentelijkheid, de Landbouw, de Vrijheid en de Bejaarden
  31. Loi relative au serment qui sera prêté tous les ans le jour correspondant au 21 Janvier