Lijst van plantensoorten op Nederlandstalige naam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een lijst van plantensoorten op Nederlandstalige naam.

Zie ook de Lijst van plantensoorten op wetenschappelijke naam

Index van Nederlandstalige namen[bewerken | brontekst bewerken]

A-Z-lijst
A-Z-lijst
Dit is een van-A-tot-Z-lijst van op Wikipedia aanwezige planten- of diersoorten gerangschikt naar Nederlandse naam. Als men een artikel aantreft dat hier ook thuishoort maar nog niet op deze lijsten staat mag men dit vrijelijk toevoegen. Het is echter niet de bedoeling om hier links naar ontbrekende artikelen neer te zetten.

Index van Nederlandse namen:
A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


    A[bewerken | brontekst bewerken]

    A (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Aa - Ab-Af - Ak - Al - Am - An-At - Au-Az 

    Aa (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Aalbes (Ribes rubrum) (rode bes en witte bes)
  2. Aangebrande orchis (Neotinea ustulata)
  3. Aapjesorchis (Orchis simia)
  4. Aardaker (Lathyrus tuberosus)
  5. Aardappel (Solanum tuberosum)
  6. Aardbeiboom (Arbutus unedo)
  7. Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis)
  8. Aardbeiguave (Psidium cattleianum)
  9. Aardbeiklaver (Trifolium fragiferum)
  10. Aardbeispinazie (Chenopodium foliosum en Chenopodium capitatum)
  11. Aardboon (Macrotyloma geocarpum)
  12. Aarddistel (Cirsium acaule)
  13. Aardkastanje (Bunium bulbocastanum)
  14. Aardpeer (Helianthus tuberosus)
  15. Aardzegge (Carex humilis)
  16. Aar-ereprijs (Veronica spicata)
  17. Aarmunt of groene munt (Mentha spicata)
  18. Aarvederkruid (Myriophyllum spicatum)
  19. Ab-Af (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  20. Abaca (Musa textilis)
  21. Abrikoos (Prunus armeniaca)
  22. Absintalsem (Artemisia absinthium)
  23. Acerola (Malpighia glabra)
  24. Adderwortel (Persicaria bistorta)
  25. Adelaarsvaren (Pteridium aquilinum)
  26. Adukiboon (Vigna angularis)
  27. Afghaanse duizendknoop (Persicaria wallichii)
  28. Afrikaans padoek (Pterocarpus soyauxii)
  29. Afrikaanse amarant (Amaranthus graecizans)
  30. Afrikaanse baobab (Adansonia digitata)
  31. Ak (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  32. Akeleiruit (Thalictrum aquilegifolium)
  33. Aki (Blighia sapida)
  34. Akkerandoorn (Stachys arvensis)
  35. Akkerbedstro (Asperula arvensis)
  36. Akkerboterbloem (Ranunculus arvensis)
  37. Akkerdistel (Cirsium arvense)
  38. Akkerdoornzaad (Torilis arvensis)
  39. Akkerdravik (Bromus arvensis)
  40. Akkerereprijs (Veronica agrestis)
  41. Akkergeelster (Gagea villosa)
  42. Akkergoudsbloem (Calendula arvensis)
  43. Akkerhoornbloem (Cerastium arvense)
  44. Akkerkers (Rorippa sylvestris)
  45. Akkerklaver (Trifolium aureum)
  46. Akkerklokje (Campanula rapunculoides)
  47. Akkerkool (Lapsana communis)
  48. Akkerleeuwenbek (Misopates orontium)
  49. Akkermelkdistel (Sonchus arvensis)
  50. Akkermunt (Mentha arvensis)
  51. Akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus)
  52. Akkervergeet-mij-nietje (Myosotis arvensis)
  53. Akkerviltkruid (Filago arvensis)
  54. Akkerviooltje (Viola arvensis)
  55. Akkerwalstro (Galium spurium)
  56. Akkerwinde (Convolvulus arvensis)
  57. Akkerzenegroen (Ajuga chamaepitys)
  58. Al (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  59. Alaa (Pouteria sandwicensis)
  60. Aleppoden (Pinus halepensis)
  61. Alibertia (Alibertia edulis)
  62. Allioni's klokje (Campanula alpestris)
  63. Alocasie (Alocasia macrorrhiza)
  64. Aloë vera (Aloe vera)
  65. Alpenakelei (Aquilegia alpina)
  66. Alpenandoorn (Stachys alpina)
  67. Alpenanemoon (Pulsatilla alpina)
  68. Alpenanjer (Dianthus alpinus)
  69. Alpenbes (Ribes alpinum)
  70. Alpen vergeet-mij-nietje (Myosotis alpestris)
  71. Alpenden (Pinus cembra)
  72. Alpenheksenkruid (Circaea alpina)
  73. Alpenhelm (Bartsia alpina)
  74. Alpenklaver (Trifolium alpestre)
  75. Alpenkwastjesbloem (Soldanella alpina)
  76. Alpenleeuwenbek (Linaria alpina)
  77. Alpenmansschild (Androsace alpina)
  78. Alpenruit (Thalictrum alpinum)
  79. Alpenrus (Juncus alpinoarticulatus subsp. alpinoarticulatus)
  80. Alpenscheefkelk (Arabis alpina)
  81. Alpentijloos (Colchicum alpinum)
  82. Alpenviooltje (Cyclamen purpurascens)
  83. Alpenwolfsklauw (Diphasiastrum alpinum)
  84. Alruin (Mandragora officinarum)
  85. Am (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  86. Amanatsu, Natsu mikan of Daidai mikan (Citrus ×natsudaidai)
  87. Amandelboom (Prunus dulcis, Prunus amygdalus)
  88. Amandelwilg (Salix triandra)
  89. Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides)
  90. Ambarella (Spondias dulcis)
  91. Amberkruid (Teucrium marum)
  92. Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua)
  93. Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii)
  94. Amerikaanse eik (Quercus rubra)
  95. Amerikaanse hopbeuk (Ostrya virginiana)
  96. Amerikaanse katoen (Gossypium barbadense)
  97. Amerikaanse kruidkers (Lepidium virginicum)
  98. Amerikaanse linde (Tilia americana var. americana)
  99. Amerikaanse mammi-appel (Mammea americana)
  100. Amerikaanse persimmon (Diospyros virginiana)
  101. Amerikaanse populier of Amerikaanse zwarte populier (Populus deltoides)
  102. Amerikaanse ratelpopulier (Populus tremuloides)
  103. Amerikaanse toverhazelaar (Hamamelis virginiana)
  104. Amerikaanse vogelkers of bospest (Prunus serotina)
  105. Amerikaanse waterpostelein (Didiplis diandra)
  106. Amerikaanse witte den (Pinus monticola)
  107. Amoerdruif (Vitis amurensis)
  108. Amoeresdoorn (Acer ginnala)
  109. Amoerlinde (Tilia amurensis)
  110. An-At (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  111. Ananas (Ananas comosus)
  112. Ananaskers (Physalis peruviana)
  113. Andijvie (Cichorium endivia var. latifolium)
  114. Anijs (Pimpinella anisum)
  115. Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa)
  116. Antroewa (Solanum macrocarpon)
  117. Añu (Tropaeolum tuberosum )
  118. Appelbes (Aronia ×prunifolia)
  119. Arabische jasmijn (Jasminum sambac)
  120. Arazá (Eugenia stipitata)
  121. Ardense dravik (Bromus bromoideus)
  122. Arengpalm (Arenga pinnata)
  123. Argentijns vingergras (Digitaria aequiglumis)
  124. Armbloemig look (Allium paradoxum)
  125. Armbloemige scheefkelk (Fourraea alpina)
  126. Armbloemige waterbies (Eleocharis quinqueflora)
  127. Armbloemige zegge (Carex pauciflora)
  128. Armoedige zegge (Carex depauperata)
  129. Arrowroot (Maranta arundinacea)
  130. Artisjok (Cynara scolymus)
  131. Asgrijze den (Pinus albicaulis)
  132. Ashwaganda (Withania somnifera)
  133. Asperge (Asparagus officinalis)
  134. Asperge-erwt (Lotus tetragonolobus)
  135. Atemoya (Annona ×atemoya)
  136. Atlantische klimop (Hedera hibernica)
  137. Atlasceder (Cedrus atlantica)
  138. Au-Az (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  139. Aubergine (Solanum melongena)
  140. Aurikel (Primula auricula)
  141. Australische baobab (Adansonia gregorii)
  142. Australische koningspalm (Archontophoenix alexandrae)
  143. Australische zilvereik (Grevillea robusta)
  144. Avocado (Persea americana)
  145. Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia subsp. alba)
  146. Awarra (Astrocaryum vulgare)
  147. Ayote (Cucurbita mixta)
  148. Azarooldoorn (Crataegus azarolus)
  149. Aziatische berk (Betula platyphylla)
  150. Aziatische lariks (Larix gmelinii)
  151. Azorenaddertong (Ophioglossum azoricum)
  152. B[bewerken | brontekst bewerken]

    B (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ba - Be - Bi - Bl - Bo - Br - Bu 

    Ba (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  153. Baardgras (Polypogon monspeliensis)
  154. Balsemwormkruid (Tanacetum balsamita)
  155. Balsemzilverspar (Abies balsamea)
  156. Bandwilg (Salix 'Sekka' syn. Salix sacchalinensis Sekka)
  157. Basilicum (Ocimum basilicum)
  158. Bastaardklaproos (Papaver hybridum)
  159. Bastaardpaardenstaart (Equisetum ×litorale)
  160. Bastaardvlotgras (Glyceria ×pedicellata)
  161. Basterdamarant (Amaranthus hybridus subsp. hybridus)
  162. Basterdduizendknoop (Fallopia x bohemica)
  163. Basterdhyacint (Hyacinthoides x massartiana)
  164. Basterdklaver (Trifolium hybridum)
  165. Bauno of Binjai (Mangifera caesia)
  166. Be (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Bee - Beh-Bel - Ber - Bes-Bez 
    Bee (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  167. Beekpunge (Veronica beccabunga)
  168. Beemdhaver (Helictotrichon pratense)
  169. Beemdkroon (Knautia arvensis)
  170. Beemdlangbloem (Festuca pratensis)
  171. Beemdooievaarsbek (Geranium pratense)
  172. Beenbreek (Narthecium ossifragum)
  173. Beh-Bel (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  174. Behaarde boterbloem (Ranunculus sardous)
  175. Behaarde katoen (Gossypium hirsutum)
  176. Behaarde kwepi (Hirtella racemosa)
  177. Behaarde struweelroos (Rosa caesia)
  178. Beierse gentiaan (Gentiana bavarica)
  179. Beklierde basterdwederik (Epilobium ciliatum)
  180. Beklierde duizendknoop of knopige duizendknoop (Persicaria lapathifolia)
  181. Beklierde heggenroos (Rosa balsamica)
  182. Beklierde huislook (Sempervivum × funckii var. aqualiense)
  183. Beklierde ogentroost (Euphrasia rostkoviana)
  184. Belladonnalelie (Amaryllis belladonna)
  185. Belgische vlag (Abutilon megapotamicum)
  186. Ber (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  187. Berendruif (Arctostaphylos uva-ursi)
  188. Bergamot (Citrus bergamia syn. Citrus aurantium subsp. bergamia)
  189. Bergandoorn (Stachys recta)
  190. Bergaster (Aster amellus)
  191. Bergbasterdwederik (Epilobium montanum)
  192. Bergbeemdgras (Poa chaixii)
  193. Bergboerenkers (Thlaspi montanum)
  194. Bergbonenkruid (Satureja montana)
  195. Bergbosrank (Clematis montana)
  196. Bergcentaurie (Centaurea montana)
  197. Bergden (Pinus mugo)
  198. Bergdravik (Bromopsis erecta)
  199. Bergerwt (Astragalus cicer)
  200. Berggamander (Teucrium montanum)
  201. Berggronfolo (Qualea rosea)
  202. Berghaarmos (Polytrichum alpinum)
  203. Berghertshooi (Hypericum montanum)
  204. Berghoefblad (Homogyne alpina)
  205. Bergklokje (Campanula rhomboidalis)
  206. Bergknautia (Knautia dipsacifolia)
  207. Bergkwastjesbloem (Soldanella montana)
  208. Berglook (Allium carinatum)
  209. Bergnachtorchis (Platanthera chlorantha)
  210. Bergpapaja (Vasconcellea cundinamarcensis syn. Carica pubescens)
  211. Bergpersimmon (Diospyros montana)
  212. Bergseselie (Seseli montanum)
  213. Bergsteentijm (Clinopodium menthifolium)
  214. Bergstruisriet (Calamagrostis varia)
  215. Bergvenkel (Meum athamanticum)
  216. Bergvrouwenmantel (Alchemilla monticola)
  217. Bergzegge (Carex montana)
  218. Bergzuurzak (Annona montana)
  219. Berijpte wilg (Salix daphnoides)
  220. Bermooievaarsbek (Geranium pyrenaicum)
  221. Bermzuring (Rumex ×pratensis)
  222. Bernagie of Komkommerkruid (Borago officinalis)
  223. Bes-Bez (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  224. Besanjelier (Cucubalus baccifer)
  225. Betelpalm (Areca catechu)
  226. Betelpeper of Sirih (Piper betle)
  227. Betonie (Stachys officinalis)
  228. Beuk (Fagus silvatica)
  229. Beursjesganzenvoet (Chenopodium chenopodioides)
  230. Beverneltorkruid (Oenanthe pimpinelloides)
  231. Bevertjes (Briza media)
  232. Bezemdophei (Erica scoparia)
  233. Bezemkruiskruid (Senecio inaequidens)
  234. Bezemstruik (Spartium junceum)
  235. Bi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  236. Bieslook (Allium schoenoprasum)
  237. Biestarwegras (Elytrigia juncea subsp. boreoatlantica)
  238. Biezenknoppen (Juncus conglomeratus)
  239. Bijenblad (Mellitis melissophyllum)
  240. Bijenorchis (Ophrys apifera)
  241. Bijvoet (Artemisia vulgaris)
  242. Bilimbing (Averrhoa bilimbi)
  243. Bilzekruid (Hyoscyamus niger)
  244. Bindsla (Lactuca sativa var. longifolia)
  245. Biribá (Rollinia mucosa)
  246. Bishopden (Pinus muricata)
  247. Bitter barbarakruid (Barbarea intermedia)
  248. Bittere scheefbloem (Iberis amara)
  249. Bittere veldkers (Cardamine amara)
  250. Bittere vleugeltjesbloem (Polygala amarella)
  251. Bittere wilg (Salix purpurea)
  252. Bitterkruidbremraap (Orobanche picridis)
  253. Bitterzoet (Solanum dulcamara)
  254. Bl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Bla - Ble - Blo 
    Bla (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  255. Blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus)
  256. Blaasgentiaan (Gentiana utriculosa)
  257. Blaaslobelia (Lobelia inflata)
  258. Blaassilene (Silene vulgaris)
  259. Blaasvaren (Cystopteris fragilis)
  260. Blaasvossenstaart (Alopecurus rendlei)
  261. Blaaszegge (Carex vesicaria)
  262. Bladrammenas (Raphanus sativus subsp. oleiferus)
  263. Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata)
  264. Blauw guichelheil (Anagallis arvensis subsp. foemina)
  265. Blauw kattenkruid (Nepeta racemosa)
  266. Blauw kweldergras (Puccinellia fasciculata)
  267. Blauw parelzaad (Lithospermum purpurocaeruleum)
  268. Blauw walstro (Sherardia arvensis)
  269. Blauwbladaloë (Aloe cryptopoda)
  270. Blauwe aardappelstruik (Solanum rantonettii)
  271. Blauwe anemoon (Anemone apennina)
  272. Blauwe bes (Vaccinium corymbosum)
  273. Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus)
  274. Blauwe bremraap (Orobanche purpurea)
  275. Blauwe druifjes (Muscari botryoides)
  276. Blauwe gomboom (Eucalyptus globulus)
  277. Blauwe knoop (Succisa pratensis)
  278. Blauwe leeuwenbek (Linaria arvensis)
  279. Blauwe lis (Iris germanica)
  280. Blauwe lotus (Nymphaea caerulea)
  281. Blauwe lupine (Lupinus angustifolius)
  282. Blauwe monnikskap (Aconitum napellus)
  283. Blauwe sla (Lactuca perennis)
  284. Blauwe vanda (Vanda caerulea)
  285. Blauwe waterereprijs (Veronica anagallis-aquatica)
  286. Blauwe zeedistel (Eryngium maritimum)
  287. Blauwe zegge (Carex panicea)
  288. Blauwgras (Sesleria albicans)
  289. Blauwspar (Picea pungens)
  290. Ble (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  291. Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium)
  292. Bleek cypergras (Cyperus eragrostis)
  293. Bleek havikskruid (Hieracium schmidtii)
  294. Bleek kweldergras (Puccinellia distans subsp. borealis)
  295. Bleek schildzaad (Alyssum alyssoides)
  296. Bleekgeel blaasjeskruid (Utricularia ochroleuca)
  297. Bleekgele droogbloem (Gnaphalium luteo-album)
  298. Bleekgele hennepnetel (Galeopsis segetum)
  299. Bleekgele vederdistel (Cirsium erisithales)
  300. Bleekselderij (Apium graveolens var. dulce)
  301. Bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana)
  302. Bleke basterdwederik (Epilobium roseum)
  303. Bleke hoornbloem (Cerastium glutinosum)
  304. Bleke klaproos (Papaver dubium)
  305. Bleke morgenster (Tragopogon dubius)
  306. Bleke orchis (Orchis pallens)
  307. Bleke schubwortel (Lathraea squamaria)
  308. Bleke zegge (Carex pallescens)
  309. Blo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  310. Bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum)
  311. Bloedzuring (Rumex sanguineus )
  312. Bloemkool (Brassica oleracea convar. botrytis var. botrytis)
  313. Blonde zegge (Carex hostiana)
  314. Bo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Boc-Bor - Bos - Boy 
    Boc-Bor (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  315. Bochtig look (Allium zebdanense)
  316. Bochtige jaguarbloem (Oncidium flexuosum)
  317. Bochtige klaver (Trifolium medium)
  318. Bochtige smele (Deschampsia flexuosa)
  319. Bodhiboom (Ficus religiosa)
  320. Boekweit (Fagopyrum esculentum)
  321. Boerenkool (Brassica oleracea convar. acephala var. laciniata)
  322. Boerenkrokus (Crocus tommasinianus)
  323. Boerenpioen (Paeonia officinalis)
  324. Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
  325. Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum)
  326. Boksdoorn (Lycium barbarum)
  327. Bolletjeskers (Cardamine bulbifera)
  328. Bolletjesraket (Rapistrum rugosum)
  329. Bolletjesvaren (Onoclea sensibilis)
  330. Bolderik (Agrostemma githago)
  331. Bonenkruid (Satureja hortensis en Satureja montana)
  332. Bont kartelblad (Pedicularis oederi)
  333. Bont kroonkruid (Securigera varia)
  334. Bonte krokus (Crocus vernus)
  335. Bonte paardenstaart (Equisetum variegatum)
  336. Bonte wikke (Vicia villosa)
  337. Boomhazelaar (Corylus colurna)
  338. Boomhei (Erica arborea)
  339. Boomkalebas (Crescentia cujete)
  340. Boomcactus (Pereskia grandifolia)
  341. Boompjesmos (Climacium dendroides)
  342. Borstelbies (Isolepis setacea)
  343. Borstelgras (Nardus stricta)
  344. Borstelkrans (Clinopodium vulgare)
  345. Borstelscherm (Turgenia latifolia)
  346. Borstelstreepzaad (Crepis setosa)
  347. Bos (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  348. Bosaardbei (Fragaria vesca)
  349. Bosandoorn (Stachys sylvatica)
  350. Bosanemoon (Anemone nemorosa)
  351. Bosanjer (Dianthus sylvestris)
  352. Bosbies (Scirpus sylvaticus)
  353. Bosbingelkruid (Mercurialis perennis)
  354. Bosboterbloem (Ranunculus polyanthemos subsp. nemorosus)
  355. Bosdroogbloem (Gnaphalium sylvaticum)
  356. Bosereprijs (Veronica montana)
  357. Bosgeelster (Gagea lutea)
  358. Bosgerst (Hordelymus europaeus)
  359. Bosgierstgras (Milium effusum)
  360. Boshavikskruid (Hieracium sabaudum)
  361. Boshondstong (Cynoglossum germanicum)
  362. Bosklauwtjesmos (Hypnum andoi)
  363. Bosklit (Arctium nemorosum)
  364. Boskortsteel (Brachypodium sylvaticum)
  365. Boskruiskruid (Senecio sylvaticus)
  366. Boslathyrus (Lathyrus sylvestris)
  367. Bosmuur (Stellaria nemorum)
  368. Bosnische den (Pinus heldreichii)
  369. Bosogentroost (Euphrasia nemorosa)
  370. Bosooievaarsbek (Geranium sylvaticum)
  371. Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii)
  372. Bospaardenstaart (Equisetum sylvaticum)
  373. Bosrank (Clematis vitalba)
  374. Bosroos (Rosa arvensis)
  375. Bosstruisriet (Calamagrostis arundinacea)
  376. Bostulp (Tulipa sylvestris)
  377. Bosveldkers (Cardamine flexuosa)
  378. Bosvergeet-mij-nietje (Myosotis sylvatica)
  379. Boswalstro (Galium sylvaticum)
  380. Boswederik (Lysimachia nemorum)
  381. Boswilg of waterwilg (Salix caprea)
  382. Boszwartkoren (Melampyrum sylvaticum)
  383. Boszwenkgras (Festuca altissima)
  384. Boszegge (Carex sylvatica)
  385. Boy (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  386. Boysenbes (Rubus loganobaccus × laciniatus × idaeus)
  387. Br (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  388. Brandende liefde (Silene chalcedonica)
  389. Brandlobelia (Lobelia urens)
  390. Brandpastinaak (Pastinaca sativa subsp. urens)
  391. Brave hendrik (Chenopodium bonus-henricus)
  392. Braziliaanse rubberboom (Hevea brasiliensis)
  393. Brede dovenetel (Lamium confertum)
  394. Brede eikvaren (Polypodium interjectum)
  395. Brede ereprijs (Veronica austriaca subsp. teucrium)
  396. Brede orchis (Dactylorhiza majalis subsp. majalis)
  397. Brede stekelvaren (Dryopteris dilatata)
  398. Brede tongorchis (Serapias cordigera)
  399. Brede waterpest (Elodea canadensis)
  400. Breedbladige lathyrus (Lathyrus latifolius)
  401. Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata)
  402. Breed klokje (Campanula latifolia)
  403. Breed pijlkruid (Sagittaria latifolia)
  404. Breed wollegras (Eriophorum latifolium)
  405. Brede raai (Galeopsis ladanum)
  406. Brede wespenorchis (Epipactis helleborine)
  407. Brede wolfsmelk (Euphorbia platyphyllos)
  408. Brede zannichellia (Zannichellia palustris subsp. major)
  409. Brem (Cytisus scoparius)
  410. Brenne-orchis (Dactylorhiza brennensis)
  411. Broccoli (Brassica oleracea convar. botrytis var. cymosa)
  412. Broodboom (Artocarpus altilis en Artocarpus communis)
  413. Bruin cypergras (Cyperus fuscus)
  414. Bruine boon (Phaseolus vulgaris)
  415. Bruine hazelaar (Corylus maxima 'Purpurea')
  416. Bruine snavelbies (Rhynchospora fusca)
  417. Bruinhart (Vouacapoua americana)
  418. Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens)
  419. Bu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  420. Bulthaarmos (Polytrichum uliginosum)
  421. Bultkroos (Lemna gibba)
  422. Buntgras (Corynephorus canescens)
  423. C[bewerken | brontekst bewerken]

    C (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ca - Ce - Ch - Ci - Cl - Co - Cr-Cy 

    Ca (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  424. Cacaoboom (Theobroma cacao)
  425. Cainito (Chrysophyllum cainito)
  426. Calabarboon (Physostigma venenosum)
  427. Calamondin (Citrus ×microcarpa)
  428. Californische struikeik (Quercus berberidifolia)
  429. Californische torreya (Torreya californica)
  430. Canadees krentenboompje (Amelanchier canadensis)
  431. Canadees vlotgras (Glyceria canadensis)
  432. Canadese fijnstraal (Conyza canadensis)
  433. Canadese guldenroede (Solidago canadensis)
  434. Canadese hemlockspar (Tsuga canadensis)
  435. Canadese kornoelje (Cornus sericea)
  436. Canadese populier (Populus × canadensis)
  437. Canadese rus (Juncus canadensis)
  438. Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis)
  439. Canarische den (Pinus canariensis)
  440. Canistel (Pouteria campechiana)
  441. Carambola (Averrhoa carambola)
  442. Cashew (Anacardium occidentale)
  443. Cassabanana (Sicana odorifera)
  444. Cassave (Manihot esculenta)
  445. Cayennepeper (Capsicum frutescens)
  446. Ce (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  447. Centauriebremraap (Orobanche elatior)
  448. Ch (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  449. Champagneblad (Acmella oleracea)
  450. Chayote (Sechium edule)
  451. Cherimoya (Annona cherimola)
  452. Cherry orange (Citrus kinokuni)
  453. Chinapeer (Pyrus bretschneideri)
  454. Chinese anjer (Dianthus chinensis)
  455. Chinese balsempopulier (Populus simonii syn. Populus brevifolia)
  456. Chinese berk (Betula albosinensis)
  457. Chinese bieslook (Allium tuberosum)
  458. Chinese blauweregen (Wisteria sinensis)
  459. Chinese boksdoorn (Lycium chinense)
  460. Chinese bruidssluier (Fallopia baldschuanica)
  461. Chinese herfstgentiaan (Gentiana sino-ornata)
  462. Chinese jeneverbes (Juniperus chinensis)
  463. Chinese jujube (Ziziphus jujuba)
  464. Chinese kamperfoelie (Lonicera nitida)
  465. Chinese kool (Brassica rapa var. pekinensis)
  466. Chinese kumquat (Citrus japonica syn. Fortunella margarita)
  467. Chinese naaldaar (Setaria faberi)
  468. Chinese roos (Hibiscus rosa-sinensis)
  469. Chinese schermpalm (Livistona chinensis)
  470. Chinese toverhazelaar (Hamamelis mollis)
  471. Chinese vernisboom (Koelreuteria paniculata)
  472. Chinese waterkastanje (Eleocharis dulcis)
  473. Chinese wilde wingerd (Parthenocissus henryana)
  474. Christoffelkruid (Actaea spicata)
  475. Ci (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  476. Cidergomboom (Eucalyptus gunnii)
  477. Cipreswolfsmelk (Euphorbia cyparissias)
  478. Citroen (Citrus limon)
  479. Citroengele honingklaver (Melilotus officinalis)
  480. Citroengras (Cymbopogon citratus)
  481. Citroenkruid (Artemisia abrotanum)
  482. Citroenmelisse (Melissa officinalis)
  483. Cl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  484. Clementine (Citrus ×clementina)
  485. Co (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  486. Coca (Erythroxylon Coca)
  487. Coco de mer (Lodoicea maldivica)
  488. Colchische esdoorn (Acer cappadocicum)
  489. Colombiaanse wolffia (Wolffia columbiana)
  490. Condurango (Gonolobus condurango)
  491. Congobalsemien (Impatiens niamniamensis)
  492. Coronilla (Psidium acutangulum)
  493. Corsicaanse den (Pinus nigra var. corsicana)
  494. Cosmea (Cosmos bipinnatus)
  495. Costa-Ricaanse nachtschade (Solanum wendlandii)
  496. Costa Rica-guave (Psidium friedrichsthalianum)
  497. Coyolpalm (Acrocomia aculeata)
  498. Cr-Cy (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  499. Cranberry (Vaccinium macrocarpon)
  500. Creosootstruik (Larrea tridentata)
  501. Crotalaria (Crotalaria ochroleuca)
  502. Cupuazú (Theobroma grandiflorum)
  503. Custardappel (Annona reticulata)
  504. Cyclaam (Cyclamen persicum)
  505. Cyperzegge (Carex bohemica)
  506. D[bewerken | brontekst bewerken]

    D (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Da - De - Di - Dj - Do - Dr - Du - Dw 

    Da (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  507. Dadelpalm (Phoenix dactylifera)
  508. Dagkoekoeksbloem (Silene dioica)
  509. Daikon (Raphanus sativus subsp. longipinnatus)
  510. Dalkruid (Maianthemum bifolium)
  511. Dalmatiëklokje (Campanula portenschlagiana)
  512. Damastbloem (Hesperis matronalis)
  513. Daslook (Allium ursinum)
  514. Dauwbraam (Rubus caesius)
  515. Dauwnetel (Galeopsis speciosa)
  516. De (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  517. Deens lepelblad (Cochlearia danica)
  518. Dennenorchis (Goodyera repens)
  519. Dennenwolfsklauw (Huperzia selago)
  520. Deodarceder (Cedrus deodara)
  521. Di (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  522. Dicht havikskruid (Hieracium vulgatum)
  523. Dicht langbaardgras (Vulpia fasciculata)
  524. Dichte bermzegge (Carex muricata)
  525. Dichte wespenorchis of Groene wespenorchis (Epipactis phyllanthes)
  526. Dichtbloemig kweldergras (Puccinellia rupestris)
  527. Dichtbloemige kruidkers (Lepidium densiflorum)
  528. Dichtersnarcis (Narcissus poeticus)
  529. Dik vetkruid (Sedum dasyphyllum)
  530. Dikkemanskruid (Pachysandra terminalis)
  531. Dille (Anethum Graveolens)
  532. Distelbremraap (Orobanche reticulata)
  533. Dividivi (Caesalpinia coriaria)
  534. Dj (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  535. Djamboe aer (Syzygium aqueum)
  536. Djamboe aer mawar (Syzygium jambos)
  537. Djamboe bol (Syzygium malaccense)
  538. Djamboe semarang (Syzygium samarangense)
  539. Do (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  540. Dodemansvingers (Oenanthe crocata)
  541. Doerian (Durio zibethinus)
  542. Dolik (Lolium temulentum)
  543. Dolle kervel (Chaerophyllum temulum)
  544. Donderkruid (Inula conyzae)
  545. Donkere akelei (Aquilegia atrata)
  546. Donkere ooievaarsbek (Geranium phaeum)
  547. Donkere vetmuur (Sagina apetala)
  548. Donkergroene basterdwederik (Epilobium obscurum)
  549. Donkersporig bosviooltje (Viola reichenbachiana)
  550. Donsnachtschade (Solanum villosum)
  551. Donzige eik (Quercus pubescens)
  552. Donzige klaproos (Papaver rupifragum var. atlanticum)
  553. Donzige klit (Arctium tomentosum)
  554. Doodsbeenderenboom (Gymnocladus dioicus)
  555. Doorgroeid fonteinkruid (Potamogeton perfoliatus)
  556. Doorgroeid haarmos (Polytrichum commune var. humile)
  557. Doorgroeide boerenkers (Thlaspi perfoliatum)
  558. Doornappel (Datura stramonium)
  559. Doorschijnend sterrenkroos (Callitriche truncata)
  560. Doorwas (Bupleurum rotundifolium)
  561. Doppruim (Pappea capensis)
  562. Douglasspar (Pseudotsuga menziesii)
  563. Dr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  564. Draadereprijs (Veronica filiformis)
  565. Draadgentiaan (Cicendia filiformis)
  566. Draadgierst (Panicum capillare)
  567. Draadklaver (Trifolium micranthum)
  568. Draadrus (Juncus filiformis)
  569. Draadzegge (Carex lasiocarpa)
  570. Draadzwenkgras (Festuca heterophylla)
  571. Draaiden (Pinus contorta)
  572. Dragon (Artemisia dracunculus)
  573. Drakenbloedboom (Dracaena draco)
  574. Drakenwortel (Dracunculus vulgaris)
  575. Dreps (Bromus secalinus)
  576. Driebloemige nachtschade (Solanum triflorum)
  577. Driehoornig walstro (Galium tricornutum)
  578. Drienerfmuur (Moehringia trinervia)
  579. Drents krentenboompje (Amelanchier laevis)
  580. Driebladvetkruid (Sedum sarmentosum)
  581. Driedelige waterranonkel (Ranunculus tripartitus)
  582. Driedistel (Carlina vulgaris)
  583. Driekantig look (Allium triquetrum)
  584. Driekantige bies (Schoenoplectus triqueter)
  585. Driekleurige winde (Convolvulus tricolor)
  586. Driekleurig viooltje (Viola tricolor)
  587. Drienaald-geiteoog (Aegilops triuncialis)
  588. Drienervige zegge (Carex trinervis)
  589. Drietallig glaskroos (Elatine triandra)
  590. Drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans)
  591. Drijvende egelskop (Sparganium angustifolium)
  592. Drijvende waterranonkel (Ranunculus omiophyllus)
  593. Drijvende waterweegbree (Luronium natans)
  594. Droogbloeier (Colchicum ×byzantinum)
  595. Dropplant (Agastache foeniculum)
  596. Druifkruid (Dysphania botrys, syn. Chenopodium botrys)
  597. Du (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  598. Dubbelkelk (Picris echioides)
  599. Dubbelloof (Blechnum spicant)
  600. Duifkruid (Scabiosa columbaria)
  601. Duinaveruit (Artemisia campestris subsp. maritima)
  602. Duinlangbaardgras (Vulpia ciliata subsp. ambigua)
  603. Duindoorn (Hippophae rhamnoides)
  604. Duindravik (Bromus hordeaceus subsp. thominei)
  605. Duingentiaan (Gentianella uliginosa)
  606. Duinklauwtjesmos (Hypnum cupressiforme var. lacunosum)
  607. Duinkruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. dunensis)
  608. Duinriet (Calamagrostis epigejos)
  609. Duinroos (Rosa pimpinellifolia)
  610. Duinteunisbloem (Oenothera oakesiana)
  611. Duinfakkelgras (Koeleria albescens)
  612. Duinviooltje (Viola curtisii)
  613. Duinvogelmuur (Stellaria pallida)
  614. Duinwespenorchis (Epipactis helleborine subsp. neerlandica syn. Epipactis neerlandica)
  615. Duinzwenkgras (Festuca arenaria)
  616. Duist (Alopecurus myosuroides)
  617. Duits viltkruid (Filago vulgaris)
  618. Duitse andoorn (Stachys germanica)
  619. Duitse brem (Genista germanica)
  620. Duitse dot (Salix dasyclados)
  621. Duitse gentiaan (Gentianella germanica)
  622. Duivelsdrek (Ferula asafoetida)
  623. Duizendblad (Achillea millefolium)
  624. Duizendknoopfonteinkruid (Potamogeton polygonifolius)
  625. Duizendkoppige kool (Brassica oleracea convar. acephala var. medullosa syn. Brassica napus subsp. napus)
  626. Duizendschoon (Dianthus barbatus)
  627. Dunstaart (Parapholis strigosa)
  628. Durum (Triticum durum)
  629. Dw (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  630. Dwergberk (Betula nana)
  631. Dwergbloem (Centunculus minimus)
  632. Dwergboterbloem (Ranunculus pygmaeus)
  633. Dwergdadelpalm (Phoenix roebelinii)
  634. Dwergkers (Hornungia petraea)
  635. Dwergkroos (Lemna minuta)
  636. Dwergkwastjesbloem (Soldanella minima)
  637. Dwerggras (Mibora minima)
  638. Dwergrus (Juncus pygmaeus)
  639. Dwergtarwe (Triticum compactum)
  640. Dwergviltkruid (Filago minima)
  641. Dwergvlas (Radiola linoides)
  642. Dwergzeepkruid (Saponaria pumila)
  643. Dwergzegge (Carex oederi subsp. oederi)
  644. E[bewerken | brontekst bewerken]

    E (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ec - Ed-Ee - Eg-Ez 

    Ec (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  645. Echt bitterkruid (Picris hieracioides)
  646. Echt duizendguldenkruid (Centaurium erythraea)
  647. Echt lepelblad (Cochlearia officinalis)
  648. Echt melkviooltje (Viola lactea)
  649. Echt venushaar (Adiantum capillus-veneris)
  650. Echt zandhaarmos (Polytrichum juniperinum)
  651. Echte christusdoorn (Paliurus spina-christi)
  652. Echte gamander (Teucrium chamaedrys subsp. germanicum)
  653. Echte geelhout (Podocarpus latifolius)
  654. Echte guldenroede (Solidago virgaurea)
  655. Echte kamille (Matricaria recutita syn. Matricaria chamomilla)
  656. Echte kervel (Anthriscus cerefolium)
  657. Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi)
  658. Echte kruisdistel (Eryngium campestre)
  659. Echte lampionplant (Physalis alkekengi)
  660. Echte lavendel (Lavandula angustifolia)
  661. Echte marjolein (Origanum majorana)
  662. Echte sagopalm (Metroxylon sagu)
  663. Echte salie (Salvia officinalis)
  664. Echte tijm (Thymus vulgaris)
  665. Echte valeriaan (Valeriana officinalis)
  666. Ed-Ee (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  667. Edelweiss (Leontopodium alpinum)
  668. Eekhoorngras (Vulpia bromoides)
  669. Eenjarig bonenkruid (Satureja hortensis)
  670. Eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum)
  671. Eenbes (Paris quadrifolia)
  672. Eenblad (Malaxis monophyllos)
  673. Eenbloemig parelgras (Melica uniflora)
  674. Eenbloemig wintergroen (Moneses uniflora)
  675. Eenbloemige zeekraal (Salicornia pusilla)
  676. Eendagsbloem (Tradescantia virginiana)
  677. Eenjarige hardbloem (Scleranthus annuus subsp. annuus)
  678. Eenkoorn (Triticum monococcum)
  679. Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna)
  680. Eenzijdig baardgras (Vulpia unilateralis)
  681. Eenzijdig wintergroen (Orthilia secunda)
  682. Eg-Ez (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  683. Egelantier (Rosa rubiginosa)
  684. Egelboterbloem (Ranunculus flammula)
  685. Eironde leeuwenbek (Kickxia spuria)
  686. Eivormige waterbies (Eleocharis ovata)
  687. Elsbes (Sorbus torminalis)
  688. Elfenbloempje (Epimedium alpinum)
  689. Elzenzegge (Carex elongata)
  690. Emmertarwe (Triticum dicoccum)
  691. Engels gras (Armeria maritima)
  692. Engels lepelblad (Cochlearia officinalis subsp. anglica)
  693. Engels raaigras (Lolium perenne)
  694. Engels slijkgras (Spartina anglica)
  695. Engelse alant (Inula britannica)
  696. Engelse veldiep (Ulmus procera)
  697. Erwt (Pisum sativum)
  698. Es (Fraxinus excelsior)
  699. Esdoornganzenvoet (Chenopodium hybridum)
  700. Esparcette (Onobrychis viciifolia)
  701. Esparto (Stipa tenacissima)
  702. Ethiopische mosterd, Abessijnse mosterd of Abessijnse kool (Brassica carinata)
  703. Europees krentenboompje (Amelanchier ovalis)
  704. Europese dwergpalm (Chamaerops humilis)
  705. Europese hanenpoot (Echinochloa crus-galli)
  706. Europese hopbeuk (Ostrya carpinifolia)
  707. Europese lork (Larix decidua)
  708. Europese netelboom (Celtis australis)
  709. Europese trollius (Trollius europaeus)
  710. Ezelsoor (Stachys byzantina)
  711. F[bewerken | brontekst bewerken]

    F (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  712. Facelia (Phacelia tanacetifolia)
  713. Fazantenbes (Leycesteria formosa)
  714. Feijoa (Feijoa sellowiana)
  715. Fenegriek (Trigonella foenum-graecum)
  716. Fijn akkerscherm (Ammi visnaga)
  717. Fijn goudscherm (Bupleurum tenuissimum)
  718. Fijn hoornblad (Ceratophyllum submersum)
  719. Fijn laddermos (Kindbergia praelonga)
  720. Fijn schapengras of fijnbladig schapengras (Festuca filiformis)
  721. Fijn venushaar (Adiantum raddianum)
  722. Fijne kervel (Anthriscus caucalis)
  723. Fijne ooievaarsbek (Geranium columbinum)
  724. Fijne waterranonkel, gewone waterranonkel of haarbladwaterranonkel (Ranunculus aquatilis)
  725. Fijnspar (Picea abies)
  726. Finse meelbes (Sorbus hybrida)
  727. Fioringras (Agrostis stolonifera)
  728. Fladderiep (Ulmus laevis)
  729. Flamboyant (Delonix regia)
  730. Fleischers wilgenroosje (Epilobium fleischeri)
  731. Flamingoplant (Anthurium scherzerianum)
  732. Fleskalebas (Lagenaria siceraria)
  733. Fluitekruid (Anthriscus sylvestris)
  734. Fluweelblad (Abutilon theophrasti)
  735. Fluweelboom of azijnboom (Rhus typhina)
  736. Forez-streepvaren (Asplenium foreziense)
  737. Fraai haarmos (Polytrichum formosum)
  738. Fraai haarmos vertakt (Polytrichum formosum for. fastigiatum)
  739. Fraai hertshooi (Hypericum pulchrum)
  740. Fraai duizendguldenkruid (Centaurium pulchellum)
  741. Fraai thujamos (Thuidium delicatulum)
  742. Fraaie vrouwenmantel (Alchemilla mollis)
  743. Framboos (Rubus idaeus)
  744. Framiré (Terminalia ivorensis)
  745. Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata)
  746. Frans vlas (Linum leonii)
  747. Frans walstro (Galium parisiense)
  748. Franse aardkastanje (Conopodium majus)
  749. Franse amarant (Amaranthus hybridus subsp. bouchonii)
  750. Franse boekweit (Fagopyrum tataricum)
  751. Franse lavendel (Lavandula stoechas)
  752. Franse silene (Silene gallica)
  753. Franse tamarisk (Tamarix gallica of Tamarix anglica)
  754. Franse veldbies (Luzula forsteri)
  755. Fransje (Schoenoplectus lacustris subsp. flevensis)
  756. Fraserspar (Abies fraseri)
  757. Frederiksbloem (Asclepias curassavica)
  758. Fujikers (Prunus incisa)
  759. G[bewerken | brontekst bewerken]

    G (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ga - Ge - Gi - Gl - Go - Gr - Gu 

    Ga (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  760. Galega (Galega officinalis)
  761. Galigaan (Cladium mariscus)
  762. Gandaria (Bouea macrophylla)
  763. Garnalenplant (Justicia brandegeana)
  764. Gaspeldoorn (Ulex europaeus)
  765. Gatenplant (Monstera deliciosa)
  766. Gaudinia (Gaudinia fragilis)
  767. Ge (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Geb-Gek - Gel - Gem-Ger - Ges-Get - Gev - Gew - Gez 
    Geb-Gek (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  768. Gebogen driehoeksvaren (Gymnocarpium dryopteris)
  769. Gebroken hartje (Dicentra spectabilis)
  770. Gedeelde meelbes (Sorbus ×thuringiaca)
  771. Gedeukt haarmos (Polytrichum commune var. perigoniale)
  772. Geelgroene vrouwenmantel (Alchemilla xanthochlora)
  773. Geelgroene wespenorchis (Epipactis muelleri)
  774. Geelgroene zegge (Carex viridula subsp. oedocarpa)
  775. Geelhartje (Linum catharticum)
  776. Geelmelkhout (Garcinia livingstonei)
  777. Geelrode naaldaar (Setaria pumila)
  778. Geelwitte helmbloem (Pseudofumaria alba)
  779. Geel boogsterrenmos (Plagiomnium elatum)
  780. Geel cypergras (Cyperus flavescens)
  781. Geel duizendblad (Achillea filipendulina)
  782. Geel hongerbloempje (Draba aizoides)
  783. Geel monnikskruid (Nonea lutea)
  784. Geel stalkruid (Ononis natrix)
  785. Geel viltkruid (Filago lutescens)
  786. Geel vingerhoedskruid (Digitalis lutea)
  787. Geel viooltje (Viola lutea subsp. lutea)
  788. Geel vogelpootje (Ornithopus compressus)
  789. Geel walstro (Galium verum)
  790. Geel zonneroosje (Helianthemum nummularifolium)
  791. Geelwit walstro (Galium ×pomeranicum)
  792. Geelwitte klaver (Trifolium ochroleucon)
  793. Geelwitte ossentong (Anchusa ochroleuca)
  794. Gegolfd fonteinkruid (Potamogeton × angustifolius)
  795. Gegroefde veldsla (Valerianella carinata)
  796. Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata)
  797. Geitenbaard (Aruncus dioicus)
  798. Geitenhoefwinde (Ipomoea pes-caprae)
  799. Gekapperde kalfsvoet (Arisarum vulgare)
  800. Gekield druifkruid (Dysphania schraderiana)
  801. Gekield sterrenkroos (Callitriche cophocarpa)
  802. Geklauwd pronkmos (Herzogiella seligeri)
  803. Geknikte vossenstaart (Alopecurus geniculatus)
  804. Gekroesd fonteinkruid (Potamogeton crispus)
  805. Gekroesde melkdistel (Sonchus asper)
  806. Gekroesde rolvaren (Cryptogramma crispa)
  807. Gekroonde ganzenbloem (Glebionis coronaria)
  808. Gel (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  809. Gelderse roos (Viburnum opulus)
  810. Gele alpenanemoon of zwavelgele anemoon (Pulsatilla alpina subsp. apiifolia)
  811. Gele anemoon (Anemone ranunculoides)
  812. Gele bergsteenbreek (Saxifraga aizoides)
  813. Gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon)
  814. Gele ganzenbloem (Glebionis segetum)
  815. Gele gentiaan (Gentiana lutea)
  816. Gele helmbloem (Pseudofumaria lutea)
  817. Gele hoornpapaver (Glaucium flavum)
  818. Gele hypocist (Cytinus hypocistus)
  819. Gele kamille (Anthemis tinctoria)
  820. Gele kornoelje (Cornus mas)
  821. Gele lis (Iris pseudacorus)
  822. Gele lupine (Lupinus luteus)
  823. Gele maskerbloem (Mimulus guttatus)
  824. Gele mombinpruim (Spondias mombin)
  825. Gele monnikskap (Aconitum vulparia)
  826. Gele morgenster (Tragopogon pratensis)
  827. Gele mosterd (Sinapis alba)
  828. Gele orchis (Ophrys lutea)
  829. Gele plomp (Nuphar luteum)
  830. Gele ribes (Ribes odoratum)
  831. Gele treurwilg (Salix vitellina var. pendula)
  832. Gele trompetbekerplant (Sarracenia flava)
  833. Gele waterkers (Rorippa amphibia)
  834. Gele wikke (Vicia lutea)
  835. Gele zegge (Carex flava)
  836. Gele zonnehoed (Echinacea paradoxa)
  837. Gelobde maanvaren (Botrychium lunaria)
  838. Gelobde melde (Atriplex laciniata)
  839. Geluksklokje (Cortusa matthioli)
  840. Gem-Ger (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  841. Gember (Zingiber officinale)
  842. Genaalde streepvaren (Asplenium fontanum)
  843. Genadekruid (Gratiola officinalis)
  844. Genipapo (Genipa americana)
  845. Geoord helmkruid (Scrophularia auriculata)
  846. Geoorde veldsla (Valerianella rimosa)
  847. Geoorde wilg (Salix aurita)
  848. Geoorde zuring (Rumex thyrsiflorus)
  849. Gerand haarmos (Polytrichum longisetum)
  850. Gerande schijnspurrie (Spergularia media)
  851. Gerimpeld boogsterrenmos (Plagiomnium undulatum)
  852. Gerst (Hordeum vulgare)
  853. Ges-Get (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  854. Geschubde mannetjesvaren (Dryopteris affinis)
  855. Gesnaveld klauwtjesmos, Gewoon klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme)
  856. Gespleten hennepnetel (Galeopsis bifida)
  857. Gesteelde zannichellia (Zannichellia palustris subsp. pedicellata)
  858. Gesteeld glaskroos (Elatine hexandra)
  859. Gesteeld sterrenkroos (Callitriche brutia var. hamulata)
  860. Gesteelde spiesmelde (Atriplex longipes)
  861. Gesteelde zoutmelde (Atriplex pedunculata)
  862. Gestippelde gentiaan (Gentiana punctata)
  863. Gestreepte greppelrus (Juncus foliosus)
  864. Gestreepte klaver (Trifolium striatum)
  865. Gestreepte leeuwenbek (Linaria repens)
  866. Gestreepte winde (Convolvulus silvatica)
  867. Gestreepte witbol (Holcus lanatus)
  868. Getand vlotgras (Glyceria declinata)
  869. Getande veldsla (Valerianella dentata)
  870. Gev (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  871. Geveerd tandkruid (Cardamine heptaphylla)
  872. Gevinde kortsteel (Brachypodium pinnatum)
  873. Gevlamde fijnstraal (Conyza bonariensis)
  874. Gevlekt biggenkruid (Hypochaeris maculata)
  875. Gevlekt hertshooi (Hypericum maculatum subsp. maculatum)
  876. Gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis)
  877. Gevlekt zonneroosje (Tuberaria guttata)
  878. Gestreepte dovenetel (Lamium maculatum 'Variegatum')
  879. Gevlekte spinorchidee (Brassia maculata)
  880. Gevlekte Aronskelk (Arum maculatum)
  881. Gevlekte dovenetel (Lamium maculatum)
  882. Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata subsp. maculata)
  883. Gevlekte rupsklaver (Medicago arabica)
  884. Gevlekte scheerling (Conium maculatum)
  885. Gevleugeld helmkruid (Scrophularia umbrosa)
  886. Gevleugeld hertshooi (Hypericum tetrapterum)
  887. Gevleugeld sterrenkroos (Callitriche stagnalis)
  888. Gevleugeld tandzaad (Bidens tripartita)
  889. Gew (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  890. Gewimperd langbaardgras (Vulpia ciliata subsp. ciliata)
  891. Gewone addertong (Ophioglossum vulgatum)
  892. Gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria)
  893. Gewone alpenroos (Rhododendron ferrugineum)
  894. Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium)
  895. Gewone bermzegge (Carex spicata)
  896. Gewone braam (Rubus fruticosus)
  897. Gewone brunel (Prunella vulgaris)
  898. Gewone dophei (Erica tetralix)
  899. Gewone dotterbloem (Caltha palustris)
  900. Gewone duivenkervel (Fumaria officinalis)
  901. Gewone eikvaren (Polypodium vulgare)
  902. Gewone engelwortel (Angelica sylvestris)
  903. Gewone ereprijs (Veronica chamaedrys)
  904. Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus)
  905. Gewone glanshaver (Arrhenatherum elatius subsp. elatius)
  906. Gewone hennepnetel (Galeopsis tetrahit)
  907. Gewone hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. vulgare)
  908. Gewone huislook (Sempervivum tectorum)
  909. Gewone jeneverbes (Juniperus communis)
  910. Gewone klit (Arctium minus)
  911. Gewone margriet (Leucanthemum vulgare)
  912. Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus)
  913. Gewone ossentong (Anchusa officinalis)
  914. Gewone plataan (Platanus hispanica syn. Platanus ×acerifolia)
  915. Gewone protea (Protea caffra)
  916. Gewone raket (Sisymbrium officinale)
  917. Gewone rolklaver (Lotus corniculatus var. corniculatus)
  918. Gewone salomonszegel (Polygonatum multiflorum)
  919. Gewone smeerwortel (Symphytum officinale)
  920. Gewone spurrie (Spergula arvensis)
  921. Gewone steenraket (Erysimum cheiranthoides)
  922. Gewone tarwe (Triticum aestivum)
  923. Gewone tongorchis (Serapias lingua)
  924. Gewone veldbies (Luzula campestris)
  925. Gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris)
  926. Gewone vlier (Sambucus nigra)
  927. Gewone vogelkers (Prunus padus)
  928. Gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
  929. Gewone waterbies (Eleocharis palustris)
  930. Gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris)
  931. Gewone zandmuur (Arenaria serpyllifolia)
  932. Gewone zilverspar (Abies alba)
  933. Gewone zoutmelde (Atriplex portulacoides)
  934. Gewoon barbarakruid (Barbarea vulgaris)
  935. Gewoon biggenkruid (Hypochoeris radicata)
  936. Gewoon dikkopmos (Brachythecium rutabulum)
  937. Gewoon gaffeltandmos (Dicranum scoparium)
  938. Gewoon haakmos (Rhytidiadelphus squarrosus)
  939. Gewoon haarmos (Polytrichum commune)
  940. Gewoon haarmos vertakt (Polytrichum commune for. fastigiatum)
  941. Gewoon kantmos (Lophocolea bidentata)
  942. Gewoon kweldergras (Puccinellia maritima)
  943. Gewoon langbaardgras (Vulpia myuros)
  944. Gewoon nagelkruid (Geum urbanum)
  945. Gewoon pluisdraadmos (Amblystegium serpens)
  946. Gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum)
  947. Gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis)
  948. Gewoon speenkruid (Ficaria verna subsp. verna)
  949. Gewoon sterrenkroos (Callitriche platycarpa)
  950. Gewoon sterrenmos (Mnium hornum)
  951. Gewoon struisgras (Agrostis capillaris)
  952. Gewoon thujamos (Thuidium tamariscinum)
  953. Gewoon varkensgras (Polygonum aviculare)
  954. Gewoon veenmos (Sphagnum palustre)
  955. Gewoon vogelkopje (Thymelaea passerina)
  956. Gez (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  957. Gezaagdbladige eik (Quercus acutissima)
  958. Gi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  959. Gifblaar (Dichapetalum cymosum)
  960. Gifboterbloem (Ranunculus thora)
  961. Gifsla (Lactuca virosa)
  962. Gifsumak (Rhus radicans)
  963. Gipskruid (Gypsophila muralis)
  964. Giradol (Chrozophora tinctoria)
  965. Gl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  966. Glad biggenkruid (Hypochaeris glabra))
  967. Glad brilkruid (Biscutella laevigata)
  968. Glad parelzaad (Lithospermum officinale)
  969. Glad vingergras (Digitaria ischaemum)
  970. Glad walstro (Galium mollugo)
  971. Gladde ereprijs (Veronica polita)
  972. Gladde iep (Ulmus minor ook wel Ulmus carpinifolia)
  973. Gladde witbol (Holcus mollis)
  974. Gladde zegge (Carex laevigata)
  975. Glansbesnachtschade (Solanum physalifolium syn. Solanum nitidibaccatum )
  976. Glanzend etagemos (Hylocomium splendens)
  977. Glanzend kruiskruid (Senecio squalidus)
  978. Glanzende melde (Atriplex nitens)
  979. Glanzig fonteinkruid (Potamogeton lucens)
  980. Glanzige hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. holosteoides)
  981. Glanzige ooievaarsbek (Geranium lucidum)
  982. Gletsjerboterbloem of Gletsjerranonkel (Ranunculus glacialis)
  983. Go (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  984. Goudberk (Betula ermanii)
  985. Gouden eik (Quercus alnifolia)
  986. Gouden ribzaad (Chaerophyllum aureum)
  987. Goudenregen (Laburnum anagyroides)
  988. Goudgele honingklaver (Melilotus altissimus)
  989. Goudhaver (Trisetum flavescens)
  990. Goudklauwtjesmos (Hypnum imponens)
  991. Goudsbloem (Calendula officinalis)
  992. Goudzuring (Rumex maritimus)
  993. Gr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Gra - Gre-Gri - Gro 
    Gra (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  994. Granaatappel (Punica granatum)
  995. Grapefruit (Citrus ×paradisi)
  996. Grasanjer (Dianthus plumarius)
  997. Grasbladige boterbloem (Ranunculus gramineus)
  998. Graskers (Lepidium graminifolium)
  999. Grasklokje (Campanula rotundifolia)
  1000. Graslathyrus (Lathyrus nissolia)
  1001. Grasmuur (Stellaria graminea)
  1002. Grauwe abeel (Populus × canescens)
  1003. Grauwe bastaardbies (Schoenoplectus × carinatus)
  1004. Grauwe wilg (Salix cinerea)
  1005. Gre-Gri (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1006. Greppelrus (Juncus bufonius)
  1007. Griekse aardbeiboom (Arbutus andrachne)
  1008. Griekse alant (Inula helenium)
  1009. Griekse jeneverbes (Juniperus excelsa)
  1010. Griekse zilverspar (Abies cephalonica)
  1011. Grijs kattenkruid (Nepeta ×faassenii)
  1012. Grijskruid (Berteroa incana)
  1013. Grijze berk (Betula populifolia)
  1014. Grijze mosterd (Hirschfeldia incana)
  1015. Grindstijfgras (Micropyrum tenellum)
  1016. Gro (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1017. Groene bermzegge (Carex divulsa)
  1018. Groene lavendel of citroenlavendel (Lavandula viridis)
  1019. Groenhart (Tabebuia serratifolia)
  1020. Groenlof (Cichorium intybus var. foliosum)
  1021. Groene els (Alnus viridis)
  1022. Groene naaldaar (Setaria viridis)
  1023. Groene nachtorchis (Dactylorhiza viride)
  1024. Groene ossetong (Anchusa sempervirens)
  1025. Groene trompetboom (Catalpa bignonioides)
  1026. Groenknolorchis (Liparis loeselii)
  1027. Groensteel (Asplenium viride)
  1028. Grofgetande populier (Populus grandidentata)
  1029. Grof hoornblad (Ceratophyllum demersum)
  1030. Grondster (Illecebrum verticillatum)
  1031. Groot akkerscherm (Ammi majus)
  1032. Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris)
  1033. Groot bronkruid (Montia fontana)
  1034. Groot glaskruid (Parietaria officinalis)
  1035. Groot heksenkruid (Circaea lutetiana )
  1036. Groot hoefblad (Petasites hybridus)
  1037. Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)
  1038. Groot knarkruid (Polycnemum majus)
  1039. Groot koeienoog (Telekia speciosa)
  1040. Groot laddermos (Pseudoscleropodium purum)
  1041. Groot moerasscherm (Apium nodiflorum)
  1042. Groot nagelkruid (Geum macrophyllum)
  1043. Groot nimfkruid (Najas marina)
  1044. Groot robertskruid (Geranium robertianum)
  1045. Groot schapengras (Festuca lemanii)
  1046. Groot sneeuwklokje (Galanthus elwesii)
  1047. Groot spiegelklokje (Legousia speculum-veneris)
  1048. Groot springzaad (Impatiens noli-tangere)
  1049. Groot warkruid (Cuscuta europaea)
  1050. Groot zeegras (Zostera marina)
  1051. Grootbladige berk (Betula maximowicziana)
  1052. Grootbladige linde (Tilia platyphyllos)
  1053. Grootbloemig vingerhoedskruid (Digitalis grandiflora)
  1054. Grootbloemige gentiaan (Gentiana clusii)
  1055. Grootbloemige pijpbloem (Aristolochia grandiflora)
  1056. Grootbloemige thunbergia (Thunbergia grandiflora)
  1057. Grosella (Phyllanthus acidus)
  1058. Grote bevernel (Pimpinella major)
  1059. Grote biesvaren (Isoetes lacustris)
  1060. Grote boogcotoneaster (Cotoneaster bullatus)
  1061. Grote bosaardbei (Fragaria moschata)
  1062. Grote boterbloem (Ranunculus lingua)
  1063. Grote brandnetel (Urtica dioica)
  1064. Grote bremraap (Orobanche rapum-genistae)
  1065. Grote brunel (Prunella grandiflora)
  1066. Grote centaurie (Centaurea scabiosa)
  1067. Grote egelskop (Sparganium erectum)
  1068. Grote engelwortel (Angelica archangelica)
  1069. Grote ereprijs (Veronica persica)
  1070. Grote graslelie (Anthericum liliago)
  1071. Grote hardvrucht (Bunias orientalis)
  1072. Grote kaardenbol (Dipsacus fullonum)
  1073. Grote kattenstaart (Lythrum salicaria)
  1074. Grote keverorchis (Neottia ovata)
  1075. Grote klaproos (Papaver rhoeas)
  1076. Grote klit (Arctium lappa)
  1077. Grote kroosvaren (Azolla filiculoides)
  1078. Grote leeuwenbek (Antirrhinum majus)
  1079. Grote leeuwenklauw (Aphanes arvensis)
  1080. Grote lisdodde (Typha latifolia)
  1081. Grote maagdenpalm (Vinca major)
  1082. Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea)
  1083. Grote muur (Stellaria holostea)
  1084. Grote pimpernel (Sanguisorba officinalis)
  1085. Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius)
  1086. Grote rietorchis (Dactylorhiza elata)
  1087. Grote sneeuwroem (Chionodoxa forbesii)
  1088. Grote steentijm (Clinopodium grandiflora)
  1089. Grote teunisbloem (Oenothera lamarckiana)
  1090. Grote tijm (Thymus pulegioides)
  1091. Grote veldbies (Luzula sylvatica)
  1092. Grote vlotvaren (Salvinia molesta)
  1093. Grote vossenstaart (Alopecurus pratensis)
  1094. Grote wasbloem (Hoya carnosa)
  1095. Grote watereppe (Sium latifolium)
  1096. Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides)
  1097. Grote waterranonkel (Ranunculus peltatus)
  1098. Grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica)
  1099. Grote wederik (Lysimachia vulgaris)
  1100. Grote weegbree (Plantago major subsp. major)
  1101. Grote windhalm (Apera spica-venti)
  1102. Grote witte boterbloem (Ranunculus platanifolius)
  1103. Grote wolfsklauw (Lycopodium clavatum)
  1104. Grote zandkool (Diplotaxis tenuifolia)
  1105. Grote zeepnoot (Sapindus mukorossi)
  1106. Grove den (Pinus sylvestris)
  1107. Grove varkenskers (Coronopus squamatus)
  1108. Gu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1109. Guaiac (Bulnesia sarmientoi)
  1110. Guanacaste (Enterolobium cyclocarpum)
  1111. Guaraná (Paullinia cupana)
  1112. Guarplant (Cyamopsis tetragonobla)
  1113. Guave (Psidium guajava)
  1114. Gulden boterbloem (Ranunculus auricomus)
  1115. Gulden sleutelbloem (Primula veris)
  1116. H[bewerken | brontekst bewerken]

    H (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ha - He - Hi - Ho - Hu - Hy 

    Ha (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1117. Haagbeuk (Carpinus betulus)
  1118. Haagwinde (Calystegia sepium)
  1119. Haaksterrenkroos (Callitriche brutia)
  1120. Haarbladwaterranonkel (Ranunculus aquatilis)
  1121. Haarfonteinkruid (Potamogeton trichoides)
  1122. Hall's totara (Podocarpus cunninghamii)
  1123. Handjesereprijs (Veronica triphyllos)
  1124. Handjesgras (Cynodon dactylon)
  1125. Hanendoorn (Crataegus crus-galli)
  1126. Hangend klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme var. filiforme)
  1127. Hangende zegge (Carex pendula)
  1128. Hard zwenkgras (Festuca brevipila)
  1129. Harig alpenroosje (Rhododendron hirsutum)
  1130. Harig knopkruid (Galinsoga quadriradiata)
  1131. Harig vingergras of bloedgierst (Digitaria sanguinalis)
  1132. Harig wilgeroosje (Epilobium hirsutum)
  1133. Harige ratelaar (Rhinanthus alectorolophus)
  1134. Harlekijn (Orchis morio)
  1135. Hartbladige els (Alnus cordata)
  1136. Hartbladige haagbeuk (Carpinus cordata)
  1137. Hartbladige populier (Populus heterophylla)
  1138. Hartbladzonnebloem (Doronicum pardalianches)
  1139. Hartgespan (Leonurus cardiaca)
  1140. Hauwklaver (Tetragonolobus maritimus)
  1141. Haver (Avena sativa)
  1142. Haverwortel (Tragopogon porrifolius)
  1143. Hawaïaanse boomvaren (Cibotium menziesii)
  1144. Hazelaar (Corylus avellana)
  1145. Hazenpootje (Trifolium arvense)
  1146. Hazenstaart (Lagurus ovatus)
  1147. Hazenzegge (Carex ovalis)
  1148. He (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1149. Heelbeen (Holosteum umbellatum)
  1150. Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica)
  1151. Heelkruid (Sanicula europaea)
  1152. Heen (Bolboschoenus maritimus)
  1153. Heemst (Althea officinalis)
  1154. Heermoes of Akkerpaardenstaart (Equisetum arvense)
  1155. Heggendoornzaad (Torilis japonica)
  1156. Heggenduizendknoop (Fallopia dumetorum)
  1157. Heggenrank (Bryonia dioica)
  1158. Heggenvogelmuur (Stellaria neglecta)
  1159. Heggenwikke (Vicia sepium)
  1160. Heidekartelblad (Pedicularis sylvatica)
  1161. Heideklauwtjesmos (Hypnum jutlandicum)
  1162. Heideorchis (Dactylorhiza maculata subsp. ericetorum syn. Dactylorhiza ericetorum)
  1163. Heidespurrie (Spergula morisonii)
  1164. Heidewikke (Vicia orobus)
  1165. Heidezegge (Carex ericetorum)
  1166. Heidezenegroen (Ajuga genevensis)
  1167. Heilige lotus of Indische lotus (Nelumbo nucifera Gaertner)
  1168. Heksenmelk (Euphorbia esula)
  1169. Helm (Ammophila arenaria)
  1170. Hemelboom (Ailanthus altissima)
  1171. Hemelse bamboe (Nandina domestica)
  1172. Hemelsleutel (Sedum telephium)
  1173. Hengel (Melampyrum pratense)
  1174. Hennastruik (Lawsonia inermis)
  1175. Hennegras (Calamagrostis canescens)
  1176. Hennep (Cannabis sativa)
  1177. Hennepvreter (Orobanche ramosa)
  1178. Herderstasje (Capsella bursa-pastoris)
  1179. Herfstadonis (Adonis annua)
  1180. Herfstbitterling (Blackstonia perfoliata subsp. serotina)
  1181. Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis
  1182. Herfsttijloos (Colchicum autumnale)
  1183. Herfstvaren (Dryopteris erythrosora)
  1184. Herik (Sinapis arvensis)
  1185. Hertshoornvaren (Platycerium bifurcatum)
  1186. Hertshoornweegbree (Plantago coronopus)
  1187. Hertsmunt (Mentha longifolia)
  1188. Hertswortel (Seseli libanotis)
  1189. Heuvelaardbei (Fragaria viridis)
  1190. Heuvelbasterdwederik (Epilobium collinum)
  1191. Hi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1192. Hickerynoot (Carya cordiformis)
  1193. Himalayaklaver (Parochetus communis)
  1194. Himalayaspar (Picea smithiana)
  1195. Ho (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1196. Hoefijzervaren (Adiantum pedatum)
  1197. Hoenderbeet (Lamium amplexicaule)
  1198. Hoepelroknarcis (Narcissus bulbocodium)
  1199. Hoge cyperzegge (Carex pseudocyperus)
  1200. Hoge dravik of stijve dravik (Anisantha diandra)
  1201. Hokjespeul (Astragalus glycyphyllos)
  1202. Hollandse iep (Ulmus ×hollandica)
  1203. Holpijp (Equisetum fluviatile)
  1204. Holwortel (Corydalis cava)
  1205. Hommelorchis (Ophrys fuciflora)
  1206. Honderdjarige aloë (Agave americana)
  1207. Hondsdraf (Glechoma hederacea)
  1208. Hondshelmkruid (Scrophularia canina)
  1209. Hondskruid (Anacamptis pyramidalis)
  1210. Hondspeterselie (Aethusa cynapium)
  1211. Hondsroos (Rosa canina)
  1212. Hondstarwegras (Elymus caninus)
  1213. Hondsviooltje (Viola canina)
  1214. Hongaarse kwastjesbloem (Soldanella hungarica)
  1215. Hongaarse raket (Sisymbrium altissimum)
  1216. Honingboom (Styphnolobium japonica)
  1217. Honingorchis (Herminium monorchis)
  1218. Hoog struisgras (Agrostis gigantea)
  1219. Hooglandbebe (Pterocarpus rohrii)
  1220. Hooglandgronfolo (Qualea albiflora)
  1221. Hoogveen-veenmos (Sphagnum magellanicum)
  1222. Hoornviooltje (Viola cornuta)
  1223. Hop (Humulus lupulus)
  1224. Hopklaver (Medicago lupulina)
  1225. Hottentotvijg (Carpobrotus edulis)
  1226. Hu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1227. Hulst (Ilex aquifolium)
  1228. Hulsteik (Quercus coccifera)
  1229. Huttentut (Camelina sativa)
  1230. Hy (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1231. Hyacinth (Hyacinthus orientalis)
  1232. Hysop (Hyssopus officinalis)
  1233. I[bewerken | brontekst bewerken]

    I (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1234. IJl baardgras (Polypogon fugax)
  1235. IJle hazenzegge (Carex crawfordii)
  1236. IJle kropaar (Dactylis glomerata subsp. lobata)
  1237. IJle lamsoor (Limonium humile)
  1238. IJle moerasorchis (Anacamptis laxiflora)
  1239. IJle zegge (Carex remota)
  1240. IJsbergsla (Lactuca sativa)
  1241. IJskruid (Mesembryanthemum crystallinum)
  1242. IJzerhard (Verbena officinalis)
  1243. IJzervaren (Cyrtomium falcatum)
  1244. Ikakopruim (Chrysobalanus icaco)
  1245. Indische goudenregen (Cassia fistula)
  1246. Indiase jujube (Ziziphus mauritiana)
  1247. Indische kapokboom (Bombax ceiba)
  1248. Indische rubberboom (Ficus elastica)
  1249. Indische sering (Melia azedarach)
  1250. Ingerolde palmvaren (Cycas circinalis)
  1251. Ingesneden dovenetel (Lamium hybridum)
  1252. Inkarnaatklaver (Trifolium incarnatum)
  1253. Italiaanse aronskelk (Arum italicum)
  1254. Italiaanse cipres (Cupressus sempervirens)
  1255. Italiaanse clematis (Clematis viticella)
  1256. Italiaanse els (Alnus cordata syn Alnus cordifolia)
  1257. Italiaanse populier (Populus nigra var. Italica)
  1258. Italiaans raaigras (Lolium multiflorum)
  1259. J[bewerken | brontekst bewerken]

    J (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1260. Jaboticaba (Myrciaria cauliflora)
  1261. Jacobinia (Justicia carnea)
  1262. Jacobskruiskruid of Jacobskruid (Jacobaea vulgaris)
  1263. Jakobsladder (Polemonium caeruleum)
  1264. Jakhalsbes (Diospyros mespiliformis)
  1265. Jambolan (Syzygium cumini)
  1266. Japans bloedgras (Imperata cylindrica)
  1267. Japans hoefblad (Petasites japonicus)
  1268. Japanse abrikoos (Prunus mume)
  1269. Japanse berberis (Berberis thunbergii)
  1270. Japanse beuk (Fagus crenata)
  1271. Japanse ceder (Cryptomeria japonica)
  1272. Japanse duizendknoop (Fallopia japonica)
  1273. Japanse eik (Quercus aliena)
  1274. Japanse els (Alnus japonica)
  1275. Japanse esdoorn (Acer palmatum
  1276. Japanse goudlarix (Pseudolarix amabilis)
  1277. Japanse hulst (Ilex crenata)
  1278. Japanse hopbeuk (Ostrya japonica)
  1279. Japanse iris (Iris ensata)
  1280. Japanse Kaukasische els (Alnus × spaethii)
  1281. Japanse keizereik (Quercus dentata)
  1282. Japanse lariks (Larix kaempferi)
  1283. Japanse parasolden (Sciadopitys verticillata)
  1284. Japanse pruim (Prunus salicina)
  1285. Japanse rode den (Pinus densiflora)
  1286. Japanse sierkers (Prunus serrulata)
  1287. Japanse spierstruik (Spiraea japonica)
  1288. Japanse toverhazelaar (Hamamelis japonica)
  1289. Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius)
  1290. Japanse witte den (Pinus parviflora)
  1291. Japanse zelkova (Zelkova serrata)
  1292. Japanse zwarte den (Pinus thunbergii)
  1293. Javamos (Vesicularia dubyana)
  1294. Jeffreyden (Pinus jeffreyi)
  1295. Jezospar (Picea jezoensis)
  1296. Jiaogulan (Gynostemma pentaphyllum)
  1297. Johannesbroodboom (Ceratonia siliqua)
  1298. Jojoba (Simmondsia chinensis)
  1299. Jostabes of josta (Ribes nidigrolaria)
  1300. Judasboom (Cercis siliquastrum)
  1301. Judaspenning (Lunaria annua)
  1302. Juffertje-in-het-groen (Nigella damascena)
  1303. K[bewerken | brontekst bewerken]

    K (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ka - Ke - Ki - Kl - Kn - Ko - Kr - Ku - Kw 

    Ka (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Kaa - Kaf-Kak - Kal - Kam-Kap - Kar - Kat-Kav 
    Kaa (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1304. Kaal breukkruid (Herniaria glabra)
  1305. Kaal knopkruid (Galinsoga parviflora)
  1306. Kaapse jasmijn (Gardenia augusta)
  1307. Kaapse wilde vijg (Ficus sur)
  1308. Kaapse zonnedauw (Drosera capensis)
  1309. Kaaps viooltje (Saintpaulia ionantha)
  1310. Kaf-Kak (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1311. Kafferkoren (Sorghum bicolor)
  1312. Kahikatea (Dacrycarpus dacrydioides)
  1313. Kairowinde (Ipomoea cairica)
  1314. Kaki (Diospyros kaki)
  1315. Kale gierst (Panicum dichotomiflorum)
  1316. Kalkboterbloem (Ranunculus polyanthemos subsp. polyanthemoides)
  1317. Kalkdoddegras (Phleum phleoides)
  1318. Kalkvaleriaan (Valeriana wallrothii)
  1319. Kalkvleugeltjesbloem (Polygala calcarea)
  1320. Kalkzwenkgras (Festuca pallens)
  1321. Kam-Kap (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1322. Kameeldoorn (Alhagi maurorum)
  1323. Kameeldoorn (Vachellia erioloba)
  1324. Kameelgras (Cymbopogon schoenanthus)
  1325. Kamerbrem (Genista ×spachiana)
  1326. Kamerlinde (Sparrmannia africana)
  1327. Kamferboom (Cinnamomum camphora)
  1328. Kamgras (Cynosurus cristatus)
  1329. Kamvaren (Dryopteris cristata)
  1330. Kanariezaad (Phalaris canariensis)
  1331. Kandelaartje (Saxifraga tridactylites)
  1332. Kaneel (Cinnamomum zeylanicum)
  1333. Kaneelroos (Rosa majalis)
  1334. Kaneelvaren (Osmundastrum cinnamomeum)
  1335. Kannibaaltomaat (Solanum uporo)
  1336. Kanonskogelboom (Couroupita guianensis)
  1337. Kantig hertshooi (Hypericum maculatum subsp. obtusiusculum)
  1338. Kantige basterdwederik (Epilobium tetragonum)
  1339. Kapjesorchis (Neottianthe cucullata)
  1340. Kapoelasan (Nephelium ramboutan-ake syn. Nephelium mutabile)
  1341. Kapucijner (Pisum sativum)
  1342. Kar (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1343. Kardemom (Elettaria cardamomum)
  1344. Kardinaalswinde (Ipomoea quamoclit)
  1345. Kardoen (Cynara cardunculus)
  1346. Karpatenklokje (Campanula carpatica)
  1347. Karels scepter (Pedicularis sceptrum-carolinum)
  1348. Kartuizer anjer (Dianthus carthusianorum)
  1349. Karwij (Carum carvi)
  1350. Karwijselie (Selinum carvifolia)
  1351. Karwijvarkenskervel (Peucedanum carvifolia)
  1352. Kat-Kav (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1353. Kattendoorn (Ononis repens subsp. spinosa)
  1354. Kattensnor (Cleome spinosa)
  1355. Kattenstaartamarant (Amaranthus caudatus)
  1356. Katwilg of teenwilg (Salix viminalis)
  1357. Kaukasisch sneeuwklokje (Galanthus caucasicus)
  1358. Kaukasisch vergeet-mij-nietje (Brunnera macrophylla)
  1359. Kaukasische els (Alnus subcordata)
  1360. Kaukasische linde (Tilia dasystyla)
  1361. Kaukasische vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia)
  1362. Kauri (Agathis australis)
  1363. Kauwgoed (Sceletium tortuosum)
  1364. Kava (Piper methysticum)
  1365. Ke (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1366. Kei-appel (Dovyalis caffra syn. Aberia caffra)
  1367. Keizerskroon (Fritillaria imperialis)
  1368. Keizerskaars (Verbascum phlomoides)
  1369. Kegelsilene (Silene conica)
  1370. Kemirinoot (Aleurites moluccana)
  1371. Kentjoer (Kaempferia galanga)
  1372. Kepel (Stelechocarpus burahol)
  1373. Kerguelenkool (Pringlea antiscorbutica)
  1374. Kerrieplant (Helichrysum italicum)
  1375. Kerstcactus (Schlumbergera truncatus)
  1376. Kerstorchidee (Cattleya trianae)
  1377. Kerspruim (Prunus cerasifera)
  1378. Kerstroos (Helleborus niger)
  1379. Kerstster of Poinsettia (Euphorbia pulcherrima)
  1380. Kervel (Anthriscus cerefolium)
  1381. Ketembilla (Dovyalis hebecarpa syn. Aberia gardneri, Rumea hebecarpa
  1382. Ki (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1383. Kievitsbloem (Fritillaria meleagris)
  1384. Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae)
  1385. Kikkererwt (Cicer arietinum)
  1386. Kikuyu-gras (Pennisetum clandestinum)
  1387. Kirgiezenspar (Picea schrenkiana)
  1388. Kittelbloem (Clitoria ternatea)
  1389. Kiwi (Actinidia chinensis)
  1390. Kiwano (Cucumis metuliferus)
  1391. Kl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Kla - Kle - Kli-Klu 
    Kla (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1392. Klaverbladvaren (Marsilea quadrifolia)
  1393. Klaverkers (Cardamine trifolia)
  1394. Klavervreter (Orobanche minor)
  1395. Kle (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1396. Kleefkruid (Galium aparine)
  1397. Klein blaasjeskruid (Utricularia minor)
  1398. Klein bronkruid (Montia minor)
  1399. Klein fakkelgras (Rostraria cristata)
  1400. Klein fonteinkruid (Potamogeton berchtoldii)
  1401. Klein glaskruid (Parietaria judaica)
  1402. Klein glidkruid (Scutellaria minor)
  1403. Klein hoefblad (Tussilago farfara)
  1404. Klein kaasjeskruid (Malva neglecta)
  1405. Klein klauwtjesmos (Hypnum pallescens)
  1406. Klein kroos (Lemna minor)
  1407. Klein kruiskruid (Senecio vulgaris)
  1408. Klein liefdegras (Eragrostis minor)
  1409. Klein nimfkruid (Najas minor)
  1410. Klein robertskruid (Geranium purpureum)
  1411. Klein spiegelklokje (Legousia hybrida)
  1412. Klein springzaad (Impatiens parviflora)
  1413. Klein sterrenkroos (Callitriche palustris)
  1414. Klein sterrenscherm (Astrantia minor)
  1415. Klein streepzaad (Crepis capillaris)
  1416. Klein struisgras (Agrostis hyemalis)
  1417. Klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis)
  1418. Klein timoteegras of kleine timothee (Phleum pratense subsp. serotinum)
  1419. Klein vlooienkruid (Pulicaria vulgaris)
  1420. Klein vogelpootje (Ornithopus perpusillus)
  1421. Klein warkruid (Cuscuta epithymum)
  1422. Klein wintergroen (Pyrola minor)
  1423. Klein zeegras (Zostera noltii)
  1424. Kleinbladige linde (Tilia cordata)
  1425. Kleinbladige walaba (Eperua grandiflora)
  1426. Kleinbladige wespenorchis (Epipactis microphylla)
  1427. Kleinbloemige amsinckia (Amsinckia micrantha)
  1428. Kleinbloemige roos (Rosa micrantha)
  1429. Kleinbloemige salie (Salvia verbenaca)
  1430. Kleine bergsteentijm (Clinopodium calamintha)
  1431. Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga)
  1432. Kleine biesvaren (Isoetes echinospora)
  1433. Kleine brandnetel (Urtica urens)
  1434. Kleine duivenkervel (Fumaria parviflora)
  1435. Kleine duizendknoop (Persicaria minor, syn. Polygonum minus)
  1436. Kleine egelskop (Sparganium emersum)
  1437. Kleine ereprijs (Veronica verna)
  1438. Kleine hardbloem (Scleranthus annuus subsp. polycarpos)
  1439. Kleine honingklaver (Melilotus indicus)
  1440. Kleine kaardebol (Dipsacus pilosus)
  1441. Kleine kattenstaart (Lythrum hyssopifolia)
  1442. Kleine keverorchis (Neottia cordata)
  1443. Kleine klaver (Trifolium dubium)
  1444. Kleine knotszegge (Carex hartmanii)
  1445. Kleine kroosvaren (Azolla cristata syn. Azolla caroliniana, Azolla mexicana)
  1446. Kleine kwastjesbloem (Soldanella pusilla)
  1447. Kleine leeuwenbek (Chaenorhinum minus)
  1448. Kleine lisdodde (Typha angustifolia)
  1449. Kleine maagdenpalm (Vinca minor)
  1450. Kleine maanvaren (Botrychium simplex)
  1451. Kleine majer (Amaranthus blitum)
  1452. Kleine mannetjesorchis (Orchis olbiensis)
  1453. Kleine ooievaarsbek (Geranium pusillum)
  1454. Kleine pimpernel (Sanguisorba minor)
  1455. Kleine plomp (Nuphar pumila)
  1456. Kleine ratelaar (Rhinanthus minor)
  1457. Kleine reseda (Reseda phyteuma)
  1458. Kleine ruit (Thalictrum minus)
  1459. Kleine rupsklaver (Medicago minima)
  1460. Kleine schorseneer (Scorzonera humilis)
  1461. Kleine sneeuwroem (Chionodoxa sardensis)
  1462. Kleine steentijm (Clinopodium acinos)
  1463. Kleine teunisbloem (Oenothera parviflora)
  1464. Kleine tijm (Thymus serpyllum)
  1465. Kleine tongorchis (Serapias parviflora)
  1466. Kleine valeriaan (Valeriana dioica)
  1467. Kleine varkenskers (Coronopus didymus)
  1468. Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)
  1469. Kleine veenbes (Vaccinium oxycoccus)
  1470. Kleine vlotvaren (Salvinia natans)
  1471. Kleine watereppe (Berula erecta)
  1472. Kleine waterranonkel (Ranunculus trichophyllus)
  1473. Postelein-waterlepeltje (Ludwigia peploides)
  1474. Kleine wolfsklauw (Lycopodium tristachyum, syn. Diphasiastrum tristachyum)
  1475. Kleine wolfsmelk (Euphorbia exigua)
  1476. Kleine zandkool (Diplotaxis muralis)
  1477. Kleine zonnedauw (Drosera intermedia)
  1478. Kleinste addertong (Ophioglossum lusitanicum)
  1479. Kleinste egelskop (Sparganium natans)
  1480. Kleurige wolfsmelk (Euphorbia polychroma)
  1481. Kleverige alant (Dittrichia viscosa)
  1482. Kleverig kruiskruid (Senecio viscosus)
  1483. Kleverig vlas (Linum viscosum)
  1484. Kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa)
  1485. Kleverige reigersbek (Erodium lebelii)
  1486. Kli-Klu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1487. Klimlelie (Gloriosa superba)
  1488. Klimmende nachtschade (Solanum jasminoides)
  1489. Klimop (Hedera helix)
  1490. Klimopbremraap (Orobanche hederae)
  1491. Klimopereprijs (Veronica hederifolia)
  1492. Klimopklokje (Wahlenbergia hederacea)
  1493. Klimopwaterranonkel (Ranunculus hederaceus)
  1494. Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe)
  1495. Klokwinde (Cobaea scandens)
  1496. Klopappel (Ambelania acida)
  1497. Kluwenhoornbloem (Cerastium glomeratum)
  1498. Kluwenklokje (Campanula glomerata)
  1499. Kluwenzuring (Rumex conglomeratus)
  1500. Kn (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1501. Knikbloem (Chondrilla juncea)
  1502. Knikkende distel (Carduus nutans)
  1503. Knikkende klaverzuring (Oxalis pes-caprae)
  1504. Knikkende steenbreek (Saxifraga cernua)
  1505. Knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans)
  1506. Knikkend nagelkruid (Geum rivale)
  1507. Knikkend parelgras (Melica nutans)
  1508. Knikkend tandzaad (Bidens cernua)
  1509. Knippa (Melicoccus bijugatus)
  1510. Knobbelklaverzuring (Oxalis dillenii)
  1511. Knoflook (Allium sativum)
  1512. Knoflookboom (Cordia alliodora)
  1513. Knolbeemdgras (Poa bulbosa)
  1514. Knolboterbloem (Ranunculus bulbosus)
  1515. Knolcyperus (Cyperus esculentus)
  1516. Knoldistel (Cirsium tuberosum)
  1517. Knolduizendknoop (Polygonum viviparum)
  1518. Knolglanshaver (Arrhenatherum elatius subsp. bulbosum)
  1519. Knollathyrus (Lathyrus linifolius)
  1520. Knolraap (Brassica rapa)
  1521. Knolribzaad (Chaerophyllum bulbosum)
  1522. knolrus (Juncus bulbosus)
  1523. Knolselderij (Apium graveolens var. rapaceum)
  1524. Knolsmeerwortel (symphytum tuberosum)
  1525. Knolspirea (Filipendula vulgaris)
  1526. Knolsteenbreek (Saxifraga granulata)
  1527. Knolvossenstaart (Alopecurus bulbosus)
  1528. Knoopkruid (Centaurea jacea)
  1529. Knopbies (Schoenus nigricans)
  1530. Knopherik (Raphanus raphanistrum)
  1531. Knopig doornzaad (Torilis nodosa)
  1532. Knopig helmkruid (Scrophularia nodosa)
  1533. Knopige ooievaarsbek (Geranium nodosum)
  1534. Knopkroos (Lemna turionifera)
  1535. Knotsorchis (Traunsteinera globosa)
  1536. Knotszegge (Carex buxbaumii)
  1537. Ko (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1538. Kochs gentiaan, Stengelloze gentiaan (Gentiana acaulis)
  1539. Koekelareden (Pinus nigra subsp. laricio 'Koekelare')
  1540. Koekemakrank (Gethyllis afra)
  1541. Kogelbies (Scirpoides holoschoenus)
  1542. Kogelbloem (Globularia punctata)
  1543. Kogeldistel (Echinops sphaerocephalus)
  1544. Kogelduizendknoop (Persicaria capitata)
  1545. Kogellook (Allium sphaerocephalon)
  1546. Kokerboom (Aloe dichotoma)
  1547. Kokospalm (Cocos nucifera)
  1548. Kolokwint (Citrullus colocynthis)
  1549. Komijn (Cuminum cyminum)
  1550. Komkommer (Cucumis sativus)
  1551. Kompassla (Lactuca serriola)
  1552. Koninginnenkruid (Eupatorium cannabinum)
  1553. Koningin van de nacht (Selenicereus grandiflorus)
  1554. Koningskaars (Verbascum thapsus)
  1555. Koningspalm (Roystonea regia)
  1556. Koningsprotea, Reuzenprotea of Honingpot (Protea cynaroides)
  1557. Koningsvaren (Osmunda regalis)
  1558. Konjak (Amorphophallus konjac)
  1559. Kool (Brassica oleracea)
  1560. Koolraap (Brassica napobrassica)
  1561. Koolrabi (Brassica oleracea convar. acephala alef. var. gongylodes)
  1562. Kooltje-vuur (Adonis flammea)
  1563. Koolzaad (Brassica napus)
  1564. Koprus (Juncus capitatus)
  1565. Koraalmalve (Hibiscus schizopetalus)
  1566. Koraalmeidoorn (Crataegus rhipidophylla)
  1567. Koraalwortel (Corallorrhiza trifida)
  1568. Koreaanse balsempopulier (Populus maximowiczii)
  1569. Koreaanse den (Pinus koraiensis)
  1570. Koreaanse zilverspar (Abies koreana)
  1571. Korenbloem (Centaurea cyanus)
  1572. Korenschijnspurrie (Spergularia segetalis)
  1573. Korensla (Arnoseris minima)
  1574. Koriander (Coriandrum sativum)
  1575. Korlan (Nephelium hypoleucum)
  1576. Korrelganzenvoet (Chenopodium polyspermum)
  1577. Kortarige zeekraal (Salicornia europaea)
  1578. Kou (Cordia subcordata)
  1579. Kousenband (Vigna unguiculata subsp. sesquipedalis)
  1580. Kr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1581. Kraagroos (Rosa agrestis)
  1582. Kraaihei (Empetrum nigrum)
  1583. Kraailook (Allium vineale)
  1584. Kraakwilg (Salix fragilis)
  1585. Krabbenscheer (Stratiotes aloides)
  1586. Kransgras (Polypogon viridis)
  1587. Kranskartelblad (Pedicularis verticillata)
  1588. Kranskarwij (Carum verticillatum)
  1589. Kransmuur (Polycarpon tetraphyllum)
  1590. Kransnaaldaar (Setaria verticillata)
  1591. Kransnemesia (Nemesia melissifolia)
  1592. Kranssalie (Salvia verticillata)
  1593. Kranssalomonszegel (Polygonatum verticillatum)
  1594. Kransvederkruid (Myriophyllum verticillatum)
  1595. Krappa (Carapa guianensis)
  1596. Kretenzische dadelpalm (Phoenix theophrastii)
  1597. Krimlinde (Tilia europea (x))
  1598. Kroezig klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme var. heseleri)
  1599. Kromstaart (Parapholis incurva)
  1600. Kroonhertshoornvaren (Platycerium coronarium)
  1601. Kroontjeskruid (Euphorbia helioscopia)
  1602. Kromhals (Anchusa arvensis)
  1603. Kropaar (Dactylis glomerata)
  1604. Kruidje-roer-mij-niet (Mimosa pudica)
  1605. Kruidnagelboom (Syzygium aromaticum)
  1606. Kruidvlier (Sambucus ebulus)
  1607. Kruipbraam, gele bosbraam of veenbraam (Rubus chamaemorus)
  1608. Kruipbrem (Genista pilosa)
  1609. Kruipend gipskruid (Gypsophila repens)
  1610. Kruipend moerasscherm (Apium repens)
  1611. Kruipend stalkruid (Ononis repens subsp. repens)
  1612. Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
  1613. Kruipende boterbloem (Ranunculus repens)
  1614. Kruipende kogelbloem (Globularia repens)
  1615. Kruipende moerasweegbree (Baldellia ranunculoides subsp. repens)
  1616. Kruipende steenkers (Arabidopsis halleri)
  1617. Kruipende wisselbloem (Lantana montevidensis)
  1618. Kruipertje (Hordeum murinum)
  1619. Kruipganzerik (Potentilla anglica)
  1620. Kruipkattenstaart (Lythrum junceum)
  1621. Kruipklokje (Campanula poscharskyana)
  1622. Kruiptijm (Thymus praecox)
  1623. Kruipwilg (Salix repens)
  1624. Kruisbes (Ribes uva-crispa)
  1625. Kruisbladgentiaan (Gentiana cruciata)
  1626. Kruisbladige wolfsmelk of kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris)
  1627. Kruisbladwalstro (Cruciata laevipes)
  1628. Kruismuur (Moenchia erecta)
  1629. Kruldistel (Carduus crispus)
  1630. Krulzuring (Rumex crispus)
  1631. Ku (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1632. Kuifhyacint (Muscari comosum)
  1633. Kuifvleugeltjesbloem (Polygala comosa)
  1634. Kudzu (Pueraria lobata)
  1635. Kurkeik (Quercus suber)
  1636. Kurkuma (Curcuma longa)
  1637. Kussentjesmos (Leucobryum glaucum)
  1638. Kustmammoetboom (Sequoia sempervirens)
  1639. Kustmelde (Atriplex glabriuscula)
  1640. Kustwolfsmelk (Euphorbia portlandica)
  1641. Kustzegge of waardzegge (Carex divisa
  1642. Kw (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1643. Kweek (Elytrigia repens)
  1644. Kweekdravik (Bromopsis inermis subsp. inermis)
  1645. Kweepeer (Cydonia oblonga)
  1646. Kwelderzegge (Carex extensa)
  1647. Kwini (Mangifera odorata)
  1648. Kwispelgerst (Hordeum jubatum)
  1649. L[bewerken | brontekst bewerken]

    L (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      La - Le - Li - Lo-Ly 

    La (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1650. Laaglandgronfolo (Qualea coerulea)
  1651. Lakanthurium (Anthurium andraeanum)
  1652. Laksteeltje (Catapodium marinum)
  1653. Lama (Diospyros sandwicensis)
  1654. Lambertsnoot (Corylus maxima)
  1655. Lampepoetserstruik (Fothergilla major)
  1656. Lamsoor (Limonium vulgare)
  1657. Lancetbladige basterdwederik (Epilobium lanceolatum)
  1658. Lancetvormige streepvaren (Asplenium billotii)
  1659. Langarige zeekraal (Salicornia procumbens)
  1660. Lange ereprijs (Veronica longifolia)
  1661. Lange spinorchidee (Brassia longissima)
  1662. Lange tongorchis (Serapias vomeracea)
  1663. Lange zonnedauw (Drosera anglica)
  1664. Langlevende den (Pinus longaeva)
  1665. Langsat (Lansium domesticum)
  1666. Langsporig viooltje (Viola calcarata)
  1667. Langstekelige distel (Carduus acanthoides)
  1668. Langstengelig fonteinkruid (Potamogeton praelongus)
  1669. Lansvaren (Polystichum lonchitis)
  1670. Laos (Alpinia galanga)
  1671. Laplands hongerbloempje (Draba lactea)
  1672. Laplands kartelblad (Pedicularis lapponica)
  1673. Laraha (Citrus aurantium subsp. currassuviencis)
  1674. Late guldenroede (Solidago gigantea)
  1675. Late stekelnoot (Xanthium strumarium)
  1676. Lathyruswikke (Vicia lathyroides)
  1677. Lavendelhei (Andromeda polifolia)
  1678. Laurier (Laurus nobilis)
  1679. Laurierkers (Prunus laurocerasus)
  1680. Laurierpopulier (Populus laurifolia))
  1681. Laurierwilg (Salix pentandra)
  1682. Lavas (Levisticum officinale)
  1683. Lawsoncipres (Chamaecyparis lawsoniana)
  1684. Le (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1685. Lelietje-van-dalen (Convallaria majalis)
  1686. Lenteanemoon (Pulsatilla vernalis)
  1687. Lenteklokje (Leucojum vernum)
  1688. Lenteroos (Helleborus orientalis)
  1689. Lente-ui of bosui (Allium fistulosum)
  1690. Lepelboom (Kalmia latifolia)
  1691. Leverbloempje (Hepatica nobilis)
  1692. Leylandcipres (Cupressocyparis ×leylandii)
  1693. Li (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1694. Libanonceder (Cedrus libani)
  1695. Lidrus (Equisetum palustre)
  1696. Lidsteng (Hippuris vulgaris)
  1697. Liefdesvetkruid (Sedum anacampseros)
  1698. Liesgras (Glyceria maxima)
  1699. Lievevrouwebedstro (Galium odorata)
  1700. Liggend bergvlas (Thesium humifusum)
  1701. Liggend hertshooi (Hypericum humifusum)
  1702. Liggend walstro (Galium saxatile)
  1703. Liggende asperge (Asparagus officinalis subsp. prostratus)
  1704. Liggende ereprijs (Veronica prostrata)
  1705. Liggende ganzenvoet (Dysphania pumilio, syn. Chenopodium pumilio)
  1706. Liggende ganzerik (Potentilla supina)
  1707. Liggende klaver (Trifolium campestre)
  1708. Liggende leeuwenbek (Linaria supina)
  1709. Liggende majer (Amaranthus deflexus)
  1710. Liggende raket (Sisymbrium supinum)
  1711. Liggende vetmuur (Sagina procumbens)
  1712. Liggende vleugeltjesbloem (Polygala serpyllifolia)
  1713. Lijnbladig hertshooi (Hypericum linariifolium)
  1714. Lijsterbesspirea (Sorbaria sorbifolia)
  1715. Limba (Terminalia superba)
  1716. Limoen (Citrus aurantifolia)
  1717. Linnaeusklokje (Linnaea borealis)
  1718. Lintvaren (Pteris cretica)
  1719. Linze (Lens culinaris)
  1720. Linzenwikke (Vicia ervilia)
  1721. Lo-Ly (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1722. Loganbes (Rubus ×loganobaccus)
  1723. Longan of Lamyai (Dimocarpus longan)
  1724. Look-zonder-look (Alliaria petiolata, ook wel Alliaria officinalis)
  1725. Loos blaasjeskruid (Utricularia australis)
  1726. Loquat (Eriobotrya japonica)
  1727. Lotusboom (Diospyros lotus)
  1728. Lulo (Solanum quitoense)
  1729. Luzerne (Medicago sativa)
  1730. Lychee (Litchi chinensis)
  1731. M[bewerken | brontekst bewerken]

    M (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      M' - Ma - Me - Mi - Mo - Mu - My 

    M' (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1732. M'pingo (Dalbergia melanoxylon)
  1733. Ma (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1734. Maanbloem (Ipomoea alba)
  1735. Maanorchidee (Phalaenopsis amabilis)
  1736. Maarts viooltje (Viola odorata)
  1737. Maasraket (Sisymbrium austriacum subsp. chrysanthum)
  1738. Mabolo (Diospyros discolor)
  1739. Macedonische den (Pinus peuce)
  1740. Madeliefbekje (Anarrhinum bellidifolium)
  1741. Madeliefje (Bellis perennis)
  1742. Mahonie (Berberis aquifolium)
  1743. Maïs (Zea mays ssp. mays)
  1744. Malabarnoot (Justicia adhatoda)
  1745. Malrove (Marrubium vulgare)
  1746. Mamey sapota (Pouteria sapota)
  1747. Mammoetboom (Sequoiadendron giganteum)
  1748. Mandarijn (Citrus reticulata)
  1749. Mangistan (Garcinia mangostana)
  1750. Mango (Mangifera indica)
  1751. Mannagras (Glyceria fluitans)
  1752. Mannentrouw (Plumbago auriculata)
  1753. Mannetjesereprijs (Veronica officinalis)
  1754. Mannetjesorchis (Orchis mascula)
  1755. Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas)
  1756. Mantsjoerijse kers (Prunus maackii)
  1757. Mantsjoerijse kurkboom (Phellodendron amurense)
  1758. Mantsjoerijse walnoot (Juglans mandshurica)
  1759. Mantsjoerijse zilverspar (Abies holophylla)
  1760. Manuka (Leptospermum scoparium)
  1761. Mansbloed (Hypericum androsaemum)
  1762. Mansoor, Hazelwortel of Wilde gember (Asarum europaeum)
  1763. Marang (Artocarpus odoratissimus)
  1764. Maretak (Viscum album)
  1765. Mariadistel (Silybum marianum)
  1766. Mariëtteklokje (Campanula medium)
  1767. Marjoleinbekje (Chaenorhinum origanifolium)
  1768. Marmeladestruik (Streptosolen jamesonii)
  1769. Marula (Sclerocarya birrea)
  1770. Mastiekboom (Pistacia lentiscus)
  1771. Matai (Prumnopitys taxifolia)
  1772. Mataki (Symphonia globulifera)
  1773. Matéplant (Ilex paraguariensis)
  1774. Mattenbies (Schoenoplectus lacustris)
  1775. Me (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1776. Mediterrane winde (Convolvulus althaeoides)
  1777. Meekrap (Rubia tinctorium)
  1778. Meelbes (Sorbus aria)
  1779. Meisjesogen (Coreopsis grandiflora)
  1780. Melganzenvoet (Chenopodium album)
  1781. Melige toorts (Verbascum lychnitis)
  1782. Melindjoe (Gnetum gnemon)
  1783. Melkkruid (Glaux maritima)
  1784. Melkviooltje (Viola persicifolia)
  1785. Meloen (Cucumis melo)
  1786. Mergkool (Brassica oleracea var. medullosa)
  1787. Mertens' berghemlockspar (Tsuga mertensiana)
  1788. Mexicaanse aardkers (Physalis philadelphica)
  1789. Mexicaanse palmvaren (Dioon edule)
  1790. Mi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1791. Middelste duivenkervel (Fumaria muralis)
  1792. Middelste ganzerik (Potentilla intermedia)
  1793. Middelste teunisbloem (Oenothera biennis)
  1794. Middelste waterkers (Rorippa ×anceps)
  1795. Mierik (Armoracia rusticana)
  1796. Mini-kiwi (Actinidia arguta)
  1797. Mirabelle of Kroosjespruim (Prunus insititia)
  1798. Mirakelbes (Synsepalum dulcificum)
  1799. Miro (Prumnopitys ferruginea)
  1800. Mirte (Myrtus communis)
  1801. Mispel (Mespilus germanica)
  1802. Mo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1803. Moederkruid (Tanacetum parthenium)
  1804. Moendoe (Garcinia xanthochymus)
  1805. Moerasandijvie (Tephroseris palustris) ook (Senecio congestus)
  1806. Moerasandoorn (Stachys palustris)
  1807. Moerasbasterdwederik (Epilobium palustre)
  1808. Moerasbeemdgras (Poa palustris)
  1809. Moerascypres (Taxodium distichum)
  1810. Moerasden (Pinus palustris)
  1811. Moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum)
  1812. Moeraseik (Quercus palustris)
  1813. Moerasgamander (Teucrium scordium)
  1814. Moerashertshooi (Hypericum elodes)
  1815. Moerashyacint (Pontederia cordata)
  1816. Moeraskartelblad (Pedicularis palustris)
  1817. Moeraskers (Rorippa palustris)
  1818. Moeraskruiskruid (Jacobaea paludosa)
  1819. Moeraslathyrus (Lathyrus palustris)
  1820. moerasmelkdistel (Sonchus palustris)
  1821. Moerasmuur (Stellaria uliginosa)
  1822. Moerasooievaarsbek (Geranium palustre)
  1823. Moerasorchis (Anacamptis palustris)
  1824. Moerasrolklaver (Lotus pedunculatus)
  1825. Moerassmele (Deschampsia setacea)
  1826. Moerasspirea (Filipendula ulmaria)
  1827. Moerasstreepzaad (Crepis paludosa)
  1828. Moerasstruisgras of kruipend struisgras (Agrostis canina)
  1829. Moerasvaren (Thelypteris palustris)
  1830. Moerasvergeet-mij-nietje (Myosotis palustris of Myosotis scorpioides)
  1831. Moerasviooltje (Viola palustris)
  1832. Moeraswalstro (Galium palustre)
  1833. Moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora)
  1834. Moeraswespenorchis (Epipactis palustris)
  1835. Moeraswolfsklauw (Lycopodiella inundata)
  1836. Moeraswolfsmelk (Euphorbia palustris)
  1837. Moeraszegge (Carex acutiformis)
  1838. Moeraszoutgras (Triglochin palustris)
  1839. Moeraszuring (Rumex palustris)
  1840. Moesdistel (Cirsium oleraceum)
  1841. Moeslook (Allium oleraceum)
  1842. Montereycipres (Cupressus macrocarpa)
  1843. Montereyden (Pinus radiata)
  1844. Montpelieresdoorn (Acer monspessulanum)
  1845. Mopane (Colophospermum mopane)
  1846. Morichepalm (Mauritia flexuosa)
  1847. Mosbloempje (Crassula tillaea)
  1848. Moseik (Quercus cerris)
  1849. Mossteenbreek (Saxifraga hypnoides)
  1850. Mottenkruid (Verbascum blattaria)
  1851. Motwortel (Cymbopogon marginatus)
  1852. Mu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1853. Muizenoor (Hieracium pilosella)
  1854. Muizenstaart (Myosurus minimus)
  1855. Mungboon (Vigna radiata)
  1856. Muskuskaasjeskruid (Malva moschata)
  1857. Muskuskruid (Adoxa moschatellina)
  1858. Muskuspompoen (Cucurbita moschata)
  1859. Muurbloem (Erysimum cheiri)
  1860. Muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus)
  1861. Muurganzenvoet (Chenopodium murale)
  1862. Muurhavikskruid (Hieracium murorum)
  1863. Muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis)
  1864. Muurmos of gewoon muursterretje (Tortula muralis)
  1865. Muurpeper (Sedum acre)
  1866. Muursla (Mycelis muralis)
  1867. Muurvaren (Asplenium ruta-muraria)
  1868. Muurzeepkruid (Saponaria ocymoides) Rotszeepkruid
  1869. N[bewerken | brontekst bewerken]

    My (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1870. Mysore-winde (Thunbergia mysorensis)
  1871. N (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1872. Naakte lathyrus (Lathyrus aphaca)
  1873. Naaldenkervel (Scandix pecten-veneris)
  1874. Naaldwaterbies (Eleocharis acicularis)
  1875. Nachtkoekoeksbloem (Silene noctiflora)
  1876. Nachtsilene (Silene nutans)
  1877. Namnam (Cynometra cauliflora)
  1878. Nance (Byrsonima crassifolia)
  1879. Nangka (Artocarpus heterophyllus)
  1880. Napolitaanse cyclaam (Cyclamen hederifolium)
  1881. Narduskruid (Nardostachys grandiflora)
  1882. Nashi-peer (Pyrus pyrifolia)
  1883. Natal-pruim (Carissa macrocarpa)
  1884. Neem (Azadirachta indica)
  1885. Nerfamarant (Amaranthus blitoides)
  1886. Nestvaren (Asplenium nidus)
  1887. Nieuw-Engelse aster (Symphyotrichum novae-angliae)
  1888. Nieuw-Guinea-impatiens (Impatiens hawkeri)
  1889. Nieuw-Nederlandse aster (Symphyotrichum novi-belgii)
  1890. Nieuw-Zeelandse spinazie (Tetragonia tetragonioides)
  1891. Nikko zilverspar (Abies homolepis)
  1892. Nobilis spar (Abies procera)
  1893. Noni (Morinda citrifolia)
  1894. Nonnetjesorchis (Neotinea maculata)
  1895. Noordelijke rata (Metrosideros robusta)
  1896. Noords walstro (Galium boreale)
  1897. Noordse aalbes (Ribes spicatum)
  1898. Noordse helm (Calamagrostis × calammophila)
  1899. Noordse rus (Juncus balticus)
  1900. Noorse ganzerik (Potentilla norvegica)
  1901. Noordse streepvaren (Asplenium septentrionale)
  1902. Noordse zegge (Carex aquatilis)
  1903. Noorse esdoorn (Acer platanoides)
  1904. Nootmuskaat (Myristica fragans)
  1905. Nordmann-spar (Abies nordmanniana)
  1906. O[bewerken | brontekst bewerken]

    O (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Oc-On - Op - Or-Ov 

    Oc-On (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1907. Oca (Oxalis tuberosa)
  1908. Oesterblad (Mertensia maritima)
  1909. Oeveramarant (Amaranthus tuberculatus)
  1910. Oeverkruid (Littorella uniflora)
  1911. Oeverzegge (Carex riparia)
  1912. Ohai (Sesbania tomentosa)
  1913. Ohia ha (Syzygium sandwicensis)
  1914. Okkernoot (Juglans regia)
  1915. Okra (Abelmoschus esculentus)
  1916. Ölands zonneroosje (Helianthemum oelandicum)
  1917. Oleander (Nerium oleander)
  1918. Oliepalm (Elaeis guineensis)
  1919. Olifantenyam (Amorphophallus paeoniifolius)
  1920. Olifantsappel of houtappel (Limonia acidissima)
  1921. Olijfboom (Olea europaea)
  1922. Omgebogen vetkruid (Sedum cepaea)
  1923. Onderaardse klaver (Trifolium subterraneum)
  1924. Ondergedoken moerasscherm (Apium inundatum)
  1925. Ongelijkbladig fonteinkruid (Potamogeton gramineus)
  1926. Ongelijkbladig schapengras (Festuca heteropachys)
  1927. Ongevlekt longkruid (Pulmonaria obscura)
  1928. Ongezoomd ertsmos (Scopelophila cataractae)
  1929. Ontariopopulier (Populus balsamifera)
  1930. Onvertakte ruit (Thalictrum simplex)
  1931. Op (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1932. Oorsilene (Silene otites)
  1933. Oostelijk kruiskruid (Senecio vernalis)
  1934. Oostenrijkse alpenanemoon (Pulsatilla alpina subsp. austriaca)
  1935. Oostenrijkse den (Pinus nigra var. nigra)
  1936. Oostenrijkse kers (Rorippa austriaca)
  1937. Oostenrijks vlas (Linum austriacum)
  1938. Oosterse amberboom (Liquidambar orientalis)
  1939. Oosterse anemoon (Anemone blanda)
  1940. Oosterse beuk (Fagus silvatica)
  1941. Oosterse bolderik (Agrostemma gracile)
  1942. Oosterse haagbeuk (Carpinus orientalis)
  1943. Oosterse karmozijnbes (Phytolacca esculenta)
  1944. Oosterse morgenster (Tragopogon pratensis subsp. orientalis)
  1945. Oosterse plataan (Platanus orientalis)
  1946. Oosterse sterhyacint (Scilla siberica)
  1947. Oosterse wingerd (Parthenocissus tricuspidata)
  1948. Oost-Indische kers (Tropaeolum majus)
  1949. Oost-Siberische zilverspar (Abies nephrolepis)
  1950. Oot (Avena fatua)
  1951. Opstijgende steentijm (Clinopodium ascendens)
  1952. Or-Ov (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  1953. Oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum)
  1954. Oranje springzaad (Impatiens capensis)
  1955. Orgelpijpcactus (Stenocereus thurberi)
  1956. Orinoco-appel (Solanum sessiliflorum syn. Solanum topiro)
  1957. Orleaanboom (Bixa orellana)
  1958. Osagedoorn (Maclura pomifera)
  1959. Outeniquageelhout of Kalander (Afrocarpus falcatus)
  1960. Overblijvend vlas (Linum perenne)
  1961. Overblijvende hardbloem (Scleranthus perennis)
  1962. Overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens)
  1963. P[bewerken | brontekst bewerken]

    P (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Pa - Pe - Pi - Pl - Po - Pr - Pu - Py 

    Pa (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Paa - Pad-Paw 
    Paa (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1964. Paarbladig fonteinkruid (Groenlandia densa)
  1965. Paarbladig goudveil (Chrysosplenium oppositifolium)
  1966. Paardenbloem (Taraxacum officinale)
  1967. Paardenbloemstreepzaad (Crepis vesicaria subsp. taraxacifolia)
  1968. Paardenhaarzegge (Carex appropinquata)
  1969. Paardenhoefklaver (Hippocrepis comosa)
  1970. Paardenzuring (Rumex aquaticus)
  1971. Paarse aspergeorchis (Limodorum abortivum)
  1972. Paarse dovenetel (Lamium purpureum)
  1973. Paarse schubwortel of Prachtschubwortel (Lathraea clandestina)
  1974. Paarse trompetbekerplant (Sarracenia purpurea)
  1975. Paarse wespenorchis (Epipactis purpurata)
  1976. Paascactus (Schlumbergera gaertneri)
  1977. Pad-Paw (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  1978. Paddenrus (Juncus subnodulosus)
  1979. Paksoi (Brassica rapa var. chinensis)
  1980. Palmarosa (Cymbopogon martinii)
  1981. Palmiet (Prionium serratum)
  1982. Palmkool (Brassica oleracea var. palmifolia)
  1983. Pandaplant (Kalanchoe tomentosa)
  1984. Papaja (Carica papaya)
  1985. Papeda (Citrus hystrix)
  1986. Papegaaienbanaan (Heliconia psittacorum)
  1987. Papegaaienkruid (Amaranthus retroflexus)
  1988. Papierberk (Betula papyrifera)
  1989. Papiermoerbei (Broussonetia papyrifera)
  1990. Paprika (Capsicum annuum)
  1991. Papyrusriet (Cyperus papyrus)
  1992. Paradijslelie (Paradisea liliastrum)
  1993. Paradijsvogelbloem (Strelitzia reginae)
  1994. Paranoot (Bertholletia excelsa)
  1995. Parapluplant (Cyperus alternifolius)
  1996. Parapluutjesmos (Marchantia polymorpha)
  1997. Parasolden (Pinus pinea)
  1998. Parasolwaaierpalm (Corypha umbraculifera)
  1999. Parnassia (Parnassia palustris)
  2000. Pastinaak (Pastinaca sativa)
  2001. Patchouli (Pogostemon cablin)
  2002. Pauwenbloem (Caesalpinia pulcherrima)
  2003. Pauwenkers (Ixora coccinea)
  2004. Pawpaw (o.a Asimina triloba)
  2005. Pe (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2006. Pecannoot (Carya illinoensis)
  2007. Peervormige lijsterbes (Sorbus domestica)
  2008. Pekbloem (Silene armeria)
  2009. Pendoorn (Gymnosporia buxifolia)
  2010. Penningkruid (Lysimachia nummularia)
  2011. Penseelbladige waterranonkel (Ranunculus penicillatus)
  2012. Peper (Piper nigrum)
  2013. Peperkers (Lepidium latifolium)
  2014. Pepermunt (Mentha × piperita)
  2015. Peperwortelboom (Moringa oleifera)
  2016. Pepino (Solanum muricatum)
  2017. Pereskie (Pereskia aculeata)
  2018. Peruaanse rinkelboom (Thevetia peruviana)
  2019. Perzik (Prunus persica)
  2020. Perzikkruid (Persicaria maculosa syn. Polygonum persicaria)
  2021. Perzikpalm (Bactris gasipaes)
  2022. Perzische berenklauw (Heracleum persicum)
  2023. Perzische klaver (Trifolium resupinatum)
  2024. Peteh of Petehboon (Parkia speciosa)
  2025. Peterselie (Petroselinum crispum)
  2026. Peterseliebraam (Rubus laciniatus)
  2027. Peterselievlier (Sambucus nigra var. laciniata)
  2028. Peultjes (Pisum sativum var. saccharatum)
  2029. Peyote (Lophophora williamsii)
  2030. Pi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2031. Pijlbrem (Genista sagittalis)
  2032. Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia)
  2033. Pijlkruidkers (Lepidium draba of Cardaria draba)
  2034. Pijlriet (Arundo donax)
  2035. Pijpbloem (Aristolochia clematitis)
  2036. Pijpenstrootje (Molinia caerulea)
  2037. Pijptorkruid (Oenanthe fistulosa)
  2038. Pilvaren (Pilularia globulifera)
  2039. Pilzegge (Carex pilulifera)
  2040. Piment (Pimenta dioica)
  2041. Pimpernoot (Staphylea pinnata)
  2042. Pinda (Arachis hypogaea)
  2043. Pindakaasboom (Clerodendrum trichotomum)
  2044. Pinksterbloem (Cardamine pratensis)
  2045. Piramideklokje (Campanula pyramidalis)
  2046. Piramidezenegroen (Ajuga pyramidalis)
  2047. Pistache, ook echte pistache (Pistacia vera)
  2048. Pitomba (Eugenia luschnathiana)
  2049. Pitomba (Talisia esculenta)
  2050. Pitrus (Juncus effusus)
  2051. Pl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2052. Plat beemdgras (Poa compressa)
  2053. Plat blaasjeskruid (Utricularia intermedia)
  2054. Plat fonteinkruid (Potamogeton compressus)
  2055. Platte bies (Blysmus compressus)
  2056. Platte rus (Juncus compressus)
  2057. Platte vliesvaren (Hymenophyllum tunbrigense)
  2058. Ploegbreker (Erythrina zeyheri)
  2059. Pluimes of bloemes (Fraxinus ornus)
  2060. Pluimgipskruid (Gypsophila paniculata)
  2061. Pluimpapaver (Macleaya cordata)
  2062. Pluimstaartmos, Pluimstaart-haakmos (Rhytidiadelphus triquetrus)
  2063. Pluimzegge (Carex paniculata)
  2064. Pluot (Prunus salicina x armeniaca)
  2065. Po (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2066. Poelruit (Thalictrum flavum)
  2067. Pohutukawa (Metrosideros excelsa)
  2068. Polei (Mentha pulegium)
  2069. Polypodium ×mantoniae (Bastaardeikvaren)
  2070. Polzegge (Carex cespitosa)
  2071. Pomelo (Citrus ×grandis)
  2072. Pompelmoes (Citrus maxima)
  2073. Ponderosaden (Pinus ponderosa)
  2074. Pontische rododendron (Rhododendron ponticum)
  2075. Poolhoornbloem (Cerastium arcticum)
  2076. Poppenorchis (Orchis anthropophora)
  2077. Portugese eik (Quercus faginea)
  2078. Postelein (Portulaca oleracea)
  2079. Pr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2080. Prachtanjer (Dianthus superbus)
  2081. Prachtframboos (Rubus spectabilis)
  2082. Prachtige mango (Mangifera magnifica)
  2083. Prachtklokje (Campanula persicifolia)
  2084. Prachtrozenkransje (Anaphalis margaritacea)
  2085. Prei (Allium porrum)
  2086. Priemkruid (Subularia aquatica)
  2087. Priemvetmuur (Sagina subulata)
  2088. Prikneus (Silene coronaria syn. Lychnis coronaria)
  2089. Pronkboon (Phaseolus coccineus)
  2090. Pruikenboom (Cotinus coggygria)
  2091. Pruim (Prunus domestica)
  2092. Pu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2093. Puntig fonteinkruid (Potamogeton mucronatus)
  2094. Puntkroos (Lemna trisulca)
  2095. Puntwederik (Lysimachia punctata)
  2096. Purgeernoot (Jatropha curcas)
  2097. Purper struisriet (Calamagrostis purpurea)
  2098. Purpergentiaan (Gentiana purpurea)
  2099. Purperorchis (Orchis purpurea)
  2100. Purpere klaver (Trifolium rubens)
  2101. Purpersteeltje (Ceratodon purpureus)
  2102. Py (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2103. Pyreneeëneik (Quercus pyrenaica)
  2104. Pyrenese adonis (Adonis pyrenaica)
  2105. Pyrenese akelei (Aquilegia pyrenaica)
  2106. Pyrenese boterbloem (Ranunculus pyrenaeus)
  2107. Pyrenese kwastjesbloem (Soldanella villosa)
  2108. Q[bewerken | brontekst bewerken]

    Q (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2109. Qat (Catha edulis)
  2110. Quil-Quil (Blechnum arcuatum)
  2111. Quinoa (Chenopodium quinoa)
  2112. R[bewerken | brontekst bewerken]

    R (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ra - Re - Ri - Ro - Ru 

    Ra (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2113. Raapstelen (Brassica campestris)
  2114. Raapzaad (Brassica rapa)
  2115. Rabarber (Rheum rhabarbarum)
  2116. Radijs (Raphanus sativus subsp. sativus)
  2117. Ramboetan (Nepehelium lappaceum)
  2118. Ramie (Boehmeria nivea)
  2119. Rammenas (Raphanus sativus subsp. niger)
  2120. Randjesbloem (Arabis caucasica)
  2121. Rankende duivenkervel (Fumaria capreolata)
  2122. Rankende helmbloem (Ceratocapnos claviculata, Corydalis claviculata)
  2123. Ranonkelstruik (Kerria japonica)
  2124. Rapunzelklokje (Campanula rapunculus)
  2125. Ratelpopulier of esp (Populus tremula)
  2126. Re (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2127. Recht klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme var. tectorum)
  2128. Rechte alsem (Artemisia biennis)
  2129. Rechte driehoeksvaren (Gymnocarpium robertianum)
  2130. Rechte ganzerik (Potentilla recta)
  2131. Reigersbek (Erodium cicutarium)
  2132. Reizigersboom (Ravanela madagascariensis)
  2133. Resedabladige veldkers (Cardamine resedifolia)
  2134. Reukeloze kamille (Tripleurospermum maritimum, Matricaria maritima)
  2135. Reuzenaronskelk of penisplant (Amorphophallus titanum)
  2136. Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera)
  2137. Reuzenbamboe (Dendrocalamus giganteus)
  2138. Reuzenberenklauw of Perzische berenklauw (Heracleum mantegazzianum)
  2139. Reuzenklaproos (Papaver orientale)
  2140. Reuzenklimtrompet (Solandra maxima)
  2141. Reuzenlevensboom (Thuja plicata)
  2142. Reuzenorchis (Himantoglossum robertianum)
  2143. Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia)
  2144. Reuzenpijpbloem (Aristolochia gigantea)
  2145. Reuzenpompoen (Cucurbita maxima)
  2146. Reuzenzilverspar (Abies grandis)
  2147. Reuzenzwenkgras (Festuca gigantea)
  2148. Ri (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2149. Ribbelbies (Schoenoplectiella mucronata)
  2150. Ribbelzegge (Carex vulpinoidea)
  2151. Ridderzuring (Rumex obtusifolius)
  2152. Riempjes (Corrigiola litoralis)
  2153. Riempjesmos (Rhytidiadelphus loreus)
  2154. Riet (Phragmites australis)
  2155. Rietgras (Phalaris arundinacea)
  2156. Rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa syn. Dactylorhiza praetermissa)
  2157. Rietzwenkgras (Festuca arundinacea)
  2158. Rijncentaurie (Centaurea stoebe)
  2159. Rijnse steenbreek (Saxifraga rosacea subsp. sponhemica)
  2160. Rijsbes (Vaccinium uliginosum)
  2161. Rijst (Oryza sativa)
  2162. Rijstgras (Leersia oryzoides)
  2163. Rimpelige mispel (Cotoneaster rehderi)
  2164. Rimpelroos (Rosa rugosa)
  2165. Rimu (Dacrydium cupressinum)
  2166. Ringelwikke (Vicia hirsuta)
  2167. Rivierduinzegge (Carex ligerica)
  2168. Rivierfonteinkruid (Potamogeton nodosus)
  2169. Rivierkruiskruid (Senecio fluviatilis)
  2170. Rivierstruisriet (Calamagrostis pseudophragmites)
  2171. Riviertandzaad (Bidens radiata)
  2172. Ro (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Rob - Rod - Rog-Roo - Roz 
    Rob (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2173. Robinia (Robinia pseudoacacia)
  2174. Rod (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2175. Rode aardbeispinazie (Chenopodium foliosum)
  2176. Rode berk of Zwarte berk (Betula nigra)
  2177. Rode bies (Blysmus rufus)
  2178. Rode biet of Kroot (Beta vulgaris var. rubra)
  2179. Rode bosbes (Vaccinium vitis-idaea)
  2180. Rode bremraap (Orobanche lutea)
  2181. Rode dophei (Erica cinerea)
  2182. Rode esdoorn (Acer rubrum)
  2183. Rode ganzenvoet (Chenopodium rubrum)
  2184. Rode kamperfoelie (Lonicera xylosteum)
  2185. Rode klaver (Trifolium pratense)
  2186. Rode kool (Brassica oleracea convar. capitata var. rubra)
  2187. Rode kornoelje (Cornus sanguinea)
  2188. Rode lampenpoetser (Callistemon citrinus)
  2189. Rode moerbei (Morus rubra)
  2190. Rode mombinpruim (Spondias purpurea)
  2191. Rode ogentroost (Odontites vernus subsp. serotinus)
  2192. Rode paardenkastanje (Aesculus ×carnea)
  2193. Rode pekanjer (Silene viscaria syn. Lychnis viscaria)
  2194. Rode ribes (Ribes sanguineum)
  2195. Rode schijnspurrie (Spergularia rubra)
  2196. Rode waterereprijs (Veronica catenata)
  2197. Rode zijdeplant (Asclepias incarnata)
  2198. Rode zonnehoed (Echinacea purpurea)
  2199. Rog-Roo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2200. Rogge (Secale cereale)
  2201. Roggelelie (Lilium bulbiferum subsp. croceum)
  2202. Romanesco of groene torentjesbloemkool (Brassica oleracea convar. botrytis var. botrytis)
  2203. Rond boogsterrenmos (Plagiomnium affine)
  2204. Rondbladige boerenkers (Thlaspi rotundifolium)
  2205. Rondbladige cyclaam (Cyclamen coum)
  2206. Ronde look (Allium rotundum)
  2207. Ronde ooievaarsbek (Geranium rotundifolium)
  2208. Ronde steenbreek (Saxifraga rotundifolia)
  2209. Ronde zegge (Carex diandra)
  2210. Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia)
  2211. Rond wintergroen (Pyrola rotundifolia)
  2212. Rond kaasjeskruid (Malva pusilla)
  2213. Rond sterrenkroos (Callitriche hermaphroditica)
  2214. Rood bosvogeltje (Cephalanthera rubra)
  2215. Rood cypergras (Cyperus longus)
  2216. Rood guichelheil (Anagallis arvensis subsp. arvensis)
  2217. Rood herderstasje (Capsella rubella)
  2218. Rood peperboompje (Daphne mezereum)
  2219. Rood vetkruid (Sedum rubens)
  2220. Roodbloeiende framboos (Rubus odoratus)
  2221. Roodzwenkgras (Festuca rubra)
  2222. Rooibos (Aspalathus linearis)
  2223. Roomse kamille (Chamaemelum nobile)
  2224. Roomse kervel (Myrrhis odorata)
  2225. Roos van Jericho (Anastatica hierochuntica)
  2226. Roosjessteenbreek (Saxifraga rosacea)
  2227. Roselle (Hibiscus sabdariffa)
  2228. Rosse vossenstaart (Alopecurus aequalis)
  2229. Rossig fonteinkruid (Potamogeton alpinus)
  2230. Rotsanjer (Dianthus gratianopolitanus)
  2231. Rotsganzerik (Drymocallis rupestris)
  2232. Rotsheide (Pieris japonica)
  2233. Rotsooievaarsbek (Geranium macrorrhizum)
  2234. Rotsschildzaad (Aurinia saxatilis)
  2235. Roz (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2236. Rozemarijn (Rosmarinus officinalis)
  2237. Roze berberis (Berberis aggregata)
  2238. Roze duivenkervel (Fumaria vaillantii)
  2239. Roze hemelsleutel (Sedum spectabile)
  2240. Roze maagdenpalm (Catharanthus roseus)
  2241. Roze peper (Schinus terebinthifolius)
  2242. Roze trompetwinde (Podranea ricasoliana)
  2243. Roze vanilleorchis (Gymnadenia corneliana)
  2244. Roze vetkruid (Sedum spurium)
  2245. Roze winterpostelein (Claytonia sibirica)
  2246. Rozenkransje (Antennaria dioica)
  2247. Rozenpelargonium (Pelargonium graveolens)
  2248. Rozetkruidkers (Lepidium heterophyllum)
  2249. Rozetsteenkers (Arabidopsis arenosa)
  2250. Rozewortel (Rhodiola rosea)
  2251. Ru (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2252. Rucola of raketsla (Eruca sativa)
  2253. Ruig haarmos (Polytrichum piliferum)
  2254. Ruig hertshooi (Hypericum hirsutum)
  2255. Ruig klokje (Campanula trachelium)
  2256. Ruig schapengras (Festuca ovina subsp. hirtula)
  2257. Ruig viooltje (Viola hirta)
  2258. Ruig zoutkruid (Bassia hirsuta)
  2259. Ruige anjer (Dianthus armeria)
  2260. Ruige fijnstraal (Conyza bilbaoana)
  2261. Ruige heemst (Althaea hirsuta)
  2262. Ruige klaproos (Papaver argemone)
  2263. Ruige lathyrus (Lathyrus hirsutus)
  2264. Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus)
  2265. Ruige rudbeckia (Rudbeckia hirta)
  2266. Ruige rupsklaver (Medicago polymorpha)
  2267. Ruige scheefkelk (Arabis hirsuta subsp. hirsuta)
  2268. Ruige veldbies (Luzula pilosa)
  2269. Ruige weegbree (Plantago media)
  2270. Ruige zegge (Carex hirta)
  2271. Ruslelie (Sisyrinchium bermudianum)
  2272. Ruw beemdgras (Poa trivialis)
  2273. Ruw gierstgras (Milium vernale)
  2274. Ruw klokje (Campanula cervicaria)
  2275. Ruw parelzaad (Lithospermum arvense)
  2276. Ruw struisgras (Agrostis scabra)
  2277. Ruw vergeet-mij-nietje (Myosotis ramosissima)
  2278. Ruw walstro (Galium uliginosum)
  2279. Ruwe berk (Betula pendula syn. Betula verrucosa)
  2280. Ruwe bies (Schoenoplectus tabernaemontani)
  2281. Ruwe iep of bergiep (Ulmus glabra)
  2282. Ruwe klaver (Trifolium scabrum)
  2283. Ruwe paardenstaart (Equisetum ×trachyodon)
  2284. Ruwe smeerwortel (Symphytum asperum)
  2285. Ruwe smele (Deschampsia cespitosa)
  2286. Ruwvruchtige populier (Populus lasiocarpa)
  2287. S[bewerken | brontekst bewerken]

    S (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Sa - Sc - Se - Sh - Si - Sj - Sl - Sm - Sn - So - Sp - St - Su - Sy 

    Sa (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2288. Sachalin-zilverspar (Abies sachalinensis)
  2289. Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis)
  2290. Saffloer (Carthamus tinctorius)
  2291. Saffraankrokus (Crocus sativus)
  2292. Saguaro (Carnegiea gigantea)
  2293. Salak (Salacca zalacca)
  2294. San Pedro-cactus (Echinopsis pachanoi)
  2295. Santol (Sandoricum koetjape)
  2296. Sapodilla (Manilkara zapota)
  2297. Sareptamosterd of Bruine mosterd (Brassica juncea)
  2298. Satsuma (Citrus reticulata 'Satsuma')
  2299. Savooiekool (Brassica oleracea convar. capitata var. sabauda)
  2300. Sc (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2301. Schaafstro (Equisetum hyemale)
  2302. Schaduwgras of bosbeemdgras (Poa nemoralis)
  2303. Schaduwkruiskruid (Senecio ovatus)
  2304. Schapenzuring (Rumex acetosella)
  2305. Scharlaken eik (Quercus coccinea)
  2306. Scharlei (Salvia sclarea)
  2307. Schedefonteinkruid (Potamogeton pectinatus)
  2308. Schedegeelster (Gagea spathacea)
  2309. Schermhavikskruid (Hieracium umbellatum)
  2310. Schermscheefbloem (Iberis umbellata)
  2311. Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)
  2312. Scherpe fijnstraal (Erigeron acer)
  2313. Scherpe zegge (Carex acuta)
  2314. Scherpkruid (Asperugo procumbens)
  2315. Scheuchers wollegras (Eriophorum scheuchzeri)
  2316. Scheve hoornbloem (Cerastium diffusum)
  2317. Scheve veldsla (Valerianella eriocarpa)
  2318. Schietwilg (Salix alba)
  2319. Schijfkamille (Matricaria discoidea)
  2320. Schijnaardbei (Potentilla indica)
  2321. Schijnegelantier (Rosa henkeri-schulzei)
  2322. Schijn-els (Clethra alnifolia)
  2323. Schijnheggenroos (Rosa subcollina)
  2324. Schijnhondsroos (Rosa subcanina )
  2325. Schijnkraagroos (Rosa inodora)
  2326. Schijnpapaver (Meconopsis cambrica)
  2327. Schijnviltroos (Rosa pseudoscabriuscula)
  2328. Schildereprijs (Veronica scutellata)
  2329. Schoonvrucht (Callicarpa bodinieri)
  2330. Schorrenkruid of klein schorrenkruid (Suaeda maritima)
  2331. Schorrenzoutgras (Triglochin maritima)
  2332. Schorseneer (Scorzonera hispanica)
  2333. Schroefpalm (Pandanus tectorius)
  2334. Schubvaren (Asplenium ceterach)
  2335. Schubzegge (Carex lepidocarpa)
  2336. Se (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2337. Sebestenboom (Cordia sebestena)
  2338. Selderij (Apium graveolens)
  2339. Sennapeul (Senna alexandrina)
  2340. Sering (Syringa vulgaris)
  2341. Serradelle (Ornithopus sativus)
  2342. Servische spar (Picea omorika)
  2343. Sesam (Sesamum indicum)
  2344. Sh (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2345. Shatavari (Asparagus racemosus)
  2346. Shiso (Perilla frutescens)
  2347. Si (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2348. Siberische balsempopulier (Populus × berolinensis)
  2349. Siberische den (Pinus sibirica)
  2350. Siberische dwergden (Pinus pumila)
  2351. Siberische lariks (Larix sibirica)
  2352. Siberische spar (Picea obovata)
  2353. Siberische zilverspar (Abies sibirica)
  2354. Siberische zuurbes (Berberis amurensis)
  2355. Sierkers (Japanse sierkers) (Prunus)
  2356. Sierkool (Brassica oleracea var. acephala)
  2357. Sierlijk vetkruid (Sedum forsterianum)
  2358. Sierlijke dravik (Bromus lepidus)
  2359. Sierlijke vetmuur (Sagina nodosa)
  2360. Siernetel (Solenostemon scutellarioides)
  2361. Sikkelgoudscherm (Bupleurum falcatum)
  2362. Sikkelklaver (Medicago falcata)
  2363. Sikkelkruid (Falcaria vulgaris)
  2364. Sinaasappel (Citrus sinensis)
  2365. Sint-Janskruid (Hypericum perforatum)
  2366. Sint-jansui (Allium fistulosum var. bulbifera)
  2367. Sitkaspar (Picea sitchensis)
  2368. Sj (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2369. Sjalot (Allium ascalonicum)
  2370. Sl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2371. Slaapbol (Papaver somniferum)
  2372. Slaapkamergeluk (Soleirolia soleirolii).
  2373. Slaapmutsje (Eschscholzia californica)
  2374. Slangenesdoorn (Acer capillipes)
  2375. Slangenden of apenboom (Araucaria araucana)
  2376. Slangenkruid (Echium vulgare)
  2377. Slangenlook (Allium scorodoprasum)
  2378. Slangenwortel (Calla palustris)
  2379. Slank wollegras (Eriophorum gracile)
  2380. Slanke gentiaan (Gentianella amarella)
  2381. Slanke kaardebol (Dipsacus strigosus)
  2382. Slanke mantelanjer (Petrorhagia prolifera)
  2383. Slanke ogentroost (Euphrasia micrantha)
  2384. Slanke sleutelbloem (Primula elatior)
  2385. Slanke waterbies (Eleocharis uniglumis)
  2386. Slanke waterkers (Rorippa microphylla)
  2387. Slanke waterweegbree (Alisma lanceolatum)
  2388. Slanke zegge (Carex strigosa)
  2389. Sleedoorn (Prunus spinosa)
  2390. Slijkgroen (Limosella aquatica)
  2391. Slijkzegge (Carex limosa)
  2392. Slijmappel (Aegle marmelos)
  2393. Slipbladige ooievaarsbek (Geranium dissecta)
  2394. Slipbladige rudbeckia (Rudbeckia laciniata)
  2395. Slofhak (Anthoxanthum aristatum)
  2396. Sm (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2397. Smal beemdgras (Poa angustifolia)
  2398. Smal fakkelgras (Koeleria macrantha)
  2399. Smal longkruid (Pulmonaria montana)
  2400. Smal streepzaad (Crepis tectorum)
  2401. Smal tandzaad (Bidens connata)
  2402. Smal venushaar (Adiantum diaphanum)
  2403. Smal vlas (Linum tenuifolium)
  2404. Smal vlieszaad (Corispermum intermedium)
  2405. Smalbladige es (Fraxinus angustifolia)
  2406. Smalbladige gentiaan (Gentiana angustifolia)
  2407. Smalbladige populier (Populus angustifolia)
  2408. Smalbladige wilg (Salix exigua)
  2409. Smalle beukvaren (Phegopteris connectilis)
  2410. Smalle doorwas (Bupleurum subovatum)
  2411. Smalle orchis (Dactylorhiza traunsteineri)
  2412. Smalle raai (Galeopsis angustifolia)
  2413. Smalle rolklaver (Lotus glaber)
  2414. Smalle stekelvaren (Dryopteris carthusiana)
  2415. Smalle waterweegbree (Alisma gramineum)
  2416. Smalle weegbree (Plantago lanceolata)
  2417. Smalle wikke (Vicia sativa subsp. nigra)
  2418. Smallippige wespenorchis (Epipactis leptochila)
  2419. Smelehaver (Ventenata dubia)
  2420. Sn (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2421. Sneeuwbal (Hydrangea arborescens)
  2422. Sneeuwbal (Viburnum rhytidophyllum)
  2423. Sneeuwgentiaan (Gentiana nivalis)
  2424. Snijbiet (Beta vulgaris var. cicla)
  2425. Sniporchis (Ophrys scolopax)
  2426. Snavelheliconia (Heliconia rostrata)
  2427. Snavelruppia (Ruppia maritima)
  2428. Snavelzegge (Carex rostrata)
  2429. Snijboon (Phaseolus vulgaris)
  2430. Snijselderij (Apium graveolens var. secalinum)
  2431. So (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2432. Sodomsappel (Solanum sodomaeum)
  2433. Sofiekruid (Descurainia sophia)
  2434. Sojaboon (Glycine max)
  2435. Soldaatje (Orchis militaris)
  2436. Sombere vederdistel (Cirsium heterophyllum)
  2437. Soncoya (Annona purpurea)
  2438. Sopropo (Momordica charantia)
  2439. Sorbus ×thuringiaca (Gedeelde meelbes)
  2440. Sorghum (Sorghum bicolor)
  2441. Sp (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2442. Spaans mos (Tillandsia usneoides)
  2443. Spaans vetkruid (Sedum hispanicum)
  2444. Spaanse aak (Acer campestre)
  2445. Spaanse dravik (Anisantha madritensis)
  2446. Spaanse hyacint (Hyacinthoides hispanica)
  2447. Spaanse margriet (Osteospermum ecklonis)
  2448. Spaanse pijpbloem (Aristolochia baetica)
  2449. Spaanse ruiter (Cirsium dissectum)
  2450. Spaanse vlag (Ipomoea lobata)
  2451. Spaanse zilverspar (Abies pinsapo)
  2452. Spaanse zuring (Rumex scutatus)
  2453. Sparrenmos (Thuidium abietinum)
  2454. Spatelkruiskruid (Tephroseris helenitis)
  2455. Spatelviltkruid (Filago pyramidata)
  2456. Speerdistel (Cirsium vulgare syn. Cirsium lanceolatum)
  2457. Spekboom (Portulacaria afra)
  2458. Spelt (Triticum spelta)
  2459. Sperzieboon (Phaseolus vulgaris)
  2460. Spicers venusschoentje (Paphiopedilum spicerianum)
  2461. Spiesleeuwenbek (Kickxia elatine)
  2462. Spiesmelde (Atriplex prostrata)
  2463. Spiesraket (Sisymbrium loeselii)
  2464. Spijkerhoutboom (Mouriri crassifolia)
  2465. Spijklavendel (Lavandula latifolia)
  2466. Spinazie (Spinacia oleracea)
  2467. Spinaziezuring (Rumex patientia)
  2468. Spinnenorchis (Ophrys sphegodes)
  2469. Spinnenwebhuislook (Sempervivum arachnoideum)
  2470. Spiraalruppia (Ruppia cirrhosa)
  2471. Spits boogsterrenmos (Plagiomnium cuspidatum)
  2472. Spits fonteinkruid (Potamogeton acutifolius)
  2473. Spits havikskruid (Hieracium lactucella)
  2474. Spitse geelster (Gagea minima)
  2475. Spitslobbige vrouwenmantel (Alchemilla vulgaris)
  2476. Sponskomkommer (Luffa aegyptiaca)
  2477. Spookorchis (Epipogium aphyllum)
  2478. Spoorbloem (Centranthus ruber)
  2479. Springkomkommer (Ecballium elaterium)
  2480. Springzaadveldkers (Cardamine impatiens)
  2481. Spruitkool (Brassica oleracea convar. oleracea var. gemmifera)
  2482. St (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Sta-Ste - Sti - Sto - Str-Stu 
    Sta-Ste (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2483. Stalkaars (Verbascum densiflorum)
  2484. Steelzaad (Scorzonera laciniata)
  2485. Steenanjer (Dianthus deltoides)
  2486. Steenbraam (Rubus saxatilis)
  2487. Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes)
  2488. Steeneik (Quercus ilex)
  2489. Steeneppe (Sison amomum)
  2490. Steenhoornbloem (Cerastium pumilum)
  2491. Steenkruidkers (Lepidium ruderale)
  2492. Steentijmereprijs (Veronica acinifolia)
  2493. Stekelboom (Kalopanax septemlobus)
  2494. Stekelbrem (Genista anglica)
  2495. Stekelige jeneverbes (Juniperus oxycedrus)
  2496. Stekelkamgras (Cynosurus echinatus)
  2497. Stekelpapaver (Argemone mexicana)
  2498. Stekelzaad (Echinospermum lappula, voorheen Lappula squarrosa)
  2499. Stekend loogkruid (Salsola kali subsp. kali)
  2500. Stekende bies (Schoenoplectus pungens)
  2501. Stekende wolfsklauw (Lycopodium annotinum)
  2502. Stengelloze silene (Silene acaulis)
  2503. Stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris)
  2504. Stengelomvattend havikskruid (Hieracium amplexicaule)
  2505. Steranijs (Illicium verum)
  2506. Sterzegge (Carex echinata)
  2507. Stevia (Stevia rebaudiana)
  2508. Sti (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2509. Stijf barbarakruid (Barbarea stricta)
  2510. Stijf hardgras (Catapodium rigidum)
  2511. Stijf havikskruid (Hieracium laevigatum)
  2512. Stijf ijzerhard (Verbena bonariensis)
  2513. Stijf struisriet (Calamagrostis stricta)
  2514. Stijf vergeet-mij-nietje (Myosotis stricta)
  2515. Stijlroos (Rosa × stylosa)
  2516. Stijve klaverzuring (Oxalis fontana)
  2517. Stijve moerasweegbree (Baldellia ranunculoides subsp. ranunculoides)
  2518. Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum)
  2519. Stijve ogentroost (Euphrasia stricta)
  2520. Stijve steenraket (Erysimum virgatum)
  2521. Stijve waterranonkel (Ranunculus circinatus)
  2522. Stijve wikke (Vicia tenuifolia)
  2523. Stijve windhalm (Apera interrupta)
  2524. Stijve wolfsmelk (Euphorbia stricta)
  2525. Stijve zegge (Carex elata)
  2526. Stijve zonnebloem (Helianthus × laetiflorus)
  2527. Stinkend liefdegras (Eragrostis cilianensis)
  2528. Stinkend nieskruid (Helleborus foetidus)
  2529. Stinkend streepzaad (Crepis foetida)
  2530. Stinkende ballote (Ballota nigra)
  2531. Stinkende ganzenvoet (Chenopodium vulvaria)
  2532. Stinkende gouwe (Chelidonium majus)
  2533. Stinkende kamille (Anthemis cotula)
  2534. Stinkende lis (Iris foetidissima)
  2535. Stinkende mango (Mangifera foetida)
  2536. Stinkende ruit (Thalictrum foetidum)
  2537. Stinkhout (Ocotea bullata)
  2538. Stinklaurier (Ocotea foetens)
  2539. Stippelganzenvoet (Chenopodium ficifolium)
  2540. Stippelorchis (Orchis provincialis)
  2541. Stippelvaren (Oreopteris limbosperma)
  2542. Stippelzegge (Carex punctata)
  2543. Sto (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2544. Stofzaad (Monotropa hypopitys)
  2545. Stokroos (Alcea rosea
  2546. Stomphoekig sterrenkroos (Callitriche obtusangula)
  2547. Stomp fonteinkruid (Potamogeton obtusifolius)
  2548. Stomp kweldergras (Puccinellia distans subsp. distans)
  2549. Stomp vlotgras of geplooid vlotgras (Glyceria notata)
  2550. Stoppelden (Pinus aristata)
  2551. Stoppelknol (Brassica rapa var. rapa)
  2552. Str-Stu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2553. Straalscherm (Orlaya grandiflora)
  2554. Straatgras (Poa annua)
  2555. Straatliefdegras of Stijf straatliefdegras (Eragrostis pilosa)
  2556. Straatwolfsmelk (Euphorbia maculata)
  2557. Strandbiet of zeebiet (Beta vulgaris subsp. maritima)
  2558. Stranddruif (Coccoloba uvifera)
  2559. Strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale)
  2560. Strandkweek of zeekweek (Elytrigia atherica)
  2561. Strandmelde (Atriplex littoralis)
  2562. Strandpopulier (Thespesia populnea)
  2563. Strandvarkensgras (Polygonum maritimum)
  2564. Strandviolier (Matthiola sinuata)
  2565. Strobloem (Helichrysum arenarium)
  2566. Struikaster (Baccharis halimifolia)
  2567. Struikheide (Calluna vulgaris)
  2568. Struikpaardenhoefklaver (Hippocrepis emerus)
  2569. Struisvaren (Matteuccia struthiopteris)
  2570. Studentenkruid (Bassia scoparia)
  2571. Stug thujamos (Thuidium recognitum)
  2572. Su (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2573. Suikerberk (Betula lenta)
  2574. Suikerden (Pinus lambertiana)
  2575. Suikerdruifje (Cissus striata)
  2576. Suikeresdoorn (Acer saccharum)
  2577. Suikereucalyptus (Eucalyptus viminalis)
  2578. Suikermaïs (Zea mays convar. saccharata)
  2579. Suikerriet (Saccharum officinarum)
  2580. Sukadeboom (Citrus medica)
  2581. Sumak (Rhus coriaria)
  2582. Surinaamse kers (Eugenia uniflora)
  2583. Surinaamse wilde augurk of distelkomkommer (Cucumis anguria)
  2584. Suzanne-met-de-mooie-ogen (Thunbergia alata)
  2585. Sy (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2586. Sycamorevijg (Ficus sycomorus)
  2587. Syrische zilverspar (Abies cilicica)
  2588. T[bewerken | brontekst bewerken]

    T (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Ta - Te - Th-Tj - To - Tr - Tu - Tw 

    Ta (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2589. Tabaksplant (Nicotiana tabacum)
  2590. Tabasco (Capsicum frutescens var. tabasco)
  2591. Takako (Sechium tacaco)
  2592. Tamarillo (Cyphomandra betacea)
  2593. Tamarinde (Tamarindus indica)
  2594. Tamme kastanje (Castanea sativa)
  2595. Tandjesgras (Danthonia decumbens)
  2596. Tangelo (Citrus ×tangelo)
  2597. Taraire (Beilschmiedia tarairi)
  2598. Taro (Colocasia esculenta)
  2599. Tasmaanse boomvaren (Dicksonia antarctica)
  2600. Tawhero (Weinmannia silvicola)
  2601. Tayer (Xanthosoma sagittifolium)
  2602. Te (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2603. Teakboom (Tectona grandis)
  2604. Teer guichelheil (Anagallis tenella)
  2605. Teer vederkruid (Myriophyllum alterniflorum)
  2606. Teff (Eragrostis tef)
  2607. Tenger fonteinkruid (Potamogeton pusillus)
  2608. Tengere heideorchis (Dactylorhiza maculata subsp. elodes syn. Dactylorhiza elodes)
  2609. Tengere distel (Carduus tenuiflorus)
  2610. Tengere rus (Juncus tenuis)
  2611. Tengere veldmuur (Minuartia hybrida)
  2612. Tengere zandmuur (Arenaria leptoclados)
  2613. Terpentijnboom (Pistacia terebinthus)
  2614. Texaanse ganzenvoet (Chenopodium berlandieri)
  2615. Texaanse olijf (Cordia boisseri)
  2616. Th-Tj (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2617. Theeplant (Camellia sinensis)
  2618. Tiaré tahiti (Gardenia taitensis)
  2619. Tijmbremraap (Orobanche alba)
  2620. Tijmereprijs (Veronica serpyllifolia)
  2621. Timoteegras (Phleum pratense subsp. pratense)
  2622. Tindola (Coccinia grandis)
  2623. Tjampedak (Artocarpus integer)
  2624. To (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2625. Tomaat (Solanum lycopersicum)
  2626. Tongvaren (Asplenium scolopendrium)
  2627. Torenkruid (Arabis glabra)
  2628. Torenscheefkelk (Arabis turrita)
  2629. Tormentil (Potentilla erecta)
  2630. Toromiro (Sophora toromiro)
  2631. Totara (Podocarpus totara)
  2632. Toverhazelaar (Hamamelis ×intermedia)
  2633. Tr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2634. Tranenden (Pinus wallichiana)
  2635. Transkaukasische berk (Betula medwediewii)
  2636. Trekrus (Juncus squarrosus)
  2637. Triglav-gentiaan (Gentiana terglouensis)
  2638. Trilgraszegge (Carex brizoides)
  2639. Tripmadam (Sedum rupestre)
  2640. Trompetbloem (Pandorea jasminoides)
  2641. Trosdravik (Bromus racemosus)
  2642. Trosgamander (Teucrium botrys)
  2643. Trosganzenvoet (Oxybasis urbica)
  2644. Trosgierst (Setaria italica)
  2645. Trosglidkruid (Scutellaria columnae)
  2646. Trosraaigras (Festulolium loliaceum)
  2647. Trossteenbreek (Saxifraga paniculata)
  2648. Trosstreepzaad (Crepis praemorsa)
  2649. Trosvlier (Sambucus racemosa)
  2650. Tu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2651. Tuinanjer (Dianthus caryophyllus)
  2652. Tuinbingelkruid (Mercurialis annua)
  2653. Tuinboon (Vicia faba)
  2654. Tuinhibiscus (Hibiscus syriacus)
  2655. Tuinkamperfoelie of gewone kamperfoelie (Lonicera caprifolium)
  2656. Tuinkers (Lepidium sativum)
  2657. Tuinlobelia (Lobelia erinus)
  2658. Tuinmelde (Atriplex hortensis)
  2659. Tuinmonnikskap (Aconitum x stoerkianum)
  2660. Tuinwolfsmelk (Euphorbia peplus)
  2661. Turkse den (Pinus brutia)
  2662. Turkse lelie (Lilium martagon)
  2663. Tw (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2664. Tweebloemig viooltje (Viola biflora)
  2665. Tweehuizige amarant (Amaranthus palmeri)
  2666. Tweehuizige zegge (Carex dioica)
  2667. Tweejarig vlas (Linum bienne)
  2668. Tweekleurig springzaad (Impatiens balfourii)
  2669. Tweekleurige eik (Quercus bicolor)
  2670. Tweenervige zegge (Carex binervis)
  2671. Tweerijige zegge (Carex disticha)
  2672. Tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata)
  2673. Tweetoppig struisgras (Agrostis castellana)
  2674. U[bewerken | brontekst bewerken]

    U (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2675. Ui (Allium cepa)
  2676. Uitgespreide steenraket (Erysimum repandum)
  2677. Uitstaande melde (Atriplex patula)
  2678. Uitstaande vetmuur (Sagina micropetala)
  2679. Uurbloem (Hibiscus trionum)
  2680. V[bewerken | brontekst bewerken]

    V (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Va - Ve - Vi - Vl - Vo - Vr - Vu 

    Va (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2681. Vaantjesboom (Davidia involucrata)
  2682. Valkruid (Arnica montana)
  2683. Vallisneria (Vallisneria spiralis)
  2684. Valse akkerkers (Rorippa ×armoracioides)
  2685. Valse Christusdoorn (Gleditsia triacanthos)
  2686. Valse kamille (Anthemis arvensis)
  2687. Valse salie (Teucrium scorodonia)
  2688. Valse voszegge (Carex otrubae)
  2689. Valse wingerd (Parthenocissus vitacea)
  2690. Valse zandzegge (Carex reichenbachii)
  2691. Vals muizenoor (Hieracium peleterianum)
  2692. Vanille-orchidee (Vanilla planifolia)
  2693. Varenhelmbloem (Corydalis cheilanthifolia)
  2694. Varkenskervel-torkruid (Oenanthe peucedanifolia)
  2695. Vaste Judaspenning (Lunaria rediviva)
  2696. Vaste lupine (Lupinus polyphyllus)
  2697. Ve (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2698. Vederesdoorn (Acer negundo)
  2699. Veelbloemige veldbies (Luzula multiflora)
  2700. Veelbloemig schaduwkruiskruid (Senecio hercynicus)
  2701. Veelkleurig vergeet-mij-nietje (Myosotis discolor)
  2702. Veelstengelige waterbies (Eleocharis multicaulis)
  2703. Veelwortelig kroos (Spirodela polyrhiza)
  2704. Veenbies (Trichophorum cespitosum subsp. germanicus)
  2705. Veenbloembies (Scheuchzeria palustris)
  2706. Veenhaarmos (Polytrichum juniperinum var. affine)
  2707. Veenmosorchis (Hammarbya paludosa)
  2708. Veenorchis (Dactylorhiza majalis subsp. sphagnicola syn. Dactylorhiza sphagnicola)
  2709. Veenpluis (Eriophorum angustifolium)
  2710. Veenreukgras (Hierochloe odorata)
  2711. Veenstruisriet (Calamagrostis villosa)
  2712. Veenwortel (Persicaria amphibia, voorheen Polygonum amphibium)
  2713. Veitch zilverspar (Abies veitchii)
  2714. Veldbeemdgras (Poa pratensis)
  2715. Veldereprijs (Veronica arvensis)
  2716. Veldgentiaan (Gentianella campestris)
  2717. Veldgerst (Hordeum secalinum)
  2718. Veldhondstong (Cynoglossum officinale)
  2719. Veldkruidkers (Lepidium campestre)
  2720. Veldlathyrus (Lathyrus pratensis)
  2721. Veldpaardenstaart (Equisetum pratense)
  2722. Veldrus (Juncus acutiflorus)
  2723. Veldsalie (Salvia pratensis)
  2724. Veldsla (Valerianella locusta)
  2725. Veldzuring (Rumex acetosa)
  2726. Venijnboom (Taxus baccata)
  2727. Venkel (Foeniculum vulgarae)
  2728. Venusvliegenvanger (Dionaea muscipula)
  2729. Verfbrem (Genista tinctoria)
  2730. Vergeten tongorchis (Serapias neglecta)
  2731. Vergeten viltkruid (Filago neglecta)
  2732. Vergeten wespenorchis (Epipactis leptochila var. neglecta syn. Epipactis neglecta)
  2733. Vergeten wikke (Vicia sativa subsp. segetalis)
  2734. Verspreidbladig goudveil (Chrysosplenium alternifolium)
  2735. Vertakte graslelie (Anthericum ramosum)
  2736. Vertakte leeuwentand (Leontodon autumnalis)
  2737. Vertakte maanvaren (Botrychium matricariifolium)
  2738. Vertakte paardenstaart (Equisetum ramosissimum)
  2739. Vertakt schaafstro (Equisetum ×moorei)
  2740. Vetblad (Pinguicula vulgaris)
  2741. Vetiver (Chrysopogon zizanioides)
  2742. Vi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2743. Vierrijige ogentroost (Euphrasia tetraquetra)
  2744. Vierzadige wikke (Vicia tetrasperma subsp. tetrasperma)
  2745. Vijfbladige wingerd (Parthenocissus quinquefolia)
  2746. Vijfdelig kaasjeskruid (Malva alcea)
  2747. Vijfhelmige spurrie (Spergula pentandra)
  2748. Vijfvingerkruid (Potentilla reptans)
  2749. Vijf-in-een-kruid (Plectranthus amboinicus)
  2750. Vijgenbladpompoen (Cucurbita ficifolia)
  2751. Vijgenboom (Ficus carica)
  2752. Viltganzerik (Potentilla argentea)
  2753. Viltig kruiskruid (Jacobaea erucifolia)
  2754. Viltige basterdwederik (Epilobium parviflorum)
  2755. Viltroos (Rosa villosa)
  2756. Viltzegge (Carex tomentosa)
  2757. Vingergras (Panicum virgatum)
  2758. Vingerhelmbloem (Corydalis solida)
  2759. Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)
  2760. Vingerzegge (Carex digitata)
  2761. Vinkenzaad (Neslia paniculata)
  2762. Violette zinkviooltje (Viola guestphalica)
  2763. Vl (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2764. Vlakke wolfsklauw (Diphasiastrum complanatum)
  2765. Vlas (Linum usitatissimum)
  2766. Vlasbekje (Linaria vulgaris)
  2767. Vlasdolik (Lolium remotum)
  2768. Vlashuttentut (Camelina sativa subsp. alyssum)
  2769. Vlaswarkruid (Cuscuta epilinum)
  2770. Vleermuisbloem (Tacca chantrieri)
  2771. Vleeskleurig kartelblad (Pedicularis rostratospicata)
  2772. Vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata)
  2773. Vleugelboon (Psophocarpus tetragonolobus)
  2774. Vleugelkomkommer (Luffa acutangula)
  2775. Vliegenorchis (Ophrys insectifera)
  2776. Vliegenorchis van de Causses (Ophrys aymoninii)
  2777. Vlierorchis (Dactylorhiza sambucina)
  2778. Vlinderorchis (Anacamptis papilionacea)
  2779. Vlinderstruik (Buddleja davidii)
  2780. Vlokkige toorts (Verbascum pulverulentum)
  2781. Vlottend fonteinkruid (Potamogeton ×fluitans)
  2782. Vlottende waterranonkel (Ranunculus fluitans)
  2783. Vlozegge (Carex pulicaris)
  2784. Vlijtig liesje (Impatiens walleriana)
  2785. Vo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2786. Voederbiet (Beta vulgaris)
  2787. Voederwikke (Vicia sativa)
  2788. Vogelmuur (Stellaria media)
  2789. Vogelnestje (Neottia nidus-avis)
  2790. Vogelpootklaver (Trifolium ornithopodioides)
  2791. Vogelpootzegge (Carex ornithopoda)
  2792. Vogelwikke (Vicia cracca)
  2793. Vogezenhavikskruid (Hieracium vogesiacum)
  2794. Voorjaarsadonis (Adonis vernalis)
  2795. Voorjaarsganzerik (Potentilla tabernaemontani)
  2796. Voorjaarsgentiaan (Gentiana verna)
  2797. Voorjaarshelmkruid (Scrophularia vernalis)
  2798. Voorjaarslathyrus (Lathyrus vernus)
  2799. Voorjaarszegge (Carex caryophyllea)
  2800. Vossenstaartden (Pinus balfouriana)
  2801. Voszegge (Carex vulpina)
  2802. Vr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2803. Vreemd speenkruid (Ficaria ambigua)
  2804. Vroeg barbarakruid (Barbarea verna)
  2805. Vroeg havikskruid (Hieracium glaucinum)
  2806. Vroege ereprijs (Veronica praecox)
  2807. Vroege haver (Aira praecox)
  2808. Vroege krokus (Crocus chrysanthus)
  2809. Vroege spinnenorchis (Ophrys araneola)
  2810. Vroege sterhyacint (Scilla bifolia)
  2811. Vroege zegge (Carex praecox)
  2812. Vroegeling (Erophila verna)
  2813. Vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus)
  2814. Vu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2815. Vuurwerkplant (Dictamnus albus)
  2816. W[bewerken | brontekst bewerken]

    W (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Wa - We - Wi - Wo - Wr 

    Wa (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2817. Walaba (Eperua falcata)
  2818. Walstrobremraap (Orobanche caryophyllacea)
  2819. Walstroleeuwenbek (Linaria purpurea)
  2820. Wampi (Clausena lansium)
  2821. Wantsenorchis (Anacamptis coriophora subsp. coriophora)
  2822. Waringin (Ficus benjamina)
  2823. Waroeboom (Hibiscus tiliaceus)
  2824. Wasgagel (Morella caroliniensis)
  2825. Wasmalve (Malvaviscus arboreus)
  2826. Waspompoen (Benincasa hispida)
  2827. Wateraardbei (Potentilla palustris)
  2828. Watercacao (Pachira aquatica)
  2829. Watercrassula (Crassula helmsii)
  2830. Watercypres (Metasequoia glyptostroboides)
  2831. Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata)
  2832. Watergentiaan (Nymphoides peltata)
  2833. Watergras (Catabrosa aquatica)
  2834. Waterkruiskruid (Jacobaea aquatica)
  2835. Waterlepeltje (Ludwigia palustris)
  2836. Waterlobelia (Lobelia dortmanna)
  2837. Watermeloen (Citrullus lanatus)
  2838. Watermunt (Mentha aquatica)
  2839. Watermuur (Stellaria aquatica, syn. Myosoton aquaticum)
  2840. Waternoot (Trapa natans)
  2841. Waterpeper (Persicaria hydropiper)
  2842. Waterpostelein (Lythrum portula)
  2843. Waterpunge (Samolus valerandi)
  2844. Waterscheerling (Cicuta virosa))
  2845. Watersla of Mosselplant (Pistia stratiotes)
  2846. Waterspinazie (Ipomoea aquatica)
  2847. Watertorkruid (Oenanthe aquatica)
  2848. Waterviolier (Hottonia palustris)
  2849. Waterzuring (Rumex hydrolapathum)
  2850. Watrabebe (Pterocarpus officinalis)
  2851. We (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2852. Wede (Isatis tinctoria)
  2853. Weegbreefonteinkruid (Potamogeton coloratus)
  2854. Weegbreezonnebloem (Doronicum plantagineum)
  2855. Wegdistel (Onopordon acanthium)
  2856. Wegedoorn (Rhamnus cathartica)
  2857. Weichselboom (Prunus mahaleb)
  2858. Weidebergvlas (Thesium pyrenaicum)
  2859. Weidegeelster (Gagea pratensis)
  2860. Weidehavikskruid (Hieracium caespitosum)
  2861. Weidekervel (Silaum silaus)
  2862. Weidekervel-torkruid (Oenanthe silaifolia)
  2863. Weideklauwtjesmos (Hypnum imponens)
  2864. Weideklokje (Campanula patula)
  2865. Weidescabiosa (Scabiosa columbaria subsp. pratensis)
  2866. Weidevergeet-mij-nietje (Myosotis scorpioides subsp. nemorosa)
  2867. Weigela (syn: Weigelia)
  2868. Welriekende agrimonie (Agrimonia procera)
  2869. Welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides, syn. Chenopodium ambrosioides)
  2870. Welriekende lathyrus (Lathyrus odoratus)
  2871. Welriekende muggenorchis (Gymnadenia odoratissima)
  2872. Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia)
  2873. Welriekende salomonszegel (Polygonatum odoratum)
  2874. Welriekende wantsenorchis (Anacamptis coriophora subsp. fragrans)
  2875. Westamerikaanse balsempopulier, balsempopulier, witte balsempopulier of haarvruchtige populier (Populus trichocarpa)
  2876. Westerse karmozijnbes (Phytolacca americana)
  2877. Westerse hemlockspar (Tsuga heterophylla)
  2878. Westerse plataan (Platanus occidentalis)
  2879. Westerwolds raaigras (Lolium multiflorum)
  2880. Weymouthden (Pinus strobus)
  2881. Wi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Wij - Wil - Win-Wis - Wit 
    Wij (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2882. Wigbladige roos (Rosa elliptica)
  2883. Wijdbloeiende rus (Juncus tenageia)
  2884. Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina)
  2885. Wijnruit (Ruta graveolens)
  2886. Wijnstok (Vitis vinifera)
  2887. Wil-Wim (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2888. Wild kattenkruid (Nepeta cataria)
  2889. Wilde akelei (Aquilegia vulgaris)
  2890. Wilde appel (Malus sylvestris)
  2891. Wilde averuit (Artemisia campestris subsp. campestris)
  2892. Wilde bertram (Achillea ptarmica)
  2893. Wilde cichorei (Cichorium intybus)
  2894. Wilde dwergmispel (Cotoneaster integerrimus)
  2895. Wilde emmer (Triticum dicoccoides
  2896. Wilde gagel (Myrica gale)
  2897. Wilde gerst (Hordeum spontaneum)
  2898. Wilde haver (Avena fatua)
  2899. Wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta)
  2900. Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum)
  2901. Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus)
  2902. Wilde kool (Brassica oleracea var. oleracea)
  2903. Wilde liguster (Ligustrum vulgare)
  2904. Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia)
  2905. Wilde marjolein (Origanum vulgare)
  2906. Wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus)
  2907. Wilde peterselie (Petroselinum segetum)
  2908. Wilde reseda (Reseda lutea)
  2909. Wilde ridderspoor (Consolida regalis)
  2910. Wilde peen (Daucus carota)
  2911. Wilde peer (Pyrus pyraster)
  2912. Wilde weit (Melampyrum arvense)
  2913. Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris)
  2914. Wilgalant (Inula salicina)
  2915. Wilgbladige mispel (Cotoneaster salicifolius)
  2916. Wilgenroosje (Chamerion angustifolium)
  2917. Wilgfonteinkruid (Potamogeton ×salicifolius)
  2918. Wilgkoeienoog (Buphthalmum salicifolium)
  2919. Wilgsla (Lactuca saligna)
  2920. Wilkens bitter (Allamanda cathartica)
  2921. Wilsonpopulier (Populus wilsonii)
  2922. Wilson's vliesvaren (Hymenophyllum wilsonii)
  2923. Wimperparelgras {Melica ciliata)
  2924. Win-Wis (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2925. Winterakoniet (Eranthis hyemalis)
  2926. Wintereik (Quercus petraea)
  2927. Winterharde begonia (Begonia grandis)
  2928. Winterheliotroop (Petasites pyrenaicus
  2929. Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum)
  2930. Winterpostelein (Claytonia perfoliata)
  2931. Wisselbloem (Lantana camara)
  2932. Wit (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]
  2933. Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia)
  2934. Wit hoefblad (Petasites albus)
  2935. Wit hongerbloempje (Draba muralis)
  2936. Wit vetkruid (Sedum album)
  2937. Wit zonneroosje (Helianthemum apenninum)
  2938. Without (Croton matourensis)
  2939. Witlof of witloof (Cichorium intybus var. foliosum)
  2940. Witte abeel (Populus alba)
  2941. Witte affodil (Asphodelus albus)
  2942. Witte alsem (Artemisia alba)
  2943. Witte amarant (Amaranthus albus)
  2944. Witte aronskelk (Zantedeschia aethiopica)
  2945. Witte boogcotoneaster (Cotoneaster sternianus)
  2946. Witte boon (Phaseolus vulgaris)
  2947. Witte brunel (Prunella laciniata)
  2948. Witte dovenetel (Lamium album)
  2949. Witte els (Alnus incana)
  2950. Witte engbloem (Vincetoxicum hirundinaria)
  2951. Witte Himalayaberk (Betula utilis)
  2952. Witte honingklaver (Melilotus albus)
  2953. Witte klaver (Trifolium repens)
  2954. Witte klaverzuring (Oxalis acetosella)
  2955. Witte kool (Brassica oleracea convar. capitata var. alba)
  2956. Witte krodde (Thlaspi arvense)
  2957. Witte mimosa (Leucaena latisiliqua)
  2958. Witte moerbei (Morus alba)
  2959. Witte muggenorchis (Pseudorchis albida)
  2960. Witte munt (Mentha suaveolens)
  2961. Witte nieswortel (Veratrum album)
  2962. Witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum)
  2963. Witte rapunzel (Phyteuma spicatum subsp. spicatum)
  2964. Witte reseda (Reseda alba)
  2965. Witte snavelbies (Rhynchospora alba)
  2966. Witte spar (Picea glauca)
  2967. Witte steenraket (Conringia orientalis)
  2968. Witte struikwondklaver (Anthyllis barba-jovis)
  2969. Witte veldbies (Luzula luzuloides)
  2970. Witte waterkers (Rorippa nasturtium-aquaticum)
  2971. Witte waterlelie (Nymphaea alba)
  2972. Witte waterranonkel (Ranunculus ololeucos)
  2973. Witte zapote (Casimiroa edulis)
  2974. Wo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2975. Woestijnroos (Adenium obesum)
  2976. Woestijnroos (Kalanchoe thyrsiflora)
  2977. Wolfskers (Atropa belladonna)
  2978. Wolfspoot (Lycopus europaeus)
  2979. Wollig kartelblad (Pedicularis gyroflexa)
  2980. Wollig vingerhoedskruid (Digitalis lanata)
  2981. Wollige distel (Cirsium eriophorum)
  2982. Wollige munt (Mentha × rotundifolia)
  2983. Wollige sneeuwbal (Viburnum lantana)
  2984. Wonderboom (Ricinus communis)
  2985. Wondklaver (Anthyllis vulneraria)
  2986. Wortel (Daucus carota)
  2987. Wortelloos kroos (Wolffia arrhiza)
  2988. Wortelpeterselie (Petroselinum crispum var. tuberosum)
  2989. Wouw (Reseda luteola)
  2990. Wr (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2991. Wrangwortel (Helleborus viridis)
  2992. Wrattige wolfsmelk (Euphorbia verrucosa)
  2993. Y[bewerken | brontekst bewerken]

    Y (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2994. Yamboon (Pachyrhizus erosus)
  2995. Yang mei (Myrica rubra)
  2996. Yushino-kers (Prunus yedoensis)
  2997. Yuzu (Citrus ×junos)
  2998. Z[bewerken | brontekst bewerken]

    Z (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

      Za - Ze - Zi - Zo - Zu - Zw 

    Za (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  2999. Zaagblad (Serratula tinctoria)
  3000. Zacht loogkruid (Salsola tragus)
  3001. Zacht vetkruid (Sedum sexangulare)
  3002. Zachte berk (Betula pubescens)
  3003. Zachte dravik (Bromus hordeaceus syn. Bromus mollis)
  3004. Zachte duizendknoop (Persicaria mitis)
  3005. Zachte haver (Helictotrichon pubescens)
  3006. Zachte hennepnetel (Galeopsis pubescens)
  3007. Zachte naaldvaren (Polystichum setiferum)
  3008. Zachte ooievaarsbek (Geranium molle)
  3009. Zachte vinnetjespalm (Caryota mitis)
  3010. Zandblauwtje (Jasione montana)
  3011. Zandbloem (Ammobium alatum)
  3012. Zanddoddegras (Phleum arenarium)
  3013. Zandhaver (Leymus arenarius)
  3014. Zandhoornbloem (Cerastium semidecandrum
  3015. Zandkweek (Elytrigia maritima)
  3016. Zandlangbaardgras (Vulpia membranacea)
  3017. Zandraket (Arabidopsis thaliana)
  3018. Zandstruisgras (Agrostis vinealis)
  3019. Zandteunisbloem (Oenothera deflexa)
  3020. Zandvarkensgras (Polygonum oxyspermum subsp. raii)
  3021. Zandviooltje (Viola rupestris)
  3022. Zandwolfsmelk (Euphorbia seguieriana)
  3023. Zandzegge (Carex arenaria)
  3024. Ze (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  3025. Zeealsem (Artemisia maritima)
  3026. Zeeaster (Aster tripolium)
  3027. Zeeden (Pinus pinaster)
  3028. Zeegerst (Hordeum marinum)
  3029. Zeekool (Crambe maritima)
  3030. Zeelathyrus (Lathyrus japonicus)
  3031. Zeepkruid (Saponaria officinalis)
  3032. Zeegroen walstro (Galium glaucum)
  3033. Zeegroene ganzenvoet (Chenopodium glaucum)
  3034. Zeegroene rus (Juncus inflexus)
  3035. Zeegroene zegge (Carex flacca)
  3036. Zeepostelein (Honckenya peploides)
  3037. Zeeraket (Cakile maritima)
  3038. Zeerus (Juncus maritimus)
  3039. Zeesla (Ulva lactuca)
  3040. Zeestreepvaren (Asplenium marinum)
  3041. Zeeuws knoopje (Astrantia major)
  3042. Zeevenkel (Crithmum maritimum)
  3043. Zeevetmuur (Sagina maritima)
  3044. Zeeweegbree (Plantago maritima)
  3045. Zeewinde (Calystegia soldanella)
  3046. Zeewolfsmelk (Euphorbia paralias)
  3047. Zegekruid (Nicandra physalodes)
  3048. Zevenblad (Aegopodium podagraria)
  3049. Zevenster (Trientalis europaea)
  3050. Zi (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  3051. Zijdeklauwtjesmos (Hypnum cupressiforme var. resupinatum)
  3052. Zijdeplant (Asclepias syriaca)
  3053. Zijdeplantgentiaan (Gentiana asclepiadea)
  3054. Zilte greppelrus (Juncus ambiguus)
  3055. Zilte rus (Juncus gerardii)
  3056. Zilte schijnspurrie (Spergularia salina syn. Spergularia marina)
  3057. Zilte waterranonkel (Ranunculus baudotii)
  3058. Zilte zegge (Carex distans)
  3059. Zilt torkruid (Oenanthe lachenalii)
  3060. Zilverdistel (Carlina acaulis)
  3061. Zilveresdoorn (Acer saccharinum syn. Acer dasycarpum)
  3062. Zilverhaver (Aira caryophyllea)
  3063. Zilverkruid (Dryas octopetala)
  3064. Zilverkruiskruid (Jacobaea maritima)
  3065. Zilverlinde (Tilia tomentosa)
  3066. Zilverschoon (Potentilla anserina)
  3067. Zinkboerenkers (Thlaspi caerulescens var. calaminare)
  3068. Zinklepelblad (Cochlearia pyrenaica)
  3069. Zinkveldmuur (Sabulina verna)
  3070. Zinkviooltje (Viola lutea ssp. calaminaria syn. Viola calaminaria)
  3071. Zittende zannichellia (Zannichellia palustris subsp. palustris)
  3072. Zo (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  3073. Zoete aardappel (Ipomoea batatas)
  3074. Zoete kers (Prunus avium)
  3075. Zoete wolfsmelk (Euphorbia dulcis)
  3076. Zoethoutplant (Glycyrrhiza glabra)
  3077. Zoetzak (Annona squamosa)
  3078. Zomeradonis (Adonis aestivalis)
  3079. Zomerbitterling (Blackstonia perfoliata)
  3080. Zomerfijnstraal (Erigeron annuus)
  3081. Zomereik (Quercus robur)
  3082. Zomerklokje (Leucojum aestivum)
  3083. Zomerschroeforchis (Spiranthes aestivalis)
  3084. Zomerviolier (Matthiola incana)
  3085. Zomprus (Juncus articulatus)
  3086. Zompzegge (Carex canescens syn. Carex curta)
  3087. Zonnebloem (Helianthus annuus)
  3088. Zonnewortel (Helianthus strumosus)
  3089. Zu (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  3090. Zuidelijke eikvaren (Polypodium cambricum)
  3091. Zuidelijke rata (Metrosideros umbellata)
  3092. Zure kers (Prunus cerasus)
  3093. Zure sinaasappel (Citrus aurantium)
  3094. Zuurbes (Berberis vulgaris)
  3095. Zuurzak (Annona muricata)
  3096. Zw (Nl)[bewerken | brontekst bewerken]

  3097. Zwaardfonteinkruid (Potamogeton ×sparganiifolius)
  3098. Zwaardherik (Eruca vesicaria, Eruca sativa)
  3099. Zwaardrus (Juncus ensifolius)
  3100. Zwaardvaren (Polystichum munitum)
  3101. Zwaluwtong (Fallopia convolvulus)
  3102. Zwanenbloem (Butomus umbellatus)
  3103. Zware dreps (Bromus grossus)
  3104. Zwartblauwe rapunzel (Phyteuma spicatum subsp. nigrum)
  3105. Zwart knoopkruid (Centaurea nigra)
  3106. Zwart peperboompje (Daphne laureola)
  3107. Zwart tandzaad (Bidens frondosa)
  3108. Zwarte balsemhybride (Populus ×interamericana)
  3109. Zwarte bamboe (Phyllostachys nigra)
  3110. Zwarte bes (Ribes nigrum)
  3111. Zwarte den (Pinus nigra)
  3112. Zwarte els (Alnus glutinosa)
  3113. Zwarte engbloem (Vincetoxicum nigrum)
  3114. Zwarte komijn (Nigella sativa)
  3115. Zwarte lathyrus (Lathyrus niger)
  3116. Zwarte moerbei (Morus nigra)
  3117. Zwarte mosterd (Brassica nigra)
  3118. Zwarte nachtschade (Solanum nigrum)
  3119. Zwarte populier (Populus nigra)
  3120. Zwarte toorts (Verbascum nigrum)
  3121. Zwarte walnoot (Juglans nigra)
  3122. Zwarte wilg (Salix myrsinifolia)
  3123. Zwarte zapote (Diospyros digyna)
  3124. Zwarte zegge (Carex nigra)
  3125. Zwartmoeskervel (Smyrnium olustrum)
  3126. Zwartsteel (Asplenium adiantum-nigrum)
  3127. Zweedse kornoelje (Cornus suecica)
  3128. Zweedse lijsterbes (Sorbus intermedia)
  3129. Zweepthujamos (Thuidium assimile)
  3130. Zwenkdravik (Anisantha tectorum)
  3131. Zwepenboom (Celtis occidentalis)